• No results found

De basis voor de rol die de Nederlandse Defensie speelt tegen terrorisme werd niet na ‘9-11’, maar in de vroege jaren zeventig gelegd, als reactie op het gijzelingsdrama tijdens de Olympische

Spelen in München in 1972 en verschillende incidenten in Nederland zelf. Tijdens beraadslagingen in de Ministerraad zei de toenmalige minister van Justitie, Dries van Agt, – in mijn woorden – dat de terroristische acties in essentie militair van aard waren en ook om een militaire aanpak vroegen. In die jaren werd het Korps Mariniers opgedragen een tegen gijzelingen en kapingen bedoelde interventie eenheid op te zetten en ging de explosievenopruimingsdienst verdachte pakketjes onderzoeken. Sinds die tijd is er veel veranderd, maar niet dat Defensie een belangrijke rol speelt in contraterrorisme.

1 M. de Weger, Steeds weer speciaal en Altijd ergens anders, Breda: Nederlandse Defensieacademie, 2011.

Beveiligingsopdrachten van de Koninklijke marechaus-see, beschermt al jaren de Nederlandse ambassades en diplomaten in de gevaarlijkste landen ter wereld, ook tegen terroristische aanslagen.

Minder bekend is dat KCT en MarSOF de afgelopen jaren ook trainingen hebben verzorgd van interventie eenheden van andere landen (in termen van de special forces zelf is dit een vorm van military assistance, naast direct action en special reconnaissance een hoofdtaak van militaire speciale eenheden). Zo werd in Uruzgan enkele jaren een speciale politie-eenheid getraind.

Bijzonder is ook de jarenlange bijdrage aan het door de Amerikaanse special forces geleide Flintlock trainings-programma in Sahara-landen zoals Mali. Amerikaanse, maar ook Engelse en Franse militaire speciale eenheden voeren in tientallen landen aanvallen tegen terroristen uit, verzamelen inlichtingen over hen, of trainen lokale militaire of politie-eenheden in counterterrorism. De Nederlandse special forces lijken, voor zo ver publiek bekend, in niet zo veel landen te worden ingezet.

Technisch doen ze niet onder voor hun grote internatio-nale voorbeelden, maar de politieke wil om hen optimaal te gebruiken lijkt in ons land minder. Zou dat veranderen, dan zouden ze een (veel) grotere rol in contraterrorisme kunnen spelen. Overigens is interes-sant dat inzet in het buitenland binnen een ander politiek, bestuurlijk en juridische systeem plaatsvindt dan inzet in Nederland. Als het echt contraterrorisme

betreft zou wat mij betreft de inzet niet wezenlijk anders moeten worden behandeld, dus ook in het buitenland moeten vallen onder de eindverantwoordelijkheid van de minister van Veiligheid en Justitie, gecoördineerd door de Nationaal Coördinator voor Terrorisme-bestrijding en Veiligheid, geleid door de Dienst Speciale Interventies en uitgevoerd binnen de Politiewet en gerelateerde regelgeving.

Crossing to the dark side

Er is nog een wat paradoxale manier waarop Defensie bijdraagt tegen terrorisme. Uit onderzoek blijkt dat wereldwijd een aanzienlijk deel van de known terrorists een militaire achtergrond heeft. Zoals minister Van Agt al suggereerde: terroristische aanslagen zijn vaak vergelijkbaar met kleinschalig militair optreden. Zo’n 10-15% van alle terroristen is actief dienend of voor-malig militair. Binnen deze groep zijn leden van speciale eenheden en (onder)officieren oververtegenwoordigd.

Binnen terroristische organisaties nemen de (ex-) militairen vaak belangrijke functies in, zoals het geven van trainingen of het leiden van groepen. Sommige terroristen blijken in een krijgsmacht sniper, arts, explosieven of CBRN-specialist te zijn geweest, dan wel bij een inlichtingendienst te hebben gewerkt.2 Uiteraard zijn militaire inlichtingendiensten, ook de Nederlandse, zich bewust van het risico dat militairen oversteken naar the dark side of the force (in Star

2 H. Sollie en M. de Weger, Crossing to the dark side: een verkenning naar extremisme en terrorisme vanuit krijgsmacht en politie, Breda:

Nederlandse Defensieacademie, 2010.

Drone Scan Eagle, sinds eind juni 2013 in gebruik bij Defensie Foto: Ministerie van Defensie

gewelddaden door oud-militairen met al dan niet tijdens missies opgelopen trauma’s te onderkennen en tegen te gaan. Binnen de organisaties worden collega’s en leidinggevenden geacht de inlichtingendienst in te schakelen als zij denken dat een militair radicaliseert.

Ook op dit terrein wordt uiteraard met civiele en buitenlandse inlichtingendiensten samengewerkt.

De toekomst

Van Agt heeft ongetwijfeld in de jaren 1970 niet kunnen voorspellen hoe Defensie anno 2013 bij zou dragen tegen terrorisme. Waarschijnlijk is dat een militaire bijdrage ook de komende decennia wel nodig zal zijn, maar precies met welke capaciteiten dat zal gebeuren valt niet te voorspellen. Teveel is afhankelijk van de ontwikkelijking van de terroristische dreiging zelf. Een paar trends lijken echter wel in ieder geval voor de middellange termijn (tot 5 - 10 jaar) relevant.

Zo lijkt de invloed van terroristische (jihadistische) groeperingen in het noorden van Afrika, het Midden-Oosten en Centraal-Azië toe te nemen. Voor militaire speciale eenheden en de militaire inlichtingendienst ligt hier dus mogelijk meer werk. Mogelijk leidt de groei van het aantal potentiële terroristen in Nederland door de terugkeer van grote aantallen Nederlanders die in de conflicten in die delen van de wereld hebben gevochten op een toenemend beroep op Defensie voor uitbreiding van observatie- en interventiecapaciteit. Ten tweede, de toenemende beschikbaarheid en gebruik van zwaar-dere, vaak militaire wapens, explosieven en ook chemische, biologische en radiologische stoffen, maakt dat militaire kennis of inzet nodig is, omdat civiele organisaties hier geen of slechts beperkt middelen tegen kunnen inzetten. Dat terroristen uiteindelijk ook komen te beschikken over nog nieuwere technologieën, zoals nano-tech en bio-engineering, lijkt onvermijde-lijk, maar wanneer dit zal gebeuren en wat dit voor de bijdrage van Defensie tegen terrorisme zal betekenen is veel minder duidelijk. Militaire bijstand tegen terroristi-sche cyberaanvallen of inzet van luchtobservatie met militaire drones zou kunnen toenemen. Van een heel andere aard is de trend van toenemende centralisatie van politiecapaciteit, door de vorming van de Nationale Politie. Mits de komende jaren succesvol, zal de druk toenemen om ook de Koninklijke Marechaussee in de Nationale Politie op te nemen, misschien gelijk ook om de politie als enige interventie eenheden te laten hebben. Voor beide wordt al decennia gepleit, maar een succesvolle Nationale Politie, die vertrouwd wordt door en direct contact heeft op regeringsniveau, kan deze discussie definitief beslechten. Niet dat dat veel zou uitmaken voor de bestrijding van terrorisme, maar wel voor de omvang van de bijdrage van Defensie daaraan.

Wars-termen: Darth Vader was oorspronkelijk een jedi knight, een soort commando die vocht aan de goede kant). Om dit te voorkomen wordt geprobeerd om in keuringen zoveel mogelijk personen met extremistische ideeën te onderkennen en buiten de organisatie te houden. Ook wordt geprobeerd risico’s van individuele

Rosa Dinnissen, Research afdeling Instituut Clingendael1

comeback

De

onzekere wereld