• No results found

Lerarenopleiding eerstegraads

In document Sectoranalyse onderwijs (pagina 94-105)

Arbeidsmarktsitua tie na afstuderen

4.5 Lerarenopleiding eerstegraads

Het opleidingscluster ‘lerarenopleiding eerstegraads’ bestaat uit opleidingen in verschillende vakgebie- den. Het eerste deel van deze paragraaf gaat over lerarenopleidingen eerstegraads in het geheel (uitge- splitst naar hbo en wo), in het tweede deel wordt onderscheid gemaakt naar de verschillende vakgebie- den: exact, maatschappij en talen.

Algemeen beeld van het opleidingscluster

Figuur 4.21 laat zien hoeveel procent van de gediplomeerden van eerstegraads lerarenopleidingen in het onderwijs werkt. Gediplomeerden van een hbo-opleiding werken zo goed als allemaal in het onder- wijs, dit zijn er namelijk meer dan 9 van de 10, zowel één, drie als vijf jaar na afstuderen.

Van de wo-gediplomeerden werkt relatief gezien een kleinere groep in het onderwijs. Eén jaar na afstu- deren is dit twee derde. Vier jaar later is dit opgelopen tot 72 procent.

Figuur 4.21 Arbeidsmarktsituatie gediplomeerden van een eerstegraads lerarenopleiding, binnen 1, 3 en 5 jaar na afstuderen

Bron: analyse CBS-microdata door Regioplan (2017)

* Dit zijn hbo- en wo-opleidingen van vergelijkbare aard die zijn samengevoegd, zie bijlage 4.

Figuur 4.22 geeft de arbeidsmarktsituatie van wo-gediplomeerden van eerstegraads lerarenopleiding op het moment van drie jaar na afstuderen weer. Gediplomeerden van de opleidingen M Applied Mathe- matics, M Medical Natural Sciences, M Bio-Pharmaceutical Sciences, M Molecular Life Sciences en de opleidingen die zijn samengevoegd onder M Science Education werken minder vaak in het onderwijs dan gediplomeerden van de andere opleidingen uit het cluster. Het gaat dus voornamelijk om de bèta- lerarenopleidingen. Deze opleidingen hebben een educatieve keuzetrack; studenten die deze track niet volgen, worden dus ook niet opgeleid voor een baan in de sector onderwijs.

91 Figuur 4.22 Arbeidsmarktsituatie wo-gediplomeerden van lerarenopleidingen eerstegraads, binnen

3 jaar na afstuderen, per opleiding

Bron: analyse CBS-microdata door Regioplan (2017) 1

Dit betreft een samenvoeging van meerdere opleidingen, zie bijlage 4.

2 Vervang ‘leraar’ door ‘Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in’ voor de volledige naam van de opleiding.

3 Vervang ‘leraar’ door ‘Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in’ voor de volledige naam van de opleiding. 4

Dit betreft een samenvoeging die zowel een hbo- als een wo-opleiding bevat. Door de opname van deze samenvoeging in de figuur komt het totaal van het opleidingscluster niet overeen met de aantallen en percentages uit figuur 4.21.

92 Figuur 4.23 geeft de arbeidsmarktsituatie van hbo-gediplomeerden van eerstegraads lerarenopleiding op het moment van drie jaar na afstuderen weer. Gediplomeerden van de opleiding M Leraar Gods- dienst werken minder vaak in het onderwijs dan gediplomeerden van de andere opleidingen uit het cluster.

Figuur 4.23 Arbeidsmarktsituatie hbo-gediplomeerden van lerarenopleidingen eerstegraads, binnen 3 jaar na afstuderen, per opleiding

Bron: analyse CBS-microdata door Regioplan (2017)

1 Dit betreft een samenvoeging van meerdere opleidingen, zie bijlage 4. Werkzaam in het onderwijs

De meeste gediplomeerden van eerstegraads lerarenopleidingen werken, zoals verwacht, in het voort- gezet onderwijs (figuur 4.24). Dit aandeel verandert door de jaren heen nagenoeg niet.

De gediplomeerden van hbo-opleidingen werken relatief vaker in het vo dan wo-gediplomeerden. Wo- gediplomeerden werken in enkele gevallen ook in het wo en zij werken relatief vaker bij instellingen die meerdere onderwijssoorten aanbieden.

93 Figuur 4.24 Onderwijssector waar gediplomeerden van een eerstegraads lerarenopleiding werken,

binnen 1, 3 en 5 jaar na afstuderen (in personen)

Bron: analyse CBS-microdata door Regioplan (2017)

* Dit zijn hbo- en wo-opleidingen van vergelijkbare aard die zijn samengevoegd, zie bijlage 4. Niet werkzaam in het onderwijs

De niet-onderwijssectoren waar mensen met een eerstegraads diploma werken, zijn erg divers (figuur 4.25). De wo-gediplomeerden die niet bij een onderwijsinstelling werken, zijn redelijk gelijkmatig over de SBI-sectoren verdeeld. Opvallend is dat er onder de hbo-gediplomeerden een grote groep in de SBI- sector onderwijs werkt. Dit zijn mensen die werken op onbekostigde scholen en instellingen (die niet voorkomen in de administratie van DUO). Onder het onbekostigd onderwijs vallen bijvoorbeeld af- standsonderwijs, bedrijfsopleiding en -trainingen, studiebegeleiding, en dienstverlening voor het on- derwijs.

94 Figuur 4.25 Niet-onderwijssector waar gediplomeerden van een eerstegraads lerarenopleiding wer-

ken, binnen 1, 3 en 5 jaar na afstuderen (in personen)

Bron: analyse CBS-microdata door Regioplan (2017)

* Dit zijn hbo- en wo-opleidingen van vergelijkbare aard die zijn samengevoegd, zie bijlage 4. Geen dienstbetrekking

Eerstegraads wo-gediplomeerden die niet voorkomen in de polisadministratie bevinden zich voorname- lijk in de sociaaleconomische categorie ‘overige’ of hun sociaaleconomische categorie is onbekend (fi- guur 4.26). Verhoudingsgewijs neemt het aantal mensen in de categorie overige in de loop van de jaren af, en het aantal mensen in de categorie ‘onbekend’ toe. Onbekend betekent veelal dat iemand niet in de gemeentelijke basisadministratie voorkomt. Van deze personen kan worden aangenomen dat de meesten zijn geëmigreerd.

De groep hbo-gediplomeerden is te klein om een beschrijving van te geven.

0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000 5 jaar na afstuderen 3 jaar na afstuderen 1 jaar na afstuderen 5 jaar na afstuderen 3 jaar na afstuderen 1 jaar na afstuderen 5 jaar na afstuderen 3 jaar na afstuderen 1 jaar na afstuderen h b o /w o g eme n gd * h b o wo

Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening

Verhuur van roerende goederen en

overige zakelijke dienstverlening: uitzendwerk Verhuur van roerende goederen en

overige zakelijke dienstverlening: geen uitzendwerk

Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen Onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg

95 Figuur 4.26 Sociaaleconomische categorie waar gediplomeerden van een eerstegraads lerarenoplei-

ding in zitten, binnen 1, 3 en 5 jaar na afstuderen (in personen)

Bron: analyse CBS-microdata door Regioplan (2017)

* Dit zijn hbo- en wo-opleidingen van vergelijkbare aard die zijn samengevoegd, zie bijlage 4. Beeld naar vakgebied/opleidingsrichting

Binnen het cluster ‘lerarenopleiding eerstegraads’ hebben we een onderverdeling gemaakt naar vakge- bied. De arbeidsmarktsituatie naar vakgebied staat in figuur 4.27. Te zien is dat afgestudeerden van een wo-studie gericht op exacte vakgebieden het minst vaak in het onderwijs komen te werken: iets meer dan de helft werkt één jaar na afstuderen in het onderwijs, vier jaar later is dat opgelopen tot bijna drie vijfde. Voor hbo-afgestudeerden van een exact vakgebied is de situatie geheel anders: bijna iedereen werkt in het onderwijs (95%, vijf jaar na afstuderen). Ook bij de vakgebieden maatschappij en talen ligt het percentage afgestudeerden dat in de jaren na afstuderen in het onderwijs werkt hoger voor het hbo dan voor het wo.

96 Figuur 4.27 Arbeidsmarktsituatie gediplomeerden van een eerstegraads lerarenopleiding, binnen 1,

3 en 5 jaar na afstuderen

Bron: analyse CBS-microdata door Regioplan (2017)

* Dit zijn hbo- en wo-opleidingen van vergelijkbare aard die zijn samengevoegd, zie bijlage 4. Werkzaam in het onderwijs

In figuur 4.28 staat per vakgebied in welke onderwijssector afgestudeerden van eerstegraads lerarenop- leidingen werken enkele jaren na afstuderen, in absolute aantallen. Voor bijna alle richtingen geldt dat ongeveer driekwart van de afgestudeerden in het vo werkt in de jaren na afstuderen en rond de 15 procent werkt bij een instelling die meerdere onderwijssoorten aanbiedt. De uitzonderingen hierop zijn de wo-opleidingen richting een exact vakgebied en de studies die zijn samengevoegd, met als richting maatschappij. Voor de wo-opleidingen richting een exact vakgebied geldt dat ongeveer 20 procent in het wo werkt, iets meer dan de helft werkt in het vo. Voor de samenvoeging die valt onder hbo/wo gemengd maatschappij geldt dat ongeveer twee derde in het po werkt.

97 Figuur 4.28 Onderwijssector waar gediplomeerden van een eerstegraads lerarenopleiding werken,

binnen 1, 3 en 5 jaar na afstuderen (in personen), per vakgebied

Bron: analyse CBS-microdata door Regioplan (2017)

* Dit zijn hbo- en wo-opleidingen van vergelijkbare aard die zijn samengevoegd, zie bijlage 4. Niet werkzaam in het onderwijs

Van afgestudeerden van een eerstegraads lerarenopleiding die niet in bij een onderwijsinstelling wer- ken, is gekeken in welke SBI-sectoren men per vakgebied werkt. De absolute aantallen van de SBI-sector waarin men een, drie en vijf jaar na afstuderen werkt, staan in figuur 4.29.

Alleen richtingen voor wo-opgeleiden zijn groot genoeg om te beschrijven. Voor het vakgebied exact zijn de afgestudeerden in de jaren na afstuderen redelijk gelijkmatig over de SBI-sectoren verdeeld. Opval- lend is de relatief grote groep die werkt in de sector advisering, onderzoek en overige specialistische dienstverlening, ongeveer een kwart van de afgestudeerden die niet werkzaam zijn in het onderwijs, werkt in deze sector.

98 Figuur 4.29 Niet-onderwijssector waar gediplomeerden van een eerstegraads lerarenopleiding wer-

ken, binnen 1, 3 en 5 jaar na afstuderen (in personen), per vakgebied

Bron: analyse CBS-microdata door Regioplan (2017)

99 Geen dienstbetrekking

Van afgestudeerden van een eerstegraads lerarenopleiding die geen dienstbetrekking hebben, is geke- ken in welke sociaaleconomische categorie zij vallen. De absolute aantallen van de categorieën waarin men een, drie en vijf jaar na afstuderen zit, staan in figuur 4.30.

Alleen richtingen voor wo-opgeleiden zijn groot genoeg om te beschrijven. Voor alle drie richtingen geldt dat gediplomeerden die niet voorkomen in de polisadministratie zich voornamelijk bevinden in de sociaaleconomische categorie ‘overige’, of hun sociaaleconomische categorie is onbekend. Verhou- dingsgewijs neemt het aantal mensen in de categorie ‘overige’ in de loop van de jaren af, en het aantal mensen in de categorie ‘onbekend’ neemt toe. Onbekend betekent veelal dat iemand niet in de ge- meentelijke basisadministratie voorkomt. Van deze personen kan worden aangenomen dat de meesten zijn geëmigreerd. Deze groep is vooral groot voor het vakgebied exact.

100 Figuur 4.30 Sociaaleconomische categorie waar gediplomeerden van een eerstegraads lerarenoplei-

ding in zitten, binnen 1, 3 en 5 jaar na afstuderen (in personen), per vakgebied

Bron: analyse CBS-microdata door Regioplan (2017)

101

In document Sectoranalyse onderwijs (pagina 94-105)