• No results found

Mogelijke oplossingen op korte termijn tav de doorstroming in de doortocht Adinkerke

3.4 Evaluatie van mogelijke oplossingrichtingen

3.4.2 Mogelijke oplossingen op korte termijn tav de doorstroming in de doortocht Adinkerke

150 m 100m

100m 200m 250m 400m 300m

parking plopsaland E40

gelijkvloerse kruising tramlijn & oversteek voetgangers gelijkvloerse kruising spoorlijn gemengd verkeer, erftoegangen

voorrangsgeregeld kruispunt minirotonde, fietsers in de voorrang voorrangsgeregeld kruispunt fietsers in de voorrang

voorrangsgeregeld kruispunt eenstrooksrotonde fietsers in de voorrang oversteek fietsers

erftoegangen, keerbewegingen

beperkte instroom parkingoptimalisering organisatie & instroom parking doorlichting procedure sluiten overweg kruispuntregeling door politie ifv verbeteren doorstroming kruispuntregeling door politie ifv verbeteren doorstroming

9 8 7 6 5 4 3 2 1 knelpunten doorstromingmogelijke oplossing op korte termijn

Voor een aantal knelpunten worden op korte termijn oplossingen aangereikt (zie figuur). Deze oplossingen worden inmiddels reeds toegepast of zijn in onderzoek. Toetsing aan de doelstellingen • Toetsing aan inrichtingsprincipes Deze maatregelen zorgen voor een verbeterde verkeersafwikkeling met een maxi- maal effect in de huidige situatie, zonder infrastructurele ingrepen op N34, maar bie- den geen structurele oplossing voor de doorstromings- en leefbaarheidsproblematiek op de N34. De beperkte afwikkelingscapaciteit van enerzijds de rotonde op de N34 ter hoogte van de toegang tot de parking Plopsaland en de rotonde op het kruispunt N34-N39 vormen immers sterk bepalende elementen voor de doorstroming van ver- keer op de N34. Het vervangen van de rotondes op de N34 door lichtengeregelde kruispunten kan een zekere winst opleveren op het vlak van afwikkelingscapaciteit. Doch in dat geval blijven het gemengd verkeer in de doortocht van Adinkerke en de gelijkvloerse kruisingen van spoor- en tramlijn bepalende factoren voor de verkeers- afwikkeling. Een substantiële verbetering van de verkeersafwikkeling is bijgevolg niet te realiseren binnen het huidige tracé van de N34. • Toetsing aan impact op leefbaarheid Met deze maatregelen wordt de beoogde doelstelling om de leefbaarheid in de kern van Adinkerke te verbeteren niet bereikt. Er zal geen verbetering optreden van de oversteekbaarheid of zal de verkeersdruk ter hoogte van de kern niet afnemen. • Toetsing van haalbaarheid Deze oplossingen op korte termijn biedt geen antwoord op de huidige barrièrewerking ter hoogte van de kern van Adinkerke. De ruimtelijke samenhang van de kern wordt niet versterkt. Bijkomend geldt dat kruispuntregeling door politie geen structurele op- lossing kan bieden op lange termijn en ook financieel niet haalbaar is voor een lange- re periode. Conclusie Deze oplossingen op korte termijn worden niet voldoende geacht om een structurele op- lossing te bieden aan de problematiek op vlak van verkeersafwikkeling. Dit heeft tot ge- volg dat de beoogde doelstelling om de leefbaarheid van de kern Adinkerke te verbete- ren niet wordt ingevuld en de ruimtelijke samenhang van de kern niet wordt versterkt.

Plandoelstelling en oplossingsrichtingen , Revisie Pagina 25 van 76

3.4.3 Realiseren van een bijkomend knooppunt op de E40 en een omleiding van de N34 Plopsaland Adinkerke

Westhoekduinen Polder van Adinkerke (west)

Polder van Adinkerke (oost)

Oosthoekduinen Calmeynbos Station Cabourgduinen E40

N34 bijkomende aansluiting E40?

bijkomende aansluiting E40?

Duinhoek Vakantiepark Garzebekeveld bijkomend knooppunt E40 omleiding N34bestaand knooppunt E40-N34

Dit alternatief houdt in dat de mogelijkheid wordt onderzocht om een bijkomend knoop- punt op de E40 te realiseren. Afhankelijk van de ligging van dit knooppunt wordt een om- leidingstracé voorzien rond de kern van Adinkerke. Gezien de ligging van het knooppunt variabel is, wordt voor dit alternatief het omleidingstracé niet concreet ingetekend. Toetsing aan de doelstellingen • Toetsing aan inrichtingsprincipes De inrichtingsprincipes voor hoofdwegen gaan uit van een afstand tussen de aanslui- tingen van ten minste 8 à 10 kilometer. De afstand tussen de bestaande aansluitin- gen op de E40 bedraagt 5 tot 6 kilometer. Voor het optimaal functioneren van hoofd- wegen dient het aantal aansluitingen te worden beperkt. Een bijkomende aansluiting is bijgevolg niet wenselijk vanuit de inrichtingsprincipes voor hoofdwegen en zou het functioneren van de E40 als hoofdweg in het gedrang brengen. • Toetsing aan impact op leefbaarheid Een omleiding van het bovenlokaal en toeristisch verkeer zorgt voor een verbetering van de verkeersleefbaarheid van Adinkerke. Een verbetering van de verkeersleef- baarheid betekent eveneens dat de ruimtelijke samenhang van de kern wordt ver- sterkt. • Toetsing van haalbaarheid Een bijkomende aansluiting en omleiding zou een sterke versnippering betekenen van structuurbepalende elementen op Vlaams niveau: de Cabourduinen als belang- rijk element van de natuurlijke structuur in het geval van een bijkomend knooppunt ten westen van het bestaande knooppunt of de Polder van Adinkerke als ruimtelijk samenhangend landbouwgebied in het geval van een bijkomend knooppunt ten oos- ten van het bestaande knooppunt. Een bijkomende aansluiting op de E40 is bijgevolg niet verenigbaar met het beleidskader voor structuurbepalende open-ruimtefuncties op Vlaams niveau. Conclusie Deze oplossingsrichting wordt niet haalbaar geacht en bijgevolg niet weerhouden vanuit de onverenigbaarheid met het beleidskader op Vlaams niveau. Dit betekent dat oplos- singsrichtingen dienen uit te gaan van (een optimalisering) van het bestaande knooppunt op de E40.

Plandoelstelling en oplossingsrichtingen , Revisie Pagina 26 van 76

3.4.4 Optimaliseren bestaand knooppunt E40 en realiseren van de N34 in tunnel/sleuf Plopsaland Adinkerke

Westhoekduinen Polder van Adinkerke (west)

Polder van Adinkerke (oost)

Oosthoekduinen Calmeynbos Station Cabourgduinen E40

N34 Duinhoek Vakantiepark Garzebekeveld bijkomend knooppunt E40 omleiding N34bestaand knooppunt E40-N34

Toetsing aan de doelstellingen • Toetsing aan inrichtingsprincipes Een ongelijkvloerse oplossing waarbij de verzamelende rol voor De Panne en Plop- saland wordt opgenomen door een verkeersinfrastructuur in sleuf of in tunnel vormt een potentiële oplossing aangezien door middel van een gescheiden verkeersafwik- keling een vlotte doorstroming van verkeer en een hoge afwikkelingscapaciteit kan gerealiseerd worden. • Toetsing aan impact op leefbaarheid Een oplossing in sleuf is niet verenigbaar met de beoogde doelstelling om de leef- baarheid van de kern Adinkerke te verbeteren aangezien een ruimtelijke barrière wordt gecreëerd waardoor de oversteekbaarheid in de doortocht vermindert. Een oplossing in tunnel vormt potentieel een oplossing aangezien de verkeersafwik- keling losgekoppeld wordt van de doortocht waardoor de verkeersdruk in de door- tocht (sterk) vermindert. • Toetsing van haalbaarheid Zowel een oplossing in sleuf als in tunnel zijn ruimtelijk niet inpasbaar omwille van de beperkte ruimtelijke mogelijkheden in de doortocht. Het gabariet van de Stationsstraat is te smal om een sleuf te voorzien alsook een rij- strook per rijrichtingen bovengronds. De oplossingsrichting is tevens niet haalbaar vanuit het lengteprofiel: spoor- en tramlijn kunnen niet ongelijkvloers gekruist worden met aanvaardbare hellingen. De doortocht heeft een te smal gabariet om de uitwisseling van verkeer te organise- ren tussen het bovengronds gedeelte in de doortocht (op maaiveldniveau) en het tunnelgedeelte. Daarnaast bedraagt de investeringskost van beide oplossingen een veelvoud van een omleidingsweg en staat deze bijgevolg niet in verhouding tot de selectie als pri- maire II. Conclusie Deze oplossingsrichting wordt niet haalbaar geacht en bijgevolg niet weerhouden vanuit ruimtelijk en financieel oogpunt. Een oplossingsrichting in sleuf strookt eveneens niet met de beoogde doelstelling om de leefbaarheid van de kern Adinkerke te verbeteren.

Plandoelstelling en oplossingsrichtingen , Revisie Pagina 27 van 76

3.4.5 Optimaliseren bestaande knooppunt E40 en realiseren van een omleiding N34 Globaal kan een onderscheid gemaakt worden tussen een omleidingsweg ten westen of ten oosten van de kern Adinkerke. In het geval van een omlei- dingsweg ten westen van Adinkerke werden twee varianten uitgewerkt, namelijk een omleiding langs het kanaal en een omleiding rond de kern. Daar- naast werd een derde variant bekeken die een gedeeltelijke westelijke omleiding inhoudt. Deze drie varianten worden hierna besproken. 3.4.5.1 Westelijke omleiding langs het kanaal Plopsaland Adinkerke

Westhoekduinen Polder van Adinkerke (west)

Polder van Adinkerke (oost)

Oosthoekduinen Calmeynbos Station Cabourgduinen E40

N34 Duinhoek Vakantiepark Garzebekeveld bijkomend knooppunt E40 omleiding N34bestaand knooppunt E40-N34

Toetsing aan de doelstellingen • Toetsing aan inrichtingsprincipes Zowel Plopsaland als de Panne worden in dit alternatief bereikt via een westelijke omleiding. Dit tracé kan geen rol vervullen als omleiding met een belangrijke ver- keersfunctie aangezien lokale wegen met erftoegangen ingezet worden. Het realise- ren van een gescheiden verkeerafwikkeling met een hoge afwikkelingscapaciteit is niet mogelijk binnen het beschikbare gabariet. Hierdoor kunnen dezelfde problemen met betrekking tot de verkeersafwikkeling optreden als op de N34 (en terugslag op de E40) en wordt geen vlotte bereikbaarheid voor De Panne en Plopsaland gerealiseerd. • Toetsing aan impact op leefbaarheid Door gebruik te maken van bestaande wegen met een veelheid aan erftoegangen (N39 en N386) en gemengd verkeer (N386) wordt de problematiek inzake verkeers- leefbaarheid verplaatst naar de N39 en N386. Dit biedt bijgevolg geen structurele op- lossing voor de leefbaarheid van Adinkerke. • Toetsing van haalbaarheid Een westelijke omleiding is geen omleidingsweg rond de kern Adinkerke, maar door- snijdt de kern, waardoor de ruimtelijke samenhang van de kern niet wordt versterkt. Het primaire gedeelte van het tracé doorsnijdt namelijk volgende ruimtelijke gehelen: de kern Adinkerke, het westelijk deel van de polder van Adinkerke. Het secundaire gedeelte van het tracé doorsnijdt een cluster van vakantieparken en een woonlint. Conclusie Deze oplossing wordt niet weerhouden omdat ze niet beantwoordt aan de doelstellingen: • Er wordt geen performante weginfrastructuur gerealiseerd met hoge afwikkelingsca- paciteit, • Het biedt geen structurele oplossing ten aanzien van de leefbaarheid van Adinkerke, • Ruimtelijke samenhang wordt niet versterkt, ruimtelijke gehelen worden doorsneden.

Plandoelstelling en oplossingsrichtingen , Revisie Pagina 28 van 76

3.4.5.2 Westelijke omleiding rond de kern Plopsaland Adinkerke

Westhoekduinen Polder van Adinkerke (west)

Polder van Adinkerke (oost)

Oosthoekduinen Calmeynbos Station Cabourgduinen E40

N34 Duinhoek Vakantiepark Garzebekeveld bijkomend knooppunt E40 omleiding N34bestaand knooppunt E40-N34

Toetsing aan de doelstellingen • Toetsing aan inrichtingsprincipes Er kan een performante wegstructuur met een belangrijke verkeersfunctie worden ge- realiseerd aangezien geen gebruik wordt gemaakt van bestaande wegen (met erftoe- gangsfuncties), maar deze wordt niet ingezet voor de ontsluiting van De Panne. Hier- door beantwoordt de oplossingsrichting niet volledig aan de doelstelling van het plan. • Toetsing aan impact op leefbaarheid Bestemmingsverkeer voor Plopsaland wordt omgeleid rond de kern, maar doorgaand verkeer naar De Panne blijft verlopen via de doortocht N34, waardoor de oplossingsrichting niet volledig beantwoordt aan de doelstelling van het plan. • Toetsing van haalbaarheid De ontsluitingsstructuur voor Plopsaland doorsnijdt: Garzebekeveld als recreatief groengebied, de Cabourgduinen als element van de natuurlijke structuur en het wes- telijk deel van de polder van Adinkerke. De ontsluitingsstructuur voor De Panne loopt door de kern Adinkerke. Conclusie Deze oplossingsrichting wordt niet weerhouden omdat ze niet beantwoordt aan de doel- stellingen van het plan: • Er kan een performante weginfrastructuur gerealiseerd met een hoge afwikkelingsca- paciteit, maar deze wordt niet ingezet voor de ontsluiting van De Panne • Het biedt geen afdoende oplossing ten aanzien van de leefbaarheid van Adinkerke, • De ruimtelijke samenhang wordt niet versterkt.

Plandoelstelling en oplossingsrichtingen , Revisie Pagina 29 van 76

3.4.5.3 Gedeeltelijke westelijke omleiding langs het kanaal Plopsaland Adinkerke

Westhoekduinen Polder van Adinkerke (west)

Polder van Adinkerke (oost)

Oosthoekduinen Calmeynbos Station Cabourgduinen E40

N34 Duinhoek Vakantiepark Garzebekeveld bijkomend knooppunt E40 omleiding N34bestaand knooppunt E40-N34

Toetsing aan de doelstellingen • Toetsing aan inrichtingsprincipes Deze variant gaat uit van een spreiding van verkeer over bestaande wegen. Voor de ontsluiting van Plopsaland wordt een westelijke omleiding georganiseerd waarvan het tracé samen valt met het tracé van bestaande wegen. Voor het verkeer richting De Panne wordt de bestaande doortocht van de N34 gebruikt de N8-N35 (Veurne). Deze oplossingsrichting biedt geen structurele oplossing en er ontstaat ook geen leesbare ontsluiting. Bijkomend geldt dat het omleidingstracé voor de ontsluiting van Plopsaland geen rol kan vervullen als omleiding met een belangrijke verkeersfunctie aangezien lokale wegen met erftoegangen ingezet worden. Hierdoor kunnen dezelfde problemen met betrekking tot de verkeersafwikkeling optreden als op de N34 (en te- rugslag op de E40). • Toetsing aan impact op leefbaarheid Door gebruik te maken van bestaande wegen met een veelheid aan erftoegangen (N39 en N34) wordt de problematiek inzake verkeersleefbaarheid ook afgewenteld op de N39. Dit biedt bijgevolg geen structurele oplossing voor de leefbaarheid van Adin- kerke. • Toetsing van haalbaarheid Een gedeeltelijk westelijke omleiding vormt geen volwaardige omleiding rond de kern Adinkerke. De kern blijft doorsneden door wegen met een belangrijke verkeersrol, waardoor de ruimtelijke samenhang van de kern niet wordt versterkt. Het omlei- dingstracé doorsnijdt eveneens het westelijk deel van de polder van Adinkerke. Conclusie Deze oplossingsrichting wordt niet weerhouden omdat ze niet beantwoordt aan de doel- stellingen van het plan: • Er wordt geen performante weginfrastructuur gerealiseerd met een hoge afwikke- lingscapaciteit, • Het biedt geen structurele oplossing ten aanzien van de leefbaarheid van Adinkerke, • De ruimtelijke samenhang wordt niet versterkt.

Plandoelstelling en oplossingsrichtingen , Revisie Pagina 30 van 76

3.4.5.4 Oostelijke omleiding rond de kern Plopsaland Adinkerke

Westhoekduinen Polder van Adinkerke (west)

Polder van Adinkerke (oost)

Oosthoekduinen Calmeynbos Station Cabourgduinen E40

N34 Duinhoek Vakantiepark Garzebekeveld bijkomend knooppunt E40 omleiding N34bestaand knooppunt E40-N34

Toetsing aan de doelstellingen • Toetsing aan inrichtingsprincipes Er kan een performante wegstructuur met een belangrijke verkeersfunctie worden ge- realiseerd aangezien geen gebruik wordt gemaakt van bestaande wegen. De omlei- dingsweg kan ingericht worden volgens de vooropgestelde principes als stroomweg met een gescheiden verkeerafwikkeling waardoor een vlotte verkeersafwikkeling wordt gerealiseerd. • Toetsing aan impact op leefbaarheid Doorgaand verkeer op de N34 en bestemmingsverkeer voor Plopsaland wordt omge- leid rond de kern Adinkerke, waardoor de (verkeers)leefbaarheid van Adinkerke wordt verbeterd. De doortocht N34 heeft enkel nog een lokale ontsluitingsfunctie. • Toetsing van haalbaarheid De ruimtelijke samenhang van Adinkerke wordt versterkt aangezien de barrièrewer- king van de N34 wordt opgeheven. Een oostelijke omleiding kan de ruimtelijke struc- tuur versterken wanneer deze zo dicht mogelijk aansluit bij de kern en de ruimte tus- sen de kern en de omleidingsweg een betekenis krijgen (bijvoorbeeld invulling met parkeervoorziening Plopsaland, waardoor deze een directe ontsluiting kan krijgen). Conclusie Deze oplossingsrichting wordt weerhouden omdat ze beantwoordt aan de doelstellingen van het plan: • Er kan een performante weginfrastructuur gerealiseerd worden met een hoge afwik- kelingscapaciteit • Het biedt een structurele oplossing ten aanzien van de leefbaarheid van Adinkerke • De ruimtelijke samenhang van de kern Adinkerke wordt versterkt. De westrand van het open ruimtegebied Polder van Adinkerke (ten oosten van de kern) wordt door- sneden. Deze versnippering vormt een aandachtspunt. Anderzijds biedt het mogelijk- heden voor een herstructurering van de parkeervoorziening van Plopsaland in functie van het realiseren van een vlotte afwikkeling van verkeer van de omleidingsweg naar de toerit van de parking.

, Revisie Pagina 31 van 76

3.5 Conclusie

Een oostelijke omleidingsweg rond de kern van Adinkerke vormt een haalbare oplossingsrich-ting die beantwoordt aan de opzet van het plan en de doelstellingen. Een oostelijke omleiding kan namelijk een verzamelende functie opnemen voor de badplaats De Panne en het pretpark Plopsaland naar de hoofdweg E40. De omleiding kan hierdoor tevens fungeren als omleiding voor doorgaand verkeer (bovenlokaal verkeer) op het niveau van Adinkerke en als ontsluiting van Adinkerke naar het hogere wegennet. Het bestaande deel van de N34 krijgt hierdoor enkel een lokale rol, als ontsluiting van de kern.

, Revisie Pagina 32 van 76

4 Planbeschrijving

Het te beoordelen plan omvat het realiseren van een oostelijk omleidingstracé rond de kern van Adinkerke. Het tracé ver-trekt vanaf het bestaande aan-sluitingscomplex van de N34 met de E40 en loopt vervolgens ten oosten van de kern van Adinkerke in noordelijke richting.

De primaire weg sluit hierbij zo goed mogelijk aan bij de be-staande stedelijke structuur.

Eens voorbij Plopsaland, ter hoogte van Duinhoek, sluit het wegtracé aan op het bestaande tracé van de N34 richting De Panne. De verzamelende rol voor De Panne kan vanaf dit punt opgenomen worden door

Vanuit de doelstellingen waaraan het voorgenomen plan moet voldoen en rekening houdend met een aantal praktische randvoorwaarden en omgevingskenmerken kunnen een aantal inrich-tingsprincipes voor de omleidingsweg worden geformuleerd.

Wegencategorisering Er worden twee segmenten onderscheiden:

• Er wordt een aangepaste ontsluitingsstructuur gerealiseerd van de E40 tot de toegang van Plopsaland. De omleidingsweg neemt de be-staande bovenlokale functie van de doortocht N34 door Adinkerke over en functioneert als primaire weg type II. De inrichting is afge-stemd op de rol, namelijk: het verzamelen van verkeer van De Panne en Plopsaland naar de E40.

• Het gedeelte van de N34 ten noorden van de omleiding rond Adin-kerke heeft een rol als secundaire weg type II. Dit gedeelte heeft een verzamelende functie voor De Panne naar het hogere wegennet.

Planbeschrijving

, Revisie Pagina 33 van 76

Inrichtingsprincipes primair weggedeelte

Basis wegprofiel Zoals aangegeven in het programma van eisen heeft de omleidingsweg twee rijstroken nodig in elke rijrichting om een voldoende afwikkelings-capaciteit te kunnen realiseren. Dit betekent dat voor de omleidingsweg wordt uitgegaan van volgend basisprofiel:

• 2x2-weg met middenberm (16m),

• naastliggende berm langs beide zijden (2 x 2m),

• langsgracht langs beide zijden (2 x 4m),

• zijberm (2 x 0,5m).

Of een 2x1-profiel (plaatselijk) voldoende is, kan blijken uit de discipline mobiliteit in het plan-MER.

Verder wordt uitgegaan van een globale ligging op maaiveldniveau. Daar waar het wegtracé bestaande infrastructuren (het kanaal Veurne – Duin-kerke en de spoorlijn De Panne-Gent) kruist, wordt een ongelijkgrondse kruising voorzien (zie verder). Uitzondering is de kruising van de tramlijn die gelijkgronds verloopt.

Maximaal geschei-den verkeersafwikke-ling

De inrichting van de omleidingsweg moet een vlotte verkeersafwikkeling toelaten ook bij druk toeristisch verkeer. Dit maakt dat de inrichting van de weg gericht is op een gescheiden verkeersafwikkeling. Conflicten dienen maximaal te worden vermeden en aansluitingen gebeuren bij voorkeur gebundeld. Hiervoor worden verschillende inrichtingsalternatie-ven ontwikkeld (zie verder). Specifieke aandacht gaat hierbij uit naar de aansluiting met het hoofdwegennet. Het is immers onder meer de be-doeling om terugslag van verkeer op de E40 te vermijden.

Continuïteit lokaal verkeer

De realisatie van een omleidingstracé doorsnijdt op een aantal plaatsen lokale wegen. De mate waarin verkeersbewegingen op lokaal niveau doorsneden worden is sterk afhankelijk van het uiteindelijk gekozen weg-tracé. Voor elk van de verschillende uitgewerkte inrichtingsalternatieven (zie verder) wordt nagegaan waar lokale wegen worden doorsneden en wordt – indien nodig – een aanpassing aan het lokale wegennet voorge-steld.

Ongelijkgrondse kruising overige lijn-infrastructuur

• Omleidingsweg met brug over het kanaal Veurne-Duinkerke Er wordt uitgegaan van een ongelijkgrondse kruising (brug) met het kanaal Veurne – Duinkerke. De noodzakelijke vrije doorvaarthoogte op het kanaal is maatgevend voor de dimensionering van de onge-lijkgrondse kruising. Indien ook de parallelle N39 ongelijkgronds wordt gekruist, is de noodzakelijke vrije hoogte op de N39 eveneens maatgevend voor de dimensionering van de brug.

• Omleidingsweg met brug of tunnel als kruising van de spoorlijn De Panne-Gent. Aangezien een oostelijke omleiding de spoorlijn kruist, worden volgende principes toegepast:

° een ongelijkvloerse kruising via brug of tunnel van de spoorlijn door de omleidingsweg in functie van het verzekeren van de stroomfunctie (zo weinig mogelijk conflicten of oponthoud van ver-keer);

° het vervangen van de gelijkvloerse kruising van de spoorlijn in de doortocht N34 door een ongelijkvloerse kruising voor langzaam verkeer (voetgangers en fietsers).

Dit past binnen het beleid van Infrabel. Vanuit veiligheidsoogpunt wordt gestreefd naar het stelselmatig vervangen van gelijkvloerse spoorweg-overgangen door ongelijkvloerse kruisingen. Aangezien de aanleg van een omleidingsweg rond Adinkerke gepaard gaat met de bouw van een

, Revisie Pagina 34 van 76

nieuwe ongelijkvloerse kruising van de spoorlijn, kan de gelijkvloerse overweg in de doortocht worden vervangen door een ongelijkvloerse kruising, een onderdoorgang voor fietsers en voetgangers. Voor gemoto-riseerd verkeer bestaat immers een alternatief om de spoorlijn te kruisen via de omleidingsweg. Dit past tevens in de visie dat na het realiseren van de omleidingsweg de huidige doortocht nog enkel een lokale, ont-sluitende functie heeft. Voor langzaam verkeer wordt een alternatief aangereikt. Er worden immers geen fietspaden voorzien langs de omlei-dingsweg (principe van gescheiden verkeersafwikkeling), waardoor fiet-sers en voetgangers blijven gebruik maken van de doortocht en de spoorlijn ongelijkvloers kunnen kruisen via een onderdoorgang.9 Ontsluiting parking

Plopsaland via de omleidingsweg

Voor het functioneren van de omleidingsweg is het belangrijk om een goede doorstroming van verkeer te realiseren. Dit impliceert ook een goede afwikkeling van verkeer van de omleidingsweg naar de parkeer-terreinen van Plopsaland. Dit kan binnen de huidige (gefragmenteerde) locatie en inrichting van de parkeerterreinen onvoldoende gerealiseerd worden.

Vanuit het vooronderzoek is duidelijk dat een oostelijke omleiding moge-lijkheden biedt voor het herlocaliseren en optimaliseren van de parkeer-voorziening van Plopsaland. De (beschikbare) ruimte tussen de omlei-dingsweg en de N34 De Pannelaan kan hiervoor ingezet worden, waar-door de beoogde doelstellingen van een vlotte waar-doorstroming en afwikke-ling van verkeer kunnen worden gerealiseerd. De parkeervoorziening kan immers rechtstreeks ontsloten worden via de omleidingsweg en kan zodanig ingericht worden dat er voldoende buffercapaciteit is voor het toekomend verkeer om terugslag van verkeer op de omleidingsweg te vermijden.

Vanuit het vooronderzoek blijkt ook het belang van een goede ruimtelijke inpassing en buffering van een dergelijke parkeervoorziening, in het bij-zonder naar de bebouwing langs de N34 De Pannelaan.

Een mogelijke herlocalisatie van de parkeervoorziening van Plopsaland en de inplanting tussen de omleidingsweg en de N34 De Pannelaan maakt strikt genomen geen deel uit van de inhoud van dit plan. De in-houd van het plan is gericht op de omleiding rond de kern Adinkerke en noodzakelijke aansluitingen/kruisingen van infrastructuur. Aangezien de locatie en inrichting van de parkeervoorziening het functioneren van de omleidingsweg (sterk) kan bepalen en in die zin beide niet los van elkaar kunnen beschouwd worden, wordt dit aspect meegenomen in het ont-wikkelingsscenario.

9 Het ontsluitingsconcept met een ongelijkvloerse kruising van de spoorlijn voor gemotoriseerd verkeer via de omleidingsweg en het vervangen van de gelijkvloerse overweg in de doortocht door een onderdoorgang voor voetgangers en fietsers vormt het uitgangspunt voor het onderzoek in de plan-MER.

De effecten en gevolgen hiervan worden in beeld gebracht en geëvalueerd in de plan-MER. De gemeente De Panne onderstreepte in de voorbereidende fase van de plan-MER het belang van de overweg in de doortocht, ook voor gemotoriseerd verkeer, en is voorstander van het behoud van een gelijkvloerse over-weg voor lokaal verkeer.

Planbeschrijving

, Revisie Pagina 35 van 76

Inrichtingsprincipes secundair weggedeelte

Basis wegprofiel Eens voorbij Plopsaland, ter hoogte van Duinhoek, sluit het wegtracé

Basis wegprofiel Eens voorbij Plopsaland, ter hoogte van Duinhoek, sluit het wegtracé