• No results found

4. ONTWERP VAN EEN STRATEGIE VOOR KLIMAATADAPTATIE

4.1 Methode van onderzoek: actieonderzoek

Voor ruimtelijke planprocessen zijn verschillende onderzoeksmethoden beschikbaar die kunnen worden gebruikt in een onderzoeksproces. Dit onderzoek betreft een kwalitatief onderzoek. Bij kwalitatief onderzoek wordt vooral verbaal en beschouwend gerapporteerd en zijn de bevindingen moeilijk in tabellen, grafieken, cijfers of berekeningen weer te geven (Verschuren & Doorewaard, 2007). Er wordt een empirisch onderzoek uitgevoerd waar de onderzoeker zelf het veld ingaat, gegevens verzameld en deze interpreteert.

In dit onderzoek is er gekozen voor de onderzoeksmethode van actieonderzoek. Het onderzoek gaat in op het proces van strategievorming. De focus ligt op het leerproces. Hoe gaan de verschillende partijen om met klimaatadaptatie en hoe kunnen verschillende inzichten bij elkaar worden gebracht om uiteindelijk toch tot een ontwerp te komen voor klimaatadaptatie in het stedelijk gebied. Kennis van verschillende beleidsvelden wordt samengevoegd en gehoopt dat de verschillende beleidsvelden van elkaar kunnen leren en kennis overbrengen. Actieonderzoek leek hier de juiste onderzoeksmethode omdat actieonderzoek kan worden gezien als een sociaal- en leerproces. De interactie die in het onderzoek plaatsvindt is beter te bewerkstelligen met de methode van actieonderzoek dan bijvoorbeeld met interviews, waarbij er vooral eenzijdige kennisoverdracht plaatsvindt. Er is er in het onderzoek voor gekozen om de ontworpen strategie toe te passen op één bepaalde case, namelijk een wijk in Nijmegen. De toepassing van de strategie en het proces zal worden onderzocht met actieonderzoek. De onderzoeker neemt zelf deel aan, aan het onderzoeksproces en er wordt gefocust op het sociale proces van gezamenlijk leren, gerealiseerd door een groep mensen die samenkomt om de praktijk te veranderen.

Naast actieonderzoek vindt er ook een deel bureauonderzoek plaats. Vooral in de voorbereiding wordt er case specifieke kennis ingezameld. Er worden wijkbeschrijvingen bestudeerd, informatie over klimaat en er wordt onderzoek gedaan naar bestaande methoden die ingaan op klimaatadaptie. Omdat actieonderzoek de centrale onderzoeksmethode is in dit onderzoek, zal hier nu dieper op in worden gegaan.

36 Actieonderzoek

Actieonderzoek is een methode van onderzoek die zich richt op zowel het ondernemen van actie als het creëren van kennis of theorie over deze actie (Coghlan, and Brannick, 2010). Het betrekt zich tot het onderzoek naar concrete praktijken in het hier en nu. Actieonderzoek kan worden gezien als een leerproces waarvan het resultaat echte en materiële veranderingen zijn in wat mensen doen, hoe mensen omgaan met de wereld en met anderen, wat mensen betekenen en wat zij waarderen, de discoursen die mensen bevatten en hoe men de wereld om ons heen interpreteert (Kemmis & McTaggart, 2005).

Actieonderzoek is ontstaan in de jaren veertig. De grondlegger van deze benadering is Kurt Lewin. Hij ging uit van een onderzoeksbenadering waarin leren over een sociaal systeem centraal staat en waarin gelijktijdig bekeken wordt hoe het systeem positief veranderd kan worden (Gummesson, 2000). Een bekend citaat van Kurt Lewin is ‘there is nothing so practical as a good theory’ (1951, p.169). Actieonderzoek gaat nog verder dan de notie dat theorie kan doordringen in de praktijk, namelijk dat theorie door de praktijk gegenereerd kan worden en dat theorie alleen nuttig is als het in de praktijk kan worden toegepast gericht op het positief veranderen van het systeem (Brydon-Miller, Greenwood & Maguire, 2003).

Actieonderzoek wordt in dit onderzoek geconceptualiseerd in collaboratieve termen. Het is een sociaal – en leerproces. Op zijn best is actieonderzoek namelijk een sociaal proces van gezamenlijk leren, gerealiseerd door een groep mensen die samenkomt om de praktijk te veranderen (Kemmis & McTaggart, 2005, p.563). Het onderzoek richt zich op het creëren van een omgeving waarin de deelnemers valide informatie krijgen en geven, vrije en onderlegde keuzes kunnen maken (ook de keuze om deel te nemen aan het onderzoek) en betrokkenheid op kunnen brengen bij de resultaten van het onderzoek (Argyris & Schön, 1989). Criteria voor een succesvol onderzoek is niet of de deelnemers de juiste stappen hebben gevolgd in het proces maar of ze het idee hebben dat hun kennis en kunde is ontwikkeld en dat ze de situatie en de dingen in de situatie beter begrijpen (Kemmis & McTaggart, 2005).

In dit onderzoek wordt er met actieonderzoek actie gebracht in de manier waarop er nu met klimaatadaptatie om wordt gegaan. Er wordt kennis gecreëerd over de methodes van klimaatadaptatie en hoe planningspraktijken om kunnen gaan met klimaatadaptatie. In het onderzoek wordt er met een collaboratieve benadering geprobeerd om percepties en inzichten van deelnemers in het onderzoek te integreren om zo tot een innovatief en acceptabel resultaat te komen. Een van de middelen om tot een dergelijk ‘collaborative design’ te komen is de workshop. Hierin worden deelnemers een probleem voorgeschoteld en worden ze geacht om in kleine groepen aan een ontwerp te werken (Randolph, 2004). In het onderzoek worden twee workshops georganiseerd waar deelnemers samen moeten werken aan een ontwerp. Verschillende beleidsvelden worden gecombineerd met als doel dat er vervlechting van de beleidsvelden plaatsvindt en ze van elkaar kunnen leren. Er wordt op deze manier een collaboratieve benadering toegepast. Beide workshops richten zich op het gezamenlijk leren. De verschillende beleidsvelden en de verschillende inzichten van de deelnemers worden bij elkaar gebracht om zo tot een innovatief en rijk resultaat te komen.

37 De rollen van de deelnemers zijn belangrijk in actieonderzoek. Zo is er de rol van de onderzoeker in het onderzoeksproces. Deze probeert neutraal naar het onderzoeksproces te kijken ook wanneer de onderzoeker deelneemt in het onderzoeksproces, in dit geval de workshops. Er wordt gestreefd naar een neutrale blik, maar het is aan de andere kan naïef om te geloven dat de blik volledig neutraal zou zijn. Het is geen gelijkwaardige deelnemer, maar een deelnemers met een bijzondere expertise die nuttig kan zijn voor het onderzoeksproces (Kemmis & McTaggart, 2005). Ook voor de evaluatie van het onderzoek, wat onderdeel is van actieonderzoek, is het moeilijk om een volledig objectief oordeel te geven. De onderzoeker heeft het onderzoek zelf opgezet, zelf deelgenomen aan het onderzoek en moet het ook zelf evalueren. Het is moeilijk om een kritisch oordeel te geven over een zelf ontworpen onderzoeksproces. Om deze evaluatie toch zo objectief mogelijk te laten verlopen kunnen er hulpmiddelen worden gebruikt. Hulpmiddelen die in dit onderzoek worden gebruikt zijn vooraf opgestelde doelstellingen en een enquête waar naar de mening van de andere deelnemers wordt gevraagd.