• No results found

4.3 Beperkingen van het onderzoek en mogelijkheden voor toekomstig onderzoek

4.3.2 Mogelijkheden voor toekomstig onderzoek

Enkele mogelijkheden voor toekomstig onderzoek staan hieronder beschreven.

Als eerste kan er vervolgonderzoek gedaan worden naar het acceptatiegedrag van zorgverleners door middel van een grotere steekproefomvang met een gevarieerde groep van respondenten op basis van de modererende factoren zoals geslacht, leeftijd, ervaring, vrijwilligheid van gebruik en eventueel ook opleidingsniveau. Ook dienen in deze steekproef de perspectieven van mannelijke zorgverleners nagegaan te worden.

vaak een gesloten houding ten opzichte van robotica in de zorg aannamen door het gebrek aan kennis of de angst voor onwetendheid. In vervolgonderzoek kan nagegaan worden of de houding van de zorgverleners onderhevig is aan verandering wanneer de kennis over mogelijkheden met robotica in de zorg vergroot wordt. Zo kan er op tijdstip x een interview afgenomen worden dat de mening van de zorgverleners bevraagd. Hierna vindt er een informatieve sessie plaats over robotica in de zorg. Dit kan in de vorm van een beurs, videos of gastlessen van ervaringsdeskundigen. Na deze sessies wordt opnieuw de houding van de zorgverleners bevraagd en wordt deze vergeleken met de bevindingen van het eerste interview.

Tot slot, een derde en zeer relevante mogelijke uitbreiding is om dit onderzoek te herhalen in een kwantitatieve setting. Het analyseren van kwantitatieve resultaten laat toe om zo na te gaan in welke mate de gedefinieerde factoren van het uitgebreide UTAUT-model relevant zijn in het voorspellen van de gebruiksintentie van robotica. Deze resultaten maken het ook mogelijk om meer gedetailleerde aanbevelingen te geven omtrent de evolutie van robots in de zorgsector.

5 Conclusie

Dit kwalitatieve onderzoek trachtte meer inzicht te verkrijgen in de gebruiksintentie van zorgverleners door een antwoord te formuleren op de vraag “Welke factoren beïnvloeden het acceptatiegedrag van

zorgverleners, toegepast op robots ingezet bij thuiswonende ouderen?” Er werd gebruik gemaakt van

semigestructureerde diepte-interviews, afgenomen bij zeven thuisverpleegsters. De onderzoeksvraag werd beantwoord in twee delen. De bevindingen van de twee deelvragen, die leiden tot het antwoord op de hoofdvraag, staan hieronder beschreven.

De eerste deelvraag ging na welke constructen uit het originele UTAUT-model invloed hebben op het acceptatiegedrag van zorgverleners. De resultaten in dit onderzoek toonden aan dat het verwachte nut voor vijf van de zeven respondenten een positieve relatie vormde met de gebruiksintentie. Daarnaast werd er voor vier van de zeven respondenten een positieve relatie verwacht tussen het verwachte gebruiksgemak en de gebruiksintentie. Opvallend was dat de derde constuct, de sociale invloed, slechts bij één respondent in rekening gebracht kon worden. Voor de overige respondenten diende deze variabele genegeerd te worden aangezien deze respondenten nog niet onderhevig geweest waren aan sociale invloeden in de vorm van gesprekken of discussies.

De tweede deelvraag focuste zich op extra toegevoegde factoren en functionaliteiten door een uitbreiding van het originele UTAUT-model. Zo kon er nagegaan worden of de variabelen ‘menselijkheid’, ‘grootte’, ‘attitude’, ‘persoonlijke waarden’, ‘motivatie’, ‘type gebruiker’ en ‘angst’ en verschillende functionaliteiten de gebruiksintentie van de bevraagde zorgverleners beïnvloedden. Vooral de angst voor de komst van robotica in de zorg en de voorkeuren voor een menselijk uiterlijk van een robot kwamen bij verschillende zorgverleners naar voren.

Tot slot, dankzij dit onderzoek werden de standpunten van een groep zorgverleners omtrent robotica in de thuiszorg in kaart gebracht. Hieruit kon geconcludeerd worden dat de kennis en ervaring van zorgverleners van thuiswonende ouderen met robotica nog zeer gelimiteerd is. Wil men in de toekomst robots in de thuiszorg succesvol inzetten, mogen de standpunten van deze groep stakeholders zeker niet vergeten worden.

6 Referenties

Abdoel, R. (2010). Technologie acceptatie en Intelligente voertuigen.

Alaiad, A., & Zhou, L. (2014). The determinants of home healthcare robots adoption: An empirical investigation. International journal of medical informatics, 83(11), 825-840.

Alaiad, A., Zhou, L., & Koru, G. (2014). An exploratory study of home healthcare robots adoption applying the UTAUT model. International Journal of Healthcare Information Systems and Informatics (IJHISI), 9(4), 44-59.

Bandura, A. (1986). Social Foundations of Thought and Action: A Social Cognitive Theory. Englewood Cliffs, NJ: Prentice Hall.

Banks, M. R., & Banks, W. A. (2005). The effects of group and individual animal-assisted therapy on loneliness in residents of long-term care facilities.  Anthrozoös, 18(4), 396-408.

Banks, M. R., Willoughby, L. M., & Banks, W. A. (2008). Animal-assisted therapy and loneliness in nursing homes: use of robotic versus living dogs. Journal of the American Medical Directors Association, 9(3), 173-177.

Bar-Cohen, Y., & Hanson, D. (2009). The coming robot revolution: Expectations and fears about emerging intelligent, humanlike machines. Springer Science & Business Media.

Bedaf, S., Draper, H., Gelderblom, G. J., Sorell, T., & de Witte, L. (2016). Can a service robot which supports independent living of older people disobey a command? The views of older people, informal carers and professional caregivers on the acceptability of robots. International Journal of Social Robotics, 8(3), 409-420.

Bedaf, S., Gelderblom, G. J., & De Witte, L. (2015). Overview and categorization of robots supporting independent living of elderly people: what activities do they support and how far have they developed. Assistive Technology, 27(2), 88-100.

Beer, J. M., Prakash, A., Mitzner, T. L., & Rogers, W. A. (2011). Understanding robot acceptance. Georgia Institute of Technology.

Bemelmans, R., Gelderblom, G. J., Jonker, P., & De Witte, L. (2012). Socially assistive robots in elderly care: A systematic review into effects and effectiveness. Journal of the American Medical Directors Association, 13(2), 114-120.

Bixter, M., Blocker, K., Mitzner, T., Prakash, A., & Rogers, W. (2019). Understanding the use and non- use of social communication technologies by older adults: A qualitative test and extension of the UTAUT model. Gerontechnology, 18(2), 70-88.

Boyce, C., & Neale, P. (2006). Conducting in-depth interviews: A guide for designing and conducting in-depth interviews for evaluation input.

Broadbent, E., Stafford, R., & MacDonald, B. (2009). Acceptance of healthcare robots for the older population: Review and future directions. International journal of social robotics, 1(4), 319. Broadbent, E., Tamagawa, R., Patience, A., Knock, B., Kerse, N., Day, K., & MacDonald, B. A. (2011).

Broekens, J., Heerink, M., & Rosendal, H. (2009). Assistive social robots in elderly care: a review. Gerontechnology, 8(2), 94-103.

Callens, J., Boone, S., & Clarysse, B. (2016). Digitale innovaties en ondernemerschap in de revalidatiesector.

Calot, G., & Sardon, J. P. (1999). Les facteurs du vieillissement démographique. Population (french edition), 509-552.

Consyst. (2020). ZORA - Zorg, Ouderen, Revalidatie & Animatie, Geraadpleegd op 23 maart 2020, via https://www.consyst.nl/zora-zorgrobot/.

Cosar, S., Fernandez-Carmona, M., Agrigoroaie, R., Ferland, F., Zhao, F., Yue, S., . . . Tapus, A. (2019). ENRICHME: Perception and Interaction of an Assistive Robot for the Elderly at Home. International Journal of Social Robotics.

Dautenhahn, K. (2007). Socially intelligent robots: dimensions of human–robot interaction.

 Philosophical transactions of the royal society B: Biological sciences,  362(1480), 679-704. Davis, F. D. (1989). Perceived usefulness, perceived ease of use, and user acceptance of information

technology. MIS quarterly, 319-340.

De Graaf, M. M., & Allouch, S. B. (2013). Exploring influencing variables for the acceptance of social robots. Robotics and autonomous systems, 61(12), 1476-1486.

De Graaf, M. M., Allouch, S. B., & van Dijk, J. A. (2016). Long-term evaluation of a social robot in real homes.  Interaction studies,  17(3), 462-491.

DeGroote, S., Van Looy, A., & Couckuyt, D. (2019). Een toepassing van UTAUT op Smart Home Technologie.

Delanghe, L., Van Looy, A., & Vermeulen, S. (2017). De adoptie van gamification technieken vanuit het standpunt van de werknemers.

Dos Santos, B. L., Fichman, R. G., & Zheng, Z. (2014). Digital innovation as a fundamental and powerful concept in the information systems curriculum. MIS quarterly, 38(2), 329-A15. Dykstra, P. A. (2009). Older adult loneliness: myths and realities. . European journal of ageing, 6(2),

91. .

Eizema, J. (2010). Welke factoren beïnvloeden de intentie tot acceptatie van klanten van Rabobank Sneek-ZwF ten opzichte van het Multichannel Groeipad?

Enders-Slegers, J. M. (2000). Een leven lang goed gezelschap: empirisch onderzoek naar de betekenis van gezelschapsdieren voor de kwaliteit van leven van ouderen. Universiteit Utrecht.

Erebak, S., & Turgut, T. (2019). Caregivers’ attitudes toward potential robot coworkers in elder care. Cognition, Technology & Work, 21(2), 327-336.

Feil-Seifer, D., & Mataric, M. J. (2005). Defining socially assistive robotics. 9th International Conference on Rehabilitation Robotics, (pp. 465-468).

Feil-Seifer, D., & Mataric, M. J. (2011). Socially assistive robotics. IEEE Robotics & Automation Magazine, 18(1), 24-31.

Flandorfer, P. (2012). Population ageing and socially assistive robots for elderly persons: the importance of sociodemographic factors for user acceptance. International Journal of Population Research.

Fokkema, T., & Steyaert, J. (2005). Achter de geraniums of achter het computerscherm? ICT als middel ter bestrijding van eenzaamheid bij ouderen. Journal of Social Intervention: Theory and Practice, 14(2).

Fokkema, T., & Van Tilburg, T. (2006). Aanpak van eenzaamheid: helpt het. Een vergelijkend effect-en procesevaluatie onderzoek naar interventies ter voorkoming en vermindering van

eenzaamheid onder ouderen. Den Haag: NIDI.

Fong, T., Nourbakhsh, I., & Dautenhahn, K. (2003). A survey of socially interactive robots. Robotics and autonomous systems. 42(3-4), 143-166.

Godoe, P., & Johansen, T. (2012). Understanding adoption of new technologies: Technology readiness and technology acceptance as an integrated concept. Journal of European Psychology Students, 3(1), 38–52.

Golafshani, N. (2003). Understanding reliability and validity in qualitative research. The qualitative report, 8(4), 597-607.

Groot, R. (2011). De opkomst van een nieuw digitaal medium? . Bachelorproef, Universiteit Tilburg, Tilburg, Nederland.

Guion, L. A., Diehl, D. C., & McDonald, D. (2001). Conducting an in-depth interview. Institute of Food and Agricultural Sciences.

Holden, R. J., & Karsh, B. T. (2010). The technology acceptance model: its past and its future in health care. Journal of biomedical informatics, 43(1), 159-172.

Horsntra, M. (2015). Onderzoeksrapport: We Helpen, onder sociale professionals.

Houten, R., van de Kar, M., Wouts, J., & Moring, M. (2017). Technisch Rapport: kan Pepper eenzame ouderen oppeppen?

Hüsstege, M. J., Leenders, A. E., & Tol, L. A. (2017). Inzet van sociale robots tegen eenzaamheid, Bachelorproef, Universiteit Utrecht, Utrecht, Nederland.

Jacobs, L. (2016). Kunstmatige Intelligentie in de ouderenzorg in Japan, Bachelorproef, Universiteit Utrecht, Utrecht, Nederland.

Kachouie, R., Sedighadeli, S., Khosla, R., & Chu, M. T. (2014). Socially assistive robots in elderly care: a mixed-method systematic literature review. International Journal of Human-Computer Interaction, 30(5), 369-393.

Kirby, R., Forlizzi, J., & Simmons, R. (2010). Affective social robots. Robotics and Autonomous Systems, 58(3), 322-332.

Kiwanuka, A. (2015). Acceptance Process: The Missing Link between UTAUT and Diffusion of Innovation Theory. American Journal of Information Systems, 3(2), 40-44.

Klaassens, A. E., & Jaran, R. (2018). Robots in de strijd tegen eenzaamheid? , Bachelorproef, Saxion Hogeschool Enschede, Enschede, Nederland.

Kleine Schaars, I. (2009). Kennis maken door kennis delen : een onderzoek naar de factoren die de intentie tot gebruik van kennismanagementtoepassingen bepalen in een professionele kennisgestuurde organisatie.

Kollmann, T. (2004). Attitude, adoption or acceptance? Measuring the market success of

telecommunication and multimedia technology. International Journal of Business Performance Management, 6(2), 133-152.

Kuiper, M. S. (2006). Intentie tot acceptatie van toekomstige technologie , Bachelorproef, Universiteit Twente, Enschede, Nederland.

Linders, L. (2004). Eenzaamheid in de digitale stad.

Mitzner, T. L., Kemp, C. C., Rogers, W., & Tiberio, L. (2013). Investigating healthcare providers' acceptance of personal robots for assisting with daily caregiving tasks. CHI'13 Extended Abstracts on Human Factors in Computing Systems, 499-504.

Mori, M. (2012). The Uncanny Valley: The Original Essay. IEEE Spectrum.

Pacolet, J., Deliège, D., Artoisenet, C., Cattaert, G., Coudron, V., Leroy, X., . . . Swine, C. (2005). Vergrijzing, gezondheidszorg en ouderenzorg in België.

Peeters, J., Wiegers, T., de Bie, J., & Friele, R. (2013). Technologie in de zorg thuis. Nog een wereld te winnen.

Pelfrene, E. (2005). Ontgroening en vergrijzing in Vlaanderen 1990-2050. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Planning en Statistiek.

Pino, M., Boulay, M., Jouen, F., & Rigaud, A. S. (2015). “Are we ready for robots that care for us?” Attitudes and opinions of older adults toward socially assistive robots. Frontiers in aging neuroscience, 141.

Poelman, T., & Vermeire, E. (2015). Aan welke criteria moet kwalitatief onderzoek voldoen. Minerva, 14(2), 24.

Pollack, M. E. (2005). Intelligent technology for an aging population: The use of AI to assist elders with cognitive impairment. AI magazine, 26(2), 9-9.

Qureshi, M. O., & Syed, R. S. (2014). The impact of robotics on employment and motivation of employees in the service sector, with special reference to health care. Safety and health at work, 5(4), 198-202.

Renaud, K., & Van Biljon, J. (2008). Predicting technology acceptance and adoption by the elderly: a qualitative study. Proceedings of the 2008 annual research conference of the South African Institute of Computer Scientists and Information Technologists on IT research in developing countries: riding the wave of technology, (pp. 210-219).

Riek, L. D. (2017). Healthcare robotics. Communications of the ACM, 60(11), 68-78.

Robinson, H., MacDonald, B., & Broadbent, E. (2014). The role of healthcare robots for older people at home: A review. International Journal of Social Robotics, 6(4), 575-591.

Robinson, H., MacDonald, B., Kerse, N., & Broadbent, E. (2013). The psychosocial effects of a companion robot: a randomized controlled trial. Journal of the American Medical Directors Association, 14(9), 661-667.

Robotzorg. (2020). Zora robot voor activering, Geraadpleegd op 27 maart 2020, via https://www.robotzorg.nl/product/zora-robot-voor-activering/.

Rogers, E. M. (1995). Diffusion of innovations. New York: Free Press.

Schumpeter, J. A. (1950). Capitalism, Socialism and Democracy. New York: Harper Row.

Schumpeter, J. A. (1951). Essays: On Entrepreneurs, Innovations, Business Cycles and the Evolution of Capitalism. Saint Louis: Transaction Publishers.

Sharkey, A., & Sharkey, N. (2011). Children, the elderly, and interactive robots. Robotics & Automation Magazine, 18(1), 32-38.

Sharkey, A., & Sharkey, N. (2012). Granny and the robots: ethical issues in robot care for the elderly. Ethics and information technology,  14(1), 27-40.

Shibata, T., & Wada, K. (2011). Robot therapy: a new approach for mental healthcare of the elderly–a mini-review. Gerontology, 57(4), 378-386.

Snuverink, S. E. (2017). Robotisering in de zorg-Een onderzoek naar de mogelijke gevolgen van robotisering voor de werkbeleving van medewerkers in Verpleeg-Verzorgingshuizen en Thuiszorgorganisaties , Masterproef, Universiteit Utrecht, Utrecht, Nederland.

Son, H., Park, Y., Kim, C., & Chou, J. S. (2012). Toward an understanding of construction

professionals' acceptance of mobile computing devices in South Korea: An extension of the technology acceptance model. Automation in construction, 28, 82-90.

Swaen, B. (2014a). Wat is externe validiteit?, Geraadpleegd op 21 april 2020, via https://www.scribbr.nl/onderzoeksmethoden/externe-validiteit/.

Swaen, B. (2014b). Wat is interne validiteit?, Geraadpleegd op 14 april 2020, via https://www.scribbr.nl/onderzoeksmethoden/interne-validiteit/.

Tacken, M., Marcellini, F., Mollenkopf, H., Ruoppila, I., & Szeman, Z. (2005). Use and acceptance of new technology by older people. Findings of the international MOBILATE survey:‘Enhancing mobility in later life’. Gerontechnology, 3(3), 126-137.

Tamura, T., Yonemitsu, S., Itoh, A., Oikawa, D., Kawakami, A., Higashi, Y., . . . Nakajima, K. (2004). Is an entertainment robot useful in the care of elderly people with severe dementia? The

Journals of Gerontology Series A: Biological Sciences and Medical Sciences, 59(1), M83- M85.

Thomas, E., & Magilvy, J. K. (2011). Qualitative rigor or research validity in qualitative research. Journal for specialists in pediatric nursing, 16(2), 151-155.

Tjong Tjin Tai, E. (2017). Aansprakelijkheid voor robots en algoritmes. . Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 14(3), 123-132.

Tönissen, N., Hoppenbrouwers, S. S., & Barendsen, E. E. (2016). Een tool voor acceptatieonderzoek naar IT.

Vallor, S. (2011). Carebots and caregivers: Sustaining the ethical ideal of care in the twenty-first century. Philosophy & Technology, 24(3), 251.

van Hees, N. C. (2010). ROBO(N)T: Een onderzoek naar het tot stand komen van realiteit en acceptatie bij de ontwikkeling en gebruik van sociale zorgrobot Paro , Bachelorproef, Universiteit Utrecht, Utrecht, Nederland.

Van Kemenade, M. A., Konijn, E. A., & Hoorn, J. F. (2015). Robots Humanize Care - Moral Concerns Versus Witnessed Benefits for the Elderly. Proceedings of the International Conference on Health Informatics, 648-653.

Van Looy, A. (2019). Vragenlijst voor UGent interview.

Van Nimwegen, N. (2008). Een dubbele demografische uitdaging voor de EU. Demos: bulletin over bevolking en samenleving, 24(2), 5-8.

Van Wynsberghe, A. (2013). Designing robots for care: Care centered value-sensitive design. Science and Engineering Ethics, 19(2), 407–433.

van Zwieten, M., & Willems, D. (2004). Waardering van kwalitatief onderzoek. Huisarts en wetenschap, 47(13), 38-43.

Vandemeulebroucke, T., de Casterlé, B. D., & Gastmans, C. (2018a). The use of care robots in aged care: A systematic review of argument-based ethics literature. Archives of gerontology and geriatrics, 74, 15-25.

Vandenbroucke, S., Lebrun, J. M., Vermeulen, B., Declercq, A., Maggi, P., Delye, S., & Gosset, C. (2012). Oud word je niet alleen. Een enquête over eenzaamheid en sociaal isolement bij ouderen in België. Fondation Roi Baudouin.

Vandercammen, J., Everaert, G., Schoonackers, R., & Van De Gaer, D. (2016). Impact van vergrijzing op de arbeidsmarktsituatie.

Venkatesh, V., Morris, M. G., Davis, G. B., & Davis, F. D. (2003). User acceptance of information technology: Toward a unified view. MIS quarterly, 425-478.

Verschuere, B., & Vancoppenolle, D. (2010). Welzijn in Vlaanderen: beleid, bestuurlijke organisatie en uitdagingen, (Vol. 9)NV die Keure.

Wang, R. H., Sudhama, A., Begum, M., Huq, R., & Mihailidis, A. (2017). Robots to assist daily activities: views of older adults with Alzheimer's disease and their caregivers. International psychogeriatrics, 29(1), 67-79.

Wang, T., Jung, C. H., Kang, M. H., & Chung, Y. S. (2014). Exploring determinants of adoption intentions towards Enterprise 2.0 applications: an empirical study. Behaviour & Information Technology, 33(10), 1048-1064.

Welbergen, L., & Massart, M. (2018). De implementatie van socially assistive robots in de

ouderenzorg: de percepties van Vlaamse ouderen over de ethische aspecten van socially assistive robots in de ouderenzorg.

Welmers, A. (2005). Op zoek naar helderheid, een aangepast UTAUT model voor digitale radio. Went, R., Kremer, M., & Knottnerus, A. (2015). De robot de baas. De toekomst van het werk in het

tweede machine tijdperk. Den Haag: WRR.

Williams, M., Rana, N., Dwivedi, Y., & Lal, B. (2011). Is UTAUT really used or just cited for the sake of it? A systematic review of citations of UTAUT’s originating article.

Wu, Y. H., Fassert, C., & Rigaud, A. S. (2012). Designing robots for the elderly: appearance issue and beyond. Archives of gerontology and geriatrics, 54(1), 121-126.

Yoo, Y., Henfridsson, O., & Lyytinen, K. (2010). Research commentary—the new organizing logic of digital innovation: an agenda for information systems research. Information systems research, 21(4), 724-735.

Zorabots. (2020). ZORA - Zorg, Ouderen, Revalidatie & Animatie, Geraadpleegd op 16 maart 2020, via https://www.zorarobotics.be/site/index.php/nl/wie-ben-ik.

7 Bijlagen

7.1 Bijlage 1: Vragenlijst interview

In het kader van mijn masterproef voer ik onderzoek naar hoe zorgverleners tegenover robotica ingezet bij thuiswonende ouderen staan. In het bijzonder wordt er nagegaan hoe het

acceptatiegedrag van zorgverleners in elkaar zit, wat dit acceptatiegedrag beïnvloedt en welke functionaliteiten een robot dient te bezitten om eventueel aanvaard te worden. Het is van belang dat u alle vragen eerlijk en met uw eigen standpunt beantwoordt en beargumenteert. Het interview neemt ongeveer 30 minuten in beslag en wordt opgenomen. Alle antwoorden worden volledig anoniem verwerkt en zullen enkel voor dit onderzoek gebruikt worden.

Wat houdt robotica bij ouderenzorg in?

Vergrijzing zorgt voor een enorme druk op de gezondheidzorg en zorgverleners. Hierdoor wordt er vaker gegrepen naar nieuwe technologieën, en in het bijzonder robots, als hulpmiddel om deze druk te verlagen. Robots mogen in dit interview in de ruimte zin beschouwd worden, dat wil zeggen dat ze ingezet kunnen worden voor het uitvoeren van fysieke taken, het verwerken van gegevens en al dan niet zelflerend zijn. De robots ondersteunen zorgverleners waardoor deze minder stress ervaren en de last van hun taken gedeeltelijk verminderd wordt. Ook kunnen robots ervoor zorgen dat de

levenskwaliteit van de ouderen erop verbetert.

1 De volgende vragen zijn bedoeld om kennis te maken en om meer te weten te komen over uw job als thuisverpleger/thuisverpleegster.

[Geslacht]: Noteer het geslacht van de respondent. [Leeftijd]: Wat is uw leeftijd?

[Opleidingsniveau]: Wat is uw hoogst behaalde diploma? [Functietitel]: Wat is de officiële benaming van uw functie?

[Takenpakket]: Welk takenpakket brengt deze functie met zich mee? [Aantal_Patiënten]: Hoeveel patiënten bezoekt u gemiddeld op een dag? [Tijd]: Hoelang neemt een patiëntenbezoek gemiddeld in beslag?

[Relatie]: Hoe belangrlijk is het voor u om een betekenisvolle relatie met elke patiënt op te bouwen? 2 De volgende vragen zijn bedoeld om hoogte te krijgen over technologie binnen uw job.

[Ervaring]: Komt u momenteel bij het uitvoeren van uw job in aanraking met bepaalde technologieën

om sommige van uw taken efficiënter te kunnen uitvoeren?

Voorbeelden hiervan zijn een lift om heffen minder belastend te maken voor de rug, ziekenhuisbedden, ondersteunende robots…

[Jobzekerheid]: Bent u soms bang dat uw job overbodig zal worden door het toenemende aanbod van

technologie in deze sector?

3 De volgende vragen zijn bedoeld om te achterhalen wat uw huidige kennis omtrent robotica bij ouderenzorg is.

[Kennis]: Welke technologieën zijn u bekend? U hoeft ze niet zelf gebruikt te hebben, gewoon kennis

ervan hebben is voldoende.

(1) Paro (2) AIBO (3) Alice (4) iARM (5) My Spoon (6) ZORA (7) Somnox

[Voorstellen]: Welke technologieën zouden volgens u het uitvoeren van uw job gemakkelijker,

efficiënter of minder belastend kunnen maken?

[Functionaliteiten]: In welke mate vindt u volgende functionaliteiten van belang bij een robot ingezet

voor ouderenzorg? (1) communicatie (2) cognitieve ondersteuning (3) informatie verschaffen (4) entertainment (5) ondersteuning in het dagelijks leven (6) veiligheid en gezondheidszorg Geef een score op vijf waarbij 1 = helemaal niet belangrijk; 2 = eerder onbelangrijk; 3 = noch belangrijk/noch onbelangrijk; 4 = eerder belangrijk 5 = heel belangrijk.

4 De volgende vragen zijn een toepassing van het UTAUT-model. Dit model poogt de

gebruiksintentie van een bepaalde technologie uit te leggen. “Gebruiksintentie is een voorspeller van het daadwerkelijk gebruik. Het daadwerkelijk gebruik wordt op zijn beurt beïnvloed door verwachte nuttigheid (performance expectancy), verwachte gebruiksgemak (effort expectancy), sociale invloeden (social influence) en faciliterende voorwaarden (facilitating conditions)” (Alaiad, Zhou, & Koru, 2014, pp. 48).

[Verwachte_Nuttigheid_1]: Bij welke aspecten van uw job denkt u dat het gebruik van robots kan

nuttig zijn voor het uitvoeren van uw job?

[Verwachte_Nuttigheid_2]: Bij welke aspecten van uw job denkt u dat het gebruik van robots zeker

niet nuttig zou zijn of zelfs verhinderend zou werken?