• No results found

God maakt onwillige mensen gewillig

In document DE ACTUALITEIT VAN Gods Woord DEEL 7 (pagina 134-138)

Psalm 110:3 Uw volk is zeer gewillig op de dag van Uw kracht, getooid met heilig sieraad;

uit de baarmoeder van de dageraad is voor U de dauw van Uw jeugd.

Het bovenstaande vers is onderdeel van een Psalm van David. David spreekt hier door de Heilige Geest profetisch over de komende Messias. Het heeft in de eerste plaats betrekking op het volk Israël, dat bij de wederkomst van de Messias bekeerd zal worden. Maar David spreekt ook over de overwinning van de Messias over de volkeren, die Israël vijandig zijn en Israël willen vernietigen. Daarna zal de Messias over de volken heersen.

De volken zullen zich gewillig aan Hem onderwerpen, hetzij oprecht, hetzij ge-veinsd. Daarna zal het volk van Israël, als zij nieuw leven hebben ontvangen (uit

de baarmoeder) de wereld ingaan om het Evangelie te verkondigen. Israël is ver-nieuwd, is opnieuw geboren, en uit deze dageraad gaat de Zon der gerechtigheid schijnen over heel de wereld. Want ook dan gaat de bediening der verzoening door, want de Messias is Hogepriester in eeuwigheid. De dauw duidt op het werk van de HEERE. In de nacht doet Hij de dauw neerdalen. Ja, terwijl Israël nog moet ontwa-ken, is de HEERE al bezig hen toe te rusten voor hun taak. In het Vrederijk gaan ze, als een fris goed uitgerust leger, erop uit om te strijden voor Koning Jezus. Ze wor-den vergeleken met dauw; de mysterieuze geboorte van de ochtend, zo overvloedig en zo kostbaar in hete oosterse landen.

Saulus wordt gewillig gemaakt.

De Bijbel geeft een treffend voorbeeld in het Bijbelboek Handelingen, hoofd-stuk 8. Een man Saulus van Tarsen, een Schriftgeleerde, vervolgt de pas ontstane Gemeente van Jezus Christus.

Handelingen 8:3 En Saulus verwoestte de Gemeente, gaande in de huizen; en trek-kende mannen en vrouwen, leverde hen over in de gevangenis.

Maar Jezus Christus greep vanuit de hemel in en veranderde deze Saulus in een zeer gewillige dienaar van Hem. In plaats van een vervolger van de eerste christen-gemeenten, werd hij een stichter van christengemeenten. Als God werkt, wie zal het tegenhouden?

Handelingen 9:3 En terwijl hij onderweg was, gebeurde het dat hij dicht bij Damas-cus kwam. En plotseling omscheen hem een licht vanuit de hemel, 4 en toen hij op de grond gevallen was, hoorde hij een stem die tegen hem zei: Saul, Saul, waarom vervolgt u Mij? 5 En hij zei: Wie bent U, Heere? En de Heere zei: Ik ben Jezus, Die u vervolgt. Het is hard voor u, met de hielen tegen de prikkels te slaan.

Handelingen 9:6 En hij zei, bevend en verbaasd: Heere, wat wilt U dat ik doen zal?

En de Heere zei tegen hem: Sta op en ga de stad in en daar zal u gezegd worden wat u moet doen.

Handelingen 9:17 En Ananias ging heen en ging het huis binnen; en na hem de han-den opgelegd te hebben, zei hij: Saul, broeder, de Heere heeft mij gezonhan-den, namelijk

Jezus, Die u verschenen is op de weg waarlangs u gekomen bent, opdat u weer ziende zou worden en met de Heilige Geest vervuld zou worden.

Handelingen 9:18 En meteen vielen hem als het ware schellen van de ogen, en on-middellijk werd hij weer ziende, en hij stond op en werd gedoopt. 19En toen hij voedsel genomen had, sterkte hij aan. En Saulus verbleef enige dagen bij de discipelen in Damascus. 20En meteen predikte hij Christus in de synagogen, dat Hij de Zoon van God is.

19. DE SATAN EEN KORTE TIJD ONTBONDEN.

Gog en Magog vallen Jeruzalem aan.

De satan voor eeuwig in de hel.

Aan het einde van het 1000 jarig Vrederijk en vóór het laatste oordeel, zal de satan weer ontbonden worden. Satan gaat meteen weer beginnen met de volken te verleiden en op te roepen om te strijden tegen Jeruzalem, de woonplaats van de Heere Jezus.

Wat blijkt? Veel mensen geven gehoor aan die oproep. Hun onderwerping aan de Koning van Israël was blijkbaar niet oprecht. Om dit aan het licht te brengen, was het blijkbaar nodig om satan weer een tijd los te laten. Voor satan en zijn trawanten loopt de strijd niet goed af. Een vuur uit de hemel verslindt hen allen.

En de duivel wordt nu voor eeuwig in de hel geworpen.

Jesaja 34:2 Want de grote toorn van de HEERE richt zich tegen alle volken, Zijn grimmigheid tegen heel hun legermacht. Hij heeft hen met de ban geslagen, hen over-gegeven ter slachting. 3 Hun gesneuvelden zullen weggeworpen worden, en van hun dode lichamen zal hun stank opstijgen. De bergen zullen wegsmelten door hun bloed.

4 Heel het sterrenleger aan de hemel zal vergaan. De hemel zal opgerold worden als een boekrol, en heel zijn leger zal vallen, zoals bladeren vallen van een wijnstok, en zoals vijgen vallen van een vijgenboom... 8 Want het zal zijn de dag van de wraak van de HEERE, het jaar van de afrekening om de rechtszaak van Sion.

Openbaring 20:7 En wanneer die duizend jaar tot een einde gekomen zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. 8 En hij zal uitgaan om de volken te misleiden die zich in de vier hoeken van de aarde bevinden, Gog en Magog, om hen te verzamelen voor de oorlog. En hun aantal is als het zand van de zee. 9 En zij kwamen op over de breedte van de aarde, en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad.

Maar er daalde vuur van God neer uit de hemel en dat verslond hen. 10 En de duivel, die hen misleidde, werd in de poel van vuur en zwavel geworpen, waar ook het beest en de valse profeet reeds zijn. En zij zullen dag en nacht gepijnigd worden in alle eeuwigheid.

20. OORDELEN EN

OPSTANDINGEN.

In document DE ACTUALITEIT VAN Gods Woord DEEL 7 (pagina 134-138)