• No results found

3 Context en omgevingsanalyse

3.4 Omgevingsanalyse

Op basis van de omgevingsanalyse formuleren we 12 beleidsuitdagingen, die u hieronder kan terug vinden.

3.4.1 Risicofactoren cijfers per gemeente, indicatoren verkregen via Agentschap Zorg en Gezondheid

Tabel 1: risicofactoren cijfers per gemeente, verkregen via Agentschap Zorg en gezondheid, cijfers uit de IMA-database en Statistiek Vlaanderen, zoals gekend op 8/2018.

Percenta

Bij het doornemen van deze cijfers merken we dat onze regio vrij homogeen is. De gemeentes scoren vrij gelijkaardig op de 9 indicatoren.

Geen enkele van deze gemeentes scoort slechter dan percentiel 75 van de West-Vlaamse gemeentes. Dit willen we dan ook in de komende beleidstermijnen behouden.

Wel kunnen we volgende zaken vaststellen (opvallende cijfers in geel gemarkeerd):

• In Zedelgem liggen het percentage alleenstaande ouders vs. het totaal aantal huishoudens en de kansarmoede-index van 2017 boven percentiel 50 van de West-Vlaamse gemeenten. Dit punt wordt verder uitgediept onder 2.4.2.2.

• Voor chronische aandoeningen in 2016 ligt het gemiddelde in ELZ WE40 hoger dan het Vlaams gemiddelde. In Beernem ligt het aantal chronische aandoeningen in 2016 boven percentiel 50 van de West-Vlaamse gemeenten. Een mogelijke verklaring is het uitgebreide aanbod aan GGZ-voorzieningen in deze gemeente:

o Psychiatrisch Centrum Amandus, goed voor 459 erkende bedden en plaatsen, met dagcentrum Sint-Amandus, psychiatrische verzorgingstehuizen…

o Ondersteuning in de thuiscontext van de GGZ-cliënt (beschut wonen met o.a. woonondersteuning, groepswonen…), langdurige psychiatrische zorg

o Ontmoetingscentrum De Klaver

Vanuit de omliggende regio’s wordt er dan ook vaak doorverwezen naar dit gespecialiseerde aanbod. Dit zorgt ervoor dat er in Beernem een specifieke zorgcontext ontstaat en dat hierdoor ook andere dynamieken in de chronische zorg ontstaan.

BELEIDSUITDAGINGEN:

• 1: Inzetten op een sterk netwerk. Een verhoogd aantal chronische aandoeningen vraagt om een sterk netwerk. We willen dat de persoon met zorg- en ondersteuningsnood een warme, geïntegreerde zorg ervaart. Pas als alle betrokken zorg- en welzijnswerkers, de persoon met zorg- en ondersteuningsnood en zijn mantelzorgers elkaar leren kennen en weten wat zij van elkaar kunnen verwachten, is een vlotte samenwerking mogelijk. Het is cruciaal dat de ELZ hierop inzet.

• 2: Aandacht voor kwetsbare doelgroepen: We merken dat de cijfers voor kansarmoede en alleenstaande ouders in Zedelgem verhoogd zijn. Verhoogde aandacht voor deze doelgroepen en het opzetten van gepaste acties is noodzakelijk.

3.4.2 Bevragingen binnen de eerstelijnszone

3.4.2.1 Dwang- en drangoefening

Uit de dwang- en drangoefening (zie bijlage 2), die met het veranderforum en het veranderteam uitgevoerd werd, kwam naar voor dat er een nood is om in te zetten op deze 5 bouwstenen, waar we telkens een beleidsuitdaging aan koppelden.

1. Samenwerken rond projecten

BELEIDSUITDAGING 3: samenwerking stimuleren. Er is nood aan een eenvoudig, laagdrempelig aanspreekpunt en samenwerking op vlak van projecten. Vaak wordt nu nog apart gewerkt, waardoor sommige zaken niet gebeuren of juist dubbel gebeuren.

2. Communicatie

Beleidsuitdaging 4: communicatie optimaliseren. Er dient een medium voorzien te worden waardoor zorgverleners makkelijker informatie kunnen uitwisselen. Op heden merkt men dat er vaak informatieverlies is: zowel tussen zorgverleners onderling als info die de persoon met zorg- en ondersteuningsnood doorgaf aan een zorgverlener die verloren gaat.

Daarnaast is het nodig om communicatie tussen zorgverleners te stimuleren en duidelijke communicatielijnen te voorzien.

Bedenking: Een gedeeld patiëntendossier speelt hier optimaal op in. Dit overstijgt echter het niveau van de eerstelijnszone. Als eerstelijnszone kunnen we, eens dit ingevoerd zou worden, wel mee ondersteunen en het gebruik ervan stimuleren.

3. Elkaar kennen

BELEIDSUITDAGING 5: Zorgaanbod in kaart brengen + netwerkmomenten voorzien. Men mist een overzichtelijk zorgaanbod en de mogelijkheid om elkaar en elkaars werking te leren kennen. Deze nood is er zowel binnen bepaalde disciplines als tussen de disciplines.

4. Kwalitatieve zorg

BELEIDSUITDAGING 6: Er is nood aan een cultuurverandering: werken op maat van de patiënt, betrekken van de persoon met zorg- en ondersteuningsnood en het netwerk en multidisciplinaire samenwerking.

5. Structuren

BELEIDSUITDAGING 7: Men ervaart de nood om bepaalde structurele zaken op te bouwen of te behouden.

Er wordt hierbij gedacht aan het behouden van het bestaande eerstelijnsplatform, het invoeren van zorgcoördinatie en casemanagement, lokale en informele netwerken uitbouwen.

BELEIDSUITDAGING algemeen (8): op de veranderfora was het merendeel van de aanwezigen professioneel actief in zorg en welzijn. In de komende beleidstermijn dient er ingezet te worden op het ontmoeten en bevragen van de doelgroep, nl.

de persoon met zorg- en ondersteuningsnood en zijn netwerk.

3.4.2.2 Lokale besturen, DMW, CAW i.k.v. GBO

In de regio wordt er een dossier voor Geïntegreerd Breed Onthaal ingediend. De eerstelijnszone zal hieraan meewerken.

Na overleg tussen de lokale besturen, CAW en de diensten maatschappelijk werk van de mutualiteiten bleek dat de doelgroep éénoudergezinnen en alleenstaanden een groeiende groep binnen onze gemeenten is, waarvoor de juiste aandacht nodig is. Ook in de analyse van de subsidie-indicatoren stellen we dit vast.

Ook in het Vlaams Regeerakkoord vinden we dit terug: “Alleenstaanden en alleenstaande ouders lopen vaak een hoog risico op armoede.” Zoals gekend, gaan armoede en gezondheid vaak hand in hand. Arm maakt ziekt én ziek maakt arm. Zieken hebben vaak hogere gezondheidskosten.

Eénoudergezinnen en alleenstaanden hebben een beperktere context en netwerk dan veel andere gezinnen. Ook dit maakt hen extra kwetsbaar. De kleinste onverwachte omstandigheid kan leiden tot zware gevolgen op vlak van levenskwaliteit en gezondheid.

Ook heeft dit een invloed op de kinderen die opgroeien in een context met minder mogelijkheden. Hierop inzetten verhoogt de kansen van deze kinderen en voorkomt problemen op lange termijn, bv. op vlak van psychische kwetsbaarheid. Als de psychische kwetsbaarheid bij de ouders stijgt, heeft dit namelijk nefaste gevolgen voor de kinderen.

BELEIDSUITDAGING 9: We zien dat er een gemeenschappelijke kwetsbare doelgroep is in de vier gemeenten:

éénoudergezinnen en alleenstaanden. We dienen hier aandacht voor te hebben in ons actieplan. Door hierop in te zetten, doen we ook aan preventie naar de kinderen toe en werken we aan hun toekomst. Het te kort aan middelen voor jonge kinderen baart ons zorgen.

3.4.2.3 SWOT-analyse

Met een afvaardiging uit verschillende clusters deden we een SWOT-analyse. Dit leidde tot heel wat inspiratie en motivatie om aan de slag te gaan, niet enkel voor de huidige beleidstermijn, maar ook voor de volgende.

Sterktes Zwaktes

• Historisch goede samenwerking tussen de 4 lokale besturen - nu bv. versterkt met intergemeentelijke preventiewerker.

• Laagdrempeligheid van de partners binnen de 1ste lijn.

• Aanbod inzake zorggarantie, ontslagzorg, acute zorg binnen de gezinszorg.

• Gezamenlijke visie en missie, waarden.

• Diverse good practices.

• 4 gelijkaardige gemeenten.

• Een vrij homogene bevolking - regio met iets minder kansarmoede - 4 gemeenten met gelijkaardige welvaart.

• Te complex en versnipperd aanbod voor de cliënt zelf en de welzijns- en zorgverleners.

• Te geringe transparantie van het aanbod.

• Onvoldoende gemeenschappelijke en vergelijkbare basiscijfers.

• Er wordt nog niet eerstelijnszone-gedacht, maar eerder gemeente-gebonden of regio-gebonden.

• Gebrek aan kennis rond wat er bestaat, voor wie… - sociale kaart is onvoldoende gekend.

• Heel wat terminologie en termen zijn niet gekend bij de welzijnswerkers en zorgverleners, idem voor de cliënten.

• Nood aan meer structurele ondersteuning bij kwetsbare gezinnen, éénoudergezinnen…

• Alleenstaande ouderen met woon- en financiële problemen.

• Lokaal gebrek aan welzijnsdiensten, verenigingsleven…

in sommige kleine deelgemeenten, bv. Snellegem.

• We werken vooral aanbodgestuurd en minder vraaggestuurd, de betrokkenheid van de patiënt is nu quasi onbestaande.

• Onvoldoende informatieoverdracht, afstemming tussen de 1ste & 2de lijn.

• Onvoldoende plaats in de residentiële zorg die betaalbaar is.

• Wachtlijsten voor kinderopvang in onze ELZ. Er zijn steeds minder onthaalouders, mede door de problematiek van het statuut van de onthaalouder.

Kansen Bedreigingen

• De samenwerking rond preventie, met de aanstelling van een intergemeentelijk preventiewerker.

• De ELZ kan een kans vormen om rond de patiënt eenzelfde regionaal team te vormen ->

samenwerkingsafspraken tussen de verschillende disciplines.

• Inventarisatie en bekendmaking van het aanbod in iedere gemeente - netwerk in kaart brengen.

• Het lokaal werken maakt het mogelijk om de lokale noden correct in kaart te brengen - veel meer voeling met de basis.

• Bundelen van expertise.

• Stimuleren van samenwerking.

• Project Beweging Op Verwijzing.

• Dialoog tussen welzijn en zorg.

• Regio-overschrijdende uitdagingen gezamenlijk aanpakken.

• Minder historische samenwerking tussen alle partners - eerder artificieel bij elkaar gebracht.

• Niet alle regio's / samenwerkingsverbanden kennen dezelfde grenzen - grillige geografische intekening (andere regionale werking - overlap met

samenwerkingen).

• Afhankelijk van diverse overheden - onafhankelijk van de regionale werking kan zo bedreigd worden.

• Afstandelijkheid waarmee de werking van de ELZ wordt benaderd.

• Gebrek aan uniformiteit en richting in gemeenschappelijke platforms.

• Teveel schotten tussen alle organisaties –

“hokjesdenken”.

• De resultaten van registraties of de theorie wijkt soms af van wat in de praktijk wordt ervaren.

• Tekort aan zorgpersoneel met de juiste kwaliteiten. Dit kan gemeentelijk verschillen. Dit gaat over de diverse kwalificaties: verpleegkundigen, zorgkundigen, poetshulp… Dit is gekoppeld aan de toenemende complexiteit van de zorg in de 1ste lijn -> de vermaatschappelijking van de zorg zorgt voor extra werkdruk en complexiteit in de thuissituatie.

• Besparingen op niveau van de CAW's, palliatieve zorgen, ziekenhuizen…

BELEIDSUITDAGING 10: de kansen en bedreigingen zijn beleidsuitdagingen voor onze regio. Sommige kunnen we als ELZ (op termijn) zelf verbeteren, voor andere zullen we in dialoog moeten gaan met andere structuren (bv. overheid), maar kunnen we dus wel een signaalfunctie opnemen.

3.4.3 Preventieve gezondheidszorg: cijfers via LOGO Brugge-Oostende

In samenwerking met het LOGO BO werden de cijfers rond preventieve gezondheidszorg in ELZ WE40 onder de loep genomen.

Op vlak van bevolkingsonderzoek zien we volgende cijfers (cijfers minder dan het Vlaamse gemiddelde in geel):

Jabbeke Zedelgem Oostkamp Beernem WE40 Vlaams

Baarmoederhalskanker1 63 % 62.1 % 62.8 % 58.7 % 61.7 % 62.6 %

Borstkanker2 64.6 % 66.2 % 65.4 % 63.2 % 64.9 % 65.2 %

Dikkedarmkanker3 71.8 % 70.0 % 70.2 % 66.5 % 69.7 % 68.3 %

1Deze cijfers geven de’ totale dekkingsgraad’ voor het betreffende jaar weer. Dit is het totale percentage vrouwen binnen de doelgroep (25 t.e.m. 64 jaar) dat heeft deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek, gescreend werd buiten het bevolkingsonderzoek of waarbij screening niet aangewezen is om medische redenen. Dit cijfer gaat dus iets ruimer dan enkel de deelname aan het bevolkingsonderzoek

2Deze cijfers geven de ‘totale dekkingsgraad’ voor het betreffende jaar weer. Dit is het totale percentage vrouwen binnen de doelgroep (50 t.e.m. 69 jaar) dat heeft deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek, gescreend werd buiten het bevolkingsonderzoek of waarbij een screeningsmammografie niet het aangewezen onderzoek is omwille van gekende medische redenen. Dit cijfer gaat dus iets ruimer dan enkel de deelname aan het bevolkingsonderzoek.

3Deze cijfers geven de ‘totale dekkingsgraad’ voor het betreffende jaar weer. Dit is het percentage mannen en vrouwen binnen de doelgroep (53 t.e.m. 74 jaar) dat heeft deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek, werd gescreend buiten het onderzoek, of waarbij een stoelgangtest niet het aangewezen onderzoek is omwille van gekende medische redenen. Dit cijfer gaat dus iets ruimer dan enkel de deelname aan het bevolkingsonderzoek.

We zien dat we op 2 bevolkingsonderzoeken net onder het Vlaamse gemiddelde scoren als zone. Binnen de gemeente Beernem zijn de meeste lagere cijfers te vinden.

BELEIDSUITDAGING 11: blijvend inzetten op de realisatie van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen, met nadruk op de gemeente Beernem, in samenwerking met het LOGO en de intergemeentelijk preventiewerker.

Op vlak van (mogelijkheden tot) beweging constateren we volgende:

Jabbeke Zedelgem Oostkamp Beernem WE40 Vlaams

Veilig fietsen4 61 % 46 % 47 % 55 % 52 % 52 %

Wekelijks te voet5 37 % 43 % 40 % 37 % 39 % 52 %

Voldoende groen6 83 % 85 % 86 % 85 % 85 % 80 %

Veilig fietsen, maar vooral wekelijks te voet gaan, kan nog beter in de regio. Gedeeltelijk kan dit verklaard worden doordat in een landelijke context alles verder uiteen ligt en dus moeilijker bereikbaar is te voet. Desalniettemin is het een mooie uitdaging om dit cijfer te verhogen.

BELEIDSUITDAGING 12: Laagdrempelige vormen van beweging in onze ELZ promoten en bevorderen, i.s.m. het LOGO, de intergemeentelijk preventiewerker en door middel van het project Bewegen Op Verwijzing.

Verder merken dat heel wat zaken omtrent preventie nog ongekend zijn (bv. het belang van een gezond binnenmilieu). Ook hier is de samenwerking met de intergemeentelijk preventiewerker een mooie kans voor onze regio.

4Dit cijfer geeft het aandeel van de inwoners weer dat het veilig vindt om te fietsen in de gemeente/stad.

5Dit cijfer omvat het aandeel van de inwoners dat zich het voorbije jaar minstens wekelijks te voet verplaatste voor kortere afstanden.

Dit cijfer omvat het aandeel van de inwoners dat zich het voorbije jaar minstens wekelijks te voet verplaatste voor kortere afstanden.

6Dit cijfer geeft het aandeel van de inwoners weer dat vindt dat er voldoende aanbod aan groen is in de buurt.

Figuur 1: visuele voorstelling missie en visie ELZ WE40

GERELATEERDE DOCUMENTEN