• No results found

Lessen na de interventie

In document Lesgeven in de multiculturele school (pagina 72-75)

Deel II: Onderzoeksbeschrijvingen en portretschetsen

6 Meepraten bij Aardrijkskunde

6.5 Lessen na de interventie

In twee lessen, op 10 maart en op 21 april 2004, gaat Anton, na het evaluatiegesprek met de onderzoeker (beschreven in paragraaf 6.10), aan de slag met een nieuwe werkvorm, ‘delen en denken in duo’s’. Hij doet dat met basisbegrippen uit de Aardrijkskunde. In de les van 10 maart gebeurt dat rond de begrippen verzuring, broeikaseffect, duurzame ontwikkeling en

voedselkringloop, begrippen die centraal staan in hoofdstuk 8: Mens en milieu. Dit hoofdstuk is op dat moment nog niet aan de orde geweest. In de les van 21 april gaat het om de begrippen verdroging, ruilverkaveling, verwoestijning en bio-industrie. Met uitzondering van het begrip

‘ruilverkaveling’, dat enkele maanden eerder is uitgelegd aan de leerlingen, gaat het hier weer om begrippen die niet eerder in de les zijn geïntroduceerd.

Globaal verloop van de lessen

Evenals in de geregistreerde lessen van september en oktober 2003 beginnen deze lessen met een inloopfase waarin de docent rondloopt. Sommige leerlingen vragen of vertellen iets aan de docent., de andere praten met elkaar. Beide lessen starten met een korte, plenaire toelichting door de docent over de nieuwe werkvorm.

Op 10 maart kondigt Anton aan dat het deze les anders zal gaan. Er is weer een nieuw onderwerp, maar dit keer zal hij niet beginnen met erover te vertellen, maar gaan de leerlingen, in koppels van twee, zelf denken, praten en schrijven over de nieuwe begrippen. Ieder duo krijgt een begrip uitgedeeld. Eerst denkt ieder zelf na over dat begrip, daarna bespreken ze hun ideeën samen. Pas als ze het met elkaar eens zijn, dan mogen ze het opschrijven.

’Twee mensen horen meer te weten dan één! (…) Het gaat er niet om dat de één gelijk krijgt en de ander bakzeil moet halen, nee, je gaat overleggen.’

10/03/04

Anton geeft als voorbeeld het woord flupper. Hilariteit in de klas: “blubber!” wordt er geroepen, en

“Nee, iets om mee te stuiteren!”. Meer associaties worden door elkaar geroepen. Anton loopt vervolgens rond met de briefjes met de begrippen in een hoge hoed en deelt de tweetallen in, elk tweetal trekt een briefje en krijgt een A4tje met een getikte instructie:

Tekst instructie

Je hebt een begrip voor je gekregen.

Je gaat samen uitzoeken wat je hier al over weet.

Daarna ga je opschrijven wat je hier nog meer over zou willen weten.

Hoe ga je werken:

- Eerst rustig zelf nadenken.

- Daarna bespreek je je ideeën met elkaar.

- Pas als je het eens bent, schrijf je de resultaten op.

Instructie 10/03/04

Tijdens de les van 21 april is de instructie mondeling:

‘Wat ga je doen? Je leest het. Alle twee. En je gaat eerst zelf (steekt vinger op en knikt met hoofd) zelf nadenken. Waar lijkt het op? Waar denk je aan als je dit ziet? Wat weet je er al van? Die dingen ga je opschrijven. Dan ga je praten met elkaar. Misschien heb je allebei precies hetzelfde idee. Da’s mooi makkelijk. (.) Als je dat niet hebt dan ga je met elkaar overleggen, tot je wel samen één idee hebt. Dat schrijf je op. [Tegen de Molukse leerling, die zijn boek nog open heeft] Jasper, ik vraag geen boekenwijsheid, ik vraag jouw wijsheid, ja?

Dat idee schrijf jij er op wat je erbij hebt. Wat je ook opschrijft is wat je er nog meer van wilt weten. Nou (…) (gaat met hoed langs) Alle boeken moeten dus van tafel af hè, want die hebben jullie niet nodig. Ik wil jullie wijsheid hebben. Niet die die boekenwijsheid. Nu mag je eigenwijs zijn.’

21/03/04

Er is veel gelach en geroep, in beide lessen. De docent herhaalt de bedoeling:

‘Nou, kom! Effe samen nadenken, zonnestraaltjes!’

10/03/04

Vooral in de les van 10 maart is de opwinding groot. Leerlingen roepen over met z’n tweeën of z’n drieën, dezelfde kaartjes, dat ze gaan gokken, etc. De docent herhaalt de stappen: eerst nadenken, dan samen praten. Ondertussen zijn er ook diverse duo’s die zijn begonnen te praten. Leerlingen roepen ook hun vragen naar Anton, die rondloopt en probeert de andere duo’s ook aan het werk te krijgen.

L Ja, maar, duurzaam heeft te maken met duurder?

D Je moet aan je werk!

L Verzuring?

L Maagzuur?

10/03/04

Als ieder duo min of meer mee klaar is met de opdracht, begint Anton met een klassikale en plenaire inventarisatie. Hij schrijft het eerste begrip op het bord en geeft het woord aan de duo’s die over dit begrip hebben gepraat, vraagt door, vraagt wat de leerlingen er nog meer over zouden willen weten.

Hij noteert de diverse associaties en omschrijvingen op het bord (goede en foute, zonder onderscheid te maken), met daaronder de vragen van de leerlingen. Bij ‘broeikaseffect’ komt bijvoorbeeld het volgende rijtje te staan:

Anton kondigt aan dat hij de volgende keer ingaat op de vragen van de leerlingen. Diverse duo’s willen graag het woord:

L Ik heb nog meer, maggen we die ook zeggen?

(…)

D: Laatste ronde: voedselkringloop.

L: Wij mochten nog!

10/03/04

Broeikaseffect

Kassen om warm te houden Warmte kan niet weg IJs smelt

Zee wordt hoger ---

gevolgen van het broeikaseffect 10/03/04

In de les van 10 maart duurt deze inventarisatie tot het eind van de les, in die van 21 april komt er, op uitnodiging van de docent, nog een actueel onderwerp ter sprake, eveneens plenair.

In document Lesgeven in de multiculturele school (pagina 72-75)