• No results found

2 De impact van de cursus volgens de 4 levels van Kirkpatrick

2.4 Niveau 4: effecten

Dat men op de cursus kennis, vaardigheden en attitudes heeft ontwikkeld en deze daarna heeft toegepast binnen de jeugdbeweging, is ondertussen al afgetoetst.

Maar heeft de impact op niveau 2 en niveau 3 eventueel ook een ruimer effect? In de laatste fase van het gesprek wordt de cursisten gevraagd of de vorming (en de toepassing hiervan) een impact heeft op zichzelf, op (hun relatie met) de kinderen en op hun jeugdbeweging. Dat Kirkpatrick aangaf dat het geen simpele zaak is om op dit abstracte niveau effecten na te gaan, wordt ook hier bewezen. Toch geven de participanten er spontaan enkele aan.

Ook zijn er effecten, die ze niet meteen als dusdanig herkennen, af te leiden uit het gesprek. Het grootste effect dat ze zelf aangeven is dat op het zelfvertrouwen. Dit blijkt al uit de van elkaar onafhankelijke antwoorden op de vragenlijst. Verder duiden enkele participanten aan dat het kind er wel bij vaart, alsook dat het een effect heeft op de andere kinderen. Ten derde wordt het effect op de andere leiders in de jeugdbeweging aangehaald. Als laatste wordt beschreven hoe het geleerde verder kan reiken dan enkel het domein jeugdwerk.

Effect op de leiders zelf

In de discussie wordt nogmaals unaniem bevestigd wat al op de individuele vragenlijsten aangegeven werd; de vorming geeft de cursisten meer zelfvertrouwen. Het maakt hen daarenboven zekerder om de stap naar inclusie te wagen, als dit nog niet gebeurd is. Ook voelen zij zich zekerder naar de ouders toe, ze kunnen immers aantonen dat ze er iéts van weten.

Ik voelde me wat zekerder over hoe ik bepaalde situaties moest aanpakken. (participant 5i, vragenlijst)

Sinds die cursus denk ik soms wel van: dat gaat wel lukken. Terwijl ik daarvoor volgens mij bij zo’n dingen in paniek zou schieten, want alé dat blijft toch wel iets nie gewoon é. Maar nu weet je der tenminste al iets van (participant 4n).

68

Ik voelde mij na die extra vorming toch wel zekerder om inclusief te worden. (participant 5n) Ja, je weet al een beetje aan wat je je kan verwachten dus ja, misschien dat je dan wel rapper ja durf zeggen dan wie da [vorming] nie gezien heeft, ‘t is minder schrikwekkend (participant 1n).

Een participant gaf ook volgend effect aan. Twee andere participanten beaamden dit te herkennen. Ik heb ‘t gevoel en ik merk dat ik veel veranderd ben, ik ben rustig geworden, minder volhouden aan te strakke schema's en dat komt deels door m’n cursussen en kampen, : ‘k denk dat het deels komt om dat je veel geleerd hebt en zo meer genoegen kan nemen, je weet meer (participant 1i). Je begrijpt meer (participant 4i vult aan)

De kinderen

Drie cursisten vermeldden dat ze merken dat de kinderen zich beter begrepen voelen.

Je begrijpt de kinderen beter omdat je je hebt leren inleven in bepaalde dingen en door de inleving, zullen de kinderen zich ook beter begrepen voelen. (participant 5i)

Uit de verdiepingsfase blijkt ook dat de andere kinderen er baat bij hebben dat de leiders kennis hebben over het kind.

Voor de normale kindjes is dat ook dat zij er beter mee leren omgaan. Ze vragen ook vaak van: kan je meer uitleg geven over de h andicap en mogen we helpen. Dat is ook handig voor hen dat ze een beter inzicht hebben, want ze willen er altijd mee samen spelen. (participant 4i)

Een participant reageert hierop dat bij haar de leden soms het kind met een beperking uitlachen. Als leider is het noodzakelijk dat je de handicap weet te sensibiliseren naar je leden toe. Dat blijkt niet zo simpel als je zelf niets van de beperking kent.

Op cursus leer je volgens de participanten van cursus I hoe je de ‘fun’ voor alle kinderen kan garanderen.

Op cursus is het vooral dat je alles moet aanpassen voor alle twee. Dat je niet enkel moet zorgen dat je kindje met ADHD mee kan doen maar dat je een tof spel hebt dat iedereen sjiek vindt ook als je dat aanpast (participant 3i). Ja ’k vin da de kinderen daar zeker nooit over klagen da een spel saai is ofzo. Da willen we ook nie hé (participant 6i).

De jeugdbeweging

De participanten vinden het moeilijk om het effect op de jeugdbeweging concreet te maken. Toch is enige impact af te leiden uit hun antwoorden.

Zo geeft iemand aan dat wat op de cursus geleerd wordt ook voor medeleiders bruikbaar is. Daarnaast antwoorden meerderen van groep I dat het de leiders doet groeien en dat dit zijn effect heeft op de gehele jeugdbeweging.

69

Wij werken rond inclusie, dus deze [extra]vorming was zeker goed, zowel voor de leiding om te groeien, maar ook voor onze spelen die we uitwerken. Ook op kamp zal dat goed van pas komen. (participant 3n)

Je ziet wel dat dat iets doet met je jeugdbeweging, je voelt je sterker en je gaat er met je team volledig voor, dat leeft echt bij ons. (participant 5i)

Andere levensdomeinen

Op de vragenlijst werd door twee participanten al aangegeven dat zij vinden dat het ook op andere levensdomeinen een effect had. In de discussie wordt dit aangehaald en andere participanten beamen dit. Het blijkt bruikbaar voor studies in de sociale of onderwijssector, maar ook in het alledaagse leven, omdat mensen met een beperking nu eenmaal overal zijn.

Tuurlijk kan je dit ook voor andere dingen gebruiken. Dat kan ook gewoon op straat zijn, je komt overal wel mensen met beperkingen tegen. Alles wat we gezien hebben op cursus, zoals EHBO kan je ook in het dagelijkse leven toepassen. (4i) ja dat is zeker waar. (2i) Ik ga ook akkoord met [participant 4i]. Ja ‘t is dat je leert over andere mensen, je in plaats stellen van anderen, leert hoe je mensen kan animeren, stil krijgen… dat kan je altijd gebruiken! (participant 1i).