• No results found

Onder dit item wordt de methodiek van deze studie omschreven. Dit gaande van het verzamelen van data, een beschrijving van de toegepaste meetinstrumenten, het rekruteren en selecteren van de respondenten en tot slot een uitgebreide omschrijving van de toegepaste data-analyse.

3.1 Dataverzameling

Er wordt gekozen voor kwalitatief onderzoek omdat deze methodiek een mogelijkheid biedt om op systematische wijze data te verzamelen, organiseren en interpreteren van schriftelijk materiaal afkomstig van gesprekken of observaties (Miller & Crabtree, 1999).

Er wordt gekozen voor focusgroepen om de onderzoeksvraag te beantwoorden.

De methodiek van focusgroepen is ontworpen om informatie te verschaffen over voorkeuren en waarden van (diverse) personen met betrekking tot een welbepaald onderwerp en om hun mening toe te lichten. Het biedt de mogelijkheid om een gericht interview te combineren met een discussie.

Focusgroepen, in tegenstelling tot individuele interviews, stellen de deelnemende individuen in staat om hun opvattingen te ontwikkelen en naar voor te brengen in een eerder ‘natuurlijke’ sociale context (Elliot et al., 2006). Daar de (eerstelijns)ergotherapeuten bestaan uit uiteenlopende werkdomeinen is het interessant om deze samen te plaatsen in één groep. Diepgaande vragen kunnen gesteld worden en discussie kan bevorderd worden.

3.2 Meetinstrument

De focusgroepen zijn gebaseerd op een interviewgids (zie bijlage 3). De vragenlijst is ontwikkeld op basis van twee vragenlijsten uit voorafgaand onderzoek naar de attitude, kennis en implementatie van EBP bij gezondheidsprofessionals (Jette et al., 2003; Guidetti et al., 2011). Er worden aspecten toegevoegd om tot de doelstelling van dit onderzoek te komen. Tot slot wordt de vragenlijst door drie onderzoekers met expertise omtrent onderzoek en de toepassing van EBP gecontroleerd.

26 Naast de interviewgids, leidend voor de focusgroep, wordt voorafgaand de discussie een schriftelijke vragenlijst afgenomen. Deze bevat vragen inzake de demografische gegevens van de respondenten en een meting van hun interesse en expertise naar EBP. Dit gebeurt op basis van een 6-punts schaal (zie bijlage 4).

3.3 Respondenten

De rekrutering van de respondenten vindt plaats door een doelgerichte en convience sampling. Voor het operationaliseren van diversiteit binnen de focusgroepen, gebeurt dit op basis van inclusie- en specifieke variatiecriteria. Er worden twee groepen van 6 à 8 respondenten vooropgesteld.

Inclusiecriteria:

- Ergotherapeut in de eerstelijnsgezondheidszorg;

- Ergotherapeutische thuisinterventies uitvoeren, indien geen eerstelijnser-gotherapeut;

- Bereid zijn om deel te nemen aan een focusgroepinterview (+/- 2 uur, zon-der verplaatsing);

- Bereid zijn om op een objectieve manier ervaring en expertise te delen;

- Geografisch gebied: West- of Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant of Lim-burg

Specifieke variatiecriteria binnen elke focusgroep:

- Variatie in interesse in het concept ‘EBP’

- Variatie in expertise of ervaringen met ‘EBP’

- Variatie in opleidingsniveau van de ergotherapeut: bacheloropleiding/

masteropleiding

- Variatie in plaats tewerkstelling: zelfstandige ergotherapeut, lokaal dien-stencentrum, regionaal dienstencentrum (mutualiteiten), OCMW, centra ambulante revalidatie (fysiek en/of cognitief/ kinderen en/of volwassen) en een Dagcentrum ontwikkeling/ouderen

27

3.4 Rekrutering en praktische organisatie

De locatie, data en tijdstip van de focusgroepen wordt op voorhand vastgelegd.

Van hieruit kan eenvoudiger de doelgerichte rekrutering plaatsvinden. Er wordt onmiddellijk een gestructureerd plan voorgelegd aan de mogelijke participanten (zie tabel 2).

Tabel 2: Planning focusgroepen

Provincies Locaties Data Tijdstip Aantal personen Focusgroep 1 eerstelijnsgezondheidszorg per provincie gezocht naar mogelijke participanten.

Hierbij wordt gebruik gemaakt van de website van ‘ergotherapie Vlaanderen’ om doelgericht de zelfstandige ergotherapeuten te selecteren. Nadien wordt via het internet gezocht naar de resterende tewerkstellingen. Er wordt rekening gehouden met de locatie van de instellingen. Tevens worden beroep gedaan op connecties van de onderzoeksbegeleiders. Bij selectie van de respondenten wordt gekeken naar de plaats van tewerkstelling in verhouding tot de locatie waar de focusgroepen doorgaan, dit om de barrière van afstand en transport te overbruggen. Nadien wordt op basis van het recruitment plan (zie bijlage 5) iedereen telefonisch gecontacteerd. Tot slot wordt na bevestiging een uitnodigingsbrief met praktische details opgestuurd (zie bijlage 6).

28

3.5 Data analyse

Miller & Crabtree (1999) geven aan dat er drie technieken bestaan voor het vinden en interpreteren van categorieën, namelijk de intuitive analyse, de editing analyse en de template analyse.

Met de intuïtieve analyse organiseert de onderzoeker de data door de meest belangrijke aspecten uit de tekst te selecteren. Bij de editing (data-based) analyse gaat de onderzoeker verschillende units identificeren in de tekst die de basis vormen voor de ontwikkelde categorieën. De units worden vervolgens gebruikt om de tekst te reorganiseren om op deze manier de betekenis duidelijk te illustreren. De laatste techniek is de template (theory-based) analyse, waarin de tekst wordt georganiseerd volgens reeds bestaande, theoretische of logische categorieën.

In dit onderzoek wordt gekozen voor een combinatie van de editing (data-based) en de template analyse. Omdat gebruik gemaakt wordt van een interviewgids gebaseerd op voorgaand onderzoek, maar toch oog heeft voor het ontstaan van nieuwe categorieën. Voor de toepassing van deze methodiek wordt gekozen om de methodologie van Creswell te gebruiken. Creswell (2013) beschrijft een systematisch proces voor coderen van data waarbij specifieke stellingen worden geanalyseerd en gecategoriseerd in betekenisvolle clusters die het te onderzoeken fenomeen presenteren. De verschillende stappen die worden doorlopen, zijn (1) data managing, (2) lezen en nota nemen, (3) beschrijven, classificeren en interpreteren en (4) rapporteren en visualiseren (zie figuur 2).

Figuur 3: Methode data-analyse (Creswell, 2013)

29 De eerste lus van de spiraal is het data-management. De data wordt letterlijk uitgetypt waarbij telkens de namen van de participanten tussen vierkante haakjes voorafgaand aan een tekstalinea komt. De moderator van het onderzoek voorziet dit script.

Nadien wordt de data geordend en zal het analyseproces opgestart worden door betekenis te geven aan de databank (tweede lus in de spiraal). Drie onderzoekers nemen onafhankelijk van elkaar de tekst door, maken notities (korte zinnen, ideeën of kernconcepten) en kennen initiële labels toe. De tweede lus bestaat uit twee stappen: In de eerste stap werd de volledige tekst doorgenomen en in een kantlijn korte notities genomen om een overzicht te krijgen van de volledige data.

Tevens wordt gedurende deze stap reeds belangrijke zaken gemarkeerd.

Vervolgens bestaat stap twee uit het ordenen van de volledige tekst in een tabel.

Er worden reeds vijf kolommen voorzien: (1) kennis, (2) attitude en vaardigheden (3), mening (4), randvoorwaarden naar implementatie en (5) andere. Deze kolommen zijn opgemaakt op basis van de rubrieken in de interviewgids, waar de vragen behorend zijn tot één van de kolommen (zie voorbeeld, bijlage 7).

De derde lus, of categorievorming, is de kern van de kwalitatieve data-analyse.

De onderzoekers beschrijven de data in thema’s die tevoorschijn komen en interpreteren deze. Tijdens deze beschrijving worden de ontwikkelde thema’s en tekst geordend in categorieën, iedere categorie krijgt een kleur toegewezen om vervolgens vlotter de tekst te koppelen aan de bijhorende categorie. Nadien wordt de data opnieuw doorgenomen en telkens een kruis geplaatst bij een stukje tekst en de bijhorende rubriek. Daarnaast worden opnieuw bedenkingen genoteerd en belangrijke topics of labels opgesomd bij de bijhorende rubriek. Dit gebeurt in de woorden van de respondenten, namelijk de in-vivo thema’s volgens Cresswel (2013). Tot slot worden alle topics of labels kritisch bestudeerd en gelijkaardige thema’s worden samengevoegd (zie voorbeeld, bijlage 8).

30 Na afronding van deze analyse werd de interviewgids voorzien van een aantal diepgaandere vragen voor de tweede focusgroep (zie bijlage 4). De tweede fo-cusgroep wordt gelijkaardig geanalyseerd (zie bijlage 9). Echter wordt nu geen gebruik gemaakt van een tabel volgens de categorieën van de vragenlijst. De delen die om dezelfde thema’s of labels gingen als de eerste focusgroep worden in dezelfde kleur gemarkeerd (zie bijlage 10).

Bij een consensus worden de effectieve thema’s geselecteerd en categorieën opgemaakt. Op die manier worden significante stellingen gegroepeerd in betekenisvolle eenheden. In de finale fase van de spiraal wordt de essentie in tekst weergegeven, gerapporteerd bij de resultaten van dit onderzoek.

3.6 Validiteit en betrouwbaarheid

De hoofdonderzoeker is de moderator van de focusgroepen. De data wordt onafhankelijk geanalyseerd door de hoofdonderzoeker met behulp van twee ervaren onderzoekers. De eerste onafhankelijke onderzoeker is promotor van dit onderzoek. De andere onderzoeker is voorzitter van het ondersteunings- en kenniscentrum ergotherapie (OKE) en docente/onderzoeker bij Vives Brugge. De senior onderzoekers wonen de focusgroepen bij als observator.

Het transcript van de eerste focusgroep wordt volledig geanalyseerd en de resultaten worden bediscussieerd met de eerste onafhankelijke onderzoeker. Op basis van deze resultaten worden eventuele bijstellingen toegepast aan de interviewgids. Na de tweede focusgroep worden de data onafhankelijk geanalyseerd en bediscussieerd met de twee onafhankelijke onderzoekers om tot consensus te komen.

3.7 Ethische overwegingen

Alle ergotherapeuten uit de sample hebben hun toestemming gegeven om deel te nemen aan de focusgroep. De onderzoekers hebben een informed consent (zie bijlage 11) voorgelegd, waarbij wordt gegarandeerd dat alle data anoniem geanalyseerd wordt. Daarnaast wordt een member check aangeboden aan de participanten voor de feitelijke rapportage van de resultaten om garantie te bewaken over de interpretatie van de resultaten.

31