• No results found

WET-WET Hindia-Nederland.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "WET-WET Hindia-Nederland."

Copied!
604
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

WET-WET

Hindia-Nederland.

—»M®»«

IM I LID j a n g P E R T A M A BAGIAN I

P

L A N D A - / V l E L A J O E

OLEH

(2)

BIBLIOTHEEK KITLV

0044 1038 II I

(3)

• • ^ • • ^ ^ ^ ^ ^ • • • • ^ • ^ • • » ^ ^ ^ • • ^ ^ ^ ^ ^ ^ • ^ ^ ^ ^ ^ • • • • » • • I

(4)
(5)

REGLEMENT

OP

de Rechterlijke Organisatie

EN

het beleid der Justitie

IN

N E D E R L A N D S C H - I N D I Ë .

HOLLANDSCH - MALEISCH

DOOR

Gedrukt bij OEIJ TJAIJ HltT

BATAVIA.

1906.

(6)

" " • • • ' ' .

f • •* r\ r IM *

''" * ! ':

•. \ » v . -,

(7)

REGLEMENT REGLEMENT

ATAS

Pengatoeran keadaannja de Rechterlijke Organisatie »adjelis hoekoem dengan

hakim-hakim dan penga- en het beleid der Justitie toeran melakoeken hoekoem

di Hindia-Nederland.

in Nederlandsoh-Indië. ( [ a i t o e d i p o t o n g p a k e

hoeroef K. O.) (Staatsblad 1847 No. 23; 1853 No. 91; 1863 No. 142;

1864 No. 52; 1866 No. 1036; 1867 No. 10 en 46;

1869 No. 27, 47 en 101; 1870 No. 152; 1871 No. 39, 53 en 140; 1872 No. 21, 112, 130 en 131; 1873 No. 157, 181 en 236; 1874 No. 33 art. 5<>1, Mb artikel 562, en 149 art. 1; 1875 No. 149; 1876,No. 236 en 237 art. 1; 1877 No. £50; 1878 No. 3 en, 14.

art. 465; 1879 No. 65, art. 453; 1880 No. <32art. 49, 54 art. 2, en 55 art. 48i>; 1881 No/!82 Jart. 481;

1882 No. 22 art. 544, 26 art. 45L, 27 "art/4,91, 29 art. 484, 32 art. 420, 84 .art. 447,:,142,art. 470, en 286; 1883 No. 59 ari 430, 64 en 135; 1886 No. 101; 1887 No. 153; 1889 No. 239; 1890 No. 54;

1892 No. 184 en 237; 1894 No. 241; 1895 Nó. 106 en 287; 1897 No. 53 art. 1. en 55; 1901 No. M 3.

15. 124. 168, 2,01, 306; 1902 No. 85, 319. 320, 465;

1902 No. 183; 1903 No. 7; 1904 No. 267; 1905 No. 37 art. II, 470 en 495; 1906 No. 92.

(8)

_ 4 — HOOFDSTUK I.

AT.GEMEENE BEPALINGEN.

Artikel 1.

(1) De rechterlijke macht in . Nederlandsch Indië wordt onverminderd de rechtsmacht aan den mili- tairen rechter toegekend, en die, welke bij uitzonde- ring aan de residenten en andere administratieve ambtenaren is opgedragen, uitgeoefend door :

BAB JANG PERTAMA.

P K E N T A H JANG OEMOEM.

Fatsal 1.

B. R. 7(3 art. 4; Bb. 446,

de distriktsgerechten (R.

O. 77 v.)

de regentschapsgerech- ten (R. O. 81 v.) •

delandraden(R.0.89v.) de residentiegerechten (R. O. 116« v.)

de raden van Justitie (R.

O. 117 v.)

het hooggerechtshof (R.

O. 151 v.)

(2) ingetrokken bij staats- blad 1903 No. 7.'

(3) De rechtbanken en gerechten in de bezittingen buiten Java en Madura blij- ven vooreerst derzelver te- genwoordige benaming en

(1) Dengan tida mengoe- rangin koewasanja hakim militair dan resident dan laen-laen penggawe civiel poenja koewasa jang de- nman di ketjoewaliken telah di brihken padanja dalem sjarth ini, maka koewasa hoekoem di dalem daerah tanah Hindia Nederland di lakoeken oleh :

79, Stb. 29, 10 art. 38; 59 No.

1316, 1321. 2133, 2495. Tabel 20 1.

Raad distri kt.

Raad Kaboepaten.

Landraad.

Raad Karesidenim.

Raad Justitie.

Hooggerechtshof.

(2) di tjaboet dengan staatsblad 1903 No. 7.

(3) Sekalian madjelis hoekoem dan hakim jang ada di loear tanah Djawa dan Madoera, itoe djoega di tinggalin sebagi mana na-

(9)

— i)

zamenstelling behouden (R.

0 . 145 T.)

Artikel 2.

(1) De kennisneming en beslissing van alle geschil- len over eigendom of daar- uit voortspruitende regten, over schuldvorderingen of burgerlijke regten, en de toepassing van alle soort van wettig bepaalde straf- fen, zijn bij uitsluiting op- gedragen aan de regterlijke magt, volgens de verdee- lingen van regstgebied, de regterlijke bevoegdheid, en de wijze bij dit reglement omschreven.

R. R. 78, 81; Rv 99 177 v.. 199 v.. 2(50.

(2) De zaken, welke uit haren aard. of krachtens wettelijke bepalingen, ter beoordeeling staan van het administratief gezag, blij- ven daaraan onderworpen.

manja dan keadaannja se- karang (R. 0. 145 d. b.)

Fatsal 2.

(1) Bahoewajangwadjib mengatahoei dan niamoe- toesken hoekoem segala perkara dari pada dawa mendawa atas harta dan barang jang dari pada hoe- koem harta dan oetang pi- oetang atawa dari hal wa- djib dan haroes bagi seka- lian rajat, istimewa meleta- ken segala hoekoeman sek- sa jang terseboet di dalem soerat hoekoem oendang- oendang itoe, ia-itoe hanja pegawe jang di koewasa- ken memegang hoekoem keadilan djoewa serta ma- netepi masing-masing ba- giannja dan koeasanja dan atoerannja sendiri sebagi- mana jang terseboet di da- lem soerat peratoeran ini.

130; Sv. 101 v., 126 v., (2) Segala perkarajanga- ken djadipemriksaanpega- we jang mamegang printa- han negri sebab di koeasa- ken atasnja pada hoekoem oendang-oendang atawa sebab bernjata dari pada hal ichwal itoe maka di loe- loesken djoea kapadapega-

(10)

- ()

(3) Alle geschillen over bevoegdheid tusschen de îvgterlijke magt en het ad- ministratief gezag worden door den Gouverneur-Ge- neraal beslist, volgens a l - gemeene bepalingen, nader door den koning vast te stellen.

R. R. 82. 132.

Artikel 3.

(1) De tusschen inlan- ders, of tusschen met deze gelijkgestelde personen van gelijken landaard, gerezene burgerlijke geschillen, wel- ke, volgens de godsdien- stige wetten of de zeden en oude herkomsten van die personen, ter beslissing staan van hunne priesters of hoofden, blijven daaraan bij voortduring onderwor- pen.

R. K. 78, 80; Stb. 2 0 - - 114 art. 17: 8 2 - 1 5 2 en 1835. 2556, 2(540. 2843.

T. X I X — 2 2 5 .

121 De uitvoering van de aldus gedane uitspraken kan; indien zij niet vrijwil- lig geschiedt, niets anders

we itoe memoetoesken dia.

(3) Maka tiap-tiap ber- selese dari koeasauj a antara pegawe j a n g memegang hoekoem kaadilan dan pegawe j a n g memegang pe- p r i n t a h a n negri, Gouver- neur-Generaal j a n g m e - moetoesken selesenja itoe, ia-itoe menoeroetsoeratpe- ratoeran j a n g aken d i t i t a h - ken oleh Baginda Radja.

Stb. 49, 6 1 . Fatsal 3.

(1) Segala perkara j a n g laen dari hoekoem siksa j a n g timboel antara anak negri atau antara orang laen-laen sebaginja j a n g sa- ma sebangsa, djika hal itoe di dalem hoekoem agama- nja atau adat biasanja ina- soek pada koeasaimam atau kepalanja, masih tinggal di loeloesken djoega kepada- nja memoetoesken perkara itoe.

22 art. 13: 35 - 5 8 : 67 — 153: Bb. 3 1 . 444, 1132.

3045, 3 1 0 3 . 3062. 4328.

(2) Dan djikaloe j a n g mendawa atau j a n g di dawa itoe belon soeka t r i m a poetoesan itoe maka tiada

(11)

_ 7 — plaats hebben dan langs den gewonen weg van r e g - ten, en naexecutoir-verkla- r i n g door het hoogste in- landsche. regterlijke colle- g e , o

l u l , R. Hl!) v. Stb. 82- (%) Ingeval van twijfel of verschil over de cpni- pententie in de bij dit a r t i - kel .bedoelde zaken, beslist de\G,ouyer,ne,ur-UeneraaL.

H. K

Artikel 4.

( 1 ) (|nverminderd de be- staande of later door den Gouverneur-Generaal te geven voorschriften betrek- kei ij k het vragen van verlof tot vervolging in regten van mindere hoofden.

k a n n e n geene burgerlijke regtsvorderingen, noch ver- volging tot straf worden i n - gesteld tegen vorsten, r e - genten oi'andereinlandsche grooten en derzelver nabe- staanden, noch ook tegen distriktshoofden en andere

boleh inelakoeken, poetoe- sannja perkara itoe melaen- ken dengan djalan biasa pada hoekoem kaadilan serta hendaklah beriakoe- nja di perkenauken pleh kaadilan anak negri j a n g tinggi .sekali (landraad).

-152 art. 7; B b . 4 3 2 8 ; (3) Dan manakala ada sak atau berselese dari hal j a n g terseboet di dalem fat-

sal 3 ini bagimana kaadi- lan j a n g aken memoetoes- ken dia maka Gouverneur- Generaal j a n g memoetoes- ken selesenja antara doewa kaadilan itoe. . |

• §& .. '• >l ! . FatsaI t.

(1) Dengan, tiada m e - ngoerangi prentah j a n g te- lah ada atau j a n g aken di bri poela oleh sri padoeka j a n g dipertoean besarGou- verneur-Generaal. t e n t a n g hal minta idjin aken men- dawa kepala-kepala bangsa anak negri j a n g tiada ber- p a n g k a t besar, maka tiada sekalipoen dapet didjadiken perkara pengadoean oetang pioetang atau perkara dawa crimineel t e n t a n g radja- radja, boepati-boepati atau

(12)

— 8 — inlândsehe hoofden van aanzien, zonder daartoe vooraf, op Java en Madura van den Gouverneur-Gene- raal, en in de bezittingen buiten Java en Madura van den, hoogsten gezaghebber, verlof te hebben verkregen.

Ov. 5; R. R. 84; R. 0 . Inl. R. 419; Stb. 73—142, 74—94«, 82—19, 20/, 9 6 - 415. 479, 947, 1085, 1188,

laen-laen pembesar bangsa anak negri dan sekalian kaum kaloewarganja atau lagi tentang kepala-kepala district dan laen-laen kepa- la bangsa anak negri jang berasal, djika tiadadiidzin- ken lebih doeloe, ia-itoe di tanah Djawa dan Madoera oleh sri padoeka jang di pertoean besar Gouverneur Generaal, djika di dalem daerah di loear tanah Dja- wa dan Madoera oleh pa- merentah negri jang tinggi sendiri.

131, 179; Rv. 9; Sv.414;

67—10, 69—27, 101.

96. 118, 151.

1626, 2088. T.

41; Bb.

1452, XIII--329, XV—89. XIX

(2) In geval de laatstge- melde het verlof mögt wei- geren, zal hij van zijn be- sluit onmiddelijk kennis geven aan den Gouverneur- Generaal, ten einde het- zelve bekrachtigd, of de gevraagde vergunning als- nog verleend worde.

Bb.

(3) De teregtzittingen over zaken, waarin de ge- noemde personen, het zij alleen, het zij met anderen.

- 4 3 4 .

(2) Djika pamerentah negri tiada membri idzin itoe, maka hal itoe haroes lantes di britahoe kepada sri padoeka jang di pertoe- an besar Gouverneur-Ge- neraal soepaja kapoetoe- sannja ini di tegoehken atau idzin aken mendawa itoe di bri djoega.

304, 1024.

(3) Maka perhimpoenan madjelis hoekoem, jangme- riksa perkara dalem mana orang-orang jang terseboet

(13)

— 9 —

betrokken zijn, worden met geslotene deuren gehou- den.

E . R. 19, al.

Artikel 6.

W a n n e e r personen uit hooide van hunnen land- aard, stand ot' betrekking aan de rechtsmacht van onderling in r a n g -verschil- lende rechtbanken of g e -

itoe. terdawa, baik sendiri.

baik bertjampoer dengan o r a n g - o r a n g laen, haroes di lakoeken dengan pintoe- nja gedong bitjara di toe- toep.

3; R. 0 . 29.

Fatsal G.

Djikaloe sandenja ada orang bertjampoer dalem soeatoe perkara hoekoem siksa atau laen-laen dari pada perkara hoekoem siksa serta orang-orang itoe ber-

Artikel 5.

Niettegenstaande de wei- g e r i n g van het in boven- staand artikel vermelde verlof, zal de rechterlijke vervolging van andere in de zaak betrokkene perso- nen worden voortgezet, tenzij de Gouverneur-Ge- neraal, aan wien door den betrokken ambtenaar van het openbaar ministerie vooraf zal worden kennis gegeven van de voorgeno- mene vervolging, zich met inachtneming der bij a r t i - kel 179 voorgeschreven vormen, tegen die vervol- jriniï mocht verzetten.

Fatsal o.

Kendatipoen idzin j a n g di bitjaraken dalem fatsal 4 ini, tida di bri, masihdjoega pendakwanja sekalian o- r a n g laen j a n g betjanrpoer dalem itoe perkara di loe- loesken.melaenken djikaloe dengan mengingat atoeran atoerau dalem fatsal 179 ti- da di idinken orang-orang itoe sekalian di hadepken pada hakim oleh Gouver- neur-Generaal pada siapa haroes di bri taoe oleh fis- kaal j a n g poenjabagian ba- hoea fiskaal ada niat me- loeloesken dakwanja.

'. 56.

(14)

10 _ rechten onderworpen in e'én. en dezelfde zaak be- trokken zijn, staan zij zoo- wel in burgerlijke als in strafzaken. gezamenlij k voor de hoogste dier rech- terlijke autoriteiten te recht.

K. K. 75, 80; A. B.

Stb. 1874 No. 144 v. Tabel 19.

; beda beda besar ketil b a n g - sanja atau pangkatnja, se- hingga setenga ada di bawa hoekoein keadilan j a n g tinggi setenga ada di bawa hoekoem keadilan j a n g ren- da, m a k a s e m o e a n j a m a r i k a itoe naiklah kepada madje- lis keadilan j a n g tinggi.

12: R. O. 116*: Sv. 109;

Artikel 7.. St. 1901 uo. :H)6.

(1) Wanneer inlanders of met hen gelijkgestelde personen, in burgerlijke of strafzaken in eersten aaur- leg als verweerders of be- klaagden betrokken zijn.

wonen, voor zooveel Mo- hammedanen aangaat, de hoofdpanghoeloe of met gelijksoortige functie be- laste persoon dan wel de- gene, die hem. volgens aanwijzing van het gerecht of van den voorzitter dei- rechtbank vervangt, en voorzooveel de overigen betreft, een of twee hoof- den en, bij ontstentenis, een of twee geschikte per- sonen van den landaard en godsdienst dier verweer- ders of beklaagden, door het gerecht of door den voor-

F a t s a l 7 . St.b. 1901 no. 800.

(1) Manakala orang bangsa anak negri ataü orang-orang j a n g di kata- ken sama dengan, bangsa anak negri terdakwa dalem perkara civiel atau dalem perkara crimineel j a n g di hadepken pada hakim j a n g bermoela maka hoofdpang- hoeloe atau orang j a n g mendj alani peker dj aan j ang sebegitoe roepa, atau djoe- ga orang j a n g gantikan p a - dauja menoeroet oendjoe- kannja madjelis pengadilan atau toeanpresident madje- lis pengadilan itoe. toeroet- lah djoega berhadlir sebagi assessor, ia itoe kaloe orang j a n g terdakwa itoe orang Islam, adapoen djikaloe orang-orang j a n g laen m a - ka satoe atau doea kepala

(15)

__ 11 _ zitier der rechtbank aan te wijzen, als adviseurs do terechtzitting bij en zal het gevoelen van zoodanige adviseurs worden ingewon- nen ten aanzien van de ter zake betrekkelijke godsdienstige wetten, in- stellingen en gebruiken, ten einde daarop bij het doen der uitspraak worde gelet.

(2) De regel in liet vo- rige lid gesteld, lijdt uit- zondering :

n. ten aanzien van ver- weerders (»['beklaagden, die den christelijken godsdi en st bel ij den : b. ten aanzien van ver-

weerders in burgerlijke zaken, die met opzicht tot de aanhangige zaak aan het voor de E u r o - peanen vastgestelde burgerlijk en handels- recht zijn of zich vrij-

bangsanja dan kaloe tida ada kepala itoc di ambillah satoe atau doea orang se- bangsanja dan j a n g sama igamanja dengan orang j a n g terdakwa aken berha-

dlir djadi assessor maka ma- djelis pengadilan atau p r e - sident madjelis pengadilan itoe jangoendjoekenkepala atau orang j a n g djadi asses- sor itoe. Maka pikirannja assessor-assessor itoelah j a n g di dengar oleh hakim t e n t a n g hoekoem agamanja dan hoekoem laeti-laennja serta adat biasanja orang j a n g terdakwa itoe aken soepaja hakim bole i n g a t - ken itoe pada waktoe ha- kim membri poetoesan.

(2) Sjahdan dalem atoe- ran di atas ini ada djoega j a n g di ketjoewaliken :

a. tentang orang-orang ter- dakwa j a n g berigama k risten.

b. t e n t a n g orang-orang j a n g terdakwa dalem per- kara civiel djikaloe lan- taran perkara itoe dia niasoek bawah hoekoem ' keadilan bangsa E u r o p a atau djikaloe dengan m a - oenja sendiri dia mengi-

(16)

— 12 — willig hebben onder- worpen ;

c. wanneer ter beoordee- ling van den rechter, geen aan de vereischten voor adviseur voldoen- de persoon beschikbaar is.

(3) De inhoud der u i t - gebrachte adviezen of het toepassen van de uitzon- dering vermeld in het tweede lid sub a of c wordt in het proces-verbaal der t e - rechtzitting opgenomen.

(4) I n het vonnis wordt vermeld dat de adviseurs geraadpleegd zijn dan wel de grond waarop zij bij uitzondering niet zijn g e - raadpleegd.

St. 1901 Artikel 8.

(1) De adviseurs, welke, krachtens het bepaalde bij het voorgaande artikel, de terechtzittingen bijwonen, zullen vooraf in handen van den rechter den n a - volgenden eed afleggen. R.

R. 119.

»Ik beloof en zweer de

»aan mij opgedragen werk-

»zaamheden met ijver en

»trouw te zullen waarne-

koet hoekoem o e n d a n g - oendang bangsa E u r o p a , e. kapan menoeroet t i m b a -

ngannja hakim tida ada orang j a n g patoet dan sampe tjoekoep bóeat djadi assessor.

(3) Fikirannja assessor itoe atau djikaloe di pake apa j a n g di ketjoealiken da- lem ajat 2, bagian a atau c di seboetken djoega dalem soerat proces-verbaal per- sidangan itoe.

(4) Dalem vonnis di se- boetken j a n g assessor-as- sessor soedah di dengar atau di seboetken apa sebabnja assessor-assessor tida di dengar.

No.' 306.

Fatsal 8.

(1) Assessor-assessor jang inasoek di madjelis hoekoem keadilan terseboet didalem fatsal T hendaklah daoeloe angkat soempah di hadepan hakim seperti di bawa ini boeninja. R R . 1 1 9 .

»Saja berdjandjidan ber-

» soempah nanti segala pa-

»kerdjaan, j a n g diserahken

»kepada saja, hendak saja

(17)

- ÎÊ

»men : dat ik al de aan

»mij gedane vragen, hetzjj

»in geschrift, hetzij bij

»monde, oprecht en naar

»mijne beste kennis zal

»beantwoorden, en zonder

»partijdigheid opgeven,

»wat de geschrevene wet

»of van ouds gevestigde

»gewoonte is, en niets, dat

»niet met zoodanige wet

»of gewoonte overeenkom-

»stig is ; dat ik mijn g e -

» voelen, wanneer mij dit

»door den rechter wordt

»afgevraagd, naar waar-

»heid en in alle opreckt-

»heid zal uitbrengen, en

»dat ik geene gaven of ge-

»schenken heb aangeno-

»men noch zal aannemen,

»die mij zijn of mochten

»worden aangeboden om

»mij hiervan te doen af-

» wij ken."

(2) De bepaling van het voorgaande lid van dit ar- tikel is niet toepasselijk op de adviseurs, die door of naar aanleiding van h u n n e betrekking zijn aan- gewezen en vóór het aan- vaarden dier betrekking

»lakoeken dengan radjin

»dan setia; segala pertanja-

» an j a n g di tanj aken kepada

»saja, baik dengan soerat,

»baik dengan bitjara, nanti

»hendak saja djawab

»dengan ichlas dan de-

»ngan ketahoean saja j a n g

»sebenarnja dan nanti

»hendak saja bri taoe de-

»ngan sah apa j a n g terse-

»boet dalem soerat hoe-

»koem atau apa j a n g soeda

»djadi adat, dan tiada soea-

»toepoen j a n g tiada bersa-

»toedjoe dengan hoekoem

»atau adat itoe, dan lagi,

»djika diminta oleh hakim

»nanti saja britaoe kafiki-

»ran saja dengan sebenar-

»benarnja dan dengan ich-

»las atau lagi, saja tiada

»trima atau tiada hendak

»trima oepa atau pembrian

»apa djoega, j a n g di bri

»atau hendak dibri kepada

»saja, soepaja sajamenjim-

»pangken wadjib itoe.

(2) P r e n t a h di dalem ajat di atas ini tiadalah di pake boeat assessor-assessor j a n g terhoendjoek djadi assesor itoe kerna pangkatnja dan j a n g soedah a n g k a t soem- pah boeat pangkatnja se- belonnja dia mendjalani

(18)

14 — arnbtelijkzrjnbeëedigd. St.

1901 no. 306 art. 16. T. 58.

Artikel 9.

(1) De rechterlijke amb- tenaren mogen uiet tevens zijn advocaat, procureur of notaris, noch eenig niet rechterlijk ambt bekïeeden, waaraan eene vaste wedde of andere bezoldiging is verbonden. Zij kunnen niet zijn zaakgelastigden, exe- cuteurs, voogden of cura- tors van personen, die hun verder dan in den derden graad van bloedverwant- schap op zwagerschap be- staan, tenzij de Gouver- neur-Generaal daartoe, om bijzondere redenen, ver- gunning hebbe gegeven.

Zij mogen geen handel drijven, noch rechtstreeks of zijdelings betrokken zijn in dien van anderen of eenige concessie of onder- neming, van welken aard ook, op Nederlandsch- Indië betrekking hebbende of aldaar gevestigd. Stb.

1901 no. 201.

pangkat itoe. Stb. 1901 no. 300 art. 16. Tabel 58.

Fatsal 9.

(1) Sekalian pegawe, jang melakoeken hoeköeni,

tiada bole merangkep pe- kerdjaaii, djadi advocaat, procureur atau notaris atau djoega tiada bole melakoe- ken Iaeu pekerdjaan hakim, jang diblandjai atau jang ada pembajarannja laen roepa lagi. Djoega, marika itoe tiada bole djadi koea- sanja atau penoeloeng me- ngoeroesken boedelnja, atau walinja. dan curator- nja oraög laen, jang bersa- nakan padanja lebi djaoe dari poepoe jang ketiga"

baik dalem liai persanakan, baik dalem hal periparan, melainkeu djika di idzin- ken oleh sri padoeka jang di pertoeau besar Geuver- neur-Generaal, oleh kerna ada sebabnja. Marika itoe tiada bole berniaga, atau bertjampoer, baik dengan namanja sendiri, baik de- ngan pertoeloengannja orang laen, dalem pernia- gaannja orang laen atau dalem idzinatauperoesaha- an apa sadja, jang menge-

(19)

— m

(2) De Gouverneur-Ge- neraal kan. op voordracht van het Hooggerechtshof, aan de substituut-griffiers tijdelijk opdragen de waar- neming der function van advocaat, procureurs of notaris, ter plaatse waar het rechterlijk college, waarbij zij behooren, g e - zeteld is.

R. O. 185 v.; N (3) De verbods bepalin- gen van dit artikel zijn niet toepasselijk op de le- den der Inlandsehe recht- banken, n o c h / wat betreft het verbod om eenig ambt of betrekking te bekleeden, waarvan eene vaste wedde of andere bezoldiging is verbonden, op de a m b t e - naren vermeld bij artikel 116 d.„ tenzij h u n het daar bedoelde ambt als zelfstan- dige werkking is, opgedra- gen. Stb. 1901 no. lô!>.

naken tanah India-Neder- land atau j a n g dilakoeken dengan ada1 kedoedoekan- n j a d i s i t o e . S t . l 9 0 1 n o . 2 0 1 . (2) Djikaloe ada p e r m i n - taan dari keadilan H o o g - gerechtshof kepada Gou- verneur-Generaal, maka substituut-griffier bole di saeroehnja meiiwakilken p a n g k a t advocaat, procu- reur atau notaris di mana tempat ada berdoedoekma- sing-masing madjelis k e - adilannja.

-t. 10; S. E . 110.

(3) P r e n t a h larangan j a n g terseboet dalem fatsal

ini. tiada mengenaken lid—

lid madjelis hoekoem aken goenanja orang bangsa anak negri. dan djoega tia- da mengenaken pegawe- pegawe j a n g terseboet da- lem fatsal 116 d. ia itoe la- rangan melakoeken paker- djaan laen lagi. j a n g ada gadji, atau baijarannja sen- diri, laen p e r k a r a d a l e n i h a l pakerdjaan itoe diserahken padanja seperti soewatoe pakerdjaan, j a n g tiada ber- t a m b a h a n dengan peker- djaan laen. Stb. 1091 no.

Vob.

(20)

16 — Artikel 10.

(1) De rechterlijke amb- tenaren zullen tevens mo- gen zijn leden van de commission van openbaar onderwijs en van alle andere bijzondere en openbare in- richtingen, wanneer die betrekkingen niet als ei- genlijk bezoldigde ambten kunnen worden beschouwd, R. R. 51.

(2) Ingeval van twijfel ot' eenige betrekking van laatstgenoemden aard met de rechterlijke bestaanbaar zij, zal zulks door den Gouverneur-Generaal wor- den beslist. Bb. 2035.

Artikel 11.

(1) Bloedverwanten of aanverwanten, tot den der- den graad ingesloten, kun- nen zonder dispensatie van den Gouverneur-Generaal, niet te samen zijn raads- heeren, rechters, ambte- naren van het openbaar ministerie of griffiers in, bij of van hetzelfde rech- terlijke college of gerecht.

Fatsal 10.

(1) Pegawe-pegawe jang memegang hoekoem itoe bole djoega djadi lid com- missie sekola dan lid com- missie, jang memelihara- ken laen-laen hal demikian, baik jang istimewa, baik jang oemoem, djika paker-

djaan itoe tiada bole ter- pandang pakerdjaan jang ada baijaraiinja. R. R. 51.

(2) Djika ada sjak atas hal pakerdjaan jang demi- kian itoe, bolekah atau tiada bole di rangkep de- ngan pakerdjaan hakim, maka hal itoe nanti di poe- toesken oleh sri padoeka jang di pertoean besar

Gouverneur-Generaal. Bb.

2035.

Fatsal 11.

(1) Pegawe-pegawejang bersanakan damping atau bersanakan oleh kerna ka- winnja, ia itoe hingga ter- masoek poepoe jangketiga, tiada bersama-sama bole djadi sekoeto madjelis hoe- koem jang tinggi sendiri, atau sekoeto madjelis hoe- koem jang laen, atau fiskaal atau griffier dalem, pada

(21)

17 —

R. O. 35; Stb.

(2) Indien de zwager- schap eerst mocht zijn ont- staan na de benoeming, zal dengene, die dezelve heeft aangegaan, zijn ambt niet kunnen blijven behouden, zonder vergunning van den Gouverneur-Generaal.

It. lt. 8; B (3) Deze bepalingen zij u niet toepasselijk op de substituut-griffiers.

R. O. 12.

atau dari pada satoemadje- lis hoekoem. melaenken djika di idzinken oleh sri padoeka jang di pertoean besar Gouverneur-Gene- raal.

1901 no. 15 c.

(2) Djikaloe beriparan, sasoedahnja di bri pangkat itoe, maka pegawe. jang mendjadiken persanakan itoe, tiada bole tinggal da- lem pangkatnja itoe, djika tiada di idzinken oleh sri padoeka jang di pertoean besar Gouverneur Generaal.

1. W. 290.

(3) Prentahinitiadame- ngenaken pegawe-pegawe jang berpangkat substituut griffier. II. O. 12.

Artikel 12.

De bepalingen van het voorgaande artikel zijn mede niet van toepassing op de leden der Inlandsche rechtbanken en op de In- landsche rechterlijke amb- tenaren, doch daarop zal bij het doen van aanbeve- lingen en benoemingen 7,ooveel mogelijk worden gelet." Stb. 1901 no. 15 D.

HECHTEELIJKE ORGANISATIE.

Katsal 12.

Prentah jang terseboet dalem fatsal 11 djoega tida mengenakken sekalian lid- lid madjelis hoekoem bang- sa anak negri dan seka- li an ambtenaar-ambtenaar bangsa anak negri pada ba- gian pengadilan, aken te- tapi djikaloe memoedjiken dan mengangkat ambte- naar ambtenaar sabole bole nanti di ingat hal itoe. Stb.

1901 no. 15 D.

2

m

(22)

18 — Artikel 13.

(1) Met uitzondering der Inlandscbe, zullen de rech- terlijke ambtenaren, bij dit Reglement genoemd, alvo- rens in bediening te treden, den volgenden eed of be- lofte afleggen :

»Ik zweer (beloof)

»dat ik trouw en ge-

»trouw zal zijn aan den

»Koning en den Gou-

»verneur-Generaal van

»TSTederlandsch-Jndië als

»des Konings vertegen-

» woordiger ; dat ik mid-

» delijk noch onmiddel-

»lijk, onder welken

»naam of voorwendsel

»ook, tot het verkrijgen

»mijner aanstelling, aan

»niemand, wie hij ook

»zij, iets heb gegeven of

»beloofd, noch zal ge- sven of beloven ; dat ik

»nimmer eenige giften

»geschenken zal aanne-

»men of ontvangen van

»eenige persoon, wien

»ik weet of vermoed

»eenig rechtsgeding of

»eenige zaak te hebben

Patsal TH.

(1) Ketjoeali jang bang- sa anak negri maka seka- lian ambtenaar pada bagian pengadilan jang terseboet didalem ini reglement sa- belonnja mendjalam djaba- tannja haroeslah ia ber- soempah atau berdjandji seperti terseboet di bawa ini :

»Saija bersoempah

»(berdjandji) setia kepa-

»da Baginda Sri Maha-

> radja dan kepada sri

»padoeka jang di pertoe-

»an besar Gouverneur-

»Generaal, ia itoe wakil-

»nja Baginda Sri Maha-

» radja, lagi saija tida bri

»atau djandji atau tida

»hendak membri atau

»berdjandji, baik sendiri

»baik dengan pertoe-

»loengan orang laen, ke-

»pada seorang, siapa

»djoega, barang apa-apa

»dengan nama atau de- n g a n akal apa djoega.

»aken bole dapet pang-

»kat saija ini ; djoega

»selama-lamanja saija

»tida hendak menerima

»oepahan atau pembrian

»dari orang-orang jang

(23)

19

»of te zullen krijgen, in

»welke mijne ambtsver-

» richtingen zouden kun-

»neu te pas komen ; dat

»ik voorts mijn post

»met eerlijkheid, nauw-

»gezetheid en onzijdig-

»heid, zonder aanzien

»van persoon, zal waar-

»nemen en mij in de

»uitoefening mijner be-

»diening zal gedragen,

»zooals een braaf en

»eerlijk rechterlijk amb-

»tenaar betaamt."

(2) Indien van tweerech- terlijke bedieningen eene als bijkomende bediening aan de andere verbonden is, wordt volstaan niet den ambtseed bij de aanvaar- ding der bediening, waar- aan de uitoefening der bij- komende bediening ver- knocht is.

(3) Hetzelfde geldt in de bijzondere gevallen, dat aan eene administratieve bedie- ning de uitoefening van rechterlijke functiê'n wordt verbonden. St. '01 no. 15 E,

»saija taoe atau sangka,

»soedah kena atau aken

»kena petrkara', dalemhal

»mana bole djadi saija

»nanti toeroet bekerdja

»aken memriksa hal itoe

»dan lagi saija hendak

»melakoeken djabatan

»saija dengan toeloes,

»saksama dan adil dan

»dengan tida meman-

»daug orang soewatoe-

»poen. atau lagi dengan

»melakoeken kewadji-

»ban saija itoe, saija

»nanti berlakoe sebagi-

»mana patoet aken se-

»orang hakim, jang toe-

»loes dan benar lakoe-

»nja."

(2) Djikaloe dari pada doea roepa pekerdjaan ha- kim jang satoe itoe djadi pekerdjaan tambahan sadja pada jang laen maka tjoe- koeplah soempah pangkat- nja pada waktoe mendjabat pekerdjaan jang kepala pa- da mana pekerdjaan' tam- bahan itoe di hoeboengken.

(3) Perentah ini berla- koe djoega dalem hal, djika pada pekerdjaan civil di tambahken pekerdjaan ha- kim. Stb. 1901 no. 15 É.

(24)

— 20 Artikel 14.

(1) De eed, (belofte) wordt door de benoemden, die te Batavia aanwezig zijn afgelegd in handen van den Gouverneur-Generaal, of van een ambtenaar door denzelven daartoe gemach- tigd, en door hen, die zich elders bevinden in handen van deu ambtenaar met het hoogste administratief ge- zag bekleed, ter plaatse waar de benoemde zich moet vestigen. Ov. 10?..

(2) De substituut-grif- fiers leggen den eed (be- lofte) ai' in handen van den president, in eeue openbare terechtzitting van het col- lègue, waarbij zij zijn aan- gesteld. K. (3. 13; St. 1870 no. 43,

Artikel 15.

(1) De gegradueerden worden bij hunne benoe- ming tot een ambt bij de rechterlijke macht op de ranglijst van de gegradu- eerde rechterlijke ambte- naren geplaatst.

Fatsal 14.

(1) Soempah (djandji) itoe. djika jang di angkat itoe ada di Betawi di ang- katlah di hadepan sri pa- doeka jang di pertoean be- sar Gouverneur-Generaal atau di hadepan pegawe jang di toendjoeken oleh-

nja aken maksoed itoe, dan djika jang di angkat itoe- ada di laen tempat .maka soempah itoe di angkat di hadepan pegawe civiel jang pangkatuja paling tinggi sendiri pada tempat hakim itoe haroes berdoedoek.

Ov. 103.

(2) Pegawe jang ber- pangkat substituut-griffier (griffier ketjil) angkat soempah di tangannja pre- sident di hadepan persida- ngan madjèlis pengacl lau pada mana pegawe itoe di kerdjaken. R. O. 13; Stb.

1870 No. 43.

Fatsal 15.

(1) Sekalian ambtenaar jang berpangkat Hakim

dengan bergelar Meester djika di angkat, didjadiken pegawe jang melakoeken hoekoem, nanti namanja di toelis di soeatoe ranglijst,

(25)

— 21 —

(2) De rangschikking geschiedt naar de dagtee- kening van het benoe- mings-besluit, bij gelijk- heid van dagteekening dei- besluiten . naar het nummer, ingeval van benoeming bij een zelfde besluit naar de volgorde van benoeming.

Stb. 1905 No. 37.

(8) Bij benoeming da- delijk tot een rechterlijk, ambt. waaraan eene bezol- diging van vier honderd milden 's maands of meer is verbonden, wordt de be- noemde gerangschikt on- middellijk na dengene, die het laatst op gelijke be- zoldiging of, indien eene gelijke "bezoldiging niet bestaat, op de dichtsbn' komende hoogere bezoldi- ging is benoemd.

(4) Hij die 's lauds dienst verlaat, of een ander dan een rechterlijk |

ia itoe daftar jang menja- taken pertoeroetan djaba- tan atau pangkat boeat ambtenaar pengadilan.

(2) Maka nama-nama itoe diatoer dengan melihat tanggalnya besluit soerat angkatannja. djika sama tauggalnja maka dilihat aiigkanja soerat itoe dan djika di angkat dengan sa- toe soerat, maka dilihat pertoeroetan namanja da- lem soerat besluit itoe.

Stb. 1905 No. 37.

(3) Djika diangkat, lan- tas di djadiken pegawe jang melakoeken hoekoem

dengan di bri gadji ampat rato.es roepia atau lebi lagi seboelan. maka namanja j itoe ditoelis di bawa nama-

nja pegawe jang paling ka- belakangan sekali soeda di angkat dengan di bri gadji sama besariija. dengan dia poeuja gadji. atau djika tia- da ada gadji jang sama be- sariija itoe, di bawa nama- nja pegawe jang gadji lebi tinggi tetapi banjaknja ga- dji itoe dekat sendiri pada dia poenja gadji.

(4) Barangsiapa brenti melakoeken pekerdjaan negri atau pegang peker-

(26)

22 ambt aanvaardt, wordt van de ranglijst geschrapt.

(5) De ranglijst is open- baar. Bezwaren tegen de rangschikking kunnen slechts worden gemaakt op grond van verkeerde toe- passing of schending van dit artikel en worden op schriftelijk verzoek van belanghebbenden, door het Hooggerechtshof beslist.

Stb". 1905 no. 37.

Artikel 16.

Stb. 1901 No. 201. 1905 No. 37, 495.

(1) Indien het ambt openvalt van vice-presi- dent of lid van het Hoog- gerechtshof', van president of vice-president van een der raden van justitie van lid van een der raden van justitie op Java, van pro- cureur-generaal of advo- caat-generaal bij het Hoog- gerechtshof, van officier van justitie bij een dei- raden van justitie of van voorzitter bij den landraad te Medan, wordt in de

djaan laen dari pada peker- djaan hakim maka nama- nja lautes dimatiken dalem ranglijst itoe.

(5) Maka ranglijst itoe soeatoe soerat jangoemoem sekalian kaberatau tentang hal ranglijst itoe, tjoèma bole di bikin dari sebab prentahnja fatsal ini di la- koeken salah, atau di lang- gar, maka dengan menoe- roet soerat permintaannja jang ada kaberatau itoe.

nanti di poetoesken oleh madjelis Hooggerechtshof.

Stb. 1905 No. 37.

Fatsal 16.

Stb. 1901 No. 201. 1905 No. 27. 495.

(1) Djika terboeka dja- batan vice-president atau lid dari pada madjelis Hooggerechtshof, atau dja- batan president atau vice- president dari pada salah satoe madjelis Raad van Justitie, atau djabatau lid dari pada madjelis Raad van Justitie salah satoe di tanah Djawa, atau dja- batau procureur-djeudraal atau advocaat-djendraal pada madjelis Hoogge- rechtshof, atau djabatan

(27)

__ 23 — vacature Toorzien ôf door benoeming bij keuze uit de gegradueerde rechter- lijke ambtenaren, met dien verstande dat bij gelijke geschiktheid voor het opengevallen ambt de ranglijst den doorslag geeft, öf door benoeming buiten de ranglijst.

(2) Overigens geschiedt de benoeming van een ge- gradueerd rechterlijk amb- tenaar tot een. hooger be- bezoldigd ambt, behoudens de voorwaarde van ge- schiktheid voor dat ambt, naar de ranglijst.

(3) Geene benoeming tot een hooger bezoldigd ambt vindt plaats van den amb- tenaar. Ie met buiten- landsch verlof, gedurende dat verlof: 2e die verzocht beeft voor benoeming tot een hooger bezoldigd ambt niet in aanmerking te ko-

fiskaal (officier van justitie) pada madjelis Raad van Justitie salah satoe, atau lagi djabatan president dari pada madjelis Landraad di Medan, maka pangkat jang terboeka itoe nanti di tem- pati dengan pilihan dari pada pegawe-pegawe ha- kim jang pande atas hal hoekoem, ia itoe, djika sa- ma tjoekoepnja aken rae- lakoeken pangkat jang ter- boeka itoe. nanti jang toea sendiri menoeroet ranglijst di djadiken, atau bole djadi jang di angkat dengan tia-

da menoeroet ranglijst.

(2) Laen dari itoe hakim hakim jang bergelar Mees- ter, di bri pangkat, jang lebi besar gadjinja selama- nja menoeroet ranglijst, ia itoe djika di timbang tjoe- koep, aken melakoeken pangkat jang lebi tinggi itoe.

(3) Adapoen tidalah aken di angkat pada pangkat jang lebi besar gadjinja:

l e djikaloe ambtenaar itoe ada dengan verlof di loear tanah Hindia, selamanja dia ada dalem verlof, 2e dji- kaloe itoe ambtenaar minta aken dj angan dia diangkat

(28)

_ 24 — men, zoolang zonder be- zwaar aan dat verzoek kan worden voldaan; 3e die op eigen verzoek buiten be- zwaar van den Lande op nonactiviteit is . gesteld en voor bevordering in aan- merking komende de nou- activiteit zelf wenscht te zien bestendigd, indien te- gen de vervulling van dien wensch geen bezwaar be- staat; 4e aan wien, met ontslag uit zijn ambt, in bet belang van 's Lands dienst werkzaamheden zijn opgedragen, zoolang die opdracht duurt.

Artikel 17.

Zie Stb. 1905 No. 470.

(1) Wanneer eene plaats van lid van het Hoog- gerechtshof openvalt, en geene herbenoeming in vorigen rang krachtens de bepalingen van het'Regle- ment op het beleid der Regeering in Nederlandsen Indië moet plaats hebben, zendt het Hooggerechtshof, de procureur generaal daar-

pada pangkat jang besaran gadjinjä, itoe selamanja permintaan ini bole di toe- roetin dengan tida ada ke- beratan; 3e djika ambte- naar itoe minta sendiri aken di kasi brenti dengan wachtgeld dengan tida memberatken ongkos nesrri kemoedian ia soeda bole naek pangkat tetapi ia minta aken di teroesken wachtgcldnja, ia itoe djika- loe tida ada keberatan aken menoeroet itoe permintaan;

4e djikaloe ambtenaar itoe di lepasken dari pekerdja- annja soepaja ia di briken pekerdjaau aken kapeu- tingannja negri selamanja ia di bekerdjaken sebegitoc roepa.

Fatsal 17.

Stb. 1905 No. 470.

(1) Djika ada djabatan lid dari pada madejelis Hooggerechtshof terboeka, dan djika tiada ada ambte- naar, jang menoeroet Re- geerings Reglement (sjarth pamerentahan tanah Hin- dia Nederland) hartjes di angkat jang doeloenja me- mang soeda djadi lid, maka madjelis Hooggerechtshof,

(29)

— 25 — onder begrepen, tot, hare vervulling eene niet rede- nen omkleede aanbeveling aan den Gouverneur-Ge- neraal.

(2) W a n n e e r eene plaats van vice-president van het H ooggerechtshof' openvalt, en geene herbenoeming in vorigen r a n g krachtens de bepalingen van het Regle- ment op het beleid der Re- geering in Nederlandsch- ïndië moet plaats hebben, zenden de president en de procureur-generaal tot ha- re vervulling eene met redenen omkleede aanbe- veling aan den Gouver- neur-Generaal.

(3) Wanneer eene plaats openvalt van president, vice-president of lid van een raad van justitie, dan wel van rechtskundig voor- zitter of vice-president

dengan prociireur-djen- dralnja nanti masoekeu ke- pada sri padoeka j a n g di pertoean besar Gouverneur Generaal, soeatoe soerat permintaan, voordragt aken gantinja ambtenaar j a n g pangkatnja terboeka itoe. ia itoe dengan di se- boetken segala katerangan j a n g perloe.

(2) Djika p a n g k a t vice- president dari pada madje- lis Hooggerechtshof ter- boeka dan tiada ada pega- we j a n g doeloe berpangkat demikian dan j a n g m e - noeroet sjarth pamerenta- han t a n a h Hindia Neder- land haroes di angkat lagi.

maka president dan p r o - cureur-djendral raasoeken kepada sri padoeka j a n g di pertoean besar Gouverneur Generaal, soerat p e r m i n - taan, aken menetapken gautinja vice-president itoe. ia itoe dengan di atoerkennja segala k a t e - rangan j a n g perloe.

(3) Djika ada p a n g k a t president, vice-president atau lid madjelis Raad^van Justitie, atau lagi djika p a n g k a t president atau vice-president dari pada

(30)

— 26' - èener inlandsche recht- bank, of van rechtskundig r esidenti erechter, zenden de president, de procureur- generaal en de vice-presi- dent van het Hooggerechts- hof tot hare vervulling een e met redenen omkleede aanbeveling aan den Gou- verneur-Generaal.

(4) Wanneer de plaats van procureur-generaal openvalt, zendt de presi- dent van het Hooggerechts- hof tot hare vervulling eene met redenen omkleede aanbeveling aan den G ou- verneur-Generaal. Ten aanzien van eene open- vallende plaats in het open- baar Ministerie bij de Eu- ropeesche rechterlijke col- leges, zendt de procureur- generaal tot hare vervul- ling eene met redenen omkleede aanbevelling aan den Gouverneur-Generaal.

madjelis hoekoem aken goenanja orang bangsa anak negri, atau lagi djika pangkat hakim karesidenan terboeka, maka president, procureur-djendral dan vi- ce-president dari pada ma- djelis Hooggerechtshof ma- soeken kepada sri padoeka jang di pertoean besar Gouverneur-Generaal, soe- rat permintaan aken me- netapken gantinja pegawe itoe, ia itoe dengan di atoerkennja segala kate- rangan jang perloe.

(4) Djika djabatan pro- cureur-djendral terboeka.

maka president dari ma- djelis Hooggerechtshof masoeken kepada sri pa- doeka jang di pertoean be- sar Gouverneur-Generaal, permintaan akeri menetap- ken gantinja. ia itoe de- ngan segala katerangan jang perloe. Djika djaba- tan fiskaal pada madjelis hoekoem aken goenanja orang bangsa Europa ter- boeka, maka procureur- djendral masoeken per- mintaan kepada sri padoe- ka jang di pertoean besar Gouverneur-Generaal aken menetapken gantinja, ia

(31)

_ 21 -

(5) Wanneer eene plaats van griffier van een Eu- ropeesch rechterlijk colle- ge openvalt, zendt de pre- sident van dat college tot hare vervulling eene met redenen omkleede aanbe- veling aan den Gouverneur- Generaal.

(6) Voor een openge- vallen plaats moeten ten minste twee personen wor- den aanbevolen.

(7) De aanbevelingen bedoeld in het le en 3e lid worden opgemaakt bij volstrekte meerderheid van stemmen, bij staking van stemmen heeft de president een beslissende stem.

(8) De aanbevelingen worden ingediend door tusschenkomst van den Di- recteur van Justitie, en zoo er ingewonnen advie- zen zij u, worden die daarbij overgelegd.

itoe djoea dengan segala katerangan jang perloe.

(5) Djika djabatan grif- fier pada madjelis aken goenauja bangsa Europa terboeka, maka president- nja madjelis itoe masoeken permintaan kepada sri pa- doeka jang di pertoean be- sar Gouverneur-Generaal aken menetapken gantinjà.

ia itoe dengan segala kate- rangan.

(6) Aken gantinja amb- tenaar jang djabatannja terboeka, sedikitnja haroes di poedjiken doea orang.

(7) Poedjian jang di bi- tjaraken dalem ajat 1 dan 3 di moeka ini haroes di boeat dengan remboegnja lijd jang kehanjakan, djika tida bersatoedjoe remboeg- nja, maka presidentnjajang memoetoesken.

(8) Soerat-soerat poedji- an (voordragt) itoe di ma- soeken dengan pertoeloeng- annja dan timbangan Direc- teur kantor Justitie, dan djika ada soerat katerang- an dan timbangan, jang di pinta atas hal itoe, maka soerat-soerat itoe djoega haroes di hoeboengken pada soerat poedjian itoe.

(32)

(9) De in artikel 18 be- doelde benoeming tot een gelijk bezoldigd rechterlijk ambt in liet belang van 's lands dienst, geschiedt niet dan op voorstel of na raadpleging van het Hoog- gerechtshof.

Het zevende lid is daar- op van toepassing. Stb.

1901 No. 201.

Artikel 18.

(1) De gegradueerde rechterlijke ambtenaren, met uitzondering van den.

president, de vice-presi- dent en de raadsheeren van het Hooggerechtshof van Nederlandsch-lndië, worden eervol uit hun ambt ontslagen :

a. Warmeer zij den leeftijd van 65 jaar hebben be- reikt ;

b. wanneer zij onder cura- teele zijn gesteld ; c. bij gebleken ongeschikt-

heid voor het bekleede ambt.

(2) Ook kunnen zij eer- vol uit hun ambt ontsla- gen worden wegens ge-

(9) Angkatan jang dibi- tjaraken dalem fatsal 18, ia itoe angkatan pada pang- kat hakim, jang sama ga- djinja aken goenanja negri.

tiada di lakoeken djika tia- da dengan permintaannja atau dengan raoefakatnja madjelis Hooggerechtshof.

Dalem hal demikian, maka prentah jang terse- boet dalem ajat 1 didepan ini berlakoe djoega. Stb.

1901 No. 201.' Fatsal 18.

(1) Salaennja dari pre- sident, vice-president dan raadsheer (lid) dari pada madjelis Hooggerechtshof di tanah Hindia-Nederland, maka sekalian pegawe ha- kim, jang bergelar Meester, di lepas dengan hormat dari pada djabatannja : a. djika soedah beroemoer

65 tahon:

/;. djika di bawaken pada pendjagaan waliat ; C. djika terang tiada tjoe-

koep. aken melakoeken djabatannja.

(2) Djoega marika itoe bole di lepas dengan hor- mat oleh karena kesalahan

(33)

— w —

ringe vergrijpen tegen de waardigheid van het ambt en ambtelijke verzuimen, zoomede wegens andere redenen van staatsbelang;

(3) Buiten de in het eerste en tweede lid van dit artikel genoemde ge- vallen kan alleen out dag uit het ambt worden ver- leend op eigen verzoek of als ouVermij delijk gevolg van eene benoeming tot een gelijk bezoldigd rech- terlijk ambt iu het belang- van 's lands dienst.

(4) In het geval in het eerste lid sub a bedoeld brengt het ontslag uit het ambt eervol ontslag uit 's lands dienst mede. In de gevallen in het eerste lid sub b en <* bedoeld kan de uit het ambt ontslagene tevens eervol uit 's lands dienst ontslagen of' op non- activiteit met wachtgeld gesteld worden. In het ge- val bedoeld in het tweede lid wordt de uit het ambt ontslagene gelijktijdig tot een ander — al dan niet rechterlijk — ambt be- noemd ofop non-activiteit met wachtgeld gesteld.

ketjil-ketjil, jang mengoe- rangken kahormatan dja- batannja atau oleh karena laen sebab lagi, jang ïne- ngenaken goenanja negri.

(3) Salaennja dari dalem hal. jang di bitjaraken dalem bagian jang perta- ma dan jang kedoea dari fatsal ini maka lepasan dari pada djabatannja tjoe- ma bole di bri atas per- mintaan sendiri, atauper- loe misti di bri laen pang- kat hakim, jang sama ba- jarannja, aken goenanja

negri.

(4) Dalem hal jang di- bitjaraken di ajat a dalem bagian jang pertama dari fatsal ini, maka lepasan dengan hormat dari dja- batannja itoe membawa djoega lepasnja dengan hormat dari pada paker- djaan negri. Dalem hal, jang di bitjaraken di ajat b dan c: dalem bagian jang pertama dari fatsal ini.

maka lepasnja dengan hor- mat dari pada djabatannja bole djoega membawa le- pasnja dengan hormat dari pada pakerdjaan negri.

atau djoega pegawe itoe bole di bri wachtgeld. Da-

(34)

- 30 —

(5) In het geval in het eerste lid sub b bedoeld wordt het ontslag uit 's lands dienst, in het geval in het eerste lid sub c be- doeld wordt het ontslag uit het ambt en uit 's lands dienst, in het geval in het tweede lid bedoeld wordt het ontslag uit het ambt niet verleend dan op voorstel of na raadpleging van het Hooggerechtshof, dat vooraf den betrokken ambtenaar in de irelesen- heid stelt om zijne verde- diging voor te dragen.

Stb. 1901 No. 201.

Artikel 19.

Bij de beoordeeling of

lem hal. jangdi bitjaraken dalem bagian jang kedoea dari fatsal ini, maka pe- gawe jang dilepas itoe,bole lantas di bri laen paker- djaan, baik pakerdjaan ha- kim, baik pakerdjaan laen lagi, atau djoega bole di bri wachtgeld.

(5) Dalem hal, jang di bitjaraken dalem bagian jang pertama, ajat b, maka lepasnja dari pada paker- djaan negri. dan dalem hal, jang di bitjaraken dalem

bagian jang pertama ajat c, maka lepasnja dari pada djabatannja dan dari pada pakerdjaan negri dan lagi dalem hal, jang di bitjara- ken dalem bagian jang ke- doea, maka lepasnja dari pada djabatannja, tiada di bri, djika jtiada di pinta oleh, atau djika tiada de- ngan moeafakatnja inadje- lis Hooggerechtshof, jang sebelonnja itoe, haroes membri djalan kepada pe- gawe itoe, aken bisa me- lakoeken perlawanannja.

Stb. 1901 No. 201.

Fatsal 19.

Dalem pertimbangan, een ambt hooger bezoldigd | apa soeatoe djabatan di ga-

(35)

— 31 — is dan een ander worden periodieke verhoogingen buiten rekening gelaten.

Stb. 1901 No. 201.

Artikel 20.

(1) De gegradueerde rechterlijke ambtenaren, met uitzondering van den president, de vice-presi- dent en de raadsheeren van liet Hooggerechtshof van Nedeiiandsch-Indiè'.

kunnen op voorstel of na raadpleging van het Hoog- gerechtshof, dat den be- trokken ambtenaar vooraf in de gelegenheid stelt om zijne verdediging schrifte- lijk voor te dragen, slechts uit hun ambt worden ontzet :

a. wanneer zij tot gevan- genisstraf of een zwaar- dere straf zijn veroor- deeld ;

I). wanneer zij verklaard zijn in staat van faillis- sement of kennelijk on- vermogen of wegens schulden zijn gegijzeld;

c wegens wangedrag of

dji lebi dari jang laen.

maka tambahan gadji, jang misti di brinken pada tiap waktoe, jang terpasti, tia- da masoek pertimbangan itoe. Stb. 1901 No. 201.

Fataal 20.

(1) Salaennja dari pada president, vice-president atau raadsheer lid dari pada madjelis Hoogge- rechtshof di tanah Hindia Nederland, maka dengan permintaannja rnadjelis Hooggerechtshof, jang ha- roes membri djalan lebi doeloe kepadanja aken me- masoeken perlawanannja dengan di toelis, maka segala pegawe hakim, jang bergelar Meester, tjoem'a bole di brentiken dalem djabatannja:

a. djika di hoekoem dengan hoekoeman di toetoep dalem pendjara atau de- ngan hoekoeman jang lebi berat lagi ;

b. djika soeda di poetoes djatoh miskin, tiada mempoenjai apa-apalagi atau djika di tahan di dalem pendjara oleh ka- rena perkara oetang.

c. djika kelakoeannja sela-

(36)

— 32 — onzedelijkheid of bij voortdurende achteloos- heid in de waarneming van hun ambt ;

d. wegens overtreding der verbods bepalingen van de artikelen 9, 21, 37 of 41.

(2) Overtreding van de bepalingen onder d ver- meld kan alleen dan grond tot ontzetting opleveren, wanneer de overtreder reeds vooraf voor gelijke overtreding is gewaar- schuwd.

(3) In de gevallen sub a. b en c bedoeld, brengt ontzetting uit het ambt ontslag uit 's lands dienst mede, in de gevallen sub d bedoeld kan, op voorstel of na raadpleging van het Hooggerechtshof ontslag uit 's lands dienst, al dan niet eervol, daaraan wor- den verbonden. Stb. 1901 No. 201.

loe tiada baik atau tja- boel, atau djika selama- nja meneledorken pa- kerdjaan dan djabatan- nja ;

d. djika melanggar prenta jang terseboet dalem

fatsal 9. 21, 37 atau 41.

(2) Pelanggaran prenta jang di bitjaraken dalem bagian d didepan ini tjoe- ma bole mendjadikensebab pegawe itoe di brentiken, djika jang melanggar itoe soedah taoe di nasehatken atas hal pelanggaran de- mikian, jang soedah di boeatnja lebi doeloe lagi.

(3) Dalem hal jang di bitjaraken dalem bagian a, b dan c di depan ini, ma- ka hal di brentiken itoe dari djabatannja membawa djoega lepasnja dari pada pakerdjaan negri, dalem hal, jang di bitjaraken da- lem d bole djoega di bri lepasnja dari pakerdjaan negri. baik dengan hormat, baik tiada dengan hormat, ia itoe dengan menoeroet permintaannja atau de- ngan moefakatnja madjelis Hooggerechtshof. Stb.

1901 No. 201.

(37)

— 33 —

Artikel 20a.

(1) W a n n e e r tegen een gegradueerd rechterlijk ambtenaar — met uitzonde- ring van den president, de vice-president en de raadsheeren van het Hoog- gerechtshof van Neder- landsch-lndié' - - hetzij een bevel tot gevangenneming of gevangenhouding, hetzij machtiging tot opneming in een huis van bewaring of geneeskundig gesticht voor krankzinnigen is ver- leend of hem lijfsdwangis ten uitvoer gelegd, wordt hij daardoor in zijn ambt geschorst.

(2) W a n n e e r tegen een ambtenaar, als bedoeld in het vorige lid. rechtsin- g a n g zonder bevel van ge- vangennemiiiiJ of srevan- genhoudino- is verleend, of uit een administratief on- derzoek, ingesteld wegens een der redenen bedoeld in artikel 18 eerste lid sub c en 20, gewichtige bezwaren zijn gebleken, kan de Gouverneur-Gene-

ftECHTEELIJKE OKGANISATIE.

Fatsal 20a.

(1) Djika tentang.soea- toe pegawe hakim, j a n g bergelar Meester, — ia itoe salaennja dari pada presi- dent, vice-president atau raadsheer dari pada m a - djelis Hooggerechtshof — soedah di prentahken aken menangkepi atau aken me- nahan padanja di dalem pendjara, atau lagi soedah di bri koewasa aken m e - masoeken dia di dalem roe- mah tahanan atau'roemah gila, atau lagi pegawe itoo soedah di tangkep dengan di paksa, maka oleh karena itoe ia di »schors" di brentiken dalem djabatan- nja sampe ada poetoesan dalem perkaranja itoe.

(2) Djika t e n t a n g soea- toe pegawe, seperti j a n g terseboet dalem bagian di moeka ini, soedah di bri p r e n t a h aken di tarik di hadepan hakim, tetapi tia- da, dengan di prentahimmer rlangkep atau menahan dia di dalem pendjara, atau.

lagi, djika dari pada par mereksaan. j a n g di lakoe- ken oleh , karena sebab s a l a h . s a t o e , j a n g dibitja-r

3

(38)

34 — raal, na raadpleging van den president van het Hooggerechtshof, hem in zijn ambt schorsen.

(3) De schorsing wordt door den Gouverneur-Ge- neraal niet opgeheven dan na raadpleging van den president van het Hoog- gerechtshof.

(4) De schorsing brengt mede dat de betrokkene op wachtgeld wordt ge- steld.

(5) Heeft de schorsing plaats gehad wegens eene strafrechterlijke vervol- ging, welke niet tot ver-

o o *

oordeeling tot straf heeft geleid, of naar aanleiding van een administratief on- derzoek, dat noch tot ont- slag noch tot ontzetting uit het ambt heeft geleid, dan wordt den ambtenaar uitbetaald het verschil tus-

raken dalem fatsal 18 ba- gian jang pertama, ajat c, atau dalem fatsal 20, soe- dah njata ada bebrapa hal, jang memberatken padanja, maka sri padoeka' jang di pertoean besar Gouverneur Generaal berkoewasa aken schors pegawe itoe, ia itoe sasoedahnja di dengarnja president dari pada madje- lis Hooggerechtshof.

(3) Maka hal di »schors"

itoe tiada di tjaboet oleh sri padoeka jang di per- toean besar Gouverneur- Generaal djika belon di moefakatkennja dengan president dari pada ma- djelis Hooggerechtshof.

(4) Maka hal di »schors"

itoe membawa hal ; jang pegawe itoe di bri wacht- geld.

(5) Djika di »schors"

itoe oleh karena di dawa perkara crimineel, jang ti- ada sampe djadi pegawe itoe di hoekoem atau oleh karena pamereksaan laen.

jang tiada mendjadiken le- pasnja atau di brentiken dalem djabatannja, maka pada pegawe itoe nanti di bajar bedanja blandja wachtgeld jang soedah di

(39)

sehen het sedert die schor- sing genoten wachtgeld en hetgeen hij zonder die schorsing als activiteits- traktement zou hebben ge- noten. Stb. 1901 No. 201.

Artikel 206.

(1) De niet gegradueer- de Europeesche rechterlijke ambtenaren en de inland- sche rechterlijke ambtena- ren kunnen wegens veroor- deeling tot gevangenisstraf, wegens het verklaard zijnin staat van faillissement of kennelijk onvermogen, dan wel het ondergaan van lijfs- dwang of wegens wange- drag of onzedelijkheid, of bij voortdurende achteloos- heid in de waarneming hun- ner bediening niet uit hun ambt worden ontzet dan op voordracht of na raadple- ging van het Hooggerechts- hof en nadat zij door dit col- lege in de gelegenheid zijn gesteld om hunne verde- diging voor te dragen.

(2) Zij kunnen wegens dezelfde redenen of wegens

trima olehnja dalem tempo ia di »schors" itoe dan belandjanja genap, jang haroes di trima olehnja, djika ia tiada di »schors"

dan melakoeken pakerdja- annja itoe. Stb. 1901 No. 201.

Fatsal 206.

(1) Pegawe hakim bang- sa Buropa, jang tida bege- lar Meester, dan pegawe hakim bangsa anak negri, djika di hoekoem dengan hoekoeman di toetoep da- lem pendjara, atau djika di poetoes soedah djatoh miskin atau terang tiada poenja apa-apa, atau lagi djika di tangkep dengan di paksa, atau djika kala- koeannja tiada baik atau tjaboel, atau lagi djika selaloe meneledorken pa- kerdjaannja, tiada boleh di keloewarken dari djabatan- nja, djika tiada boleh de- ngan permintaannja atau dengan moeafakatnja rna- djelis Hooggerechtshof, ia itoe, sasoedahnja di bri djalan padanja, aken me- masoekken perlawanannja.

(2) Oleh karena sebab itoe atau oleh karena hal,

(40)

— 36 — het feit dat tegen hen rechtsingang verleend is, niet in hun ambt werden geschorst dan op voor- dracht of na raadpleging van het' Hooggerechtshof en nadat zij door dit col- lege in de gelegenheid zijn gesteld om hunne verdedi- ging voor te dragen. Stb.

1901 no. 2 0 1 .

Artikel 20c.

(1) De presidenten van de Earopeescherechterlijke colleges ' zijn bevoegd om aan de vice-presidenten.

leden, griffiers en subsitnut- griffiers van het college, die de waardigheid van hun ambt verwaarloozen of zich schuldig maken aan ach- teloosheid in de waarne- m i n g van het ambt of aan overtreding der verbods bepalingen van de artikelen 9, 2 1 , 37 of 4 1 . na hen t e hebben gehoord, de noo- dige schrifelijke waarschu- wing te geven. De p r e - sidenten der Raden van Justitie doen ten spoedig- ste een afschrift daarvan toekomen aan den presi- dent van het Hooggerechts-

soedah di poetoes, marika itoe haroes di tarik di h a - de p an h aki m, ma lea p egawe- pegawe itoe tiada boleh di

» s c h o r s ' \ djika tiada de- ngan permintaannja atau moefakatnjamadjelis Hoog- gerechtshof, ia itoe sasoe- dahuja di bri djalan pa- dauja aken niemasoekkeii perlawanannja. Stb. 1901 no. 2 0 1 .

Fatsal 20c.

(1) President dari pada madjelis hoekoem aken goenanja orang bangsa E u r o p a berkoewassa aken membri nasihat dengan soerat, ia itoe sasoedahnja pegawenja di dengar oleh- nja, kapada vice-president, lid, griffier dan substituut- griffier dari pada madjelis- nja, djika k o e r a n g m e n g - h o r m a t k e n djabatannja atau meneledorken peker- djaannja, atau melanggar p er entah larangan j a n g terseboet dalem fatsal 9, 2 1 . 37 atau 4 1 . Maka president dari pada m'adje- Iia Raad van J u s t i t i e haroes m e n g i r i m dengan sigera toeroenan dari soerat itoe kapada president dari pada

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er zijn niet alleen de voorzitters van de Europese Commissie en het Europees Parlement, maar ook de roulerende voorzitter van de Raad van Ministers (die meestal ook een

vierjaarlijkse herijking van de Visie op Toezicht, de ontwikkeling van een nieuwe toezichtaanpak en herinrichting van de organisatie hanteert DNB een vaste werkwijze in het

was een veeg teken dat Frank Rohof uit deze werkgroep werd gezet toen bekend werd dat hij hoofdbestuurslid van de JOVD zou worden. De JOVD had zich na het einde van de

DU CONGO DE LA REP.. DU CONGO DE

Geen fatsoenlijk drinkwater, nee besmet water voor de Papoea's, dat is daar niet drinkbaar en veel wilde dieren, die normaal eetbaar zijn voor de Papoea's, zijn door de

maka idzin itoe tiada dibri, djika belom didengar oletmja kapala desa, jang poenja bagian itoe. Djika ditimbang bergoena dan perloe padoekoehan padoe- koehan, jang djadi itoe,

Manakala anak negrie dan lain lain sebageinja jang beragama islam atau orang tjiena ter-daa-wa perkara hoekoem sjiksa atau lain dari pada ietoe barang apa djoega perkara-nja pada

Menoeroet fasal 92 dari pada soerat Atoeran itoe djoega, bahgiannja jang katiga, adapon pada sidang Landrsad senan- tiasa misti hadlir sa'orang hoofddjaksa atau sa'orang djaksa.