• No results found

Aan de respondenten is gevraagd vier belangrijke personen te noemen die wellicht een handje zouden kunnen helpen bij het vormgeven van de loopbaan. Het blijkt dat niet-westerse allochtonen vaker hun zakelijke netwerk aanspreken (60%) voor hulp om hun carrière verder te brengen dan autochtonen (45%). De personen die de niet-westerse allochtonen opnoemen zijn vaker werkzaam in de organisatie en zijn in de meeste gevallen de leidinggevende (30%). Niet-westerse allochtonen lijken zich hiermee op een interne carrière te richten. Bij de autochtonen ligt dat anders. Zij noemen minder vaak (19%) de direct leidinggevende als persoon die zou kunnen helpen in hun carrière. Zij lijken zich meer te richten op mogelijkheden die een externe carrière tot gevolg zou kunnen hebben.

We vroegen ook welke rol men de genoemde personen geeft, welke hulp eventueel nodig is voor het vormgeven van de loopbaan. Niet-westerse allochtonen zijn op zoek naar mensen die hen kunnen helpen in het aanscherpen en of plannen van de loopbaan, men zoekt over het algemeen een klankbord of een kritische blik (79%). Dit is minder bij autochtonen (45%). Zij noemen personen die direct toegang verschaffen tot een nieuwe werkkring of weten hoe in een nieuwe werkkring te komen (55%). Niet-westerse allochtonen gebruiken dat daarentegen minder ( 21%)

Autochtonen zijn vaker op zoek naar netwerken die de toegang tot andere werkkringen kunnen verschaffen. Niet-westerse allochtonen zijn meer indirect of op zoek naar personen die informatie kunnen verschaffen of naar een sparringpartner om over de eigen loopbaan te praten; van het zakelijke netwerk wordt niet meer verwacht dan dat. Anderen gebruiken hun contacten als concrete hulp bij het solliciteren, als sparringpartner om ideeën over de toekomst aan te scherpen.

Opmerkelijk is de scheiding naar sekse bij niet-westerse allochtonen. Allochtone mannen hebben over het algemeen alleen mannen in hun netwerk (84%). De vrouwen hebben zowel mannen als vrouwen (43%) in hun netwerk, hoewel zij mannen noemen als belangrijke personen die informatie kunnen geven om hun loopbaan te realiseren.

Hoewel autochtone mannen aangeven dat hun netwerk voor een groot deel bestaat uit mannen (67%) is het verschil met autochtone vrouwen gering. Autochtone vrouwen geven even vaak aan dat het merendeel van hun netwerk uit mannen (63%) bestaat. Autochtone mannen en vrouwen verschillen niet veel van elkaar.

Niet-westerse allochtonen die op HBO niveau zijn opgeleid, hebben meer niet-westerse allochtonen in hun netwerk (29%) dan de autochtonen dat hebben (5%). Bij de niet-westerse allochtonen zien we in deze ook een duidelijk verschil naar sekse. Het netwerk van allochtone vrouwen bestaat uit meer niet-westerse contactpersonen (34%), dan het netwerk van mannen (15%). Dat neemt niet weg dat het netwerk van niet-westerse allochtonen voor een groot deel ook bestaat uit autochtonen (69%).

De leeftijden van de contactpersonen in het netwerken verschillen. In het netwerk van de niet-westerse allochtonen zijn de contactpersonen over het algemeen jonger, de gemiddelde leeftijd is 35 jaar, in vergelijking met de personen in het netwerk van de autochtonen. Daar is de gemiddelde leeftijd 47 jaar. Het verschil tussen de leeftijd van de respondenten en de leeftijd van de persoon in het directe netwerk is groter. De contactpersoon van de autochtoon heeft een bepaalde status en is daarmee ouder dan onze respondent. Niet-westerse allochtonen hebben over het algemeen contactpersonen met formeel minder belangrijke functies. Niet-westerse allochtonen noemen als personen die hen verder zouden kunnen helpen in hun loopbaan (40%) contactpersonen die uitvoerende taken verrichten (40%). Bij de autochtonen is het uitvoerend niveau van contactpersonen daarentegen minder (21%). De autochtonen noemen contactpersonen uit het hogere management.

Tabel 7.1 Functie van personen in het carrièrenetwerk Hoger

Management Management Middle Management Lager Uitvoering

Autochtoon 28 38 14 21

Niet-westerse allochtoon 9 33 19 40

De mate waarin niet-westerse allochtonen contact hebben met hun contactpersoon ligt lager dan bij de autochtonen. Gemiddeld heeft de niet-westerse respondent 7 keer contact per maand en een autochtoon 11 keer per maand. De autochtonen lijken vaker contacten te hebben met de personen die zij belangrijk achten voor hun carrière. Voor zowel de niet-westerse allochtonen als de autochtonen geldt dat er vaker contact is met personen waarmee een vriendschappelijke relatie wordt onderhouden.

Naast de personen die belangrijk zijn voor de loopbaan is aan de respondent ook gevraagd met welke personen in het algemeen ongeacht het werk, zij regelmatig contact hebben.

De niet-westerse allochtonen noemen nu vaker contacten met andere niet-westerse allochtonen (55%). Dit geldt het meeste voor de niet-westerse allochtone vrouw, bij de allochtone man is dit minder. Het verschil tussen mannen en vrouwen is groter bij de autochtonen. De vrouwelijke respondenten geven te kennen geen contact te hebben met allochtonen (0%). Bij de mannen is dit meer (11%)

Als het niet om persoonlijk gerelateerde onderwerpen gaat wenden niet-westerse minderheden zich kennelijk tot andere netwerken. Bij de autochtonen is daar ook sprake van maar in mindere mate. De status van de personen in het netwerken neemt af bij de niet-westerse allochtonen. Waar 9% van de respondenten in het carrièregerelateerde netwerk contact heeft met personen op hogere managementfuncties, is dat 0% in het vrijetijdsnetwerk.

Tabel 7.2 Functie van personen in het persoonlijk netwerk Hoger

Management Management Middle Management Lager Uitvoering

Autochtoon 10 30 10 50

Niet-westerse allochtoon 0 10 30 60

n=40

De reden waarom personen in een niet carrière gericht netwerk belangrijk zijn verschilt. De niet-westerse allochtonen hanteren vaker termen die vriendschap en broederschap

duiden, “belangrijk als broer”, “belangrijk als goede vriendin”. Onafhankelijk van de relatie met de loopbaan lijken de regelmatige contacten van autochtonen een meer ‘’zakelijk’’ karakter te hebben: “belangrijk vanwege haar netwerk”, “belangrijk omdat hij veel kennis heeft over programmeren”, althans dat hoorden we voornamelijk van studenten die economische en technische studies hebben gedaan. Een kleine uitzondering zijn de autochtonen met een zorgopleiding. Deze voeren dezelfde redenen aan als de niet-westerse allochtonen voor het regelmatig aangaan van persoonlijke contacten.