• No results found

... en het lot van de groene leefomgeving. Door: Ton Geraedts

Stichting Groen Weert bestaat 10 jaar.

Tien jaar inzet voor een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving met veel groen.

Er zijn successen geboekt. Groen in de stad is behouden, bomen zijn van onnodige kap gevrijwaard.

Maar er zijn ook nog crisissituaties. Niet de minste; in het buitengebied is er een stapeling van problemen. De mest, de stankoverlast en bodembederf. Verdwijnende planten, vogels en insecten. Problemen die bijzonder hardnekkig zijn gebleken.

Wat is het perspectief? Eén ding is zeker, een beter buitengebied begint bij de gemeente.

Stikstofcrisis

De overmatige uitstoot van stikstof door de veehouderij is ook een van de hardnekkige problemen. De andere genoemde kwesties zijn met de omvangrijke boerenacties op de achtergrond geraakt. De boeren hebben namelijk met tractorgeweld het beeld neergezet dat hun beroepsgroep slachtoffer is. De supermarkten, de banken, de consument en de overheid zouden het de boeren nagenoeg onmogelijk maken nog een fatsoenlijke boterham te verdienen.

De macht van de boer.

De agrarische beroepsgroep is niet zozeer slachtoffer maar heeft, in tegendeel, heel veel macht.

Dat blijkt bijvoorbeeld uit een onderzoek uit 2017 van Floor Haalboom van de universiteit van Utrecht. Zij deed historisch onderzoek naar de aanpak van zoönosen (door mens en dier gedeelde infectieziekten) in de afgelopen eeuw.

Een conclusie: de landbouwbelangen waren altijd overheersend ten opzichte van

volksgezondheid bij de bestrijding van zoönosen. Met andere woorden: het belang van de boer telt altijd zwaarder dan de volksgezondheid. En dat gaat toch wel heel ver.

Een verklaring voor de bepalende positie van de landbouwbelangen zoekt Haalboom bij “de politieke traditie in Nederland (met vooral het CDA en zijn voorgangers, maar ook de VVD als belangenbehartigers van de boeren)”. Bron: Volkskrant 18-09-2017, pag. 11.

Geiten op een met Q-koorts besmette boerderij in 2009. Beeld Marcel van den Bergh - Volkskrant

Ook het PAS (Programma Aanpak Stikstof) uit 2015 was een sterk staaltje van dominantie van landbouwbelangen boven andere belangen. Het toenmalige kabinet haalde een truc uit bij de aanpak van de stikstofemissie door veehouderijen. Veehouderijen mochten uitbreiden terwijl niet werkelijk maar slechts op papier, een afname van de stikstofemissie zou worden

gerealiseerd.

Een derde voorbeeld van landbouwdominantie is de huidige regelgeving voor veehouderij- stank.

De Wet geurhinder en veehouderij uit 2007 is geen wet die redelijke normen stelt om de

omwonenden te beschermen tegen geurhinder, maar een wet die veehouders veel extra ruimte biedt om uit te breiden.

De landbouwinbreng was bij de totstandkoming van de wet in 2006 volstrekt dominant. De fractiewoordvoerders landbouw en milieu en bovendien ook de voorzitter van de

gecombineerde commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en de commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer waren toen allen veehouder, dan wel nauw met de veehouderijsector verbonden.

Zie http://www.max5odeur.nl/wordpress/wp-content/uploads/2018/06/Toelichting-Wosten-Wgv-Staat-Gedaagd-13-juni-2018.pdf

Algemeen schijnt het zo te zijn dat in gemeentebesturen buiten de steden, agrariërs

oververtegenwoordigd zijn vergeleken met hun aandeel in de bevolking. En dus relatief veel invloed hebben. Een verklaring is dat agrariërs in een vroegtijdig stadium, sinds de opkomst van de agrarische coöperaties in het begin van de twintigste eeuw, geleerd hebben om zich te organiseren en om te besturen. Opmerkelijk: een aantal van die coöperaties bestaat nog steeds en ze zijn invloedrijk: Friesland Campina, Bloemenveiling FloraHolland, Avebe en de

boerenleenbanken, die zijn opgenomen in de huidige Rabobank.

De slachtofferrol die de agrarische sector op zichzelf van toepassing verklaart, is dus bepaald niet op feiten gebaseerd. De slachtofferrol wordt door de lobbyisten van de bedrijfstak handig

gebruikt als instrument om publiek gehoor te krijgen.

Met zoveel succes wellicht, dat veel boeren zelf oprecht het gevoel hebben dat ze in een underdogpositie zitten. De emotie bij de vele demonstraties zal dus ten dele oprecht worden gevoeld. Maar er is zeker bewustzijn van de macht van de agrarische beroepsgroep. Zoals treffend werd verteld door een boer bij een glaasje bier na afloop van alweer een gemeentelijke inspraakavond, ditmaal over veehouderijstank: „De boeren allemaal tezamen, die zijn de

overheid te slim af“.

Ook Henk van Roosmalen, oud-wethouder voor het CDA in Sint-Michielsgestel, weet hoe de

Buitengebied het kind van de rekening

En zo kon het gebeuren dat het mestprobleem dat al omstreeks 1970 bekend was, nu 50 jaar later, nog ver van een oplossing is. En dat mega-kippenloodsen aan de Trumpertweg zijn

ontstaan, waarvandaan bij oostenwind stank en fijnstof Weert inwaaien. En dat Nederweert qua fijnstof (en veehouderijstank) tot de vieste plekken van Nederland behoort.

Dat akkers en weilanden zijn ontstaan waar vogels, wilde planten, bijen en ander dieren niets te zoeken hebben of zelfs hun leven niet zeker zijn. Dat zelfs insecten zijn gedecimeerd.

En dat het buitengebied volloopt met industrieel aandoende bebouwing met als extra bebouwingsbonus grote ruimte-voor-ruimte-woningen.

Luchtfoto 2019 kadaster met 2 pluimveebedrijven op Trumpertweg, 200m van woonwijk.

Een beter buitengebied begint bij de gemeente zelf.

De gemeente bepaalt grenzen en mogelijkheden van de ontwikkelingen in het buitengebied.

Voorheen in het bestemmingsplan en in de toekomst in de omgevingsvisie.

De gemeente Weert heeft een start gemaakt met de vaststelling van de landbouwvisie. De gemeente Nederweert heeft al conceptversies klaar van een ontwerp-omgevingsvisie.

Het lijkt erop dat de keuze van de politiek blijft wat die was: toch vooral vóór het (financiële) belang van de boer, met verwaarlozing van het belang van de groene leefomgeving, en zelfs van de volksgezondheid.

Het politieke standpunt is dat bedrijfsuitbreidingen mogelijk, wenselijk, noodzakelijk en onvermijdelijk zijn. Die lijken wel gekoppeld te gaan worden aan “verbeteringen”. Een soort tegenprestatie die wordt bepaald in overleg met de ondernemer.

Zolang die “verbeteringen” niet worden gekoppeld aan duidelijke reductietrajecten van de milieubelasting zullen het slechts op papier verbeteringen zijn. Zoals met het PAS (Programma Aanpak Stikstof). En zoals met de ruimte-voor-ruimte-woningen. En voor de kenners: de bedrijfskavel op maat.

De start van het omgevingsvisietraject in Weert is niet veelbelovend. Er wordt weinig gewerkt op basis van feitelijke argumenten maar veel met meningen, beeldvorming en communicatie- of marketingbenaderingen.

Ja, het is de algemene maatschappelijke trend. Daarbij komt dat de meningen en beeldvorming vaak rechtstreeks lijken te zijn overgenomen van de lobbyisten van de agrarische bedrijfstak. En dat betekent dat alles blijft zoals het was.

Stichting Groen Weert ziet zich voor de taak gesteld de politici uit te dagen om veel meer argumenten te leveren op basis van feitelijkheden.