• No results found

CVWFinanciering & aansluiting

7.3 Maatwerkbenadering in de gebiedsgerichte aanpak

Voor gebouwd erfgoed is het van belang om een maatwerkbenadering te hanteren. Op zeer korte termijn worden er voor gebouwd erfgoed dan ook afwegingskaders, uitvoeringsmethodieken en kwaliteitsrichtlijnen ontwikkeld, zodat op een

monumentwaardige wijze de balans kan worden gevonden tussen veiligheid, gebruikscomfort en cultuurhistorische waarden. Dit afwegingskader is noodzakelijk als referentie en om de kwaliteit van de maatregelen te kunnen beoordelen. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) zal samen met gemeenten, provincie en Libau, binnen de Stuurgroep en de TaskForce “Monumenten en Aardschokken” in het eerste half jaar van 2016 zorgdragen voor het opstellen van het afwegingskader. De NCG streeft er samen met de lokale overheden naar om de gebiedsidentiteit te behouden en te versterken door binnen de gebiedsgerichte aanpak:

• door Rijk of gemeente aangewezen cultureel erfgoed in kaart te brengen, voor zover dat nog niet is gedaan te waarderen, en ongeregistreerd cultureel erfgoed te identificeren. Op grond hiervan kan in het kader van schadeherstel en

versterking met deze categorie op gepaste wijze worden omgegaan. Het is aan de lokale overheid om het nieuw geïdentificeerde erfgoed te waarderen en formele status te geven;

• de juiste zorgvuldige benadering van waardevol cultureel erfgoed te borgen in de processen van schadeherstel en bouwkundig versterken;

• cultureel erfgoed waar mogelijk te koppelen aan verbetering van de sociale, ruimtelijke en economische samenhang;

• de inzet van het erfgoedteam te continueren;

• het kwaliteitsteam dat bij de gebiedsgerichte aanpak betrokken is ook in te zetten voor cultureel erfgoed, waarbij het zal samenwerken met het erfgoedteam.

DEEL II: UITWERKINGEN

worden aan de criteria zoals deze zullen worden opgesteld. Dit om te voorkomen dat (nog) niet geïdentificeerd erfgoed verloren gaat.

Cultuurhistorische waardenstelling en erfgoedmeting

Om inzichtelijk te krijgen welke waarden in het gebied aanwezig zijn, moet een cultuurhistorische waardenstelling worden uitgevoerd, waarbij het gebouwd erfgoed in zijn ruimtelijke context wordt gewaardeerd. Dit maakt deel uit van de

gebiedsgerichte aanpak.

Cultuurhistorische waardenstelling

Een deel van het erfgoed heeft al een beschermde status, als rijksmonument, gemeentelijk monument, of met een ruimtelijk beschermde status via een beschermd stads- of dorpsgezicht. Ook zijn in enkele gemeentes karakteristieke panden opgenomen in het bestemmingsplan.

Een ander deel van het erfgoed is niet beschermd, zoals stedenbouwkundige structuren, groenstructuren en historische bebouwing. Dit “nieuwe” erfgoed zal uit de waardenstelling naar voren komen en kan worden voorgedragen voor de

monumentenstatus door de betrokken overheden. Ook moeten de overheden hierbij bedenken welke bescherming men wil regelen via de bestemmingsplannen,

toekomstige omgevingsplannen, welstandsnota’s of de vastlegging van karakteristieke of beeldbepalende panden. De al aanwezige inventarisaties en kaarten zullen worden gebruikt als onderlegger.

Naast een lijst van nieuw te beschermen erfgoed en het actualiseren van de

bestaande monumentenlijst, levert de waardenstelling ook een GIS-kaart op voor de gebieden: een cultuurhistorische waardenkaart. In deze kaart zijn de begrenzingen en ruimtelijke karakteristieken voor de landschappelijke, stedenbouwkundige en cultuurhistorische waardevolle samenhang in de vorm van nederzettingspatronen, dorpstypen en gebouwde objecten opgenomen.

De cultuurhistorische waardenstelling vormt samen met een cultuurhistorische waardenkaart de ruimtelijke strategische onderlegger voor processen, beleidsmatige regelingen, instrumenten en beslissingen. En ook voor de uitvoeringsprocedures, zoals herstel, aanpak van hoog risico bouwelementen (HRBE’s), versterking, waardevermeerdering, energetische verbetering en sloop.

Erfgoedmeting

Uit het project “Levende monumenten in een leefbare regio” van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) samen met een aantal partners, komt naar voren dat gebouwd erfgoed in een goede basis onderhoudsconditie en zonder constructieve gebreken beter bestand is tegen aardbevingen. Met het uitvoeren van een erfgoedmeting wordt de staat van het onderhoud voor zover relevant voor

aardbevingsbestendigheid, de mate van schade en de constructieve opbouw van het pand in kaart gebracht. De bouwkundige erfgoedmeting maakt deel uit van de bouwkundige inspecties die in het kader van de gebiedsgerichte aanpak worden uitgevoerd.

restauratiearchitecten, monumentenadviseurs, deskundige en gecertificeerde aannemers en de gemeente als bevoegd gezag is hierbij onontbeerlijk. Bouwkundig versterken

Het versterken van het gebouwde erfgoed is maatwerk, net als het schadeherstel. Daarnaast moet er een zorgvuldige afweging plaatsvinden tussen de versterkende maatregelen enerzijds en het behoud van de cultuurhistorische waarden van het object anderzijds.

De RCE is als kennisinstituut samen met de regionale overheden en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bezig om een programma “Aardbevingen en Erfgoed” te ontwikkelen. Hierin is onder meer de ontwikkeling van een methodiek opgenomen, om bij ingrepen tot een balans te komen tussen de veiligheid, de gebruiksvoorwaarden en het behoud van monumentale waarden. Tevens wordt kennis vergaard over aangepaste versterkingsmethoden die gericht zijn op behoud van monumentwaarden.

Een monumentenprotocol bij schadeherstel is al aanwezig. Dit heeft de Stuurgroep en TaskForce Monumenten en Aardschokken ontwikkeld en de Dialoogtafel heeft het vastgesteld. Een dergelijk protocol wordt ook opgesteld voor de

versterkingsmaatregelen. Daarnaast worden beleidsregels uitgewerkt voor HRBE- trajecten.

Voor vervangende nieuwbouw - woonhuizen, maar bijvoorbeeld ook agrarische schuren - wordt een kwaliteitsatlas samengesteld. Want zelfs als uiteindelijk tot sloop wordt besloten, is het zaak dat te bezien in het licht van de ruimtelijke en cultuurhistorische kwaliteit van het gebied: integraal en multidisciplinair. Zo mag de sloopopgave bijvoorbeeld niet leiden tot het slaan van een gat in een historisch lint, maar moet de dorpsstructuur worden versterkt en moet er nieuw gebouwd worden op een passende, cultuurhistorische en architectonisch verantwoorde bouwwijze. Tevens worden inspiratieboekjes ontwikkeld voor het ruimtelijk correct toepassen van duurzame maatregelen, zoals zonnepanelen, zonnevelden en windmolens. Erfgoedloket

De bewoners moeten weten dat zij een vast contactpersoon hebben en dat zij deze persoon op één plaats kunnen vinden voor al hun vragen: bij het erfgoedloket. Erfgoedteam

Werken aan gebouwd erfgoed vereist maatwerk. Om in de uitvoering kwaliteit te garanderen is een deskundig erfgoedteam samengesteld, om de eigenaar-bewoner zo goed mogelijk te begeleiden, maar tegelijkertijd om ervoor te zorgen dat er een oplossing komt die past bij en respect heeft voor de monumentwaarden van het pand. Niet alleen tijdens het schadeherstel, maar juist ook in de versterkingsopgave. De NCG kiest er voor om de inzet van dit team te continueren.

Archeologie

In de versterkingsopgave kunnen ook werkzaamheden aan de funderingen moeten worden uitgevoerd. Als gevolg van deze ingrepen kan archeologisch onderzoek een vereiste zijn. Een groot deel van de gebouwen in het aardbevingsgebied staat namelijk op wierden, verhoogde boerderijplaatsen of andere locaties met een hoge archeologische waarde. Als uit dit onderzoek blijkt dat de uitvoering van een plan

DEEL II: UITWERKINGEN

plaatsvinden, waarbij zoveel mogelijk informatie over deze resten wordt verzameld en gedocumenteerd. Daarnaast moet er rekening worden gehouden met de kosten voor archeologisch onderzoek. Deze moeten in de uitkering voor de

herstelwerkzaamheden mee worden genomen of afzonderlijk door de NAM worden betaald indien ze een directe relatie hebben met versterken.

Erfgoedmonitor

De gegevens van de erfgoed meting worden samen met nog aanwezige tekeningen en de cultuurhistorische waardenstelling verzameld in een database. Deze

erfgoedmonitor omvat de meest actuele gegevens van het erfgoed. Samen met de cultuurhistorische waardenstelling biedt dit een solide basis voor het behoud en het vitaal houden van het totale cultureel erfgoed in het aardbevingsgebied. De

erfgoedmonitor wordt ook gebruikt om het verloop van onder andere de schade te kunnen monitoren. De NCG zorgt ervoor dat de gegevens over erfgoed die

verzameld worden in het kader van de versterking en het schadeherstel ter beschikking worden gesteld voor opname in de erfgoedmonitor.

Steunpunt Cultureel Erfgoed Groningen

Naast procedurele ondersteuning hebben de lokale overheden inhoudelijke

ondersteuning nodig. Elke provincie heeft een steunpunt voor de monumentenzorg. Ook in Groningen is het Steunpunt Cultureel Erfgoed Groningen aanwezig om gemeenten bij te staan in hun wettelijke taken op het gebied van erfgoed. Afstemming met overheden

De NCG zal begin 2016 samen met de RCE, ministerie van OCW, provincie en gemeenten een bijeenkomst beleggen om tot een goede afstemming te komen over de inzet van instrumenten, de benodigde acties, de rolverdeling en de financiering. Het gaat hierbij onder meer over de waardenstelling van nieuw geïdentificeerd cultureel erfgoed (binnen en buiten de gebiedsgerichte aanpak), instrumenten als het garantiefonds achterstallig onderhoud en de opkoopregeling, de inzet van het erfgoedteam, de erfgoedmonitor en het steunpunt cultureel erfgoed. Ook zal daarbij gesproken moeten worden over het proces van schadeherstel, om te voorkomen dat onbekend of niet aangewezen maar waardevol erfgoed verloren gaat.

De NCG zal daarnaast, net als bij andere sectoren, in het kwartaal van 2016 een algemene bijeenkomst organiseren om afspraken te maken met alle betrokken partijen over de wijze waarop de regelingen en programma’s worden ingepast in de integrale gebiedsgerichte aanpak.

Zodra de (eerste) resultaten van de aanpak van het cultureel erfgoed in de

gebiedsgerichte aanpak bekend zijn, zal beoordeeld worden of de aanpak werkt, en of de gebruikte kengetallen juist zijn. Mede op basis hiervan zal de aanpak worden aangepast.

DEEL II: UITWERKINGEN

8

Instrumentarium

8.1 Instrumenten