• No results found

nationaal biodiversiteitsbeleid

4.3.1 Nationale Natuurwetgeving

De internationale verdragen (de Bonn- en de Bern-conventie en het CITES-verdrag) en de daaruit voorkomende Europese richtlijnen (de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn) en verordeningen (de CITES verordening) zijn geïmplementeerd in de Nederlandse natuurwetgeving, te weten de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet. Vanaf 1-1-2017 gaan de betreffende wetten samen met de Boswet op in de nieuwe Wet natuurbescherming. Op grond van artikel 1.5 van de nieuwe Wet natuurbescherming is het Rijk verplicht een nationale natuurvisie op te stellen: De nationale natuurvisie bevat de hoofdlijnen van het te voeren Rijksbeleid gericht op het behoud en het zo

mogelijk versterken van de biologische diversiteit, het duurzame gebruik van de bestanddelen daarvan en de bescherming van waardevolle landschappen, in nationaal en internationaal verband, en het behoud en het zo mogelijk versterken van de recreatieve, de educatieve en de belevingswaarde van natuur en landschap, in samenhang met het beleid om te komen tot een verduurzaming van de economie (artikel 1.5 lid 2).

Op grond van artikel 1.7 van de Wet natuurbescherming zijn de provincies verplicht een provinciale natuurvisie op te stellen:

‘2. Een provinciale natuurvisie bevat de hoofdlijnen van: het te voeren provinciale beleid gericht op het behoud en het zo mogelijk versterken van de biologische diversiteit en het duurzame gebruik van de bestanddelen daarvan, waartoe in elk geval behoort het beleid gericht op de uitvoering van de verplichtingen, genoemd in artikel 1.12, eerste en tweede lid (artikel 1.7 lid 2a);

Artikel 1.12 lid 1: Gedeputeerde staten van de provincies dragen, ieder in hun provincie, tezamen zorg voor het nemen van de nodige maatregelen voor:

de bescherming, de instandhouding of het herstel van biotopen en leefgebieden in voldoende a.

gevarieerdheid voor alle in Nederland natuurlijk in het wild levende vogelsoorten en in het bijzonder de vogelsoorten, genoemd in Bijlage 1 bij de Vogelrichtlijn, en de niet in Bijlage 1 genoemde geregeld in Nederland voorkomende trekvogelsoorten;

het behoud of het herstel van een gunstige staat van instandhouding van de van nature in b.

Nederland in het wild voorkomende soorten dieren en planten, genoemd in de bijlagen 2, 4 en 5 bij de Habitatrichtlijn, en van de in Nederland voorkomende typen natuurlijke habitats, genoemd in Bijlage I bij de Habitatrichtlijn en habitats van soorten, genoemd in de bijlagen 2, 4 en 5 bij de Habitatrichtlijn, en

het behoud of het herstel van een gunstige staat van instandhouding van de met uitroeiing c.

bedreigde of speciaal gevaar lopende van nature in Nederland in het wild voorkomende dier- en plantensoorten, bedoeld in artikel 1.5, vierde lid.

Artikel 1.12 lid 2: Met het oog op het eerste lid dragen gedeputeerde staten in hun provincie in elk geval zorg voor de totstandkoming en instandhouding van een samenhangend landelijk ecologisch netwerk, genaamd Natuurnetwerk Nederland. Zij wijzen daartoe in hun provincie gebieden aan die tot dit netwerk behoren.’

Opvallend is dat in de Wet natuurbescherming het begrip gunstige staat van instandhouding ook van toepassing is/lijkt te zijn op de met uitroeiing bedreigde of speciaal gevaar lopende van nature in Nederland in het wild voorkomende dier- en plantensoorten (artikel 1.12c) waarbij verwezen wordt naar artikel 1.5, vierde lid (Rode Lijsten). Een Rode Lijststatus is nadrukkelijk anders dan de staat van instandhouding (zie tekstbox). De staat van instandhouding van Rode Lijstsoorten is/wordt niet beoordeeld. Er is ook onduidelijkheid naar welke soortenlijsten hier exact verwezen wordt, aangezien bij de Rijksnatuurvisie 2014 geen Rode Lijsten zijn opgenomen.

Definitie staat van instandhouding van een soort

Effect van de som van de invloeden die op de betrokken soort inwerken en op lange termijn een verandering kunnen bewerkstelligen in de verspreiding en de grootte van de populaties van die soort op het grondgebied, bedoeld in artikel 2 van de Habitatrichtlijn (artikel 1 Habitatrichtlijn).

De staat van instandhouding wordt als gunstig beschouwd wanneer:

• uit populatie-dynamische gegevens blijkt dat de betrokken soort nog steeds een levensvatbare

component is van de natuurlijke habitat (= leefgebied) waarin hij voorkomt, en dat vermoedelijk op lange termijn zal blijven, en

• het natuurlijke verspreidingsgebied van die soort niet kleiner wordt of binnen afzienbare tijd lijkt te

zullen worden, en

• er een voldoende grote habitat (= leefgebied) bestaat en waarschijnlijk zal blijven bestaan om de

populaties van die soort op lange termijn in stand te houden.

Conservation Status is a concept first developed in the context of Red Books or Red lists of threatened or endangered species, either at global, regional or national scale and in this context is understood as an assessment of the relative risk of extinction of a habitat type or species. The categories currently used by IUCN for their Red Lists are described in detail by the IUCN on their website. So, while Red Lists assess the distance from extinction, the three conservation status categories under the Article 17 report aim at assessing the distance from a defined favourable situation (Europese Commissie, 2011f).

4.3.2

Rijksnatuurvisie 2014

In de Rijksnatuurvisie 2014 beschrijft het kabinet in grote lijnen het natuurbeleid voor de komende tien jaar. Kernpunt van de visie is een omslag in het denken: natuur hoort midden in de samenleving thuis en niet alleen in beschermde natuurgebieden. De natuurvisie verlegt de aandacht van

bescherming van natuur tegen de samenleving naar versterking van natuur door de samenleving. Volgens de natuurvisie kunnen economie en natuur goed samengaan en van elkaar profiteren. De Rijksnatuurvisie gaat in op de volgende thema’s:

• Energieke samenleving centraal: aansluiten bij groeiende betrokkenheid van burgers en de verdere ontwikkeling van groen ondernemerschap.

• Omslag in het natuurbeleid voortzetten:overdracht van grote delen van het natuurbeleid naar de provincies, het agrarisch natuurbeheer in handen geven van gebiedscollectieven, betrokkenheid van burgers en bedrijven stimuleren door middel van Green deals en Groene Tafels.

• Naar een veelzijdige natuur midden in de samenleving: meer aandacht voor natuurlijke systemen en voor de landschappelijke schaal, zodat er minder focus nodig is om specifieke soorten en habitats te behouden op de plaats waar ze eerder zijn aangetroffen.

• Natuurcombinaties: nastreven van natuurcombinaties met landbouw, landgoederen, recreatie, waterwinning, steden, bedrijventerreinen, waterwegen, etc.

• Naar natuurinclusieve landbouw:verduurzaming van landbouw en voedselproductie, stimuleren van ontwikkeling van deze natuurinclusieve landbouw en van efficiëntere grondstoffenketens.

• Sturen op condities:opeen hoger schaalniveau (dan gebiedsniveau) sturen op het bereiken van Natura 2000-doelen, sturen op condities voor natuurlijke processen in plaats van sturen op specifieke soorten en habitats.

• Internationale inzet voor duurzaamheid:duurzaam beschermen en benutten van natuurlijk kapitaal. • Overheid geeft goede voorbeeld: bijvoorbeeld via de Agenda Natuurlijk Kapitaal en de