• No results found

MATERIËLE EN IMMATERIËLE VASTE ACTIVA

In document AXA Bank Europe (pagina 36-39)

Er is geen activering van de onder een operationele leasing bekomen materiële vaste activa en de huurlas-ten worden lineair gespreid huurlas-ten laste genomen in de winst- en verliesrekening over de looptijd van de lease-termijn.

De initiële opname van de onder een financiële leasing bekomen materiële vaste activa gebeurt voor de van de reële waarde en de contante waarde van de minimum leasebetalingen. Initieel rechtstreeks toe te wijzen kosten gerelateerd aan de acquisitie worden eveneens geactiveerd. De financieringskosten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen op basis van de impliciete rente.

De initiële opname van gekochte materiële vaste activa geschiedt tegen de aanschaffingsprijs plus de bij-komende toe te wijzen kosten en de rechtstreeks toe te wijzen transactiekosten. Financieringskosten gedu-rende de constructieperiode worden geactiveerd, indien materieel.

De daarop volgende waardering geschiedt tegen afgeschreven kostprijs, die rekening houdt met afschrijvin-gen en een periodieke test voor bijzondere waardevermindering.

Voor de afschrijvingen wordt er rekening gehouden met een residuele waarde en de nuttige economische gebruiksduur. Normaliter dient voor de afschrijving van gebouwen rekening gehouden met de “component approach”. Omwille van het immaterialiteitsbeginsel enerzijds en om anderzijds ook rekening te houden met de opgelegde waarderingsregels van de moedermaatschappij heeft AXA Bank Europe beslist om voorlopig de opsplitsing in componenten niet toe te passen.

Voor de test voor bijzondere waardevermindering wordt op elke rapporteringsdatum, voor gebouwen en ter-reinen, de kostprijs na aftrek van de geboekte afschrijvingen, vergeleken met de schattingswaarde vastge-steld op basis van een onafhankelijke expertise:

- wanneer het niet-gerealiseerde verlies lager is dan 15 %, wordt geen bijzondere waardevermindering geboekt.

- indien het niet-gerealiseerde verlies meer dan 15 % is, wordt de “discounted future cash flows”

-methode toegepast.

Wanneer de waarde gebaseerd op de verdisconteerde toekomstige kasstromen lager is dan de boekwaarde, wordt een bijzondere waardevermindering geboekt voor een bedrag gelijk aan het verschil tussen:

- de kostprijs onder aftrek van de geboekte afschrijvingen

- de hoogste van de onafhankelijke expertise en de waarde gebaseerd op de verdisconteerde toekomsti-ge kasstromen.

Nadat een verlies voor bijzondere waardevermindering werd geboekt voor een gebouw, wordt haar resteren-de afschrijvingstabel aangepast.

Indien, daarop volgend, de onafhankelijke expertise meer dan 15 % hoger is dan de netto boekwaarde, wordt de bijzondere waardevermindering teruggenomen voor een bedrag dat overeenkomt met het verschil tussen

- de netto boekwaarde

- de laagste van de onafhankelijke expertise en de kostprijs na aftrek van de geboekte afschrijving (berekend op basis van de bestaande afschrijvingstabel voor de bijzondere waardevermindering), maxi-maal ten belope van de voorheen geboekte waardecorrectie.

Vervolgens wordt de resterende afschrijvingstabel herzien.

Materiële vaste activa aangehouden voor verkoop worden gewaardeerd aan de laagste waarde van de boekwaarde (kostprijs minus de voorheen reeds geboekte afschrijvingen) en de reële waarde minus de ver-koopkosten.

Dergelijke materiële vaste activa worden niet langer meer afgeschreven en worden afzonderlijk gepresen-teerd op de balans.

Er wordt gekozen voor de lineaire afschrijvingsmethode.

Afschrijvingen geboekt tijdens het boekjaar en gebaseerd op hun verwachte economische duurtijd :

Activa Methode

L (lineaire)

Afschrijvingspercentage Hoofsom

Min. – Max.

Terreinen voor eigen gebruik N/A

Gebouwen voor eigen gebruik L 3%

Inrichting gebouwen L 10%

IT Materiaal L 20%

Meubilair, installaties L 10%

Niet-informatica machines en rollend

materiaal L 20%

2.12.2

Immateriële vaste activa

Oprichtingkosten worden onmiddellijk ten laste genomen, tenzij ze gerelateerd kunnen worden als transac-tiekost aan een actief of een verplichting.

De activering van gekochte immateriële activa die voldoen aan de opnamecriteria (toekomstige economi-sche voordelen en betrouwbare meting) en waarvan de gebruiksduur het jaar overstijgt, gebeurt aan de aan-schaffingswaarde, inclusief bijkomende kosten en rechtstreeks toewijsbare transactiekosten. Software waarvoor een jaarlijkse licentie wordt betaald wordt niet geactiveerd.

De immateriële activa worden volledig afgeschreven lineair gespreid over hun economische duurtijd.

In het geval van intern gegenereerde software geldt dat een immaterieel actief dat voortvloeit uit de ontwik-keling (of uit de ontwikontwik-kelingsfase van een intern project) wordt opgenomen als en slechts als alle onder-staande punten kunnen aangetoond worden:

(a) de technische uitvoerbaarheid om het immaterieel actief te voltooien, zodat het beschikbaar zal zijn voor gebruik;

(b) de intentie om het immaterieel actief te voltooien en te gebruiken;

(c) het vermogen om het immaterieel actief te gebruiken;

(d) hoe het immaterieel actief waarschijnlijke toekomstige economische voordelen zal genereren;

(e) de beschikbaarheid van adequate technische, financiële en andere middelen om de ontwikkeling te volt-ooien en het immaterieel actief te gebruiken;

(f) het vermogen om de uitgaven die aan het immaterieel actief kunnen worden toegerekend tijdens zijn ontwikkeling betrouwbaar te waarderen.

Kosten die hier niet aan voldoen, evenals kosten van onderzoek (research) worden niet geactiveerd.

- onderzoeksfase: activiteiten gericht op het verkrijgen van nieuwe kennis; de zoektocht naar toepas-singen van onderzoeksbevindingen of andere kennis; de zoektocht naar alternatieven voor materia-len, toestelmateria-len, producten, processen, systemen of diensten; formulering, ontwerp, evaluatie en uit-eindelijke selectie van mogelijke alternatieven voor nieuwe of verbeterde materialen, toestellen, producten, processen, systemen of diensten.

- ontwikkelingsfase: het ontwerp, de bouw en tests van preproductie of pregebruiksprototypes en -modellen; het ontwerp van gereedschap, mallen, gietvormen en matrijzen die nieuwe technologie vereisen; ontwerp, bouw en bediening van een proeffabriek, die niet van economisch leefbare groot-te is voor commerciële productie; het ontwerp, de bouw en groot-tests van een gekozen algroot-ternatief voor nieuwe of verbeterde materialen, toestellen, producten, systemen, processen of diensten.

Immateriële vaste activa zijn onderhevig aan een test voor bijzondere waardeverminderingen.

- AXA beoordeelt, op elke balansdatum, of er een indicatie van waardevermindering is. Indien een dergelijke indicatie bestaat, zal de bank de realiseerbare waarde van het actief schatten. De reali-seerbare waarde van het actief is de hoogste van de reële waarde minus verkoopkosten of de ge-bruikswaarde van het actief.

- Indien de realiseerbare waarde van het actief lager is dan de boekwaarde, wordt de boekwaarde van het actief tot de realiseerbare waarde verlaagd door een waardevermindering.

- Als er een indicatie is dat een actief kan worden verminderd, wordt de realiseerbare waarde van het individuele actief geschat. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde van het individuele actief te schatten, dient een entiteit de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid (cash generating unit) te bepalen waartoe het actief behoort .

- Ongeacht of er een indicatie is van waardevermindering, moet de immateriële activa met een onbe-paalde gebruiksduur jaarlijks voor waardevermindering worden getest. De test gebeurt door verge-lijking van de boekwaarde met haar realiseerbare waarde. Deze regel geldt ook voor activa die, op de balansdatum, nog niet in gebruik worden.

Er wordt gekozen voor volgende lineaire afschrijvingsmethode gebaseerd op hun verwachte economische duurtijd:

Oprichtingskosten ten laste van de resultatenrekening in het boekjaar waarin ze werden besteed

Software voor eigen gebruik,

aange-kocht van derden L 10% - 20%

Intern gegenereerde software L 10% - 20%

In document AXA Bank Europe (pagina 36-39)