• No results found

Er is een drietal rapportages over de Natura 2000-gebieden. Via het Standaard Gegevensformulier Natura 2000 informeren de EU-lidstaten aan de EC over ontwikkelingen in de Natura 2000-gebieden. De andere twee rapportages zijn specifiek voor Nederland en gaan over de voortgang van de Natura 2000-beheerplannen en daarmee samenhangend de voortgang van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Voor het Programma Aanpak Stikstof wordt de informatie over de Natura 2000-gebieden ook gebundeld in een landelijke rapportage. In de onderstaande paragrafen wordt hier verder op ingegaan.

5.2.1

Standaard Gegevensformulier Natura 2000

Via het Standaard Gegevensformulier Natura 2000 leggen de EU-lidstaten verantwoording af aan de EC over de selectie van de Natura 2000-gebieden en informeren de EC vervolgens over de

ontwikkelingen in deze gebieden5. Deze rapportage wordt door de EC voor verschillende doeleinden toegepast (zie tekst box). Het Standaard Gegevensformulier Natura 2000 bevat een beoordeling het relatieve belang van een Natura 2000-gebied voor de instandhouding van habitattypen (Bijlage I), de HR-soorten (Bijlage 2) en VR-soorten (Bijlage 1 + enkele watertrekvogels niet op Bijlage 1), dit ter onderbouwing van de selectie van desbetreffend gebied. De beoordeling van het relatieve belang van een Natura 2000-gebied voor de instandhouding van habitattypen en HR- en VR-soorten dient volgens de voorschriften van de EC te worden uitgevoerd (Europese Commissie, 2011f). De

beoordelingscriteria zijn voor habitattypen: 1) de relatieve oppervlakte (t.o.v. de landelijke oppervlakte), 2) de representativiteit en 3) de behoudsstatus (de mate van instandhouding van structuur en functie en de herstelmogelijkheid) en voor soorten: 1) de relatieve populatiegrootte (t.o.v. de landelijke populatiegrootte), 2) de mate van isolatie en 3) de behoudsstatus (de mate van instandhouding van elementen van het leefgebied en herstelmogelijkheid) van soorten. De rapportage heeft een vast format en wordt aangeleverd via de Standard Data Form Manager.

Het Standaard Gegevensformulier hangt nauw samen met de periodieke rapportages van de Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn, aangezien de beoordeling van het relatieve belang van een Natura 2000-gebied voor de staat van instandhouding van habitattypen en Habitatrichtlijnsoorten en Vogelrichtlijnsoorten (logischerwijs) grotendeels gebaseerd is op dezelfde criteria als die van de beoordeling van de staat van instandhouding van habitattypen en Habitatrichtlijnsoorten en voor de Vogelrichtlijnsoorten ook vergelijkbare informatie wordt gevraagd.

5

Voor ieder Natura 2000-gebied is een formulier vereist dat een kaart van het gebied en de naam, de ligging en de omvang daarvan bevat, alsmede de gegevens die door toepassing van de voor de selectie van het gebied gehanteerde criteria zijn verkregen. De inhoud van het Natura 2000-standaardgegevensformulier moet regelmatig worden bijgewerkt op basis van de beste beschikbare informatie voor elk gebied dat deel uitmaakt van het netwerk (C2011) 4992).

Doel en gebruik van het standaardgegevensformulier (C2011) 4992)

De belangrijkste doelen van het Natura 2000-standaardgegevensformulier (SGF) en de resulterende databank zijn:

1. de gegevens ter beschikking te stellen die de Commissie in staat moeten stellen samen met de lidstaten maatregelen met het oog op het opzetten en in stand houden van een geïntegreerd Natura 2000-netwerk te coördineren en de doeltreffendheid van dit netwerk voor het behoud van de habitats van Bijlage I en de habitats van de soorten van Bijlage II van Richtlijn 92/43/EEG, alsmede de habitats van de vogelsoorten van Bijlage I en de andere trekvogelsoorten waarop Richtlijn 2009/147/EG betrekking heeft, te evalueren;

2. de lijsten van SCI’s en SAC’s uit hoofde van de Habitatrichtlijn op het niveau van de Unie bij te werken;

3. informatie te verstrekken waarvan de Commissie gebruik kan maken bij de besluitvorming op andere terreinen, zodat met het Natura 2000-netwerk terdege rekening wordt gehouden in andere

beleidstakken en -sectoren waarover de activiteiten van de Commissie zich uitstrekken, met name het regionaal beleid en het beleid inzake landbouw, energie, vervoer en toerisme;

4. de Commissie en de betrokken comités te helpen bij het selecteren van acties voor subsidiëring in het kader van Life + of andere financieringsinstrumenten, door het ter beschikking stellen van gegevens die voor het behoud van de betrokken gebieden relevant zijn en die derhalve het

besluitvormingsproces kunnen vergemakkelijken;

5. te voorzien in een consistent en handzaam format voor de uitwisseling en mededeling van informatie over Natura 2000-gebieden, overeenkomstig de bepalingen van de Inspire-verordening en andere besluiten van de Commissie en verdragen over de toegang tot informatie (bv. het Verdrag van Aarhus);

6. gegevens beschikbaar te maken voor onderzoek, planning en andere doeleinden ter ondersteuning van het beleid inzake natuurbehoud;

7. een betrouwbare referentie- en informatiebron te verschaffen voor de beoordeling van specifieke problemen in geval van overtredingen van de wetgeving van de Unie.

5.2.2

Voorgangsrapportages beheerplannen Natura 2000-gebieden

In de rapportages beheerplannen Natura 2000 wordt door de voortouwnemers verantwoording afgelegd aan het Rijk over genomen maatregelen en de effecten hiervan, ofwel de realisatie van de behoud- en herstelopgaven (de gebiedsdoelen). Er is geen vast format voor deze rapportage. Onduidelijk is wat exact gevraagd wordt in deze rapportage, maar logischerwijs is het vergelijkbaar met wat er in het Standaard Gegevensformulier Natura 2000 gevraagd wordt, namelijk de

ontwikkelingen van de behoudsstatus van habitattypen en soorten in de Natura 2000-gebieden in relatie tot de genomen maatregelen en eventuele knelpunten. Tegelijkertijd is het van belang om te weten of en in hoe het relatieve belang (de actuele bijdrage) van het Natura 2000-gebied voor de instandhouding van habitattypen en Habitatrichtlijn- en Vogelrichtlijnsoorten overeenkomt met de doelstelling (de verwachte bijdrage), zoals die is vastgelegd in het aanwijzingsbesluit en nader is/wordt uitgewerkt in het beheerplan van het Natura 2000-gebied. Volgens de EC is het Natura 2000 gegevensformulier dan ook het uitgangspunt voor de formulering van de gebiedsdoelen (Europese Commissie, 2012).

5.2.3

Voortgangsrapportage Programma Aanpak Stikstof

Via de rapportage van het Programma Aanpak Stikstof wil men zicht houden op de ontwikkeling van de stikstofgevoelige natuur (habitattypen en leefgebieden), de ontwikkeling van stikstofemissie en -depositie, de beschikbaarheid en benutting van de vrije ruimte en de voortgang van de uitvoering van maatregelen. Tegelijkertijd wil men ook zicht houden op het functioneren van het programma an sich.

Voor elk PAS-gebied wordt de natuurinformatie jaarlijks in een gebiedsrapportage gepresenteerd. Deze gebiedsrapportage bevat de monitoringsinformatie over 1) de ontwikkeling van de

stikstofgevoelige natuur (habitattypen en leefgebieden), 2) de maatregelen (voortgangsinformatie en effect), 3) aanvullende monitoring (effecten van herstelmaatregelen) 4) informatie over de uitvoering van de monitoring en de monitoringssystematiek om tot verbeteringen in de monitoring te komen. Elke gebiedsrapportage bevat een samenvatting van relevante signalen over bovenstaande

onderdelen. Daarnaast komen de ervaringen met de monitoringssystematiek aan bod ten behoeve van eventuele verbeteringen.

Alle gebiedsrapportages natuur worden samengebracht en samengevat in een landelijke

monitoringsrapportage natuur. Deze rapportage geeft een overzicht van de bevindingen van alle 117 PAS-gebieden en biedt een beschouwing over de stand van zaken op landelijk niveau en geeft inzicht in de ervaringen met de monitoringssystematiek an sich (regiebureau PAS, 2015).

De gebiedsrapportages van het Programma Aanpak Stikstof hangen nauw samen met de rapportages van de beheerplannen van de Natura 2000-gebieden en met de Standaard Gegevensformulier Natura 2000, vanwege de informatie over de ontwikkelingen van de stikstofgevoelige natuur (leefgebieden en habitattypen), de genomen maatregelen en ontwikkelingen qua stikstofemissie en -depositie (een belangrijk knelpunt/bedreiging) en daarmee samenhangend de mogelijke veranderende bijdrage van het Natura 2000-gebied aan de landelijke instandhoudingsdoelen en de realisatie van de

gebiedsdoelen.

5.3

Rapportage over de voortgang van het provinciale

natuurbeleid (de Voortgangsrapportage Natuur)