• No results found

Nationaal Comité Handhaving Rijkseenheid

In document De pen als bajonet? (pagina 67-79)

Grafiek 6 De Zuid-Celebes-Affaire bij Het Vrije Volk n=33

4.2 Standpunten en kleur

4.3.3 Nationaal Comité Handhaving Rijkseenheid

Comité Rijkseenheid werd ook niet positief neergezet in artikelen van Het Vrije Volk. Zo noemde de krant het gezelschap ‘onverantwoordelijk’ en Gerbrandy een ‘koloniale geweldenaar’.213 Ook schreef ze dat de ideeën van Gerbrandy cum suis, haaks stonden op hoe de wereldgemeenschap over de eerste politionele actie dacht. Zo schreef Het Vrije Volk op 1 augustus dat “zo het al mogelijk mag zijn de wereld te overtuigen van de onvermijdelijkheid van de militaire maatregelen, het volstrekt ondenkbaar is, dat zij de Gerbrandismen zal verstaan, waarmee de koloniale geweldenaars het begrijpelijker Nederlands, dat de regering spreekt, proberen te doorspekken.”214

In het opiniestuk ‘Niet verder’ van de 29 juli-editie, pleitte Het Vrije Volk ervoor dat Nederland de actie beperkt zou houden, in tegenstelling tot Gerbrandy’s mening dat Nederland juist naar Djokjakarta moest optrekken. “Het ware is de mars naar Djokja. Als die niet doorgaat, is er niets gebeurd […]”, is het standpunt van het comité. Omdat ze wilde afwachten hoe de actie zou eindigen had ze een geplande petitie geannuleerd. Deze zou ze weer ter hand nemen als de actie, zoals het comité stelde, niet ‘doeltreffend’ was voltooid. Vervolgens schreef een commentator: “de arrogante toon, waarop de heer Gerbrandy aanwijzingen geeft aan het kabinet, maakt de indruk dat hij zich zeker voelt van zijn zaak.” Maar hij benadrukte dat de regering beloofd had om het optreden beperkt te houden. Uiteindelijk moest het wederom tot overleg leiden met de Republiek dus Gebrandy’s actie heeft geen zin. “Laat het comité “Rijkseenheid” rustig zijn petitionnementsactie hervatten. Het is naar onze vaste overtuiging nutteloos haar op te schorten in de verwachting, dat de Nederlandse regering haar woord ontrouw wordt en generaal Spoor naar Djokja laat oprukken.”215

Daar komt Het Vrije Volk in de uitgave van 15 augustus op terug. Het comité had zijn

‘propaganda’ hervat en de krant wees erop dat ze het daar al eerder toe adviseerden. Vervolgens staan nogmaals de verschillen tussen de regering en Gerbrandy beschreven. “Het doel van Gerbrandy is het onverkorte herstel van het koloniale bewind.” Daartegenover, “het doel der regering is en blijft de zelfstandigheid van Indonesië.” Een ander punt van verschil dat Het Vrije Volk probeerde uitteleggen is het eerdergenoemde internationale aspect van de zaak. Nederland stond in zijn recht en het was nodig de wereld daarvan te overtuigen. Het zal ‘grondeloos dwaas’ zijn om de Veiligheidsraad te verlaten, schreef de krant. “De heer Gerbrandy [daarentegen] heeft voor het internationale aspect van de zaak geen oog. Hij jongleert met zijn biceps en meent, dat iemand er van onder de indruk zal

213 Het Vrije Volk.31 7 1947; Het Vrije Volk.1 8 1947.

214 Het Vrije Volk.1 8 1947.

68 komen.”216

Aangezien de regeringsvoorlichting in het buitenland onvoldoende zou zijn, waarschuwde Het

Vrije Volk dat ´onverantwoordelijke stokebranden´ van onder andere Gerbrandy schade konden

aanrichten. Want als “de Rinaldo-Rinaldini’s van het comité “Rijkseenheid” in het buitenland gaan leuren met hun verhalen, die alle met de oud-koloniale saus zijn overgoten, dreigt ook de rest van Nederlands aanzien naar de maan te gaan.” 217 De commentator schreef tegen “elk nieuwe kletspraat van het trio Lunshof-Welter-Gerbrandy”. Ondanks dat de krant Gerbrandy dikwijls als personificatie van het comité neerzette, had de krant dus ook kennis van andere leden. Henk Lunshof was redactielid van Elsevier Weekblad.218 Charles Welter was van de KVP (zie subparagraaf 2.2). Dit was de enige keer dat Het Vrije Volk duidelijk tegen een KVP-politicus schreef.

Ondanks dat de krant waarschuwde dat het buitenland moest worden beïnvloed, koos de VN-Veiligheidsraad tot ‘ongerustheid’ in ‘ons land’ om de Republiek bij de besprekingen uit te nodigen en om zetels aan andere gewesten, die het beoogde Verenigde Staten van Indonesië zouden moeten vormen, niet te verlenen. “Er dreigt zelfs een paniekstemming,” aldus Het Vrije Volk en het verwees naar een artikel van KVP’er Romme die het bij de krant impopulaire idee opperde om misschien zelfs naar Djokjakarta te trekken. Ondanks dat uit eerdere artikelen naar voren kwam dat dit scenario impopulair was bij Het Vrije Volk, werd Romme niet negatief door de krant belicht. Dat is anders als de krant toekomt aan een toespraak van Gerbrandy:

“In zijn even domme als schandelijke radiorede […], heeft prof. Gerbrandy eergisteren dr. Van Mook regelrecht aangespoord tot ongehoorzaamheid aan de regering. “Trekt u niets aan Van Beel en Jonkman en ruk op naar Djocja”. Dat was het revolutionaire advies van de heer Gerbrandy. Dit is geen individuele uiting van een domme man, dit is symptomatisch. En zij is gevaarlijk, omdat de toestand in Indonesië inderdaad weer de kenmerken der

onhoudbaarheid toont.” 219

Wat opvalt is dat Het Vrije Volk in artikelen tegen comité Rijkseenheid veelvuldig op de man speelde. Gerbrandy zou arrogant zijn en wat hij deed was onverantwoord en gevaarlijk. Daarbij zette de krant de regering met haar ´beperkte actie´ als verantwoord beleid in het zonnetje. Het is duidelijk dat ze ook consensus in eigen kring probeerde te bewerkstelligen door negatief over een groep te schrijven die niet in het parlement was vertegenwoordigd. Komen deze resultaten ook naar voren bij politieke partijen die de reactie aanhingen?

216 Het Vrije Volk.15 8 1947.

217 Het Vrije Volk.29 7 1947.

218 J.L.M. Brauer Lunshof, Hendrik Arie (1904-1978). 2013. http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn3/lunshof (geopend 6 10, 2018).

69

4.3.4 Antirevolutionairen

In het opiniestuk ‘Indonesisch debat’ schreef Het Vrije Volk over Jan Schouten, fractievoorzitter van de ARP.220 Hij was in de Tweede Kamer in discussie met Van der Goes van Naters van de PvdA. De laatste verweet Schouten dat hij het liefste wil dat de regering zou vallen en dat er koloniaal herstel zou plaatsvinden. Een mening die hij zou delen met Hendrik Tilanus, fractievoorzitter van de CHU. De krant koos kiest duidelijk de kant van de sociaaldemocraat. “Het moet deze teleurstelling geweest – Mr. Van der Goes van Naters wees er in een scherp weerwoord op – die de heer Schouten verleidde tot het verwijt aan de P.v.d.A. dat zij de regering niet voldoende ondersteund had en daardoor

verantwoordelijk was voor de gang van zaken.” Het Vrije Volk ging daar nog even op verder en wijst de lezer erop dat de antirevolutionairen schuldig waren aan het mislukken van de onderhandelingen met de Republiek:

“Dat moet nu juist de heer Schouten zeggen, die in het koor der reactionairen al twee jaar lang zijn partij meezingt en daardoor mee heeft geholpen het wantrouwen te vergroten, dat in feite de oorzaak is van het tragisch mislukken van het overleg.”221

Net als bij de communisten richtte Het Vrije Volk zich niet alleen op de politieke partij wanneer het gaat om engagement. Ook een antirevolutionair dagblad moest het ontgelden. Zo pakte Het Vrije Volk de pen op tegen dagblad Trouw omdat de laatste niet zou begrijpen waarom Het Vrije Volk

onderscheid maakte tussen Van der Kieft en eigen hoofdredacteur, tevens ARP-politicus, Sieuwert Bruins Slot. Beiden wilden ze geheel Java bezetten, maar toch zou Het Vrije Volk de ene beschouwen als iemand die vrijheid van Indonesië wilde en de ander die herstel van de koloniale relatie wenste.

De uitleg die Het Vrije Volk gaf is interessant, omdat het de geschiedenis van de ‘eigen’ groep rondom Indonesië uiteenzette en die vervolgens tegenover die van de antirevolutionairen plaatste. “De socialist ziet als doel van de Indonesische politiek de vrijheid en de souvereiniteit van Indonesië. Dit is al tientallen jaren het doel van de socialistische politiek en dat verandert niet, zelfs niet als ter

bereiking van dat doel tegen een deel van Indonesië geweld onvermijdelijk is.” Daartegenover zou de ‘anti-revolutionaire politiek’ staan. Die “is al tientallen jaren gericht op het behoud van de koloniale verhoudingen en zij blijft, als zij iets nieuws aanvaardt, altijd en onveranderlijk tegenstribbelend achter de feiten aantreuzelen.” Oftewel: de vrijheid en soevereiniteit van Indonesië die de socialisten voor ogen hadden stonden haaks op het behoud van de koloniale verhoudingen dat de antirevolutionairen wilden.

Dit artikel is een duidelijk voorbeeld van ‘identiteit’ als functie van media tijdens de verzuiling. Ondanks Van der Kieft als prominente socialist een afwijkende mening had, maakte de krant duidelijk dat het wel iemand was die die net als anderen binnen de groep hetzelfde doel voor

220 Het Vrije Volk.24 7 1947.

70 ogen had: vrijheid en soevereiniteit van Indonesië. Het Vrije Volk gebruikte daarbij Trouw en de ARP als het ideologisch tegenovergestelde van de socialisten. In andere woorden, de krant polariseerde om een consensus in eigen kring te bewerkstellingen en daaruit vloeide de identiteit van de eigen groep voort. Dat wordt duidelijk in de passage hieronder uit hetzelfde artikel.

“[…] er zijn geen socialisten, die het geweld hebben gepropageerd, zoals “Trouw” dat onafgebroken heeft gedaan en allen zijn het erover eens, dat het doel blijft: de vrijheid, de souvereiniteit van geheel Indonesië. Kan “Trouw” dit ook verklaren? Dat is de maat, die wij aanleggen. En als “Trouw” en de anti-revolutionaire partij beneden die maat blijven, is er geen enkele reden om van twee maten te spreken.”222

Het is duidelijk dat Het Vrije Volk de antirevolutionairen in zijn berichtgeving neersabelden om zijn eigen mening te verduidelijken. Net als bij comité Rijkeenheid werd de koloniale reactie erbij gehaald.

Trouw was als medium van ‘de ander’ tevens de gebeten hond. Het is interessant dat Het Vrije Volk in

deze polarisatie de identiteit van de eigen groep definieerde door die van een ander negatief te beschrijven. Ook PvdA-politici polariseerden daarbij. Zo waarschuwde Van der Goes van Naters als gastschrijver: “we zullen extra op onszelf moeten letten dat - de geest van Bruins Slot en de

Rijkseenheid – ons niet zelf met een bacil gaat besmetten. Want dan zijn wij weg. Dan hebben wij de partij verraden.”223

4.3.5 Anderen

Verder was er in Het Vrije Volk in kleinere mate ook engagement te vinden tegen anderen. Zo stond in een verslag met de onderkop ‘Partij van de Vrijheid ontdekt dat de regering alle steun verdient’, dat de heer Vonk van dezelfde partij “wel wat laat tot het inzicht kwam, dat de regering steun bij haar moeilijke taak verleend behoort te worden.”224 Een ander artikel is het eerder vermelde ‘kapstok’-artikel. Bij het gerucht dat progressief dagblad ‘Je Maintiendrai’ onder militairen verboden zou zijn vroeg de krant zich af: “is misschien weer een van de potentaatjes van generaal Spoor aan het werk?”225

Het Vrije Volk toonde ook eenmaal engagement tegen ‘Vrij Nederland’. Dat was in de uitgave van 12

augustus 1947. Het weekblad zou in een prent de Republiek geïllustreerd hebben als een weerloze ‘witte karbouw’, die beestachtig door Nederland werd aangevallen. Hij lag dromerig onder de palmen, “omringd door bajonetten en geweerlopen, bloedend uit een wond aan de hals en van achteren

besprongen door generaal Spoor.” De bevelhebber was afgeschilderd met bajonet op het geweer en

222 Het Vrije Volk.9 8 1947.

223 Het Vrije Volk.21 7 1947.

224 Het Vrije Volk.24 7 1947.

71 met ‘sadistische wreedheid’ op het gelaat, gereedstaand “om toe te stoten, juist op het ogenblik waarop het bevel gegeven wordt: staakt het vuren.” Het Vrije Volk vond dat wanneer iemand het ‘militaire optreden’ aanzag als een oorlog van generaal Spoor, die het gezag van de regering miskende die in ‘goede trouw’ de actie startte en beëindigde. Ondanks dat Het Vrije Volk schreef dat er gediscussieerd kon worden over de onvermijdelijk van de actie, vond het dat men niet moest “speculeren op de sentimenten van medelijden en geweldloosheid door de voorstelling te propageren van de Nederlandse moordaanslag op een weerloze, zachtmoedige, vlekkeloos wit karbouw.” In andere woorden, Vrij

Nederland sloeg de plank mis.

Het Vrije Volk keurde de prent ook af door het te vergelijken met Gerbrandy’s ‘prentjes in

propagandaschriften’ en met twee andere bladen. De krant vond dat dit “het peil is van “Elsevier’s Weekblad” en “Indië in Nood””. Met deze gelijkstelling diskwalificeerde Het Vrije Volk ook die drie, omdat ze als vergelijkingsmateriaal dienden om haar bezwaar op de cartoon te uiten.

Engagement was ook te vinden in een klein opiniestukje tegen de Gooi- en Eemlander, waarin de opiniemaker schreef over drie keer ‘Gooise kolder’ uit dat blad. Eén van die opmerkingen luide: “nu de Nederlandse Leeuw eindelijk eens met zijn manen schudt, neemt men hem dat zelfs kwalijk.”226 De opiniemaker reageerde met een verwijzing naar de collaboratiegeschiedenis van het regionale dagblad. “De Nederlandse Leeuw, die zijn manen schudt…… Ja, ja, tijdens de bezetting was de Gooi- en Eemlander niet zo dapper. In plaats van manen waren het toen ger-manen……”227 Een dag later ging

Het Vrije Volk hierop door als het in ‘de enige weg’ zijn keuze vóór de actie en vóór de regering

uiteenzette. Daarin werd het artikel van de Gooi- en Eemlander gelijkgesteld met de koloniale reactie en met Gerbrandy. Het volgende citaat is illustrerend hoe Het Vrije Volk zich ondanks morele

bezwaren achter de regering positioneerde, terwijl het de ‘koloniale reactie’ in dagbladen en politici tegenover zich zette:

“In het algemeen aanvaardde men de bittere onvermijdelijkheid, maar het kostte onnoemelijk veel grotere moeite de innerlijke weerstand te overwinnen met argumenten, die het

verstand niet kan weerleggen, maar die tot het hart niet doordringen. […] Maar nu willen wij ook, dat deze beperkte militaire actie niet uitgroeit tot een koloniale oorlog en daarom is het nodig, dat zij in handen blijft van deze regering en niet overgaat in die van de koloniale reactie die reeds juicht over de manenschuddende Nederlandse leeuw en in andere woorden de oude leuze aanheft: Wij gaan Soekarno halen. Alles wat de positie van deze regering kan

verzwakken, is koren op Gerbrandy’s molen, wie nu opwekt tot acties tegen het kabinet-Beel, speelt in de kaart van de reactie.”228

226 Het Vrije Volk.22 7 1947. Citaat uit Het Vrije Volk. Het staat in het artikel tussen haakjes, dus heeft de krant het uit de Gooi- en Eemlander overgenomen.

227 Het Vrije Volk.22 7 1947.

72

Conclusie

Bijna zeventig jaar na de soevereiniteitsoverdracht van Indonesië, staan de eerste politionele actie en de Zuid-Celebes-Affaire tegenwoordig weer in de actualiteit als onderwerp van een NIOD-onderzoek en in een publieke discussie. Volgens recente onderzoeken van Gert Oostindie en Rémy Limpach zou het Nederlandse leger daar namelijk wanddaden gepleegd hebben, waarvan het grote publiek tot openbaringen in 1969 überhaupt weinig van af zou weten. Een reden hiervoor zou zijn dat Nederlandse media nauwelijks kritisch waren in de jaren na de oorlog. Als vertolkers van de zuil waartoe te behoorden, publiceerden ze vooral wat in hun straatje paste. Maar hoe weerhoudt de berichtgeving van beide onderwerpen zich, als ze per krant wordt getoetst aan de functies van media tijdens de verzuiling?

De hoofdvraag van de scriptie luidt: Hoe schreven De Tijd en Het Vrije Volk als media in de

verzuiling over de eerste politionele actie en de Zuid-Celebes-Affaire tijdens de Indonesische

Onafhankelijkheidsoorlog? Voordat daar een antwoord op komt, wordt deze vraag in drieën gesplitst.

Het is namelijk gemakkelijk om het overzicht kwijt te raken wanneer dat niet gebeurt. Ten eerste leken de kranten namelijk niet op elkaar. Het Vrije Volk was bij beide cases een stuk meer op opinie gericht dan De Tijd. Dat de standpunten van Het Vrije Volk duidelijker naar voren kwamen is evident. Ten tweede waren de onderwerpen zeer verschillend. De eerste politionele actie was over een periode van vier weken een zeer belangrijke actualiteit. Dat die op bijna alle voorpagina’s stond wijst daarop. Over een tijdspanne van ongeveer drie jaar werd over de Zuid-Celebes-Affaire daarentegen een stuk minder bericht. De driedeling om de hoofdvraag te beantwoorden luidt als volgt. Deelvraag I: Hoe schreven

De Tijd en Het Vrije Volk over de eerste politionele actie in de zomermaanden van 1947? Deelvraag

II: Hoe schreven De Tijd en Het Vrije Volk over de Zuid-Celebes-Affaire tussen 1946-1949? En deelvraag III: In hoeverre komen in de berichtgeving over de eerste politionele actie en de

Zuid-Celebes-Affaire de kenmerken van de pers tijdens de verzuiling naar voren?

In het onderzoek is eerst via een kwantitatieve inhoudsanalyse onderzocht welke zaken de kranten belangrijk achtten. Vervolgens is door middel van een kwalitatieve methode nagegaan wat ze over de beide cases schreven en in hoeverre de functies van de media tijdens de verzuiling aan bod kwamen. Hieronder komen de deelvragen apart aan bod.

Wat de eerste politionele actie betreft schreven de kranten veelal over dezelfde onderwerpen. Het waren vooral berichten over militaire operaties waarbij legercommuniqués van de beide partijen als bron dienden. Ook gingen zo nu en dan journalisten zelf op pad. Ten tweede schreven de kranten over de Nederlandse besluitvorming en opinie. Wat dit onderwerp betreft schreven de kranten vooral verslagen waarbij zo nu en dan redevoeringen uitgebreid werden belicht. Ze schreven er ook

opiniestukken over en ze reageerden op wat andere media schreven. Een derde onderwerp dat ik onder de politionele actie wil scharen is de internationale besluitvorming en opinie. Hoe buitenlandse media

73 en machten over de politionele actie dachten was regelmatig nieuws. Buitenlandse opinie werd vooral belicht in commentaren en achtergrondartikelen. Daarin gaven de kranten regelmatig een uiteenzetting wat buitenlandse opinie voor Nederland betekende. Hoe dachten Het Vrije Volk en De Tijd door middel van deze onderwerpen over de eerste politionele actie?

Beide kranten volgden wat betreft de eerste politionele actie vooral de regeringsstandpunten. Ze vonden dat de actie onvermijdelijk was. Die diende namelijk om de onderhandelingen met de Republiek vlot te trekken. Het was ook de schuld van die Republiek dat het zo ver was gekomen. Er waren weliswaar goede krachten, maar die waren door Djokjakarta aan de kant gezet. Met de Republiek viel niet meer te praten. Naast deze hoofdreden waren er ook directe oorzaken die tot het gewapend treffen hebben geleid. De Republiek was namelijk niet bij machte om sommige gebieden van voedsel te voorzien en het Nederlandse leger had voor 21 juli met aanvallen vanuit de andere kant van de demarcatielijnen te maken. Volgens de bladen zou dit alles ervoor hebben gezorgd dat

Nederland tot actie moest overgaan. Het Vrije Volk wees trouwens ook de linkse en rechtse

oppositiepartijen in de Tweede Kamer aan als schuldigen. De communisten zouden volgens de krant aan de Republiek valse beloftes hebben gedaan dat het niet tot een optreden zou komen en sommige rechtse partijen zouden streven naar herkolonisering van Indië. De Tijd beschuldigde ze niet.

Het was bij De Tijd en Het Vrije Volk uit den boze om te spreken van een oorlog. Nederland

In document De pen als bajonet? (pagina 67-79)