• No results found

5 Casus: Noorderzijlvest

5.3 Modellering

- Waterhuishouding;

- Flora- en faunamaatregelen.

Uitgaande van de hogere schatting zijn de totale kosten €75,3 miljoen.

Compartiment 2

De nieuwe compartimenteringsdijk van compartiment 2 met dezelfde eigenschappen als die van compartiment 1 is 12 km lang, daarnaast zal de dijk langs het Eemskanaal versterkt worden de lengte waarover dit gebeurt is 8 km. De aanlegkosten voor de nieuwe dijk zijn €5378 per meter geschat, en voor het ophogen zijn de kosten €800 per meter (Arcadis, Royal Haskoning & Fugro, 2005), de totale kosten zullen dus €70,9 miljoen zijn.

Compartiment 1 en 2

De kosten van de beide compartimenten gezamenlijk aanleggen zijn de som van de individuele dijken min een stuk nieuwe dijk van 2 km dat in beide gevallen aangelegd werd, de totale kosten van deze maatregel zijn €135,5 miljoen.

Gaswininstallaties beschermen

Het beschermen van de vier gaswininstallaties gebeurt per installatie met een dijk van 2 km, die de waterdiepte zoals deze in de referentiesituatie optreedt moet kunnen keren, er is uitgegaan van een dijk van 2 meter (figuur 21). De kosten hiervan zijn tussen de €1100 (Arcadis, Royal Haskoning & Fugro, 2005) en €2853 per meter (experts Rijkswaterstaat, tabel 11) waardoor de totalen kosten van de hogere schatting €22,8 miljoen zijn.

Tabel 11: Kosten per strekkende meter van aanleg ringdijk van 3 meter hoog (Experts Rijkswaterstaat)

Materiaal Hoeveelheid /m Eenheid Kostprijs €/eenheid Kosten €/m

Klei 41 m3 37,5 1538 Zand 18 m3 27,5 495 Geodoek 5 m2 10 50 Ontdoen bovenlaag 44 m2 17,5 770 Totaal 2853

5.3 Modellering

5.3.1 Uitgangspunten

Naast vereenvoudigingen in het ontwerp van de maatregelen die de noodzakelijk zijn vanwege de complexiteit van het onderwerp zijn ook aannames gemaakt over de randvoorwaarden. Dit zijn veelal toekomstbeelden en zijn samengebracht in een scenario. Dit scenario bestaat uit de volgende uitgangspunten (o.b.v. (Kolen & Kok, 2011)):

Figuur 21: Dwarsprofiel ringdijk van 3 meter hoog (naar: (Arcadis, Royal Haskoning & Fugro, 2005)) 0 2 4 0 10 20 30 40 Klei Zand

56

- Er wordt gerekend met een overstromingsscenario dat een kans van optreden heeft van 1/4000 per jaar. Dit komt overeen met de wettelijk vastgestelde overschrijdingskans voor de waddenkust. Dit is ook gebruikt in VNK2 (Projectbureau VNK2, 2011), de bressen zijn gemodelleerd zoals gebruikelijk is voor dit gebied (HKV Lijn in water, 2012) de doorbraak van het Eemskanaal is niet meegenomen door de geringe verschillen in schade en slachtoffers

- Geen economische groei en het bevolkingsaantal blijven stabiel

- Geen klimaatverandering en bodemdaling vanwege grote complexiteit die het meebrengt - Monetaire waarde van een slachtoffer 6,7 mln. (Bočkarjova, Rietveld, & Verhoef, 2009). - Discontovoet 4%

- Voor de dijksterkte wordt er vanuit gegaan dat alles op orde is

- De evacuatie is 40% (Maaskant, Kolen, Jongejan, Jonkman, & Kok, 2009)

- Mortaliteit en schadefuncties worden gebruikt zoals in de standaardmethode van Kok (Kok, Huizinga, Vrouwenfelder, & Van den Braak, 2005)

5.3.2 Maatregelen

Om de risicoreductie van maatregelen te bepalen zijn de maatregelen vereenvoudigd in de modellering. Het overzicht van deze vereenvoudiging en de vereenvoudiging van de referentiesituatie wordt hier beschreven.

Referentiesituatie

Voor de referentiesituatie is het bestaande model gebruikt dat beschikbaar is voor dijkring 6-2. Om de effecten van de verschillende maatregelen zichtbaar te maken zijn daar een woonwijk en vier gaswininstallaties aan toegevoegd. De schade die optreedt bij gaswininstallaties is zoals benoemd zeer onzeker. Daarom zijn twee casussen doorgerekend: één waarin alleen de directe schade (€50 mln. per installatie) aan het grid is toegevoegd en één waarin ook indirecte schade is toegevoegd (€500 mln. per installatie + €2 mld. indien meer dan 2 installaties uitvallen).

Voor het Holwierde-scenario met vier gaswininstallaties betekend dit dat in de casus met alleen directe schade, elke installatie is gemodelleerd als 5 cellen met een 10 miljoen euro grotere schade. In de berekening met ook indirecte schade is dit 110 miljoen euro per cel. Behalve voor de locatie Leermens hier is het door de extra indirecte schade 2110 miljoen per cel. Deze locatie ligt centraal en zal alleen uitvallen als al twee andere installaties zijn uitgevallen daarom is hier de extra indirecte schade toegevoegd.

De woonwijk is in de modellering meegenomen door het effect van de optredende waterdieptes in het betreffende gebied te bepalen in een woonwijk met een vergelijkbare schade- en

slachtofferfunctie. De optredende schade en slachtoffers zijn ingevoerd op de locatie van de nieuwe woonwijk in de schade- en slachtoffergrids van het Holwierde-scenario.

Het overstromingsscenario Holwierde is gesplitst in drie delen zodat bij

compartimenteringsstrategieën de verschillende delen verschillende overstromingskansen toebedeeld kunnen krijgen. De drie delen zijn: compartiment 1, compartiment 2 en de rest van het overstroomde gebied. Deze delen krijgen allen dezelfde kans, gelijk aan de originele kans (hier verandert immers niets aan in de referentiesituatie).

57

Dijkverhoging

Bij de maatregel dijkverhoging zijn de aanpassingen in het MLV-instrumentarium gedaan: - De kans op het doorbraakscenario Holwierde is vermenigvuldigd met 1/10;

- De kans op het ‘worst case’-doorbraakscenario is vermenigvuldigd met de verhouding tussen de som van de verwachte jaarlijkse schade (incl. gemonetariseerde slachtoffers) in de individuele scenario’s in de situatie met dijkverhoging en de som van de verwachte jaarlijkse schade (incl. gemonetariseerde slachtoffers) in de individuele scenario’s in de referentiesituatie.

Woonwijk ophogen

De maatregel woonwijk ophogen is gemodelleerd door aanpassingen in het MLV-instrumentarium op basis van berekeningen in HIS-SSM. Er is op de zelfde wijze gewerkt als voor de

referentiesituatie, de schade en slachtoffers zijn in het vergelijkbare gebied bepaald met een waterdiepte die 1 meter minder is dan die in de referentiesituatie. De reductie ten opzichte van de referentiesituatie is als vermenigvuldigingsfactor voor schade en slachtoffers in het MLV instrumentarium gebruikt.

Compartiment 1

Voor het eerste compartiment is een extra scenario toegevoegd waarin met behulp van HIS_SSM de schade en slachtoffers bepaald zijn bij een waterstand gelijk aan de maximale waterstand op zee tijdens de gemodelleerde overstroming, deze is 5,8 m +NAP.

In het MLV-instrumentarium zijn de scenariokansen aangepast. Het overstromingsscenario voor het ringdeel Holwierde is opgedeeld in twee scenario’s. In het eerste scenario treedt een doorbraak in het compartiment op en in het tweede scenario een doorbraak buiten het

compartiment. De doorbraak in het compartiment draagt voor 70% bij (o.b.v. de verhouding van de lengte kering bij compartiment en de totale lengte van het Holwierde-ringdeel) en de

doorbraak buiten het compartiment, waarbij het compartiment droog blijft, voor 30%.

Compartiment 2

Bij compartiment 2 is op eenzelfde wijze te werk gegaan als bij compartiment 1. De doorbraak van het compartiment draagt hier voor 30% bij en de doorbraak buiten het compartiment voor 70%.

Compartiment 1 & 2

Bij het toepassen van zowel compartiment 1 als 2 is ook op deze wijze te werk gegaan. De

doorbraak van compartiment 1 draagt voor 70% bij, de doorbraak van compartiment 2 voor 30%.

Gaswininstallaties beschermen

De gaswininstallaties zijn gemodelleerd in het MLV-instrumentarium. Voor het gebied met een buffer van 150 meter rond de gaswininstallaties is de scenariokans een factor 10 kleiner gemaakt. Hierbij is het de vraag of de indirecte schade wel voorkomen wordt door deze dijk, omdat

leidingen kunnen opdrijven. Als dit niet het geval is zullen de aanvullende kosten ook opgenomen moeten worden.