merknaam 20/11/2019
° acute behandeling van ventriculaire aritmieën (vnl. ventriculaire tachycardie/ fibrillatie), aritmieën bij digitalisintoxicatie (in overleg met kinderarts-cardioloog);
° anticonvulsivum (2de lijns anticonvulsivum indien geen Diphantoine® vooraf werd gegeven);
° lokaal anestheticum (0,3 mL/kg SC) indicatie
° als anti-aritmicum: 0,5 - 1 mg/kg IV als bolus over 5 minuten; herhaal om de 10 min tot controle van aritmie; max. totaal dosis 5 mg/kg; onderhoud: 20 - 50 mcg/kg/min in continu IV infuus; intratracheaal: 1 mg/kg/dosis verdund met 1 - 2 mL NaCl 0,9 % IT.
° als anticonvulsivum: lading: 2 mg/kg traag IV; onderhoud IV infusie: 10 - 50 mcg/kg/min (= 0,2 - 1 mL/kg/uur van 3/10 dilutie), na 24 uur afbouwen tot nihil over de volgende 24 uur; bij pretermen de laagste dosering gebruiken.
° bij asfixie andere dosering: zie protocol dosis
traag IV of continu IV infusie of IT (intratracheaal) (ook SC/IM voor lokale verdoving).
toedieningsweg
EKG, bloeddruk, bewustzijn, musculaire activiteit, therapeutische spiegel: 3 - 6 mcg/mL.
monitoring
anti-aritmicum klasse Vaughan-Williams 1B; snelle werking (blok van snelle Na+- kanalen in Purkinjevezels); half-leeftijd bij neonatus = 3 uur.
farmacologie
hypotensie; neuronale toxiciteit: eerst agitatie, myoclonieën, later stuipen, bewustzijnsdaling, apnoe; abstinentiestuipen na (te) langdurige infusie.
bijwerking
hartdecompensatie, complete hartblok, brede QRS-tachycardie.
tegenaanwijzing
Pediatrics 1975; 55: 59; Acta Paediatr Scand 1988; 77: 79;
Eur J Clin Pharmacol 1989; 36: 583; Ther Drug Monit 1990; 124: 316;
Acta Paediatr 1992; 81: 35; Pediatrics 1998; 111: 13.
referentie
° altijd lidocaine zonder adrenaline gebruiken !
° dosisverlaging bij leverlijden;
° endotracheale toediening = intraveneuse dosis x 2;
° niet samen met difenylhydantoïne (Diphantoine®) gebruiken (ernstige hartritmestoornis!);
° houdbaarheid 24 uur.
bijzondere voorzorg
phenytoïne (Diphantoine®), natrium-methohexital (Brietal®), cefazoline.
incompatibiliteit
spiegel > 5 mcg/mL; ernstige cardiale toxiciteit bij excessieve doses: bradycardie, hypotensie, hartblok.
toxiciteit
° Linisol 1% 10 mL flacon à 10 mg/mL lidocaïne hydrochloride monohydraat (IV, IM, SC);
° Xylocaïne® 1% 20 mL flacon à 10 mg/mL (IV, IM, SC).
(uitsluitend oplossingen zonder vasoconstrictor!) afleveringsvorm
voor continu IV infusie: voeg 6 mL Linisol 1% of 6 mL Xylocaine® 1 % (= 60 mg) bij 14 mL glucose 5 % (= 3/10 dilutie):
eindconcentratie = 3 mg/mL of 3.000 microgram/mL.
specifieke bereiding
1/01/2021
LINIZOLID
Zyvoxid
®merknaam 17/06/2020
Om ontwikkeling van resistentie te beperken, mag dit middel enkel gebruikt worden bij ernstige infecties met Gram-positieve kokken resistent tegen de gebruikelijke antibiotica (bv. glycopeptiden), of bij ernstige ongewenste effecten bij gebruik van glycopeptiden indicatie
10 mg/kg/dosis 3x/d IV of PO
(indien leeftijd < 7 dagen of indien gecorrigeerde PML < 34 weken wordt een dosis weggelaten)
dosis
IV infusie over 60 minuten, peroraal toedieningsweg
perifeer bloedbeeld 2x/ week, continue bloeddrukmonitoring indien gelijktijdige toediening met dopamine, dobutamine, adrenaline, noradrenaline en salbutamol (mogelijks bloeddrukverhogend) monitoring
linezolid is een oxazolidinone antimicrobieel agens dat actief is tegen gram-positieve organismen zoals methicilline-resistente staphylococcus aureus (MRSA), coagulase-negatieve staphylococcen, vancomycine-resistente enterococcen en penicilline/cephalosporine-resistente streptococcus pneumoniae. Eveneens actief tegen mycobacteriën zoals mycobacterium tuberculosis en nocardia spp. Uniek werkingsmechanisme via inhibitie bacteriële proteïnesynthese. Hoge biobeschikbaarheid (ongeveer 100%), plasma-eiwitbinding 30%, metabolisatie tot inactieve derivaten via oxidatie van de morpholinering, 65% niet-renale klaring
farmacologie
diarree, nausea, braken, hoofdpijn, huidrash, transiënte stijging alanine aminotransferase (ALT), reversiebele myelosuppressie, heel zeldzaam: perifere en optische neuropathie bijwerking
overgevoeligheid aan linezolid, GEEN orale suspensie bij phenylketonurie, fructose-intolerantie, glucosegalactosemalabsorptie of sucrase-isomaltase-insufficiëntie, wel oplossing voor IV infusie tegenaanwijzing
-Deville J et al. Linezolid versus vancomycin in the treatment of known or suspected resistant gram-positive infections in neonates. Pediatric Infect Dis J 2003;22:S158-63.
-Garazzino S et al. Clinical experience with linezolid in infants and children. J Antimicrob Chemother 2011;66:Suppl 4:iv23-41.
-Dotis J. et al. Use of linezolid in pediatrics: a critical review. International Journal of Infectious Diseases 2010;14:e638-48.
referentie
-niet langer toedienen dan 28 dagen
-oplossing voor IV infusie weggooien na éénmalig gebruik -steeds spoelen met NaCl 0,9% voor en na IV toediening
-orale suspensie niet > 3 weken bewaren op kamertemperatuur in buitenverpakking (bescherming licht)
bijzondere voorzorg
amfotericine B (Ambisome®/Fungizone®), diazepam (Valium®), chloorpromazine (Largactil®), erythromycine (Erythrocine®), natriumfenytoine (Diphantoine®), sulfamethoxazole/trimethoprim (Bactrim®), ceftriaxone (Rocephine®) incompatibiliteit
toxiciteit
-oplossing voor IV infusie: infuuszak 600 mg/300 ml (2mg/mL), 1 ml bevat 45,7 mg glucose en 0,38 mg natrium.
-granulaat voor orale suspensie: siroop suspensie 150 ml (100 mg/5 mL) afleveringsvorm
-oplossing voor IV infusie: éénmalig gebruik, toedienen over 60 minuten, overdund -granulaat voor orale suspensie: maak het granulaat los en reconstitueer bevat na reconstitutie met 123 ml water 100 mg linezolid per 5 ml oplossing
specifieke bereiding
LISINOPRIL
Lisinopril
merknaam 17/06/2020
hypertensie (steeds na overleg met de kindercardioloog) indicatie
0,1 mg/kg/d in 2 dosissen;
traag opbouwen: start met halve dosis (=0,05 mg/kg/d in 2 dosissen) dosis
PO toedieningsweg
bloeddruk, nierfunctie en kaliëmie monitoring
Lisinopril remt het 'angiotensine converting enzyme' (ACE), dat angiotensine I omzet in angiotensine II. De plasmarenine-activiteit neemt toe en de aldosteronsecretie neemt af.
Door perifere vaatverwijding neemt de voor- en nabelasting van het hart af en daalt de bloeddruk. Bloeddrukverlagende werking: max. na 6 uur, optimaal soms na 2–4 weken.
farmacologie
hypotensie, hyperkaliëmie (zeker indien in associatie met kaliumsparend diureticum, trimethoprim of cotrimoxazole), stijging creatinine, oligurie/nierfalen bij onderliggende nierdysfunctie, diarree, braken
bijwerking
hypotensie tegenaanwijzing
Nickavar et al. Int J Prev Med. 2014 Harer et al. Pediatric Nephrology 2019 Nederlands kinderformularium
referentie
-enkel toedienen bij voldoende hydratatie -dosering traag opbouwen
-reduceer dosis bij onderliggend nierlijden of toediening van lisdiuretica: startdosis 0,01 mg/kg/d in 2 dosissen
bijzondere voorzorg
NVT incompatibiliteit
ernstige hypotensie toxiciteit
20 mL suspensie 1 mg/mL afleveringsvorm
NVT specifieke
bereiding
1/01/2021
LOPERAMIDE
Imodium®
merknaam 20/11/2019
‘short bowel’ syndroom (= vnl. reductie faecaal volume na ileostomie) indicatie
0,05 - 0,1 mg/kg/dosis PO 2 - 3 maal per dag (max. dosis = 0,3 mg/kg/dag).
dosis
PO.
toedieningsweg
darmperistaltiek.
monitoring
opiaatderivaat; verlenging van transiettijd bevordert vocht- en nutriëntenabsorptie bij ‘short bowel’ syndroom; serumhalfleeftijd = 9 - 14 uur; exclusieve levermetabolisatie.
farmacologie
sedatie, rash, braken, constipatie, droge mond.
bijwerking
pseudomembraneuze colitis, toxisch megacolon, acute gastro-enteritis, GI-subobstructie.
tegenaanwijzing
referentie
dosis verlagen bij leverdysfunctie.
bijzondere voorzorg
nvt.
incompatibiliteit
vnl. bij leverdysfunctie: hypertonie/dystonie, ademhalingsdepressie, miose, stupor; antidoot R/ naloxone 0,01 mg/kg IV, zonodig herhalen (cfr. korte werking).
toxiciteit
100 mL drinkbare vloeistof à 0,2 mg/mL (PO).
afleveringsvorm
specifieke bereiding