• No results found

“Het was 2016 en we wisten al een hele tijd dat de Noord/Zuidlijn zou rijden [...] maar wat we ook zagen is dat er ook al behoorlijk wat parkeerdruk was rondom de pontaanlandingen en zeker ook bij de laatste busstations voordat je naar het Centraal Station reed” (Bewoneravond, 2018c, p. 2). Met deze woorden opent PV1 de bewonersavond. De parkeeroverlast en de toegenomen druk op parkeerplaatsen wordt vaak gelinkt aan de Noord/Zuidlijn en de verstedelijking. Na de opening van de Noord/Zuidlijn is het aantal geparkeerde auto’s meetbaar toegenomen, terwijl in de jaren hiervoor de parkeerdruk gestaag

59 hoger werd als gevolg van de toegenomen populariteit van Amsterdam-Noord (Gemeente Amsterdam, 2018b).

De Noord/Zuidlijn wordt vaak benoemd op de bewonersavonden. “Het is allemaal begonnen met de Noord/Zuidlijn, dat is het grootste probleem” (Bewonersavond, 2018c, p. 6) stelt een mevrouw. Een andere bewoner beschouwt betaald parkeren als “het offer voor de Noord/Zuidlijn” (idem, p. 16) en werpt even later op dat als zijn zoon hem een weekend komt bezoeken, diens parkeergeld “voor het potje van de Noord/Zuidlijn” is (idem, p. 18).

Een andere Blauwe Zander vindt het vervelend dat de parkeeroplossing het niet alleen lastiger maakt voor forenzen, dagjesmensen en toeristen om in Noord te parkeren, maar het ook voor bewoners lastiger maakt om te parkeren: “Parkeren in het Blauwe Zand was oorspronkelijk alleen voor mensen die er wonen” (Bewonersavond, 2018c, p. 6). Uit deze opmerkingen blijkt sterk het place attachment van de bewoners (Gieryn, 2000; Scannel & Gifford, 2010). Ook blijkt hieruit dat het Blauwe Zand in het parkeerregime een ‘plaats’ is, terwijl bewoners het als ‘plek’, waaraan emoties en herinneringen verbonden zijn, ervaren (Verloo, 2018).

De behoefte van Noorderlingen om gratis in hun eigen buurt zelfs in het hele stadsdeel te parkeren komt ook terug in herhaaldelijke verzoeken om een vergunning voor heel Noord. Zo zegt een jonge, lange man met luide stem tijdens de bewonersavond in het Noorderlicht College:

[...] Noord is Noord, mensen kennen elkaar. Wat u eigenlijk zegt, je moet minder met de auto rijden. Maar als je nou een vergunning afgeeft voor heel Noord, voor mensen die in Noord wonen. Ontlast de mensen van Noord, je betaalt je nu helemaal scheel. Ik heb overal vrienden en kennissen wonen, elke dag van de ene kant naar de andere kant, en met de bus is ook niet ideaal. Denkt u daar weleens over na? [...] Als je nou

60 800 miljoen minder in de Noord/Zuidlijn steekt en geef het aan de mensen van Noord (bewonersavond, 2018c, p. 10)

Uit het publiek komt een klein applaus als reactie op zijn inspraak. PV1 erkent zijn punt, zegt dat ze het goed heeft gehoord. Deze meneer refereert aan het gemeenschapsgevoel onder Noorderlingen, een deel van de stad dat vaak in de geschiedenis als oplossing is gebruikt voor sociale problemen elders in de stad, en wel ‘het afvoerputje van Amsterdam’ is genoemd (Kok, 2016). De populariteit en interesse voor het stadsdeel is pas de laatste jaren gegroeid (Kok, 2016; OSF, 2014). Solidariteit onder oorspronkelijke Noorderlingen is hoog en mensen delen een sterke identiteit (OSF, 2014). De opmerking van deze meneer over de Noord/Zuidlijn zou in het licht van dit discours kunnen worden gezien. Pas wanneer mensen van buiten Noord interesse krijgen in het stadsdeel wordt er een verbinding gebouwd, in de vorm van de Noord/Zuidlijn. Maar als gevolg van de toegenomen populariteit en de Noord/Zuidlijn een parkeeroplossing wordt gezocht, worden de Noorderlingen daar door benadeeld.

PV1 erkent zijn punt, en antwoordt ook dat het noodzakelijk is dat ‘we’, gezamenlijk, aankijken hoe we ons gaan vervoeren. Ook voegt ze toe

“Ik weet het ook, ik ben ook geboren en getogen Noorderling, dus ik weet dat het belangrijk is heen en weer te kunnen” (Bewonersavond, 2018c, p. 10).

Na de bewonersavond komt de meneer naar de portefeuillehouder toe, bedankt haar en schudt haar hand, “terwijl hij eerst best wel fel was” (Interview, 2008, p. 6). Toch blijkt dat hij het wel kan waarderen om zijn verhaal te vertellen en dat zijn standpunt wordt erkend.

Af en toe wordt er met felle taal gesproken. Zo dreigt een meneer tijdens de bijeenkomst in de Gele Pomp “een loden pijp” erbij te pakken, de volgende keer dat iemand op zijn parkeerplaats parkeert (Bewoneravond, 2018b, p. 3). Een aantal van zijn buren sussen hem, waaruit blijkt dat zijn actie tegen de algemene display rules (Hochschild, 1987) ingaat.

61 Als ik hem daar na de bijeenkomst over vraag, zegt AP1 dat hij de dreiging niet serieus neemt. De spreekdaad van deze meneer lijkt ook door de andere aanwezigen niet dreigend te worden opgevat. Een bewoner van de Nieuwendammerweg gebruikt de spreekdaad wel om te stellen dat “ er banden [worden] lekgeprikt en hier heeft een meneer het over een pijp in iemand nek leggen .. Ik bedoel het is gewoon wachten hoor.. terwijl het misgaat” (Bewonersavond, 2018b, p. 5). Met de dreiging van mogelijke escalaties wordt de urgentie van een oplossing nogmaals benadrukt door de bewoner. Dat de bewoner niet in staat zou zijn om op een gepaste manier te communiceren is niet het geval. Zo vertelt GM1 dat hij na een bewonersbijeenkomst, die kort plaatsvond na deze, met dezelfde meneer thee heeft gedronken en goede gesprekken heeft gehad. Wat ‘gepaste’ emoties en uitdrukkingen worden gevonden, hangen af van de feeling en display rules (Hochschild 1979/1987), en deze hangt weer af van de emotion culture (Turner & Stets, 2012) of het script (Hajer, 2009). In het Blauwe Zand is deze emotion culture wat assertiever en wat feller, in vergelijking met andere emotion cultures, aldus PV1.

Want als je kijkt naar hoe er wordt gesproken gemiddeld. en ik wil helemaal niet generaliseren. maar het is wel een taal, het is een soort dialect. er wordt in het Blauwe Zand bovengemiddeld gesproken met de handen, dat is hun taal en dat is iets waar je mee om moet gaan in je communicatie - niet dat ik fysiek moet gaan worden, dat zeker niet - maar je moet het wel verstaan. (Interview, 2018, p. 6).

‘Verstaan’ kan in deze context worden gezien als, niet noodzakelijkerwijs de taal spreken, maar kunnen begrijpen en herkennen waarom bepaalde woorden worden gekozen. Op die manier kan je emoties van mensen erkennen.

Uit bepaalde spreekdaden blijkt dat er een sterke solidariteit en gezamenlijke identiteit onder Noorderlingen is. In de twintigste eeuw droeg Amsterdam-Noord lang het stigma van woonscholen, of het stigma van het ‘afvoerputje van Amsterdam’ te zijn (Kok, 2016). In de

62 eenentwintigste eeuw won Amsterdam aan populariteit. De opmerking van deze meneer over de Noord/Zuidlijn zou in het licht van dit discours kunnen worden gezien. Pas wanneer mensen van buiten Noord interesse krijgen in het stadsdeel wordt er een verbinding gebouwd, in de vorm van de Noord/Zuidlijn. Maar het spreekt uit wat er op bewonersavonden wordt gezegd dat Noorderlingen het gevoel hebben daar niet van mee te profiteren. In plaats daarvan worden zij met het probleem van een ander opgezadeld: het gebrek aan betaalbare parkeerplaatsen. Door de taal van de mensen proberen te verstaan en het gevoel te erkennen kan een nieuw verhaal worden geschreven. Namelijk het verhaal van de noodzaak om autogebruik te ontmoedigen in verband met de toegenomen parkeerdruk.

63

Conclusie

Burgerparticipatie speelt een belangrijke rol in het beleid van de gemeente

Amsterdam. Echter, het deliberatieve model, waarbij burgers en andere belanghebbenden worden gevraagd mee te denken en te beslissen over openbaar bestuur, wordt bekritiseerd vanwege de focus op consensus (Laclu, 1996; Mouffle, 2000; Ranciere, 1999, als geciteerd in Verloo, 2018). Toch kunnen juist conflicten de gevestigde orde wakker schudden, burgers op basis van hun eigen voorwaarden betrekken in de publieke arena en stimuleren om

belangengroepen te vormen (Coser, 1957).

Met name lokale democratie, zoals het geval is bij tegengestelde belangen met betrekking tot het parkeerbeleid in Stadsdeel Noord, bieden een geschikte context om de

democratische mogelijkheden van conflict te begrijpen. Volgens Verloo (2017; 2018) en

Lipsky (1980) wordt democratie ervaren en ‘gematerialiseerd’ door informele, alledaagse interacties met ambtenaren.Volgens Van der Arend (2003) is er in teksten over interactief beleid “een eenzijdige en normatief geladen oriëntatie op management en proces” (p. 2). Door deze focus is er wel aandacht voor “methodologische kwesties en normatieve

abstracties,”(p. 3) maar weinig tot geen aandacht voor de werking van macht en invloed in het publieke domein, en voor het concrete handelen van participerende burgers en andere betrokkenen (idem). Uit deze overwegingen is de volgende onderzoeksvraag voortgekomen: “Welk effect hebben kritieke momenten tussen de bewoners van het Blauwe Zand en de gemeente Amsterdam gehad op het erkennen en verstaan van elkaars standpunten?”

Dit onderzoek heeft gebruik gemaakt van een kwalitatieve manier voor onderzoek, door gebruik te maken van het sociaal-ruimtelijk narratieve framework (Verloo, 2018). Door de focus op niet alleen het narratief, uitgedrukt door de emoties, overtuigingen en waardes van de actoren, maar ook de acties van de betrokkenen, probeert het SRNF de vaak

64 tegenstrijdige en complexe kenmerken van menselijk gedrag in momenten van escalatie en conflict in de analyse te betrekken (idem).

Uit de analyse van de kritieke momenten blijkt dat er tegengestelde verwachtingen zijn over de lokale overheid. Sommige bewoners uitten de behoefte dat de gemeente betaald parkeren had ingevoerd, zonder dat hier een participatieproces aan vooraf zou gaan. Dit is gebaseerd op het beeld van een overheid die de beslissingen voor burgers neemt en hen later daarvan inlicht. Zo stelt een bewoonster tijdens een bewonersavond, dat parkeeroverlast logischerwijs was te verwachten, en dat je niet “afgestudeerd” hoeft te zijn om het gevolg van het invoeren van parkeren te overzien. De gemeente Amsterdam, echter, wil graag samen met bewoners en ondernemers in gesprek om zo democratisch tot een beslissing te komen die bovendien door het participatieproces aan legitimiteit heeft gewonnen.

Toch zijn er ook verzoeken die juist van de gemeente vragen bewoners als cliënt te behandelen, en om meer moeite te doen om verzoeken in te willigen. Een vaak terugkerend verzoek is het verzoek om een vergunning die voor heel Amsterdam-Noord zou gelden. Als dit wordt geïnterpreteerd als een verzoek waarvan de verwachting is dat de gemeente het in kan willigen, dan is het ondemocratisch ten opzichte van andere stadsdelen, technisch onmogelijk en praktisch onuitvoerbaar. Desalniettemin blijkt uit dit soort voorstellen blijkt het place attachment van bewoners, en dat Noord een ‘plek’ is waaraan emoties en

herinneringen verbonden zijn en gemeenschapsgevoel heerst (Gieryn, 2000; Scannel & Gifford, 2010). .

Uit de analyse blijkt ook dat kloofdenken een terugkerend thema is bij zowel burgers als aan de kant van de gemeente. Kloofdenken is het idee dat de politieke klasse, die geacht wordt het volk te vertegenwoordigen, zich niet goed kan inleven in de belevingswereld van de burgers door een gebrek aan communicatie en interesse (Van Gunsteren & Andeweg, 1994). In de enquête die in 2017 is afgenomen bleek dat sommige bewoners wantrouwend

65 tegenover de noodzaak van betaald parkeren stonden, en dat zij het beschouwden als een manier voor de gemeente om geld te verdienen. Ook blijkt uit vragen van bewoners dat zij niet altijd begrijpen, of willen begrijpen, waarom het invoeren van betaald parkeren in de aandachtsgebieden onder normale omstandigheden een jaar duurt. De werkwijze van de gemeente, die is gebaseerd op nauwkeurig meten, analyseren en overleggen wordt door sommigen beschouwd als ‘stroperig’. De stroperigheid van de overheid is een kenmerk van kloofdenken.

Andere bewoners beschouwen de onmogelijkheid om op zeer korte termijn betaald parkeren in te voeren, niet als onmacht, maar als onwil van de gemeente. Ook uit de

opmerkingen die bewoners bij de enquête konden invullen blijkt wantrouwen over de redenen van de gemeente voor betaald parkeren, en ook jegens de timing van de enquête tijdens de zomervakantie. Dit is in lijn met de uitkomsten van het onderzoek van het OSF (2014), waaruit bleek dat er nog altijd een historisch gegroeid wantrouwen tegenover de overheid en officiële instanties bestaat onder Blauwe Zanders, dat zich uit in kloofdenken.

Kloofdenken speelt ook een belangrijke rol voor de gemeente en motiveert om “op vele manieren [te] werken aan hoe toch die kloof wordt ervaren” , aldus PV1 (Interview, 2018). Hoewel uit het interview met de portefeuillehouders, alsook gesprekken met andere ambtenaren, blijkt dat er veel wordt nagedacht en geanalyseerd over de vorm en de frequentie van bewonersavonden, onderzoeken en informatiegeving, in sommige gevallen komt de boodschap niet over. En het blijkt dat ondanks goede bedoelingen van de ambtenaren in kwestie, onzorgvuldige communicatie tijdens de bewonersavond extra kwetsend kan zijn als er in het verleden al vaker onzorgvuldig is gecommuniceerd. In het geval van enkele

bewoners van de Rode Kruisbuurt is het daarom extra pijnlijk als zij merken dat hun buurt niet wordt genoemd als een buurt die kampt met parkeeroverlast, juist omdat zij het idee hebben dat zij al jaren kampen met parkeeroverlast.

66 Af en toe wordt er met felle taal gesproken en vallen er dreigende woorden, maar in geen geval wordt de dreiging serieus genomen. Wat ‘gepaste’ emoties en uitdrukkingen worden gevonden, hangen af van de feeling en display rules (Hochschild 1979/1987), en deze hangt weer af van de emotion culture (Turner & Stets, 2012) of het script (Hajer, 2009). In het Blauwe Zand is deze emotion culture wat assertiever en wat feller, in vergelijking met andere emotion cultures, aldus PV1.

Op de bewonersavond van 24 januari 2018, nadat het nieuwe parkeerbeleid is ingevoerd, spreek ik met een jongerenwerker uit de buurt. We staan in buurtcentrum de Driehoek, en vlak naast ons spreken ongeveer vijf bewoners met de gebiedsmakelaar GM1. “Kijk”, zegt de jongerenwerker over GM1, “hij luistert rustig en behandelt hen niet als schoolkinderen. Zo moet je het doen.” Erkenning voor de ervaring voor bewoners, voor het gevoel dat hun leefomgeving snel verandert en zij met het probleem van anderen worden opgezadeld, blijkt in verschillende situaties positief te werken (Tonkens & De Wilde, 2013). Door de focus van dit onderzoek op de werking van communicatie en interactie op

bewonersavonden is beschreven hoe burgerparticipatie wordt ervaren en ‘gematerialiseerd’ door informele, alledaagse interacties met ambtenaren (Lipsky, 1980; Verloo, 2017/2018) Hieruit bleek dat kloofdenken een grote rol speelt, alsook een historisch gegroeid

wantrouwen. Daarnaast bestaan er naast elkaar meerdere ideeen over de rol van de overheid. Zorgvuldige communicatie en erkenning, en het ‘verstaan’ van elkaars taal kan tijdens bewonersavonden ertoe leiden dat mensen meer het gevoel krijgen dat hun standpunt wordt erkend, en dat zij op hun beurt begrijpen hoe de gemeente tot bepaalde besluiten is gekomen. Aan de kant van de gemeente heeft het tot doel dat zij ervaren en verstaan welke zorgen er onder bewoners leven.

67

Bibliografie

Afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek, Gemeente Amsterdam (OIS) (2017). ‘Enquête parkeren Noord’

Arend, S. van der (2003). Pleitbezorgers, procesmanagers en participanten – Interactief beleid en de rolverdeling tussen overheid en burgers in de Nederlandse democratie. Delft, The Netherlands: Eburon.

AT5 (2018, 1 juli). ‘Gratis parkeren in grootste deel Noord voorbij: Absurd maar bij veranderingen komen veranderingen. Bezocht op 1 november, 2018.

<https://www.at5.nl/artikelen/183815/gratis-parkeren-in-grootste-deel-noord-voorbij- absurd-maar-bij-veranderingen-komen-veranderingen>

AT5 (2018, 10 juli). ‘Bewoners Banne en Tuindorp zijn gratis parkeerders spuugzat: ‘misschien worden er banden lek gestoken’’. Bezocht op 30 september 2018, <https://www.at5.nl/artikelen/184142/bewoners-banne-en-tuindorp-zijn-gratis- parkeerders-spuugzat-misschien-worden-er-banden-lek-gestoken>

Beauchamp, T., & Childress, J. (2001). Principles of Biomedical Ethics. Oxford: Oxford University Press.

Betere bezoekersregeling betaald parkeren Amsterdam Noord. Op Facebook [groepspagina]. Bezocht op 30 december, 2018,

viahttps://www.facebook.com/groups/206855636635375/

Bewonersavond (2018a). Parkeerbeleid in Amsterdam-Noord. Notulen van bewonersavond 17 september 2018. Buurthuis De Driehoek, Amsterdam.

68 Bewonersavond (2018b). Parkeerbeleid in Amsterdam-Noord. Notulen van bewonersavond

27 september 2018. De Gele Pomp, Amsterdam.

Bewonersavond (2018c). Parkeerbeleid in Amsterdam-Noord. Notulen van bewonersavond, 12 november 2018. Amsterdams Beroepscollege Noorderlicht, Amsterdam.

Blauwe Zand Amsterdam Noord. Op Facebook [groepspagina]. Bezocht op 28 december, 2018, via <https://www.facebook.com/groups/BlauweZandAmsterdamNoord/>

Blauwe Zone invoeren, en gratis parkeervergunning bewoners Amsterdam Noord. Op petities.nl [petitie]. Bezocht op 30 december, 2018, via

<https://petities.nl/petitions/blauwe-zone-invoeren-en-gratis-parkeervergunning- bewoners-amsterdam-noord?locale=nl&fbclid=IwAR3j_Ps_3_

j2TKfFVNB4zDUmfnlhStimL9_tfv9HPgurzqAfpv8J-mOKKoc>

Bryman, A. (2016). Social Research Methods. Oxford: Oxford University Press.

Certeau, M. de (1983). The practice of everyday life. Berkeley, CA: University of California Press.

Coser, L.A. (1957). ‘Social conflict and the theory of social change, ’ The British Journal of Sociology, 8(3), p. 197-207.

Gemeente Amsterdam (2014a). Geschiedenis van Tuindorp Buiksloot. Bezocht op 3 januari, 2019.

<https://web.archive.org/web/20140427035310/http://www.noord.amsterdam.nl/wonen/wijke n-noord/tuindorp-buiksloot/>

69 Gemeente Amsterdam (2014b). Bestuurlijk Kompas. Bezocht op 15 september 2018.

<file:///C:/Users/10660747/Downloads/bestuurlijk_kompas.pdf>

Gemeente Amsterdam (2017a). Parkeeragenda 2017, Amsterdam-Noord: Voor een toekomstbestendig bereikbaar stadsdeel. Bezocht op 3 december 2018, <https://veban.nl/wp-content/uploads/2018/07/Parkeeragenda-2017-Amsterdam-Noord.pdf>

Gemeente Amsterdam (2017b). Enquête parkeren Noord.

Gemeente Amsterdam (2018a). Uitbreiding gebied betaald parkeren Noord per 21 januari 2019. Bezocht op 1 november 2018, <https://www.amsterdam.nl/parkeren-

verkeer/parkeren-straat/college-stemt-nieuw/>

Gemeente Amsterdam (2018b). Gebiedsplan Oud Noord 2018. Bezocht op 10 januari 2019,

<file:///C:/Users/10660747/Downloads/gebiedsplan_2018_stadsdeel_noord_oud_noor d.pdf>

Gemeente Amsterdam (2018c). Coalitieakkoord: Een nieuwe lente en een nieuw geluid. Bezocht op 15 september

2018 <file:///C:/Users/10660747/Downloads/coalitieakkoord_amsterdam.pdf>

Gieryn, T.F. (2000) ‘A Space for Place in Sociology, ’ Annual Review of Sociology, 26 (1), p.463-496.

Gunsteren, H. van & R. Andeweg (1994). Het grote ongenoegen: Over de kloof tussen burgers en politiek. Bloemendaal: Aramith

70 Hajer, M. (2003). ‘Policy without polity/ Policy analysis and the institutional void,’ Policy

Sciences, 36, p. 175-195.

Hajer, M. (2009). Authoritative Governance: Policy Making in the Age of Mediatization. Oxford: Oxford University Press.

Hesse-Biber, S. N., & Leavy, P. (2006). The Practice of Qualitative Research. London: SAGE.

Hochstenbach, C. & Van Gent, W.P.C. (2015). ‘An anatomy of gentrification processes: Variegating causes of neighbourhood change,’ Environment and Planning A, Vol.47(7), p. 1480-1501.

Hogeschool van Amsterdam (HvA) (2018) Participatie en Burgerbetrokkenheid. Ongepubliceerde conceptstudie Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam

Interview (2018). Interview met Portefeuillehouder Verkeer, Vervoer en Parkeren.

Kohler Riessman, C. (2001). ‘Analysis of personal narratives’ In J. Gubrium, & J. Holstein (ed.), Handbook of Interview Research. SAGE Publications.

Kok, B. (2016). Oerknal aan het IJ. De geschiedenis van Amsterdam bezien vanuit Noord. Amsterdam: Oliviamedia.

Kruyswijk, M. (2018, 9 november). ‘Gemeente wil betaald parkeren in Noord uitbreiden,’ Het Parool Bezocht op 20 november 2018,

<https://www.parool.nl/amsterdam/gemeente-wil-betaald-parkeren-in-noord- uitbreiden~a4607401/>

71 Law, M., Stewart, D., Letts, L., Pollock, N., Bosch, J., & Westmorland, M. (1998).

Guidelines for Critical Review of Qualitative Studies. Bezocht 15 januari 2019, <https://www.usc.edu/hsc/ebnet/res/Guidelines.pdf>

Lipsky, M. (1980). Street-level bureaucracy: Dilemmas of the individual in public services. New York: Russell Sage.

Marissing, E. van (2005). ‘Citizen participation in the Netherlands: Motives to involve citizens in planning processes’.

Nationale Ombudsman (2013). Mijn onbegrijpelijke overheid. Jaarverslag 2012. Den Haag: Bureau Nationale Ombudsman.

Noordhoff Uitgevers B.V. (2015). De Bosatlas van Amsterdam. Utrecht: Noordhoff Uitgevers B.V..

Open Society Foundation (OSF) (2014). Europe’s white working class communities: Amsterdam. New York, NY: Open Society Foundation

Parkeerstress in Amsterdam Noord. Op Facebook [groepspagina]. Bezocht op 30 december, 2018, via <https://www.facebook.com/groups/1658204810954613/>

Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) (2012) Loslaten in Vertrouwen. Den Haag: Raad voor het Openbaar Bestuur.

Ruiter, M. de (2018, 14 augustus). Ruzie om gratis parkeerplaatsen in Noord. Het Parool. Pagina bezocht op 30 september 2018,

72 < https://www.parool.nl/amsterdam/ruzie-om- gratis-parkeerplaatsen-in-

noord~a4602914/

Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) (2016) Niet buiten de burger rekenen. Den Haag: Het