• No results found

HOOFDSTUK 3. DE TOEPASSING VAN ART 96 LID 2 Sr

P. Moeyes, Buiten schot, Amsterdam: Uitgeverij de Arbeiderspers 2011.

Mols 2015

G.P.M.F. Mols, ‘Terrorisme en strafrecht: een latrelatie’, Strafblad 2015 afl. 6/71.

Nieuwenhuis 1911

F.D. Nieuwenhuis, Van christen tot anarchist, Amsterdam: Van Holkema & Warendorf 1911.

Van Noorloos, Delikt en Delinkwent, 2015

M. van Noorloos, ‘De strafrechtelijke aanpak van terrorisme en Syriëgangers vanaf 2014’, Delikt en Delinkwent 2015, nr. 7, p. 568-597.

Rueb 2018

T. Rueb 2008, Laura H, Amsterdam: Das Mag uitgeverij B.V. 2018.

Terugkeerders in beeld 2017

Terugkeerders in beeld, AIVD, 2017.

Te Velde, Low Countries Historical Review, 2012

H. te Velde, ‘De domesticatie van democratie in Nederland. Democratie als strijdbegrip van de negentiende eeuw tot 1945’, Low Countries Historical Review 2012, volume 127, afl. 2.

Voerman 1997

G. Voerman, Bolsjewieken, Tribunisten en het Amsterdams bureau van de Komintern(1919- 1920), (Jaarboek Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen 1996), Groningen: Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen.

Van de Voorde 2010

T. van de Voorde, Contextanalyse van een mondiale golf van terrorisme: casestudie:opkomst en verval van het jihadterrorisme (PhD thesis Gent), 2010.

Vossen 2003

K.P.S.S. Vossen, Vrij vissen in het Vondelpark. Kleine politieke partijen in Nederland 1918- 1940 (PhD thesis Amsterdam AIHR), 2003.

Wijne 1991

J.S. Wijne, De vergissing van Troelstra, Hilversum: Uitgeverij Verloren 1999.

Van der Woude, Strafblad, 2012

M.A.H. van der Woude, ‘De erfenis van tien jaar strafrechtelijke terrorismebestrijding in Nederland’, Strafblad 2012.

Zemni 2006

Internetartikelen

NOS 13 maart 2013

‘Dreigingsniveau terrorisme omhoog’, NOS 13 maart 2013. Geraadpleegd via: https://nos.nl/artikel/484104-dreigingsniveau-terrorisme-omhoog.html.

NOS 10 oktober 2019

‘Erdogan dreigt deuren naar Europa open te zetten’, NOS 10 oktober 2019. Geraadpleegd via: https://nos.nl/artikel/2305517-erdogan-dreigt-deuren-naar-europa-open-te-zetten.html.

Rijksoverheid 9 december 2019

‘NCTV: Dreigingsniveau naar 3, aanslag in Nederland voorstelbaar’, Rijksoverheid 9 december 2019. Geraadpleegd via:

https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/12/09/nctv-dreigingsniveau-naar-3- aanslag-in-nederland-voorstelbaar.

Rueb, NRC 4 mei 2017

T. Rueb, ‘IS-terugkeerder Laura H. mag proces niet in vrijheid afwachten’, NRC 4 mei 2017. Geraadpleegd via: https://www.nrc.nl/nieuws/2017/05/04/is-terugkeerder-laura-h-mag- proces-niet-in-vrijheid-afwachten-a1557123. Parlementaire stukken Handelingen II 2004/05, 22, p. 1279 Kamerstukken II 2002/03, 27 925, nr. 9 Kamerstukken II 1919/1920, Bijlage 428, nr. 2 Kamerstukken II 1919/1920, Bijlage 428, nr. 4 Kamerstukken II 1919/1920, Bijlage 428, nr. 5 Kamerstukken II 1919/1920, Bijlage 428, nr. 6 Kamerstukken II 2001/02, 28 463, nr. 3 Kamerstukken II 2002/03, 28 463, nr. 8 Kamerstukken II 2003/04, 28 463, nr. 8

Kamerstukken II 2003/04, 28 463, nr. 10 Kamerstukken II 1990-1991, 22268, nr. 3

Jurisprudentie

Rechtbank

Rechtbank Rotterdam, 8 juni 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:3957

Rechtbank Rotterdam, 13 november 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:8858

Rechtbank Gelderland, 9 februari 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:756

Rechtbank Gelderland, 9 februari 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:757 Gerechtshof

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15 maart 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:202 Hoge Raad

Hoge Raad 14 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:416

Parket bij de Hoge Raad 20 december 2016, ECLI:NL:PHR:2016:1296

BIJLAGE 1

Interview met dhr. mr. R.J.P. Lambrichts

- Heeft u bij het gebruik van art. 96 lid 2 Sr ooit terug gekeken naar de parlementaire stukken?

Ja, zeker. Als wij een standpunt gaan innemen als OM dan kijken wij ook naar de wetsgeschiedenis. Zeker als het wetgeving is die relatief nieuw is en die je ook echt nog een keer gaat gebruiken. Je moet dan altijd even afwachten wat de rechtsontwikkeling is van zo’n artikel.

Dhr. Lambrichts vertelt dat er een tweedeling in het land kwam over dit artikel. Verschillende rechtscolleges dachten er anders over. Zo volgde een deel van de rechtscolleges de lijn van het Hof Arnhem. Anderen volgden de lijn van de Rotterdamse rechtbank. De Rotterdamse lijn is de lijn die het OM ook altijd heeft gevolgd. De Rotterdamse benadering is wat ruimer en vereist minder concreetheid.

Na 9/11 verandert de strafwet wel. Zodra het met terroristisme te maken heeft moet het toch wel ergens strafbaar gesteld worden. Art. 96 lid 2 Sr is ook naar aanleiding van het kaderbesluit toegevoegd. Art 96 lid 2 Sr is een soort circus van verwijzingen, omdat het een hele puzzel is geworden op welke artikelen het allemaal toepasbaar kan zijn.

- Dus als ik het goed begrijp, dan is er een tweedeling in hoe art. 96 lid 2 Sr dient te worden geïnterpreteerd?

Ja, er was eerst sprake van een tweedeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad een einde aan de discussie gemaakt en heeft vastgesteld dat het zich bij de lijn van het OM aansluit. Je moet dan in ieder geval kunnen aantonen om welk soort misdrijf het gaat waarop die

voorbereidingshandelingen gericht zijn. Dat is dan al concreet genoeg en dan zou je art. 96 lid 2 Sr kunnen bewijzen. De verdergaande bewijzen hoef je niet te bespreken, zoals de wijze van uitvoering, de plaats en de tijd.

- Is de wijze waarop u het artikel interpreteert uw zienswijze of is dat ook echt de lijn van het OM?

Dit is de lijn van het OM. We hebben een landelijk overleg van portefeuillehouders van alle parketten en officieren en ook de hoger beroepsinstantie. Ik ben zelf vertegenwoordiger van de hoger beroepsinstantie. Hele veel collega’s bij de arrondissementsparketten krijgen ermee te maken. Ik heb met name altijd veel met het Landelijk Parket samengewerkt, ook in het kader van deze rechtsontwikkeling. Dan worden dit soort ontwikkelingen ook besproken. Uiteindelijk was de beslissing van de Hoge Raad ook al de lijn van het OM. De Hoge Raad zet toch uiteindelijk de kaders neer en dat hebben ze ook gedaan voor art. 96 lid 2.

- Ik had het idee dat als ik de zaken lees waarin het art. 96 lid 2 Sr betreft, dat het artikel zo ongeveer pas rond 2014/2015 gebruikt wordt. Dat is pas 10 jaar later dan de invoering van de WTM. Waarom zit daar dan toch 10 jaar tussen?

Dat heeft een onduidelijke reden. Het zal in principe betekenen dat er nog niet van die zaken werden aangedragen. Het conflict in Syrië en de Arabische lente kwamen ook pas later. Groeperingen keerden zich tegen Assad en wilden een eigen Staat stichten. Binnen de kortste keren is dat zo onoverzichtelijk geworden en het was heel moeilijk waar je terecht kon als Nederland ook en om de partijen te kunnen scheiden

- Is er ook een beleid voor hoe je de groeperingen kwalificeert?

Heel vaak nemen we de groepen wel op in de tenlastelegging. Je moet uit het dossier wel kunnen presenteren waarvan je verdenkt dat de verdachte zich bij heeft aangesloten. Als je het hebt over voorbereidingshandelingen dan is het niet eens zo van belang of het gaat om bijvoorbeeld IS en of ze daar een concreet idee bij hadden.

- Mr. Lintz beschrijft in zijn proefschrift de verhouding tussen art. 46 Sr en art. 96 lid 2 Sr. Kan ik art. 96 lid 2 Sr als een lex specialis zien of ligt dat anders?

Volgens mij is art. 96 lid 2 Sr gewoon een zelfstandige strafbaarstelling. Het is geen lex specialis van elkaar. Lintz is wel meer van het uitkristalliseren en hij vindt wel dat art. 96 lid 2 Sr voldoende concreet gemaakt moet worden, wil het strafbaar zijn. Dat is dus wel iets anders dan de lijn van het OM. De mening van Lintz strookt dus wel met de lijn van het Hof Arnhem. - Art. 96 lid 2 Sr is dus ruimer dan art. 46 Sr?

Art. 96 lid 2 Sr kun je eerder gebruiken. Je kan als het volgt de stadia afgaan: allereerst heb je de gedachten. Deze zijn nooit strafbaar en dat mag het ook nooit worden. Zogeheten ‘thought crime’ hebben we in Nederland niet. Hierna krijg je de samenspanning, waarbij al een overeenkomst tussen 2 mensen om een strafbaar feit te plegen, als strafbaar is. Dat is dus in een heel vroeg stadium. Het is daarom maar op een bepaald aantal artikelen van toepassing en heeft dus een beperkte range. Hierna volgt als derde art. 96 lid 2 Sr. Na art. 96 lid 2 Sr volgen art. 46 Sr en art. 10a Ow. Na deze twee voorbereidingsdelicten ga je al richting de poging en eindig je uiteindelijk bij het voltooide delict.

- In de zaak Laura H. wordt zij strafbaar geacht voor het feit dat zij voor het huishouden heeft gezorgd en haar man bijvoorbeeld te eten heeft gegeven. Zij heeft hem dus gefaciliteerd. Komt er dan niet een hele grote afstand tussen het concrete handelen van Laura en het uiteindelijke terroristische geweld?

Vooropgesteld dat niet is gebleken dat zij zelf heeft gevochten. Het is wel bekend dat vrouwelijke uitreizigers ook wel militair of politieke taken kunnen krijgen. Zij kunnen ook lijfstraffen uitdelen, worden getraind en kunnen ook met Kalasjnikovs rondlopen. Het verhaal dat zij alleen maar thuis zitten en voor hun man zorgen is niet altijd zo. Als je daar al woonde en je hebt geen andere keuze dan je aan te sluiten, dan is het nog logisch om straf te kunnen ontlopen. In dit geval is er echt sprake van een Nederlandse vrouw en hebben wij rechtsmacht over haar. Ze weet wat haar man doet en wat daar gebeurt. Door dat huishouden te runnen wordt hij in staat gesteld om daar mee te vechten. Wij vinden dat dat strafrechtelijk verwijtbaar is. Het OM vond ook dat ze schuldig was aan art. 140a Sr. Het OM heeft niet ervoor gekozen om in hoger beroep te gaan omdat zij een van de eerste vrouwelijke verdachten was die zo’n zaak heeft moeten meemaken. Dat heeft zo veel impact gehad en het heeft heel veel aandacht van de pers gekregen. Het OM was het dus niet helemaal eens met de beslissing, maar ze vonden de aandacht en impact die het heeft gehad, meer dan voldoende. - Recent in het nieuws leefde de discussie op over kinderen die zich in strijdgebied

bevinden en de mogelijkheid om deze kinderen terug te halen. Wat denkt u hiervan? Onder de leeftijd van 12 kan je natuurlijk strafrechtelijk gezien niets doen. De jonge kinderen die terug keren zal vooral opvang en zorg geboden moeten worden. Het is wel lastig om in te schatten in welke mate deze kinderen ook een bedreiging vormen. Het is namelijk bekend dat kinderen in dat gebied naar scholen en internaten gaan waar ze op een heel beperkte manier les krijgen. Ze worden daar gehersenspoeld en moeten indoctrinatie meemaken. Op vrij jonge leeftijd, denk aan 9 en 10 jaar, krijgen ze ook al gevechtstraining. Dat is natuurlijk heel zorgwekkend. Als deze kinderen terugkeren naar bijvoorbeeld Nederland, dan zullen we wel een goed beeld moeten creëren van hoe ze eraan toe zijn. Dat is voornamelijk iets voor de hulp en zorgverlening. De ouders zijn dan vervolgens meer degene die vooral strafrechtelijk gezien in beeld komen.

- Merkt u dat rechters over het algemeen wel meegaan in de zienswijze van het OM? Inmiddels is er een duidelijk kader neergelegd door de Hoge Raad, dus is er weinig discussie meer. Het is dus steeds duidelijker geworden.

- Dit is misschien een ongebruikelijke vraag, maar wat vindt u van het artikel?

Ik vind het een goed bruikbaar artikel. De doelstelling was ons al duidelijk, maar we hebben rechters er nog wel van moeten overtuigen. In de periode dat we met de uitreizigers zaten hebben we het heel veel tenlastegelegd. We zitten nu in de periode met veel terug keerders. We weten van heel veel verdachten nog niet waar ze zitten, alleen van sommige vrouwen weten we in welke vluchtelingenkampen ze zitten. De mensen die terug komen kunnen met name een tenlastelegging verwachten waarin art. 140a Sr dominant zal zijn. Hier en daar zal art. 96 lid 2 Sr ook nog wel aanwezig zijn als we kunnen aantonen dat zij daar toch wel bezig zijn geweest met voorbereiden en/of voorbereiden. Als de vrouwen daar hebben gesteund om te kunnen strijden, dan kan dat zeker een art. 96 lid 2 Sr opleveren.

- Legt u dan art. 96 lid 2 Sr subsidiair op ten opzichte van art. 140a Sr?

Nee, niet subsidiair. Je hebt eerder samenloop dan dat het subsidiair is, dus je legt de twee artikelen echt naast elkaar. Ik ben sowieso zelf al een voorstander om zoveel mogelijk de primair en subsidiaire tenlasteleggingen te mijden en de artikelen gewoon naast elkaar ten laste te leggen.