• No results found

- 47 nen europeeschen rechter

In document WET-WET Hindia-Nederland. (pagina 51-60)

worden voorgezeten. R. R.

21; Bb. 1006; tabel 444.

Artikel 32.

(1) Alle rechter] ij ke col-légien zijn verplicht om bericht, consideration en advies te geven, wanneer zulks door of van wege den Gouverneur-Generaal wordt gevraagd. (St. 1862 no. 3; R. R, 34, 52 v.)

(2) Indien nochtans de zaak, waaromtrent bericht, consideration en advies zijn orevraawd, bereids aan de daartoe aangezochte rech-terlijke autoriteit ter be-slissing is onderworpen, of het te voorzien is dat zulks zal geschieden, kan die autoriteit volstaan met het-geven van eenvoudig be-richt. R. O. 33, 56, 157;

Rv. 35.

Artikel 33.

De rechterlijke collégien en ambtenaren zijn onder-ling verplicht aan letteren-requisitoriaal, ten dienste des justitie, wettig gevolg te geven. R. O. 32", 157;

Bw. 1944; Kh. 13; Rv.

158, 190, 204, 233; Sv.

57 v.; L R. 146.

sa-orang pegawe hakim bangsa Europa R. R. 21;

Bijb. 1006 tabel 444.

Fatsal 32.

(1). Sekalian madjelis hoekoem itoe wadjib mem-bri chabar, pertimbangan atau dengan nama sri pa-doeka, jang di pertoean besar Bw. 274; Stb. 33-53, 62-3.

(2) Aken tetapi, djika perkara, tentang mana di minta chabar, pertimbang-an dpertimbang-an bitjara itoe, soedah di serahken kapada hakim, jang di minta chabar itoe.

atau boleh di tentoeken, hendak di serahken kapada hakim itoe, maka tjoekoep-lah, djika hakim itoe mem-bri chabar sadja. R. O. 36, 56, dan 157; Rv. ka 4.

Fatsal 33.

Sekalian madjelis hoe-koem dan pegawe wadjib satoe pada jang laen, aken melakoeken segala permin-taan, jang di kirim antara-nja dengan soerat. R. O.

32 dan 157; Bw. 1944! Kh.

13; Rv. 190, 204 dan 233;

Sv. 57; L R. 146.

— 48 — Artikel 34.

In alle gevallen, waarin de wettelijke bepalingen de benoeming van raadsh.ee-ren- of rechters-commis-sarissen of rapporteurs vorderen, en geene andere wijze van benoeming voor-schrijven, geschiedt deze door den president.

De president zijn bui-tendien bevoegd om, tel-kens wanneer zij dit diens-tig oordeelen, een rap-porteur te benoemen. Kh.

772, 896; Rv. 190, 198, 232, 365, 902; Sv. 41 v., 192, 287, 321; R. O. 35

Artikel 35.

Geen lid van eenig rechterlijk collegie zal tot commissaris of tot rap-porteur worden benoemd in eene zaak, in welke een zijner bloederwanten of aanverwanten, tot den der-den graad ingesloten, als advocaat of procureur werkzaam is of geweest is.

Sv. 268; R. O. 34; Rv. 35;

Bw. 290 v.

Fatsal 34.

Dalem sekalian hal, dji-ka prenta wet minta ang-kat raadsheer (lid) madje-lis Hooggerechtshof atau refftercommissaris atau rapporteur, dan hal meng-angkat itoe tiada di tentoe-ken laen roepa. maka nanti di angkat oleh president-nja.

President-president poen berkoewasa djoega. aken menoendjoeken rapporteur tiap-tiap kali jang di tim-bang perloe olehnja. Kh.

772, 896; Rv. 100. 198, 232. 365. 902; Sv. 41, 192, 287, 321, R, 0. 35 dan 1. 1.

Fatsal 35.

Dari pada lid soewatoe madjelis hoekoem tiada soewatoepoen bole di dja-diken commissaris atau rapporteur dalem soewa-toe perkara dalem mana soewatoe dari pada sanak, atau sanak kawin, sampe deradjat jang ketiga, dja-di atau soedah djadja-di ad-vokaat atau procureur. Bw.

290. Rv. 35, Sv. 268 ka 1.

— 49 Artikel 36.

De gevallen, waarin rechterlijke ambtenaren kunnen gewraakt worden, of zich mogen verschoonen worden geregeld bij de wettelijke bepalingen op cle burgerlijke rechtsple-ging en op de strafvorde-ring. R. O. 44: Rv. 35, 37, 43; Sv. 268. 276; I.

R, 414.

Artikel 37.

(1) Geen rechter mag in een geschil, dat voor hem aanhangig is, of waarvan hij redelijkerwijze moest vermoeden, dat het voor hem aanhangig kan wor-den, rechtstreeks of zijde-lings aan partijen of hare advocaten of procuceurs raad geven of hulp bieden, tenzij hem dit bij algc-meene verordening is op-gedragen. Stb. 1901 no.

201.

(2) Deze bepaling is mede toepasselijk op de ambtenaren van het open-baar ministerie, mitsgaders

&ECHTEBLUKE ORGANISATIE.

Fatsal 36.

Sekalian hal, kapan ambtenaar pada pengadi-lan itoe bole di toelak atau bole minta, soepaija di le-paskeu dari pada wadjib-nja, diatoer dengan bebra-pa prentah tentang hal melakoeken perkara civiel atau tentang hal mendawa perkara crimineel. R. O.

44, Rv. 35, Sv. 268. LR.

414.

Fatsal 37.

(1) Tiada soewatoe hakim poen boleh membri bitjara atau pertoeloengan, ken-dati sendiri atau dengan perantaraan orang laen, kapada fihak, jang berper-kara atau kapada advocaat-advocaat atau procureurnja dalem perkara, jang di preksa olehnja. atau jang ia tahoe atau bisa kira, aken di bawahken pada pamercksaännja; laen per-kara kaloe ia di prentah-ken oleh wet aprentah-ken me-noeloeng. Stb. 1901 no.

201.

(2) Prentah ini terpake djoega boeat fiskaal-fiskaal.

griffier-griffier dan subsi-tuut-subsituut-griffiers

ten-4

— 50 Op de griffiers en de sub-stituut-griffiers, met be-trekking tot alle zaken, waarin zij ambtshalve werk-zaam moeten of kun-nen zijn. R. O. 55, 63.

Artikel. 38.

De leden der rechterlijke collégien, die met perso-neele commission zijn be-last, zorgen dat zij de daaruit voortvloeiende werkzaamheden op zoo-danigen tijd verrichten, dat daardoor in de afdoening van de bij het collegie aanhangige zaken geene verhindering of vertraging worde veroorzaakt.

Artikel 39.

(1) In alle bij de rech-terlijke colleges behandeld wordende zaken doet de president hoofdelijk om-vraag, beginnende met den commissaris of rapporteur, en vervolgens aan de ver-dere leden, van den jongste als lid van het college tot den oudste; de president brengt het laatst zijn ad-vies uit. Ieder lid is

ver-tang segala perkara, da-lem mana marika itoe misti atau boleh melakoe-ken kewadjimelakoe-kennja Bw.

1468; R. 0. 55; Rv. 34 dan 35 ka 4.

Fatsal 38.

Sekalian lid madjelis hoekoem, jang di serahken pakerdjaan commissaris, jang haroes di lakoeken

olehnja sendiri, haroes mendjaga, soepaja paker-djaan itoe di lakoeken olehnja pada waktoe jang di atoer, soepaja djangan sampe melintangi atau melambatken pemoetoes-nja perkara, jang masih tertangoeng di hadepan medjelis hoekoemnja.

Fatsal 39.

(1) Dalem segala per-kara, jang di preksa di hadepan madjelis-madjelis hoekoem, maka president-nja haroes minta pertim-bangannja masing-masing lid, jang doedoek bersi-dang, ia itoe moelai dengan commissaris atau rappor-teurnja, laloe laen-laen lidnja, jang moeda sendiri dalem pangkatnja sampe

1 — plicht om zijn gevoelen ßiet redenen te omkleeden.

(2) Ter bepaling van den ouderdom van lid-maatschap van Europee-sche rechterlijke colleges wordt de vroegere dienst-tijd in denzelfden of in een hoogeren rang- mede-geteld bij dien sedert de laatste benoeming verstre-ken.

(3) Voor zooveel de in-landsche rechtbanken be-treft, wier leden tot de inlandsche of daarmede gelijkgestelde bevolking behooren. wordt de zaak bij de beraadslaging in om-vraag gebracht naar volg-orde van den rang dei-leden. Daartoe begint de president met het lid het-welk den laagsten, en ein-digt met dat hetwelk dan

^oogsten rang bekleedt.

't»-- ö .n

aW gelijkheid m rang

*ordt degene die het laatst '°t het door hem bekleede

jang toewa sendiri dalem pangkatnja; pada pengabi-san president jju l;asi tahoe bitjaranja. Masing-masing lid itoe haroes membri tahoe pertimbangannja de-nsan di teranghen seka-lian sebabnja.

(2) Aken menentoeken la-manjadjadi lidmadjelishoe-koem boeat orang bangsa Europa, maka lamanja me-megang pakerdjaan doeloe dalem pangkat itoe djoega atau dalem pangkat jang lebih tinggi di goenggoeng dengan lamanja melakoe-ken pakerdjaan pada ma-djelis itoe.

(3) Tentang madjelis hoekoem orang bangsa anak negri, lidnja orang bangsa anak negri atau jang di persamaken dengan bangsa anak negri maka pertimbangannja di pinta dengan menoeroet pang-katnja.

Aken maksoed itoe pre-sidentnja moelai tanja lid, jang pangkatnja paling ketjil, hingga lid, jang pangkatnja paling besar.

Djikaloe sama tinggi pkatnja, maka jang di ang-kat kabelakangan itoe

ter-ambt is benoemd, als laag-ste in r a n g beschouwd;

ingeval van twijfel of on-zekerheid omtrent den r a n g beslist de president.

(4) Bij inlandsche rechtbanken, waarin deels E u -ropeanen of met hen ge-lij kgestelden, deels inlan-ders of met hen gelijk-gestelden als lid zitting hebben, wordt eerst door laatstgenoemden, met in-achtneming van het derde lid, en daarna door eerstge-noemden, overeenkomstig het eerste lid advies uit-gebracht.

p a n d a n g lebih ketjil; djika <

ada sjak atas p a n g k a t itoe, i m a k a presidentnja jang ) memoetoesken hal itoe.

(4) Pada madjelis hoe-koem orang orang bangsa anak negri, j a n g lidnja ] sebagian orang bangsa (

E u r o p a atau j a n g di sa- ] maken padanja, dan seba-gian orang bangsa anak negri atau j a n g di samaken padanja, maka lid-lid orang bangsa anak negri atau j a n g di samaken padanja itoe j a n g m e m b r i p e r t i m - , bangannja lebih doeloe, i lid-lidnja j a n g laen, ia itoe i dengan menoeroet atoeran j a n g terseboet dalem ba-gian j a n g katiga dan j a n g pertama di depan ini.

(o) Lid j a n g tiada hadlir, tiada dapet masoekken per-timbangamrja, baik dengan pertoeloengannja lid laen.

baik dengan soerat, ma-lainken dalem hal ia djadi commissaris atau rappor-teur, dan ada sebab j a n g halal, j a n g medjadiken ia tiada bisa berhadlir. Dalem hal demikian nraka r a p -port atau pertimbangannja di batja, aken tetapi tiada (5) Een afwezen lid kan

zijn advies noch door een zijner medeleden doen voordragen, noch het schriftelijk indienen, tenzij hij, commissaris of r a p -porteur zijnde, wegens wettige redenen verhinderd

* wordt om de beraadslaging bij te wonen. I n dat g e -val wordt zijn r a p p o r t of advies voorgelezen, maar niet bij het opnemen der

_ 53 — stemmen oi" het opmaken j

van het besluit medege-rekend. Stb. 1901 no. 2 0 1 .

Artikel 40.

H e t hesluit wordt opge-maakt bij volstrekte meer-derheid van stemmen; en Uj staking van stemmen:

in burgerlijke zaken, in eersten aanleg, ten voor-deele van den verweerder:

en in hooger beroep, r e visie of cassatie, ter b e -krachtiging van de be-klaagde uitspraak;

in strafzaken, steeds ten behoeve van den beklaagde.

Artikel 4 1 . De rechterlijke ambte-naren zijn verplicht het geheim te bewaren, om-trent de gevoelens, die in

Raadkamer ten aanzien

Yan aldaar behandelde za-ken zijn geuit. Stb. 1901 öo. 2 0 1 .

Deze bepaling is mede

masoek itoengan djika m e -mengitoeng pertimbangan atau memboeat kapoetoe-san. Stb. 1901 no. 2 0 1 .

Fatsai 40.

Kapoetoesaa itoe haroes di djadiken menoeroet maoenja kabanjaken dari pada djoemblahnja soeara, j a n g membri bitjara; djika

sama banjaknja, sooara j a n g bersatoedjoe dan j a n g

tiada bersatoedjoe bitjara itoe maka.

»djika perkara civiel", di poetoeskenlah menang, revisie atau cassatie, aken mengoewatken vonnis, j a n g di appel atau revisie dan casatie.

»djika perkara crimi-neel", salamanja djadi oen-toengnja pesakitan.

Fatsai 4 1 .

Sekalian ambtenaar pada pengadilan itoe wadjib me-megang rahasia t e n t a n g segala pertimbangan, j a n g telah di bri dalem tempat perhinipoenan masjawarat raadkamer t e n t a n g per-kara, j a n g di preksa oleh-nja.

P r e n t a h ini poen m e

-— 54 -— van toepassing op de door de rechterlijke collégien te raadplegen adviseurs, voor zoover deze, ingevolge de wettelijke bepalingen op de burgerlijke rechtsple-g i n rechtsple-g en op de strafvor-dering, bij de beraadslaging en de stemming kunnen tegenwoordig zijn. (R. 0 . 7 . )

Artikel 4 2 . Buiten de gevallen, waar-in de wettelijke bepalwaar-ingen zulks uitdrukkelijk voor-schrijven, is het den rech-ters niet geoorloofd bij'de notulen der vergadering aanteekening te doen hou-den van het gevoelen, door hen vóór of tegen eene beslissing, van welken aard en over welk onderwerp ook, geuit; doch het staat hun vrij h u n advies schrifte-lijk ter vergadering over te leggen, om door den grif-fier in een daartoe afzonderlijk aan te leggen g e -heim register te worden opgenomen. R. 0 . 4 1 ; R. i.

I. X I . 269.

Artikel 4 3 . (1) Alle arresten en

von-ngakeh djoega sekalian adviseur, j a n g aken di dengar oleh madjelis hoe-koem, djika menoeroet p r e n t a h t e n t a n g hal m e n -dawa civiel atau men-dawa crimineel, marika itoe bo-leh toeroet berhadlir pada waktoe bermoeafkat dan membri p e r t i m b a n g a n itoe.

R. 0 . 7.

Fatsal 42.

Salainnja dari dalem, hal di prentahken dengan prentah wet, maka ambte-naar pada pengadilan itoe tiada dapet soeroeh me-noelis pertimbangannja da-lem soerat pembritaan himpoenau, ia itoe per-timbangannja, j a n g me-noeroet atau j a n g me] awan kapoetoesaunja, djoega dan dalem perkara apa sadja, ada poen marika itoe, bole membri pada waktoe bermoefakat itoe p e r t i m b a n g -annja dengan soerat. soe-paja di toelis itoe oleh griffier dalem soewatoe daftar rahasia, j a a g nanti di boeawatnja. R. 0 . 4 1 ; R. i. I. X I '269.

Fatsal 4 3 . (1) Sekalian soerat k a

lissen in strafzaken m o e -ten door al de rechters, die over de zaak gezeten hebben, mitsgaders dooi-den griffier, wordooi-den onder-teekend. Sv. 174; I. R. 312.

(2) De overige uitsprakan en beschikkingen, n o -tulen en processen-verbaal van terechtzittingen, wor-den onderteekend door wor-den president, of het lid h e t -welk dezen vervangt, en den griffier. De van het college uitgaande dienst-brieven, berichten, adviezen en rapporten worden dooi-den presidooi-dent of het hem vervangende lid en, •»ter ordonnantie van het col-le.gië\ door den griffier onderteekend. R. O. 32.

63; B b . 100.'.

Artikel 44.

Buiten de bij de wet-telijke bepalingen uitdruk-kelijk voorziene gevallen, mag geen lid van een

poetoesan arrest dan von-nis dalem perkara kadja-hatan misti di tandai ta-ngan oleh sekalian h a k i m j a n g doedoek di perkara itoe, dan oleh griffiernja.

Sv. 174; I. R. 312.

(2) Laen-laen soerat ka-poetoesan, dan soerat-soerat prentah (beschik-king) atau soerat-soerat pemberitaan dan soerat-soerat proces-verbaal, ten-tang persidangan madjelis hoekoem. haroes di tanda t a n g a n oleh president atau iid j a n g mewakilken p r e -sident dan oleh griffiernja.

Sekalian soerat-soerat dienst, j a n g di kirim oleh madjelis hoekoem, sekalian chabar atau bitjara atau pemberian tahoe di tandai tangan oleh president atau lid j a n g djadi gantinja.

dan dengan prentahnja me- , djelis itoe di tandai oleh griffiersnja. Sv. 174 ka 7; T. R . ' 2 4 dan 312 ka 6;

Bijbl no. 1006.

• Fatsal 44.

Salainnja dari dalem hal, j a n g teristimewa terseboet

dalem wet, maka tiada soeatoe poen dari pada

lid-)6

In document WET-WET Hindia-Nederland. (pagina 51-60)