• No results found

Hoofdstuk 6 Externe rechtsvergelijking 6.1 Inleiding

6.3. Omvang van de communauté réduite aux acquêts

Op de dag van de huwelijkssluiting ontstaat van rechtswege een beperkte

gemeenschap van aanwinsten, naast de reeds bestaande privévermogens van ieder der echtgenoten (artikel 1400 CC ).104 De beperkte gemeenschap omvat aan de actiefzijde

alle goederen die tijdens het huwelijk worden verworven met het geld dat de

echtgenoten als vrucht van hun arbeid hebben vergaard, alsmede met geld afkomstig van de inkomsten van hun privévermogen (artikel 1401 CC).105 In tegenstelling tot het

Franse huwelijksvermogensrecht vormen volgens artikel 1:94 lid 6 BW (nieuw) goederen die met privégelden zijn aangeschaft eveneens privégoederen. Goederen die zijn verworven met het geld dat de echtgenoten als vrucht van hun arbeid gedurende het huwelijk hebben vergaard, worden in beide rechtsstelsels gekwalificeerd als gemeenschapsgoederen.

Goederen van ‘persoonlijke aard’, voorhuwelijkse goederen en goederen die krachtens schenking, legaat of erfenis zijn verworven worden uitgesloten van de gemeenschap (artikel 1404 en 1405 CC).

102 Dekeuwer-Défossez, Pouvoirs 2003/4 p. 43. 103 Dekeuwer-Défossez, Pouvoirs 2003/4. 104 Henry e.a. 2012, p. 2615.

De ratio van de uitzondering van goederen van ‘persoonlijke aard’ lijkt op de ratio van de verknochtheidsleer uit artikel 1:94 lid 5 BW (nieuw). De verknochtheid verzet zich namelijk tegen de kwalificatie van het goed als gemeenschappelijk indien het goed zo nauw is verbonden met de persoon van de echtgenoot. Deze bijzondere uitzondering heeft werking ten opzichte van goederen die naar hun aard bestemd zijn voor persoonlijk gebruik, u kunt hierbij denken aan kleding of sieraden maar ook aan een invaliditeitspensioen of smartengeld.106

In het Franse huwelijksvermogensrecht worden alle voorhuwelijkse goederen van de gemeenschap uitgezonderd, anders dan artikel 1:94 lid 2 BW (nieuw) waarin is bepaald dat gezamenlijk verworven voorhuwelijkse goederen wel tot de gemeenschap behoren. Beide rechtsstelsels zonderen de goederen die krachtens schenking, legaat of erfenis zijn verkregen uit van de gemeenschap, ex artikel 1:94 lid 2 en artikel 1405 CC.

Bij een geschil of een goed een privé of gemeenschapsgoed vormt, geldt een

bewijsvermoeden. Indien een echtgenoot niet kan bewijzen dat een goed aan hem in privé toebehoort, wordt het goed geacht tot de gemeenschap te behoren (artikel 1402 CC).107 Artikel 1402 CC correspondeert nagenoeg geheel met artikel 1:94 lid 8 BW

(nieuw).

De passivazijde van de gemeenschap bevindt in verschillende artikelen. Schulden die staande het huwelijk zijn ontstaan, vormen gemeenschapsschulden (artikel 1409 CC). Schulden die voor het huwelijk zijn ontstaan of als gevolg van een schenking, legaat of erfenis zijn ontstaan, worden geacht privéschulden te zijn (artikel 1410 CC).108

Schulden die een echtgenoot aangaat ter aankoop, behoud of verbetering van zijn privégoed worden eveneens geacht privéschulden te zijn (artikel 1416 CC).109

Schulden die voortvloeien uit de juridische gevolgen van het begaan van een onrechtmatige daad behoren tot het privévermogen van de schuldige echtgenoot artikel 1417 CC).110 106 Henry e.a. 2012, p. 2624-2625. 107 Henry e.a. 2012, p. 2621. 108 Henry e.a. 2012, p. 2631. 109 Henry e.a. 2012, p. 2642. 110 Henry e.a. 2012, p. 2642.

6.4. Aansprakelijkheid

De Franse hoofdregel voor de vestiging van de aansprakelijkheid sluit aan bij de Nederlandse regeling. Uit de overeenkomst vloeit voort dat de echtgenoot die de schuld aangaat aansprakelijk is. 111Artikel 220 CC formuleert de uitzondering hierop.

Artikel 220 CC behelst de regeling omtrent de aansprakelijkheid van echtgenoten voor schulden die in verband staan met de huishouding en de opvoeding van de kinderen.112 U kunt hierbij denken aan de kosten van een ziekenhuisopname van een

kind, maar ook aan de huurkosten van de echtelijke woning. 113

De echtgenoot die dergelijke schulden aangaat verbindt naast zichzelf ook de andere echtgenoot.114 De gezamenlijke aansprakelijkheid bestaat echter niet wanneer de

schulden klaarblijkelijk buitensporig zijn. Dit vloeit voort uit paragraaf 2 van artikel 220 CC. In ditzelfde artikel zijn een aantal criteria opgesteld waaraan getoetst wordt ter beantwoording van de vraag of een schuld klaarblijkelijk buitensporig is. Er wordt gekeken naar de gemiddelde levensstijl van het echtpaar, de nuttigheid of

nutteloosheid van de transactie en de goede of kwade trouw van de schuldeiser. Voor de krediet- of borgstellingsovereenkomst of overeenkomst op afbetaling, die tot stand is gekomen zonder de toestemming van de andere echtgenoot, is alleen de

schuldenaar-echtgenoot aansprakelijk, tenzij de kosten redelijk en noodzakelijk zijn voor de dagelijkse levensbehoeften.115 Artikel 220 CC verbindt net als artikel 1:85

BW de niet-schuldenaar-echtgenoot naast de schuldenaar-echtgenoot voor

huishoudelijke kosten. Verder lijkt de derde paragraaf van artikel 220 CC op artikel 1:88 lid 1 sub c en sub d BW. De krediet- of borgstellingsovereenkomst of

overeenkomst op afbetaling, die tot stand is gekomen zonder de toestemming van niet-schuldenaar-echtgenoot, is in beginsel vernietigbaar volgens artikel 1:88 lid 1 sub c en sub b BW j.o. artikel 1:89 BW.

6.5. Verhaal

In het Franse huwelijksvermogensrecht is het verhaalsrecht van de privéschuldeiser afhankelijk van de aard van de privéschuld. Dit volgt uit de Franse wetssystematiek. 111 Vgl. artikel 1102 CC.

112 Henry e.a. 2012, p. 420. 113 Henry e.a. 2012, p. 420.

114 Vgl. de slotzin van het eerste lid van artikel 220 CC. 115 Vgl. paragraaf 3 van artikel 220 CC.

Volgens artikel 1410 CC zijn voorhuwelijkse schulden en schulden die staande het huwelijk krachtens erfstelling of schenking zijn verkregen, privéschulden. Ingevolge het volgende artikel (1411 CC) kunnen dergelijke privéschulden worden verhaald op het privévermogen van de schuldenaar-echtgenoot maar ook op de winsten en inkomsten van die echtgenoot. De winsten en inkomsten van de echtgenoot staande het huwelijk maken deel uit van de gemeenschap, desalniettemin mag een

privéschuldeiser zich hierop verhalen.

Op de hoofdregel dat privéschulden alleen op het privévermogen en de winsten en inkomsten van de schuldenaar-echtgenoot kunnen worden verhaald bestaat echter een uitzondering in de tweede paragraaf van artikel 1411 CC. Privéschulden kunnen op de gehele gemeenschap worden verhaald indien privégoederen zich met

gemeenschapsgoederen hebben vermengd en de verschillende oorsprongen van de goederen niet meer te achterhalen vallen.116 In het voorgenoemde geval kan de

privéschuldeiser zich ook op de vermengde gemeenschapsgoederen verhalen.

Voorhuwelijkse schulden en schulden die staande het huwelijk krachtens erfstelling of schenking zijn verkregen, kunnen volgens artikel 1:96 lid 1 BW (nieuw) verhaald worden op het privévermogen van de schuldenaar-echtgenoot en de gemeenschap. De Nederlandse privéschuldeiser kan zich ook op andere gemeenschapsgoederen dan de inkomsten en winsten van de schuldenaar-echtgenoot verhalen. Op dit punt biedt artikel 1:96 lid 1 BW (nieuw) meer verhaalsmogelijkheden dan artikel 1411 CC. Alle overige (privé-)schulden kunnen in beginsel zowel worden verhaald op het privévermogen van de schuldenaar-echtgenoot als op de gemeenschap (art. 1413 CC). Dit artikel luidt gelijk aan artikel 1:96 lid 1 BW. Op artikel 1413 CC bestaan twee uitzonderingen. De privéschulden van de schuldenaar-echtgenoot kunnen niet worden verhaald op de winsten en inkomsten van de niet-schuldenaar-echtgenoot (art. 1414 CC).117 De tweede uitzondering beperkt het verhaalsrecht van de privéschuldeiser bij

een borgstellingstellingsovereenkomst of een leningsovereenkomst. De

privéschuldeiser heeft dan alleen verhaal op de gemeenschapsgoederen indien de niet- schuldenaar-echtgenoot daartoe toestemming heeft gegeven (art. 1415 CC).118 Deze

116 Henry e.a. 2012, p. 2630. 117 Henry e.a. 2012, p. 2636. 118 Henry e.a. 2012, p. 2636-2637.

vormvrije toestemming moet uitdrukkelijk zijn gegeven. Is er geen toestemming gegeven dan zijn de gemeenschapsgoederen tegen het verhaal van privéschuldeisers beschermd. De tweede uitzondering lijkt op artikel 1:88 lid 2 sub c en sub d BW, waarin financieel gevaarlijke overeenkomsten die zonder de toestemming van de niet- schuldenaar-echtgenoot tot stand zijn gekomen, vernietigbaar zijn. De echtgenoot kan op voet van artikel 1:89 BW dergelijke overeenkomsten vernietigen.

6.6. Conclusie

Het wettelijke stelsel van de communauté réduite aux acquêts in Frankrijk en de beperkte gemeenschap van aanwinsten uit artikel 1:94 BW (nieuw) komen deels overeen. In beide huwelijksgoederenregimes worden voorhuwelijkse goederen en krachtens erfenis of gift verkregen goederen van de gemeenschap uitgesloten. In tegenstelling tot de communauté réduite aux acquêts maken de vruchten van privégoederen geen deel uit van de gemeenschap volgens artikel 1:94 lid 6 BW (nieuw).

Omtrent de aansprakelijkheid van echtgenoten vertoont het Franse

huwelijksvermogensrecht gelijkenis met het Nederlandse recht. In beide rechtsstelsels is de echtgenoot die de overeenkomst sluit aansprakelijk. voor de schulden die hieruit voortvloeien. Voor de schulden die in verband staan met de huishouding of opvoeding van de kinderen zijn volgens het Franse huwelijksvermogensrecht en wetsvoorstel 33 987 beide echtgenoten hoofdelijk aansprakelijk.

Er bestaan verschillen en gelijkenissen tussen het verhaalsrecht van Franse

privéschuldeisers en Nederlandse privéschuldeisers. Een Franse privéschuldeiser heeft in principe een verhaalsrecht op het privévermogen van de schuldenaar-echtgenoot en de gemeenschap. Voorhuwelijkse schulden en schulden die krachtens schenking, legaat of erfenis zijn verworven, kunnen enkel verhaald worden op het privévermogen en de winsten en inkomsten van de schuldenaar-echtgenoot. Voor overige

privéschulden is een privéschuldeiser in beginsel bevoegd verhaal te nemen op het privévermogen van de schuldenaar-echtgenoot en de gemeenschap.

De toekomstige Nederlandse privéschuldeiser kan zich eveneens verhalen op het privévermogen van de schuldenaar-echtgenoot. Louter in gevallen waarin het

privévermogen een privéschuld onvoldoende dekt, is een privéschuldeiser gerechtigd verhaal te nemen op de helft van de executieopbrengst van een gemeenschapsgoed conform wetsvoorstel 33 987. Het verhaalsrecht van de Franse privéschuldeiser is ruimer dan het verhaalsrecht van de toekomstige Nederlandse privéschuldeiser, behoudens de gevallen van voorhuwelijkse schulden en schulden die krachtens schenking, legaat of erfenis zijn verworven.

Hoofdstuk 7 Conclusie en aanbevelingen