• No results found

Het is onzeker wat de waarde is van de indirecte schade aan gaswininstallaties en of het mogelijk is deze te voorkomen. Dit komt doordat niet zeker is of de leidingen zullen blijven liggen bij een overstroming en de verantwoordelijke partijen kunnen besluiten de

gaswininstallaties vooraf af te sluiten waardoor het systeem alsnog kan instorten.

Om deze reden is ook een casus doorgerekend waarin deze schade niet is meegenomen. In deze bijlage worden de verschillen beschreven, hierbij komen ook enkele mankementen in criteria naar voren. Voor de overzichtelijkheid is de naamgeving als volgt:

- De indirecte schade kan wel voorkomen worden: Casus 1 - De indirecte schade kan niet voorkomen worden: Casus 2

Casus 1 is de casus zoals deze in het hoofdrapport beschreven is. Aan Casus 1 zijn de directe schade en de indirecte schade toegevoegd als nabewerking op de schadegrids. Omdat in Casus 2 de indirecte schade voor alle situaties hetzelfde is, is alleen de directe schade als nabewerking toegevoegd. Dit zorgt ervoor dat de verwachtingswaarde schade in de referentiesituatie minder is in Casus 2. Daarom is voor schade naast de verwachtingswaarde ook de reductie van de verwachtingswaarde weergegeven. Voor Geleidelijkheid is het niet mogelijk een dergelijke aanpassing te doen (zie subkop Robuustheid) en voor de Kosten zijn al relatieve waarden ten opzichte van de referentiesituatie gebruikt om de baten te bepalen.

De verschillen tussen Casus 1 en Casus 2 zijn voornamelijk duidelijk aan te geven bij de

berekende waarden. Voor de overige criteria kan slechts een indicatie gegeven worden door het subjectieve karakter ervan.

Schade

De schade wordt onderschat als de aanname dat indirecte schade wel te voorkomen is

onterecht is, met name voor de maatregelen gaswininstallaties beschermen en dijkverhoging. In tabel 31 is de verwachte schade te zien van de twee casussen en in tabel 32 het verschil in verwachtingswaarde met de referentiesituatie. Te zien is dat het beschermen van

gaswininstallaties en dijkverhoging veel minder schadereductie realiseren in Casus 2 en dat woonwijk (en in enige mate compartiment 2) ongeveer dezelfde schadereductie realiseren. Deze maatregelen hebben geen of relatief weinig relatie met de gaswininstallaties.

Tabel 31: Schaderisico in casus 1 en casus 2. Rode cellen bevatten negatieve scores, gele cellen gemiddelde en groene cellen positieve

Referentie Gaswinning Compartiment Woonwijk Dijk-verhoging 1 2 1&2 Verwachtingswaarde schade Casus 1 [mln. €/jaar] 2,70 1,35 2,42 2,59 2,34 2,69 0,71 Verwachtingswaarde schade Casus 2 [mln. €/jaar] 1,23 1,20 1,14 1,19 1,13 1,22 0,57

139 Tabel 32: Verandering in schaderisico in casus 1 en casus 2. Rode cellen bevatten negatieve scores, gele cellen gemiddelde en groene cellen positieve

Referentie Gaswinning Compartiment Woonwijk Dijk-verhoging 1 2 1&2

Reductie verwachtingswaarde

schade Casus 1 [mln. €/jaar] 0 -1,35 -0,28 -0,11 -0,36 -0,01 -1,99 Reductie verwachtingswaarde

schade Casus 2 [mln. €/jaar] 0 -0,03 -0,09 -0,04 -0,10 -0,01 -0,66

Slachtoffers

Bij de verwachtingswaarde van het aantal slachtoffers is er geen verschil tussen de twee casussen doordat indirecte schade niets te maken heeft met slachtoffers. Een uitzondering hierop is de dijkverhoging, dit is een fout in de berekeningswijze. Zoals te lezen in §5.3.2 ‘Maatregelen’ wordt de kans van het ‘worst case’-scenario aangepast op basis van de verandering in schade, deze kans heeft op zijn beurt weer invloed op het slachtofferrisico. In Casus 1 wordt de schadereductie door dijkverhoging zeer sterk bepaald door de indirecte schade, resulterend in een grote reductiefactor voor de ‘worst case’-scenariokans. Door het wegvallen van deze grote schadereductie in Casus 2 is de reductiefactor ook veel minder groot, het slachtofferrisico is hierdoor volgens de berekeningen een factor 1,6 groter terwijl er in werkelijkheid niets anders is.

Onzekerheid

De onzekerheid is bepaald door veel aannames, waardoor het verschil tussen de twee casussen moeilijk aan te geven is. Het is duidelijk dat maatregelen in Casus 2 de onzekerheid in indirecte schade aan de installaties niet kunnen veranderen omdat deze niet meegenomen wordt. De maatregel gaswinning zal daardoor in ieder geval minder goed scoren op dit criterium.

Robuustheid

De reactiedrempel zou niet anders moeten zijn doordat het volledig bepaald wordt door kansen, niet door gevolgen, door het eerder beschreven effect van de reductiefactor voor de

scenariokans van de worst case is dit voor dijkverhoging wel het geval, al is het in beperkte mate: een factor 1,1 hogere reactiedrempel. De onzekerheid hierin zal min of meer gelijk blijven. De geleidelijkheid verschilt sterk (tabel 33), in Casus 2 is de referentiesituatie erg geleidelijk, de maatregelen die het schaderisico voor grote delen van het gebied veranderen komen hierdoor niet goed uit de bus ((compartimenterings)dijken). In casus twee was alleen compartimentering 1&2 erg negatief voor de geleidelijkheid en was dijkverhoging juist erg positief. De verschillen kunnen komen doordat het voorkomen van indirecte schade grote onregelmatigheden schept in de schadetoename bij kleinere kansen. Aannemelijker is, en dat doet af aan de waarde van deze resultaten, dat de verschillen worden veroorzaakt door het verschil in de referentiesituatie dat doorwerkt in de resultaten van de maatregelen. Hieraan is te zien dat het criterium

geleidelijkheid zeer afhankelijk is van keuzes ten aanzien van wat wel en niet betrokken wordt in de analyse.

140

Tabel 33: Geleidelijkheid in casus 1 en casus 2. Rode cellen bevatten negatieve scores, gele cellen gemiddelde en groene cellen positieve

Referentie Gaswinning Compartiment Woonwijk Dijk-verhoging 1 2 1&2

Geleidelijkheid indirecte

schade wel voorkomen [-] 0,76 0,75 0,78 0,77 1,17 0,76 0,71 Geleidelijkheid indirecte

schade niet voorkomen [-] 0,68 0,68 0,81 0,85 0,86 0,68 0,75 De verwachtingswaarde van de schade en slachtoffers en de onzekerheid verschillen zoals

eerder beschreven. De verandering in herstelcapaciteit is moeilijk te bepalen, maar het is aannemelijk dat het voordeel van het beschermen van gaswininstallaties deels teniet gedaan wordt doordat de schade aan het systeem groter is, dit geldt ook voor het omslagpunt en de hersteltijd.

Kosten

Door de ontbrekende risicoreductie in Casus 2 is niet één maatregel kosteneffectief (tabel 34), vooral gaswinning en dijkverhoging zijn een stuk minder effectief doordat deze maatregelen sterk inzetten op de reductie van de indirecte schade. Het ophogen van de woonwijk is niet minder effectief doordat er geen relatie is met de gaswininstallaties.

Tabel 34: Netto contante waarde en baten-kostenratio in casus 1 en 2. Rode cellen bevatten negatieve waarden, gele cellen gemiddelde en groene cellen positieve

Referentie Gaswinning Compartiment Woonwijk Dijk-verhoging 1 2 1&2

NCW indirecte schade wel

voorkomen [mln. € ] 6,1 -68,7 -69,3 -127,5 -9,6 -22,5 NCW indirecte schade niet

voorkomen [mln. € ] -22,3 -72,8 -70,4 -133,5 -9,6 -52,1 B/K-ratio indirecte schade wel

voorkomen [-] 1,27 0,09 0,02 0,06 0,03 0,68 B/K-ratio indirecte schade

niet voorkomen [-] 0,02 0,03 0,01 0,01 0,03 0,26

Overige criteria

Voor de overige criteria is geen verschil te verwachten, behalve de verschillen in LIR en verschillen in veranderingen in LIR, deze zijn door het eerder genoemde effect van de aanpassing van de ‘worst case’-scenariokans volgens de berekeningen (onterecht, het zijn immers maten voor slachtofferrisico) respectievelijk een factor 2 en 0,5 hoger voor de maatregel dijkverhoging in Casus 2 dan in Casus 1.

141