• No results found

De volgende analysevraag, die nauw met de persoonlijkheid van romanpersonages samenhangt, richt zich op hun levensinstelling:

4. Welke conclusies kunnen er worden getrokken wat betreft de drijfveren van de perso- nages?

55 ’47 ’48 ’49 ’54 ’56 ’59 ’63 ‘65 ’66 ‘69

Madeleine Goud-Elsje Kitty Anne-Linde Marjolein Dini Pam Annemarie Vlinder Mieke

Wat motiveert hun doen en denken en op welk moreel kompas varen ze. Antwoorden op deze vragen, kunnen een (gedeeltelijke) verklaring bieden voor de rol en positie die de protagonisten innemen en de eigenschappen die ze tonen. Grofweg onderscheiden er zich bij de meisjes twee groepen drijfveren met twee verschillende oriëntatiepunten. De eerste groep kent een grote focus op de ander met als voornaamste drijfveer: zorgdragen voor anderen, christelijke naastenliefde tonen. De tweede groep richt zich op het eigen individu: juist zorg en liefde willen ontvangen en tegelijkertijd volwassen willen zijn met de bijbehorende zelfstandigheid en onafhankelijkheid.

Focus op de ander

In de boeken over Goud-Elsje, Kitty, Anne-Linde, Marjolein, Dini, Pam en Vlinder is een grote rol weggelegd voor zorgzaamheid en medeleven. Alle meisjes brengen deze drijfveer in de praktijk of leren haar kennen als een verrijking van hun leven. Vlinder bijvoorbeeld kent eerst vooral een levensdoel dat alleen haar aangaat, maar als dit wegvalt, leert ze ervaren hoe prettig het is anderen te kunnen helpen in hun misère. Bij Marjolein is het ganse verhaal gevlochten om Marjoleins zorgzame inslag en haar overtuiging tot het belang hiervan. Marjolein leeft haar prettige leventje in Parijs en stelt Berts belangen liefdevol boven de hare. Ze wil graag iedereen gelukkig maken en tevreden houden. Wanneer de mogelijkheid ontstaat dat Marilou als pleegkind in haar huis wordt opgenomen, twijfelt ze even. Ze moet er niet aan denken dat haar huishoudentje hierdoor ont- wricht zal raken. Maar haar overtuiging wint het:

– Want is dat het belangrijkst? vraagt ze zich af. – Is het niet belangrijker, véél belangrijker een mens te mogen bijstaan in zijn verdriet, iets voor anderen te kunnen zíjn? Vertrouwen te geven en vertrouwen te winnen?122

Net als Marjolein wil ook Anne-Linde het iedereen naar de zin maken. Ze wil niemand ontrieven, houdt niet van narigheid en onenigheid en cijfert zichzelf weg als dat betekent dat een ander daar gelukkiger door wordt. Ze houdt nog te veel reke- ning met anderen. Pam is daarentegen niet zozeer op zorgzaamheid in het algemeen gericht, als wel op één persoon: haar moeder. Zij en Niek willen hun moeder zo min mogelijk belasten en zoveel moge- lijk ontzien. Ook wanneer zij naar een kuuroord moet, doet Pam haar best moeders herstel zo vlot mogelijk te laten verlopen door haar blij te stemmen met goede rapporten en goede daden. Die goede daden laten eerst even op zich wachten. Haar zorgzaamheid lijkt in een klap verdwenen als ze samen met Niek in een pension wordt opgenomen. Ze kwetst de lieve juffrouw Van der Does door dier pruik te verdonkeremanen en op een borstbeeld in de gang te plaatsen. Haar berouw en inkeer hier- over schrijft ze eerlijk aan haar moeder, in de hoop dat dit bewijs van haar goede opvoeding, moeder

56

’47 ’48 ’49 ’54 ’56 ’59 ’63 ‘65 ’66 ‘69

Madeleine Goud-Elsje Kitty Anne-Linde Marjolein Dini Pam Annemarie Vlinder Mieke

wellicht blij stemt en zo haar genezing bespoedigt. Ook Kitty’s voornaamste object van zorg is haar moeder, maar de zorg komt niet zo van harte. Haar vader wou haar al langer terug naar huis hebben, maar haar onafhankelijkheid woog bij Kitty nog altijd zwaarder. Nu offert ze haar dromen op, uit liefde voor haar moeder.

Bij Els en Dini komen zorgzaamheid en naastenliefde voort uit een christelijke levens- instelling. Vooral Els is hier veel mee bezig. Haar belangrijkste drijfveer is te leven zoals God dat wil: Heb de Here uw God lief boven alles en uw naaste als uzelf. Zij stelt dan ook met liefde haar leven in dienst van het grotere geheel. De zelfopoffering van Kitty, kenmerkt ook Els. Ze stopt met school en gaat in de boekhandel werken ten behoeve van het gezinsinkomen. Ze neemt deel aan ‘stopfeesten’ waar drukke of zieke moeders ontlast worden van hun bergen met stopwerk. Het is goed om iets voor anderen te kunnen betekenen. Vanuit diezelfde gedachte handelt Dini als ze zich verstopt op de boot van Ed en Joost om mee te kunnen naar het overstroomde gebied in Zeeland, als in 1953 de dijken breken. Hoewel het geloof in haar leven een minder prominente rol lijkt te spelen dan in dat van Goud-Elsje, verwachten zij, haar moeder, Peter en Ed hun hulp van God. Wanneer Dini weer thuis is van haar korte reis – na ontdekking was ze subiet aan wal gezet – zegt moeder haar dat alles wat zij op dit moment voor de getroffenen kunnen doen, is bidden. Het zijn echter alleen Goud-Elsje en Dini die zich door een christelijke motivatie laten drijven. Van eenzelfde inspiratiebron is bij de andere meisjes geen sprake; hetgeen opvallend is, gezien de nog overwegend christelijke samenleving in voornamelijk de jaren veertig en vijftig. In deze jaren neemt de ontkerkelijking weliswaar reeds toe, maar het overgrote deel van de mensen leeft nog steeds volgens christelijke leefregels. Pas in de jaren zestig neemt de secularisatie grotere vormen aan en zelfs nu blijft het christelijk georiënteerde deel van de samenleving in de meerderheid. In dit kader vertonen de meisjesboeken uit dit corpus dus een trendbreuk ten opzichte van de werke- lijke situatie.