• No results found

mMÊÊli M0 &mg

In document j£iv - / Yn?^-.? ÈpSSfÉ (pagina 62-65)

— *f ...»«■■*►• 'l a t eS H i pinwi«p»_ ;y 7 W

H r a P f "* ^

& JasssAi^

W ü m ^ M È m z

■< 0mM$ m/dÈK :

7 f A f/^ r

mMÊÊliM0 &mg

" i i i ' ■ " \ K

T T /-

Ï

I S

S Sj

gemeenteraad ter vaststelling aan te bieden. Overigens wordt in het bestemmingsplan voor het plassengebied niet het gebied meegenomen, waarvoor de gemeenteraad in 1974 het bestemmingsplan Tussen de Dijken' heeft vastgesteld. Het plangebied van 'Tussen de Dijken' wordt globaal aan de westzijde begrensd door de plassen, aan de noordzijde door de Oud- Loosdrechtsedijk, aan de oostzijde door het stergebied en aan de zuidzijde door de Weersloot. In het bestemmingsplan is getracht een strikte scheiding te maken tussen de natuur­ gebieden en de voor rekreatieve doeleinden benutte gebieden. Hierin liggen de grootste caravanparken van Loosdrecht. Prioriteit heeft de uitvoering van het zogenoemde middelste separatiekanaal, dat ten doel heeft caravanparken aan de Nieuw-Loos-drechtsedijk langs de kortste weg via water aan te laten sluiten op de derde Plas. Het verrichten van de daarvoor nodige werk­ zaamheden is in handen van het Piassen­ schap Loosdrecht en omstreken.

Woongebieden

In Oud-Loosdrecht zijn de bestaande woongebieden geconcentreerd bij de Vuntuslaan/Heulakker en aan het Oppad achter het ontmoetingscentrum 'Het Trefpunt’. In Nieuw-Loosdrecht is het bestaande woongebied vooral geconcen­ treerd tussen de Nieuw-Loosdrechtsedijk, de Molenmeent, de Radingen het zuidelijke gedeelte van De Tjalk. Daarnaast is er een bestaand woonwijkje ten noorden van de Molenmeent aan de Raaweg en ’t Jagers-paadje. Al jaren is de voortgang van de woningbouw in de gemeente Loosdrecht een klemmend probleem. De behoefte aan eengezinswoningen en woningen voor alleenstaanden en onvolledige gezinnen blijkt niet alleen uit het aantal personen, dat op het gemeentehuis woonruimte heeft aangevraagd, doch eveneens uit het in 1987 vanwege het Ekonomisch Technologisch Instituut te Utrecht opgemaakte rapport 'Woningbehoefte in Loosdrecht'. Het rapport concludeert, dat tussen 1987 en 1991 een aantal van 405 woningen voor gezinnen

en voor alleenstaanden c.q. onvolledige gezinnen dient te worden gebouwd. Daarna is er tot het jaar 2000 een te verwachten jaarlijkse behoefte aan 50 a 60 woningen. Intussen is een volkshuisvestingsplan voor deze gemeente opgesteld, dat de raad heeft vastgesteld in zijn vergadering van 25 februari 1988. De bouwlokaties zouden naar evenredigheid zo goed als mogelijk gevon­ den moeten worden in Oud- en in Nieuw-Loosdrecht. Voor de opvang van woning­ zoekenden is de gemeente op zichzelf aangewezen. Een beroep op gemeenten in de provincie Utrecht met een groeifunctie kan niet worden gedaan.

In het vinden van nieuwe bouwlokaties zitten echter nu juist de problemen. Immers, waar gebouwd gaat worden gaat dat in deze gemeente veelal ten koste van landelijk gebied en de daarin gelegen hoog aange­ schreven waarden van natuurwetenschappe­ lijke en landschappelijke aard. Het behoeft daardoor geen verder betoog, dat de lokaties voor woningbouw uiterst schaars zijn. In Oud- Loosdrecht komt ten oosten van het Oppad nog een relatief kleine strook grond in aanmerking voor bebouwing. Daarvoor is in procedure gebracht het bestemmingsplan 'De Drie Kampjes II’. Daarin is ruimte voor ongeveer 22 woningen. Tevens wordt grond bestemd voor scholen­ bouw met het oog op de dringend noodzake­ lijke verplaatsing van de school voor bijzonder onderwijs in Oud-Loosdrecht en de nagestreefde verplaatsing van de Irene-school. Het bestemmingsplan mag worden beschouwd als een laatste afronding van woningbouw in geconcentreerde vorm in deze kern. Voor zover daarna woningbouw wordt uitgevoerd in dit deel van de gemeente zal dat alleen kunnen geschieden door middel van inbreidingen.

Met betrekking tot de woningbouw in Nieuw-Loosdrecht zijn de lokaties ’Eikenro­ de’ en ’Ter Sype’ aktueel. Het grondgebied, dat het bestemmingsplan ’Eikenrode’ bevat betreft het weiland naast het landgoed ’Eikenrode' tussen de Nieuw-Loosdrechtse­ dijk en de bebouwing aan de Acacialaan. Het is een zogenaamd globaal bestemmings­ plan, dat de gemeenteraad op 29 maart 1984

heeft vastgesteld en waarin de bouw mogelijk wordt gemaakt van maximaal 221 woningen op 188 bouwkavels. Thans moet het plan nog gedetailleerd worden uitge­ werkt. Als alles meeloopt kan in 1988 de realisering van het bestemmingsplan zichtbaar worden.

Het bestemmingsplan ’Ter Sype' moet gaan voorzien in een uitbreiding van de bestaande dorpskern Nieuw-Loosdrecht in zuidweste­ lijke richting. De begrenzing wordt gevormd door de Nieuw-Loosdrechtsedijk, de singels aan de zuidzijde van het gerealiseerde bestemmingsplan ’Hallinckveld’, de Rading en aan de zuidwestzijde de kwekerij van de heer M. Scheltema en de grens van het bestemmingsplan ’Sportkomplex Hallinck­ veld’. Aan de totstandkoming van het bestemmingsplan ’Ter Sype’ bestaat grote behoefte, omdat de gemeente nu eenmaal dringend om woningbouwterrein verlegen zit, waarop ter voorziening in de eigen woningbehoefte vooral woningbouw in de gesubsidieerde sektor kan worden uitge­ voerd. Het plan, met een bouwkapaciteit van ongeveer 600 woningen, is voor de voorziening in de plaatselijke woning­ behoefte onmisbaar. Ook in het provinciale streekplan is de beoogde dorpsuitbreiding aangeduid. De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 30 juni 1983 het bestem­ mingsplan ’Ter Sype’ vastgesteld en daarbij een deel van de bij hem ingediende bezwaren ongegrond verklaard. Tegen het bestem­ mingsplan is tot bij de Kroon beroep ingesteld. De bezwaren houden verband met de aanwezigheid van het vliegveld Hilversum in de nabijheid van ’Ter Sype’ op grondgebied van de gemeente Hilversum. Eén van de aanvliegroutes is in het verlengde van de woningbouwlokatie gesitueerd. De Kroon heeft bij haar besluit van 18 december 1987 aan het plan gedeeltelijk goedkeuring verleend. Uiteindelijk is maar een derde deel goedgekeurd (circa 150 a 200 wonin­ gen).

De problematiek van met name het bestem­ mingsplan 'Ter Sype’ in relatie tot het vliegveld Hilversum heeft het gemeente­ bestuur genoodzaakt vroegtijdig uit te zien naar een alternatieve woningbouwlokatie.

Het oog is gevallen op een gebied ten noorden van de Oud-Loosdrechtsedijk tussen de Molenmeent en de ’s- Graveland-sevaartweg. In het kader van het streekplan ’Utrecht’ is indertijd bij het provinciaal bestuur aandacht gevraagd voor deze aangelegenheid. Dat heeft er in geresul­ teerd, dat in het streekplan in het desbetref­ fende gebied de aanduiding is opgenomen van 'Te ontwikkelen woningbouwlokatie'. Het provinciaal bestuur heeft daarmee een opening gelaten binnen dat gebied een bestemmingsplan voor ongeveer 300 woningen te ontwikkelen, indien onver­ hoopt het bestemmingsplan 'Ter Sype' niet of slechts in geringe mate kan worden geraliseerd.

Slot

Op Loosdrecht staat vanwege haar aantrek­ kelijkheid een grote druk. Veel mensen leggen beslag op een (te) kleine ruimte. Verder is in het agrarische produktieproces de technische vooruitgang voortgeschreden. Met moderne middelen wordt het agrarisch bedrijf uitgevoerd, waardoor gemakkelijker natuur- en landschappelijke waarden worden aangetast. Kunnen alle processen onbelemmerd in gang worden gezet dan zou Loosdrecht veel, zo niet alles, van haar aantrekkingskracht verliezen. Daarom moet er gestuurd worden. Het gemeentebestuur heeft de taak daaraan leiding te geven door het totstandbrengen, handhaven en zo nodig realiseren van bestemmingsplannen.

Spoorweg

In document j£iv - / Yn?^-.? ÈpSSfÉ (pagina 62-65)