• No results found

cameratoezicht op stations

Kader 4.1: Voorbeeld live uitkijken beelden station Almere

4.5 Mogelijke aanpassingen

In deze paragraaf gaan we kort in op enkele mogelijke verbeterpunten voor deze maatregel die uit de vervolgevaluatie naar voren zijn gekomen en die kunnen leiden tot meer effect van deze maatregel. Aan eventuele praktische (on)mogelijkheden van deze aanpassingen, zoals de beschikbare capaciteit, besteden wij hier geen aandacht. De aanpassingen zijn een mogelijk startpunt van, of een eerste input aan, een gesprek over hoe de effectiviteit van deze maatregel vergroot kan worden.

Uit deze vervolgevaluatie komt naar voren dat de camera’s op de stations niet altijd live uitgekeken worden. Bij het live uitkijken is het mogelijk overtredingen te ontdekken en handhavers direct aan te sturen. De pakkans van daders neemt vooral toe als er dan ook medewerkers van Veiligheid & Service aanwezig zijn die op aanwijzing van de camera-uitkijker direct kunnen handhaven. Kortom, de invloed van de maatregel op de sociale veiligheid (vooral de objectieve veiligheid) neemt toe indien er meer live met de camera’s meegekeken wordt en er dan ook handhavers beschikbaar zijn om hierop in actie te komen.

Het is wel de vraag hoe groot deze invloed is. We stelden al dat waarschijnlijk alleen rationele daders zich laten beïnvloeden door een verhoogde gepercipieerde pakkans. Bovendien is het aantal vervolgde daders maar een klein deel van de gehele groep poten-tiële plegers. Ook als vervolgde daders hun gedrag in de toekomst aanpassen (geen overtredingen meer plegen), dan zal het effect hiervan op het totale aantal incidenten dus beperkt zijn.

4.6 Samenvatting van bevindingen

In de onderstaande tabellen zijn de belangrijkste bevindingen uit dit hoofdstuk aangaande de maatregel cameratoezicht op het station samengevat. We belichten achter-eenvolgens de implementatie en uitvoering van de maatregel (tabel 4.2), de werking van

Tabel 4.3 Werking achterliggende mechanismen gaat (vrijwel) altijd in werking gaat soms in werking gaat (bijna) nooit in werking toelichting Afschrikwekkend effect op

potentiële dader X Bij meer rationele daders is het afschrik-kende effect aanwezig, bij andere niet. Door het live meekijken

bij incidenten kunnen de handhavers ter plekke beter aangestuurd worden

X

Dit mechanisme gaat hoogstwaarschijn-lijk in werking als er live meegekeken wordt. Respondenten geven echter aan dat er niet altijd live uitgekeken wordt Hogere pakkans van

daders door ter plekke

handhaven X

Dit werkt alleen als V&S medewerkers aanwezig zijn die op aanwijzing van de camera-uitkijker direct kunnen handhaven.

Daders kunnen beter worden opgespoord en

vervolgd X

Respondenten (betrokkenen en reizi-gers) stellen dat dit het geval is.

De verwachte invloed van de maatregel op ontwikkelingen in sociale veiligheid is terug te zien in tabel 4.4. De invloed op objectieve veiligheid is naar verwachting positief wanneer live uitkijken de pakkans van overtreders verhoogt. Deze verhoogde pakkans kan er (in eerste instantie) wel toe leiden dat het aantal geregistreerde incidenten toeneemt, waardoor het lijkt alsof de objectieve veiligheid juist afneemt. De invloed op het totale aantal incidenten is naar verwachting overigens wel beperkt. Op het veilig-heidsgevoel van reizigers kan cameratoezicht zowel een positief als een negatief effect hebben. Voor het veiligheidsgevoel van medewerkers is het aannemelijk dat cameratoe-zicht op stations een positieve invloed heeft.

de mechanismen (tabel 4.3) en de invloed op sociale veiligheid (tabel 4.4). De mecha-nismen uit het hoofdstuk zijn in de tabellen in deze samenvatting dus gesplitst in twee delen: in de werking van de achterliggende mechanismen (tabel 4.3) en de invloed op sociale veiligheid (tabel 4.4). Aangezien niet elk mechanisme deze twee delen bevat en sommige mechanismen dezelfde werking hebben, komt het aantal mechanismen in de samenvatting niet overeen met het aantal mechanismen uit het hoofdstuk.

In tabel 4.2. is af te lezen dat de betrokken partijen, voornamelijk NS en ProRail, tevreden zijn over de implementatie die bijna afgerond is na vertraging in de uitvoe-ring door een van de uitvoerende partijen. Ook in de uitvoeuitvoe-ring zijn de respondenten tevreden: medewerkers zien vooral de meerwaarde van ondersteuning door het live uitkijken van beelden.

Tabel 4.2 Overzicht implementatie en uitvoering

Onderdeel Beoordeling Toelichting

Implementatie + De maatregel is (vertraagd) geïmplementeerd.

Uitvoering + Partijen zijn grotendeels tevreden.

– = dit verloopt niet naar tevredenheid + = dit verloopt naar tevredenheid

Tabel 4.3 laat zien dat op basis van bevindingen uit dit onderzoek blijkt dat van de vier veronderstelde mechanismen achter deze maatregel drie soms in werking gaan en een (vrijwel) altijd. Handhavers beter aansturen bij incidenten werkt niet altijd omdat het live uitkijken niet altijd plaatsvindt. Van cameratoezicht op stations gaat alleen een afschrikwekkend effect uit op meer rationele daders, niet op impulsieve daders. Een hogere pakkans van daders ontstaat alleen als er op stations V&S-medewerkers beschik-baar zijn die direct kunnen handhaven als er een overtreding geconstateerd wordt. Het vierde mechanisme gaat bijna altijd in werking: verschillende respondenten beamen dat daders door de camerabeelden beter kunnen worden opgespoord en vervolgd.

Kortom, de implementatie van de maatregel ‘meer cameratoezicht op stations’ is vertraagd maar inmiddels vrijwel geheel afgerond en betrokken partijen zijn tevreden over de implementatie en uitvoering van de maatregel. Uit het onderzoek blijkt dat de veronderstelde mechanismen niet altijd in werking gaan. Wel kunnen daders door de camerabeelden beter opgespoord en vervolgd worden. Het effect van de maatregel op de sociale veiligheid is afhankelijk van het al dan niet live uitkijken van de beelden, de aanwezigheid van V&S-medewerkers op stations en het type dader (rationeel of impulsief). Bovendien kan er een registratie-effect optreden, waardoor het aantal gere-gistreerde incidenten op korte termijn juist toeneemt door de maatregel. Verder valt een positieve invloed van de maatregel op veiligheidsgevoelens van medewerkers te verwachten. Op het veiligheidsgevoel van reizigers kan cameratoezicht zowel een posi-tief als een negaposi-tief effect hebben. Verschillende respondenten geven overigens aan dat effecten op sociale veiligheid nog niet te zien zijn, omdat de camera’s er nog niet lang genoeg hangen.

Tabel 4.4 Invloed van de maatregel op sociale veiligheid positieve invloed aannemelijk (+) geen invloed aannemelijk (0) negatieve invloed aannemelijk (-) Toelichting Invloed op objec-tieve veiligheid (geregistreerde incidenten) X X X

(+) Een kleine meerderheid van geënquê-teerde reizigers op drie stations denken dat overlast en criminaliteit door deze maatregel afneemt. Reizigers uit onder-zoek Flight denken dat het veiliger wordt door camera’s. De quickscan stelt op basis van de literatuurstudie dat er een positieve invloed kan zijn door het af-schrikken van rationele daders. (0) Respondenten verwachten weinig invloed van-wege de beperkte invloed op niet rationele daders, die juist voor meeste incidenten zorgen. (-) Respondenten geven aan dat meer handhavings-mogelijkheid door live mee-kijken zorgt voor meer geregistreerde incidenten.

Invloed op veiligheidsgevoel reizigers

X X X

(+) Sommige respondenten en het me-rendeel van geënquêteerde reizigers denken dat deze maatregel voor een hoger veiligheidsgevoel zorgt.

(0) Indien het mechanisme niet in wer-king gaat, dan is er geen invloed aanne-melijk.

(-) Sommige respondenten denken dat deze maatre-gel tot een lager veiligheids-gevoel kan leiden. Invloed op

veiligheidsgevoel

medewerkers X

(+) Medewerkers voelen zich veiliger door came-ratoezicht. Invloed op veiligheidsgevoel medewerkers en reizigers, op basis van literatuur-studie uit de quickscan*

X X X (0 + – ) De quickscan stelt dat over de invloed van aanwezigheid van camera’s op veiligheidsgevoelens de literatuur niet eenduidig is.

* Deze nemen we apart op, omdat in de quikscan bij de conclusies uit de literatuurstudie geen verschil is gemaakt tussen het veiligheidsgevoel van de reizigers en het veiligheidsgevoel van de medewerkers.

5

Maatregel 2b Proef met