• No results found

Milieubelasting en ervaringen

Binnen het project worden de gebruikscijfers van MPS gebruikt. De gebruikscijfers voor het gehele jaar 2008 zijn voorjaar 2009 ter beschikking gekomen voor de telers. De cijfers van 2009 zijn in voorjaar 2010 ter beschikking gekomen. In de tabellen 3.10 en 3.11 zijn geaggregeerde verbruikscijfers aan

gewasbescher-mingsmiddelen en nutriënten van een aantal telers (10 voor cijfers 2008 en 11 voor cijfers 2009) binnen de zuiver water groep opgenomen.

Tabel 3.10 Het gebruik aan werkzame stof (in kg/ha) van een aantal typen gewas-beschermingsmiddelen in 2008 binnen een groep telers (10 datasets), hoogste en laagste waarde, gemiddeld gebruik en spreiding.

Gemiddeld

Insecticiden 5 3 13 2 7

Araciden 1 1 4 0,4 9

Bodemfungiciden 26 9 39 12 3

Bladfungiciden 7 5 10 1 28

Groeiregulatoren 24 12 43 4 12

Herbiciden 1 0,4 1 0 79

Overig 2 2 5 0 163

Totaal 66 16 87 48 2

Totaal insecticiden en

fungiciden 40 13 56 23 3

* kg/ha of l/ha (dichtheid middel op 1 kg/l gesteld)

Gemiddeld

Stikstof 1225 206 1447 786 2

Fosfaat 42 66 161 1 161

Gemiddelde

Tabel 3.11. Het gebruik aan werkzame stof (in kg/ha) van een aantal typen gewas-beschermingsmiddelen in 2009 binnen de groep telers (11 datasets), hoogste en laagste waarde, gemiddeld gebruik en spreiding.

Tabel 3.12 Het gebruik aan stikstof en fosfaat (in kg/ha) in 2008 binnen een groep telers (10 datasets), hoogste en laagste waarde, gemiddeld gebruik en spreiding.

Tabel 3.13 Het gebruik aan stikstof en fosfaat (in kg/ha) in 2009 binnen een groep telers (10 datasets), hoogste en laagste waarde, gemiddeld gebruik en spreiding.

Gewasbeschermingsmiddelen 2008

Uit de gebruikscijfers 2008 blijkt dat voor alle onderscheiden categorieën de sprei-ding rond het gemiddelde aanzienlijk is. De kleinste factor tussen het hoogste en laagste verbruik per eenheid oppervlak is al bijna 2. Voor subcategorieën als ge-bruik aan insecticiden zijn deze factoren zelfs aanzienlijk groter. Gezien het kleine geografische gebied waarin de bedrijven zich bevinden, kan de invloed van weers-omstandigheden waarschijnlijk geen grote rol spelen. Ook factoren als bedrijfs-grootte, type grond, cultivar en verschil in technische installaties hebben een in-vloed op verbruik maar kunnen waarschijnlijk ook de grote bandbreedte aan verbruik niet geheel verklaren. Een aanvullende verklaring is de invloed van de

Gemiddeld

* Kg/ha of l/ha (dichtheid middel op 1 kg/l verondersteld).

** (gegevens biologische bestrijders zijn hier nog niet in meegenomen)

ondernemer en gewasbeschermingshandel op het gebruik. De verschillen worden in de studiegroep in 2009 gebruikt ter vergelijking en verbetering.

Gewasbeschermingsmiddelen 2009

Bij de cijfers van 2009 is de eerste signalering dat het gebruik van biologische be-strijders bij verschillende bedrijven ontbreekt. Een aantal heeft in 2009 geen biolo-gie gebruikt en een deel heeft het gebruik niet opgegeven binnen de MPS registra-tie. De kosten van gewasbescherming variëren van  1,05 tot  2,05 per m2 per jaar. Er is een aantal middelen die relatief veel kosten: Vertimec, Actara, Neem-azal, Cantack,/Milbeknock. Aaterra/Rizolex, Alar/Dazide. Een teler die biologie ge-bruikt, geeft aan op ongeveer 0,6 /m2 per jaar aan kosten te zitten. In 2008 is door trips-druk bij een bedrijf de biologie gestopt is en is men volledig chemisch gaan bestrijden. De totale hoeveelheid gebruikte werkzame stof varieerde in 2009 van 44 kg tot 75 kg per ha. Stoffen met een hoog kg gebruik zijn Mesurol (35,6%

van totale hoeveelheid werkzame stof binnen de subgroep insecticiden/acariciden) Aaterra (40,8% binnen subgroep fungiciden) Rizolex (23,8% binnen subgroep fun-giciden) , Daconil 27% binnen subgroep fungiciden en Alar/Dazide (99,6% binnen subgroep groeiregulatoren). Andere stoffen met een hoog verbruik binnen hun sub-groep zijn Actara (11,4%), Admire 9,11% en Cantac 10,2% Als het totaal aan werkzame stof van de subgroepen insecticiden/acariciden en fungiciden worden opgeteld, zijn de grootverbruikers Daconil (werkzame stof Chloorthalonil) met 31,6

% van het totaal, Rizolex (tolclofos-methyl) met 20,9%, Aaterra (etridiazool) met 18,4% en mesurol ( (methiocarb) met 8,7%.

Verschillen 2008-2009

Wat opvalt is dat het gemiddeld gebruik aan totale actieve stof in 2009 met 15% is gedaald t.o.v. 2008. Het hoogste gebruik is met 13% gedaald en het laagste ge-bruik met 9%. De spreiding is ook minder. Overigens is zonder kennis van factoren als klimatologische omstandigheden, ziekte- en plaagdruk etc het trekken van har-de conclusies niet zinvol. Bovendien betreft het een meetreeks van 2 jaar, een te korte periode voor het concluderen van trends.

De “winst” lijkt met name in te zetten in het verbruik van bodemfungiciden. Deze is qua gemiddelde en hoogste verbruik aanzienlijk gedaald. Ook het gebruik aan groeiregulatoren is gedaald maar de milieubelasting van deze stoffen is over het algemeen lager dan de fungiciden en insecticiden/acariciden.

Meststoffen 2009

Bij de meststoffen valt in 2009 op dat de kosten variëren van  0,30 tot  1,15 per m2 per jaar. Er zit dus een grote bandbreedte in. Grote kostenposten hier zijn Ka-li(salpeter), IJzer en andere (spoor)elementen. Het gebruik aan stikstof varieert van 460 kg tot 1911 kg/ha met een gemiddeld gebruik van 1055 kg. De gemiddel-de behoefte van het gewas is 900 kg/ha.jaar. Bij gemiddel-de lage gift kan sprake zijn van incorrecte cijfers of is er sprake van een grote bodemstikstofvoorraad of zijn andere N-leverende stoffen (compost) gebruikt. Bij fosfaat loopt de bandbreedte in gebruik uiteen van 0 tot 275 kg/ha.jaar en een gemiddeld gebruik van 75 kg ha.jaar. De behoefte is gemiddeld zo’n 100 kg per ha per jaar. Bij fosfaat kan er echter wel sprake zijn van een aanwezige bodemvoorraad.

3.3.3 Probleemstoffen

Uit de evaluatie van ‘Zuiver Water in de Bommelerwaard’ over de periode 2000-2006 kwam een aantal probleemstoffen naar voren. Probleemstoffen zijn gedefini-eerd als stoffen die minimaal een keer per jaar de drinkwater- en/of MTR over-schrijden (op minimaal een locatie). Waterschap Rivierenland en Dunea hebben de monitoringsgegevens van 2008 geanalyseerd. In de rapportage 2008 is gekeken in hoeverre de probleemstoffen worden toegepast in de glastuinbouw.

Tabel 3.14 In 2008 gebruikte probleemstoffen in de glastuinbouw.

Uit een combinatie van de monitoringcijfers van 2008 en de verbruiksgegevens bleken de stoffen Topsin M (carbendazim), Aaterra (etridiazool), Admire (imida-cloprid), Ridomil Gold (metalaxyl), Mesurol (methiocarb) en Rizolex (toclofos-methyl) in gebruik te zijn door de telers en te worden aangetroffen op de meetpun-ten gemaal H.C. de Jong en gemaal Brakel. Achter beide gemalen komt glastuin-bouw voor. Imidacloprid en methiocarb overschreden op beide punten naast de drinkwaternorm ook de MTR. Imidacloprid is al een paar jaar een probleemstof.

Methiocarb wordt aangetroffen boven de MTR sinds 2008, omdat de waarde van de

Uit een combinatie van de monitoringcijfers van 2008 en de verbruiksgegevens bleken de stoffen Topsin M (thiofanaat-methyl met als afbraakproduct carbenda-zim), Aaterra (etridiazool), Admire (imidacloprid), Ridomil Gold (metalaxyl), Me-surol (methiocarb) en Rizolex (toclofos-methyl) in gebruik te zijn door de telers en te worden aangetroffen op de meetpunten gemaal H.C. de Jong en gemaal Brakel.

Achter beide gemalen komt glastuinbouw voor. Imidacloprid en methiocarb over-schreden op beide punten naast de drinkwaternorm ook de MTR. Imidacloprid is al een paar jaar een probleemstof. Methiocarb wordt aangetroffen boven de MTR sinds 2008, omdat de waarde van de MTR verlaagd is. Niet alle stoffen zijn speci-fiek voor de glastuinbouw, de belasting kan ook uit andere sectoren afkomstig zijn.

De hierboven genoemde stoffen zijn door de glastuinders in het project gebruikt.

Bij het analyseren van de monitoringsgegevens van 2008 werden ook stoffen boven de drinkwaternorm aangetroffen die toegelaten zijn in de glastuinbouw maar niet door de telers zijn gebruikt. Dit zijn imazalil (o.a. Fungaflor), paclobutrazool (Bonzi voor potplanten) en thiabendazool (Lirotect).

Gegevens 2009

In 2009 is op 5 meetdata in maart, mei, juli, augustus en september bemonsterd op een aantal zogenaamde glastuinbouw monsternamepunten in de Bommeler-waard. Bij de monsternames op 27 mei zijn er in vergelijking tot de monstername op 24 maart 2 punten bij gekomen (monsterpunten 90 en 91) en is 1 monsterpunt

Probleemstof MTR Drinkwaternorm Gebruikte middelen Laatst aangetroffen*

imidacloprid 2008 2008 Admire

methiocarb 2008 Mesurol

carbendazim 2006 2008 Topsin M

etridiazool 2008 Aaterra

metalaxyl 2008 Ridomil Gold

tolclofos-methyl 2008 Rizolex

* resultaten monitoring 2007 niet meegenomen

Probleemstof MTR Drinkwaternorm Gebruikte middelen Laatst aangetroffen*

imidacloprid 2008 2008 Admire

methiocarb 2008 Mesurol

carbendazim 2006 2008 Topsin M

etridiazool 2008 Aaterra

metalaxyl 2008 Ridomil Gold

tolclofos-methyl 2008 Rizolex

* resultaten monitoring 2007 niet meegenomen

vervallen (monsterpunt 89). De monstername punten zijn beschreven in onder-staande schema. De waterkwaliteit wordt hierbij op de meest gangbare

gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten (N en P) in de tuinbouw bemonsterd.

Tabel 3.15 Overzicht van de monsternamepunten in 2009 en omschrijving locatie.

Monsterpunten Omschrijving

PBW0080 Bruchem, viaduktweg

PBW0086

Gemeente Zaltbommel, Brakel, Kooiweg, a-watergang, noord-kant weg

PBW0087

Gemeente Zaltbommel, Nieuwaal, Hogeweg, a-watergang zuid-kant weg weg, vanaf "brug"

PBW0088

Gemeente Zaltbommel, Zaltbommel, Ouwelsestraat, a-watergang haaks op weg, noordkant

PBW0089 -> vervallen punt per mei 2009

Gemeente Zaltbommel, Brakel, Molenkampweg, a-watergang haaks op weg, zuidzijde

PBW0090 -> nieuw punt per mei 2009

Gemeente Zaltbommel, Poederoyen, Hoekseweg, a-watergang ten zuiden van weg

PBW0091 -> nieuw punt per mei 2009

Gemeente Zaltbommel, Zuidichem, Uilkerweg, a-watergang te noorden van de weg

Tabel 3.16 Gemeten concentraties aan gewasbeschermingsmiddelen die de MTR- norm overschrijden op monstername punten in maart 2009 (concentra-ties in ug/l).

Monsterpunt Parameter/actieve

stof Middel Concentratie MTR-norm

Aantal keer

Tabel 3.17 Gemeten concentraties aan gewasbeschermingsmiddelen die de MTR- norm overschrijden op monstername punten in mei 2009 (concentraties in ug/l).

Monsterpunt Parameter/actieve

stof Middel Concentratie MTR-norm

Aantal keer

Tabel 3.18 Gemeten concentraties aan gewasbeschermingsmiddelen die de MTR- norm overschrijden op monstername punten in juli 2009 (concentraties in ug/l).

Monstername datum 16 juli 2009

Monsterpunt Parameter/actieve

stof Middel Concentratie MTR-norm

Aantal keer

Vervolg tabel 3.18

Monsterpunt Parameter/actieve

stof Middel Concentratie MTR-norm

Aantal keer overschrijding

MTR

PBW0088 imidacloprid Admire 0,13 0,013 10

PBW0090 imidacloprid Admire 0,54 0,013 42

PBW0090 methiocarb Mesurol 0,12 0,016 8

PBW0091 imidacloprid Admire 0,92 0,013 71

Monstername datum 8 juli 2009

Monsterpunt Parameter/actieve

stof Middel Concentratie MTR-norm

Aantal keer overschrijding

MTR imidacloprid Admire 0,54 0,013 42

methiocarb Mesurol 0,03 0,016 2

pymetrozine Plenum 1,1 0,5 2

thiamethoxam Actare 1,9 1 2

PBW0086

fipronil Violin 0,03 0,00007 429 PBW0087 imidacloprid Admire 0,55 0,013 42

PBW0087 methiocarb Mesurol 0,4 0,016 25

PBW0087 fipronil Violin 0,04 0,00007 571

Tabel 3.19 Gemeten concentraties aan gewasbeschermingsmiddelen die de MTR- norm overschrijden op monstername punten in augustus 2009 (concen-traties in ug/l).

Monsterpunt Parameter/actieve

stof Middel Concentratie MTR-norm

Aantal keer overschrijding

MTR

aldicarb Temik 0,18 0,1 2

imidacloprid Admire 0,09 0,013 7

methiocarb Mesurol 0,02 0,016 1

PBW0087

spinosad conserve 0,18 0,024 8

Tabel 3.20 Gemeten concentraties aan gewasbeschermingsmiddelen die de MTR- norm overschrijden op monstername punten in september 2009 (con-centraties in ug/l).

Monsterpunt Parameter/actieve

stof Middel Concentratie MTR-norm

Aantal keer

Tabel 3.21 Gemeten concentraties aan gewasbeschermingsmiddelen die de MTR- norm overschrijden op monstername punten in september 2009 (con-centraties in ug/l).

Monsterpunt Parameter/actieve

stof Middel Concentratie MTR-norm

Aantal keer

Er zijn 4 overzichten verschenen van de resultaten van metingen van de waterkwa-liteit: in juli, september, oktober en december 2009.

In de volgende tabellen zijn voor deze periode voor de verschillende monstername punten de MTR-overschrijdingen weergegeven.

Tabel 3.22 Aantal malen overschrijding van de MTR-waarden van gewasbescher-mingsmiddelen op monsterpunt OPBW0080 op een aantal monstername data in 2009.

Naam MTR (ug/l) maart mei juli sept. dec.

mesurol 59 4 3

admire 4 2

Tabel 3.23 Aantal malen overschrijding van de MTR-waarden van gewasbescher-mingsmiddelen op monsterpunt OPBW0086 op een aantal monstername data in 2009.

* Het middel Violin (fipronil) heeft een opgebruiktermijn tot 13 juni 2009 en heeft daarna geen toelating meer.

Tabel 3.24 Aantal malen overschrijding van de MTR-waarden van gewasbescher mingsmiddelen op monsterpunt OPBW0087 op een aantal monstername data in 2009.

* Het middel Methomex (methomyl) heeft een opgebruiktermijn tot 19 maart 2009 en heeft daarna geen toelating meer.

Tabel 3.25 Aantal malen overschrijding van de MTR-waarden van gewasbescher mingsmiddelen op monsterpunt OPBW0088 op een aantal monstername data in 2009.

Tabel 3.26 Aantal malen overschrijding van de MTR-waarden van gewasbescher-mingsmiddelen op monsterpunt OPBW0091 op een aantal monstername data in 2009.

Er zijn dus in de meetperiode ook middelen aangetroffen die geen toelating (meer) hebben. Dit kan duiden op illegaal gebruik maar ook op het nog aanwezig zijn van de stoffen in het systeem terwijl deze stoffen in de wettelijke periode zijn toege-past. Belangrijke zaken die hierbij spelen zijn de teelten waarin de stoffen werden gebruikt en de verblijftijd van de stoffen in het bodem-water systeem. Indien een stof vrij resistent is tegen fysisch-chemische en biologische afbraak, zal de verblijf-tijd in het systeem langer zijn en kan een stof nog worden aangetroffen in een pe-riode na de laatste (wettelijke) toepassing.

Voor enkele stoffen die veelvuldig boven de MTR zijn aangetroffen is gekeken naar de stofeigenschappen in relatie tot het aantreffen. In onderstaande tabel is wat informatie over weerstand tegen fysisch-chemisch afbraak opgenomen. Daarnaast kan er nog sprake zijn van biologische afbraak.

Tabel 3.27 Gegevens over afbraak van enkele gewasbeschermingsmiddelen.

Middel

acetamiprid 2,6 62,6 gazelle Niet persistent

fipronil 76 428 violin Persistent

imidacloprid 118 131 admire Persistent

methiocarb 39 66 mesurol Laag persistent

thiacloprid 1,3 362 calypso Niet-persistent

thiamethoxam 133,5 33,1 actare persistent

De Kom is een maat voor de verdeling tussen de hydrofiele waterfase en de hydro-fobe organische stoffractie (om is organic matter) in de bodem. Hoe hoger de Kom, hoe hydrofober de pesticide is (is dus stofeigenschap).

Tabel 3.28 Gedrag van bodem en water van enkele gewasbeschermingsmiddelen.

Middel acetamiprid gazelle Stabiel Erg persistent ? Gemiddeld snel fipronil violin Snel Erg persistent Gemiddeld

snelle afbraak Stabiel imidacloprid admire Snel Erg persistent Langzame

af-braak Stabiel

methiocarb mesurol Gemiddeld snel

Niet-persistent, pH gevoelig

Snelle afbraak Gemiddeld snel

thiacloprid calypso Stabiel Erg persistent Snelle afbraak Gemiddeld snel thiamethoxam actare Gemiddeld

snel Erg persistent Gemiddeld snel Stabiel

3.3.4 Communicatie

Bijeenkomsten studiegroep

Als gevolg van de late start in het jaar is in 2008 één bijeenkomst georganiseerd in 2008. Hierbij is het doel en de aanpak voor 2008 en 2009 uiteengezet. Vanuit wa-terschap Rivierenland is betrokkenheid, werkterrein en visie toegelicht. Daarnaast is informatie over monitoring (punten, frequentie en concentraties) gecommuni-ceerd.

In 2009 zijn vervolgens in januari, april en november bijeenkomsten gehouden bij verschillende leden van de studiegroep.

In januari 2009 is de Trianum proef bezocht en toegelicht. Ook is er aandacht ge-weest voor een proef met een lysimeter. Vervolgens is het belang van een goede registratie van gebruiksgegevens aangestipt en is de individuele bedrijfschecklist toegelicht. Als laatste is een aantal projecten op het gebied van emissiereductie de revue gepasseerd met de vraag of deze kennis/activiteiten uit deze projecten ook benut kan worden binnen zuiver water.

In april 2009 stond de bijeenkomst in het teken van het bekijken van een spuit-boom met luchtondersteuning (nieuw type spraymaster). Vervolgens zijn uitgebreid de verbruikscijfers van 10 telers voor 2008 aan bod gekomen met aandacht voor type en hoeveelheden bestrijdingsmiddelen in werkzame stof per hectare en kosten per m2, inzet biologie en kosten per m2, meststoffen in kg voeding per hectare en kosten per m2, watergift, drainage en hergebruik in liters per m2 . Daarna is gedis-cussieerd over hoe het verbruik te optimaliseren is en welke (on)mogelijkheden daarvoor zijn.

In november 2009 is na een excursie op het bedrijf van de gastheer gesproken over een afgerond onderzoek van Waterschap Rivierenland over metingen in drai-nagewater bij een aantal chrysantenbedrijven. Ook is aan de orde gekomen op te

aaltjes en schimmelsporen. Als slot zijn enkele lopende onderzoeken naar ziekte-weerbaarheid van de de bodem en substraatbedden toegelicht.

In 2009 zijn 2 nieuwsflitsen (januari en juni) en 3 monitoringsbulletins met meetre-sultaten van bemonstering van oppervlaktewater uitgekomen. Begin 2010 is een monitoringsbulletin uitgekomen met de laatste meetcijfers (dec 2009).

In de monitoringsbulletins die per email naar een groot aantal glastuinbouwonder-nemers in de Bommelerwaard is gestuurd, is per bemonsteringspunt een overzicht gegeven van de analyseresultaten. Op luchtsfoto’s is het meetpunt als een stip aangegeven. Een overschrijding op een betreffend meetpunt houdt niet expliciet in dat de gevonden overschrijdingen ook van het bedrijf op de luchtfoto afkomstig zijn. De meetpunten zijn zo ingericht dat op de betreffende locatie de waterkwaliteit van een gebied worden gemeten. De gemeten gewasbeschermingsmiddelen kunnen dus ook van een ander bedrijf uit het betreffende glastuinbouw gebied afkomstig zijn.

Daarnaast is in het “ Agrarisch inzicht najaar 2009, glastuinbouw special , een nieuwsbrief voor agrariers in het rivierengebied aandacht besteed aan doelstelling en uitvoering van het project “ zuiver water”.

Afsluitende bijeenkomst van zuiver water 2009

In april 2010 is er afsluitende bijeenkomst geweest voor de periode 2009. Hierin zijn de gebruikscijfers 2009 besproken. Er is ook tijdens deze (afsluitende) bijeen-komst de vraag gesteld welke acties er door de aanwezige telers mogelijk worden gehouden. Hierop kwamen de volgende reacties:

• Wens tot en inzet van goede biologische bestrijders.

• Wens tot en inzet van goede chemische middelen. Opgemerkt wordt dat door-dat breder werkende middelen eruit gaan, de gebruikte hooeveelheid actieve stof alleen maar toeneemt omdat je vaker en meer moet spuiten.

• Er is een invloed van het assortiment (gevoeligheid).

• Biologie blijft altijd duur (opgemerkt wordt dat er geen of onvoldoende concur-rentie in die branche is). Bovendien is de teelt te kort om naar een goed even-wicht te komen. De prijzen van biologische bestrijders zijn altijd gerelateerd aan het verbruik in de groente. Doordat in de bloemen (bijv. chrysant) veel meer moet worden ingezet dan in de groente komt het in deze teelten minder makkelijk uit. Wordt de prijs gezet op het niveau dat het voor de bloemen in-teressant is, dan is men in de groente nog maar enkele centen per m2 kwijt voor biologische bestijding. Het is dus een prijstechnisch en markttechnisch vraagstuk.

Vanuit een mogelijk vervolg op het project worden de volgende acties voorgesteld:

• Recirculatie van drainagewater.

• Geïntegreerde bestrijding.

• Trianum voor de start van de teelt (starten vanaf stomen).

• Verbruik van Admire en Mesurol beperken bij de start v/d teelt (mogelijk geeft dit minder uitspoeling).

• Optimalisatie spuittechniek.

• Watergift afstemmen op de verdamping.

• Telen los van de ondergrond (substraatbedden).

De vraag wordt gesteld welke actie men voor het eigen bedrijf zou willen oppakken.

Er is duidelijk consensus over het belang van recirculatie van drainagewater maar tegelijkertijd is duidelijk dat er nog veel vragen en onduidelijkheden zijn over tech-nieken/mogelijkheden/kosten en risico’s. De uitbreiding van Trianum kan niet op

veel enthousiasme rekenen. Men weet niet wat Trianum straks gaat kosten. Het idee is dat de markt moet gaan bepalen of Trianum een plaats kan krijgen. Het punt van wie opdraait voor mogelijke vervolgschade bij een wat groter ingezette proef komt weer naar voren. Dit vindt men belangrijker dan eventueel ter beschik-king gestelde trianum voor de proef zelf. Ten aanzien van aanpassingen in gebruik van Admire en Mesurol wordt ook geen reactie gegeven.

3.3.5 Overwegingen

Gebruik aan gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten

Er zijn grote verschillen tussen telers qua gebruik aan gewasbeschermingsmiddelen geconstateerd op basis van de gebruikscijfers 2008 en 2009 (zie tabellen 3.10 t/m 3.14).

Alhoewel de bedrijven verschillen in type grondsoort, type cultivar, glasopstanden en mogelijk ook spuitapparatuur, kunnen deze de grote verschillen niet geheel ver-klaren. Zo bedraagt in 2009 het verschil tussen het hoogste en laagste gebruik bij de belangrijke groep van de bodemfungiciden (in kg werkzame stof/ha) een factor 3. Voor de andere categorieën zijn de verschillen nog groter maar betreft het daar stoffen die in kleine(re) hoeveelheden worden gebruikt. Er lijkt hier zeker ruimte te zijn voor verbeteringen in gebruik en veelal daarmee ook reductie van emissies.

Bijeenkomsten

In de 4 bijeenkomsten was een trend te zien dat de opkomst van de telers minder werd. Een verklaring voor deze signalering is dat de sector in toenemende mate in slecht weer kwam en nog steeds zit. Een begrijpelijke reactie is dat telers minder geneigd zijn van de eigen tuin te komen. Aan de andere kant is de benodigde tijds-investering niet heel groot en wordt continue beoogd vanuit het project een inte-ressant en leerzaam programma neer te zetten. De situatie heeft echter wel gevol-gen voor de investeringsbereidheid van telers. Ook al is de terugverdientijd relatief goed, als de initiële investering hoog is, zal men toch minder dan vroeger geneigd zijn die investering ook te doen. Hoe zich dit in de komende jaren gaat ontwikke-len, is onduidelijk.

Bedrijfsbezoeken

Bij de bedrijfsbezoeken zijn enkele interessante zaken naar voren gekomen. Meer dan ooit worden investeringen beoordeeld op economische factoren. Dan blijkt dat bijvoorbeeld ontsmetting en recirculatie van drainwater qua besparing voor de teler soms niet opweegt tegen de kosten. Vanuit waterkwaliteit optiek gezien, is echter

Bij de bedrijfsbezoeken zijn enkele interessante zaken naar voren gekomen. Meer dan ooit worden investeringen beoordeeld op economische factoren. Dan blijkt dat bijvoorbeeld ontsmetting en recirculatie van drainwater qua besparing voor de teler soms niet opweegt tegen de kosten. Vanuit waterkwaliteit optiek gezien, is echter