• No results found

Leerbronnen en materialen

In document Cultuur in de Spiegel in de praktijk (pagina 169-174)

Vragenlijst: beoordeling van het werk van leerlingen

5. Leerbronnen en materialen

• Welke leermaterialen, (onderdelen van) methodes en bronnen zijn voorhanden?

• Welke andere onderwijsondersteunende middelen of partijen worden ingezet?

• Hoeveel budget hebben we voor ons cultuuronderwijs ter beschikking?

De leerkracht heeft waar mogelijk gebruik gemaakt van bestaand lesmateriaal. Daarbij heeft zij ook materiaal en tips van collega’s gekregen. Waar dit materiaal niet voorhanden was heeft zij dit zelf gemaakt. Ook de leerlingen hebben leermaterialen gemaakt.

Leermaterialen gemaakt door de leerkracht

Alle kennis die de leerkracht had over de belevingswereld van haar leerlingen, heeft zij gebruikt bij het schrijven van de e-mails met belevenissen van Emma. Ze hoopte dat zij zich met Emma zouden kunnen identificeren om zo de brug te slaan naar een land waar kinderrechten niet vanzelfsprekend zijn.

Goede digitale achtergrondinformatie over India bleek lastig te vinden. Daarom heeft ze zelf een PowerPointpresentatie moeten maken. Ook digitaal beeldmateriaal voor een beeldbeschouwingsles rond het thema was niet altijd gemakkelijk te vinden en dit ver-eiste kennis van bronnen op het gebied van kunst en vormgeving. Kaartjes met symbolen heeft de leerkracht zelf ontworpen om leerlingen extra oefening te geven in het omzetten

van een woord(begrip) in een plaatje (grafisch symbool).

De leerkracht heeft bij de voorbereiding en uitvoering van het project gebruik gemaakt van een dvd en lesboekjes van KidsRights en Unicef en achtergrondinformatie over kin-derrechten van Amnesty International. Ze heeft informatiepakketjes samengesteld, zodat de leerlingen in tweetallen zoveel mogelijk zelfstandig aan het werk konden gaan met het door hen gekozen kinderrecht. Op internet heeft ze de groep informatie laten opzoeken over logo’s en de rol van organisaties die zich inzetten voor kinderrechten.

Leermaterialen gemaakt door de leerlingen

De leerlingen hebben voor de ouders een presentatie gemaakt in de vorm van een kin-derrechtenquiz. Ze hebben daarvoor teksten geschreven en hun symbooltekeningen en tableaus van kinderrechten daarin een plek gegeven.

6/7 Groeperingsvormen en leeromgeving

• Welke leerlingen werken samen?

• Welke andere partijen werken met de leerlingen?

• Wordt samengewerkt met andere scholen?

• In welke leeromgeving vindt het onderwijs in cultureel bewustzijn plaats?

• Welke lokalen, studio’s of plekken binnen en buiten de school zijn geschikt voor welke vorm van cultuuronderwijs?

In welke omgeving vindt het leren plaats?

Er werd in dit project voornamelijk in het klaslokaal geleerd. De groeperingsvorm vari-eerde (individueel, groepjes van twee en klassikaal). Het internet werd daarbij gebruikt als

‘venster op de wereld’. Voor de dramalessen werd gebruik gemaakt van de grote hal van de school.

Bezoek aan culturele instellingen en/of andere scholen

In dit project zijn geen culturele instellingen of andere scholen bezocht. Een mogelijk vervolg op dit project (bijvoorbeeld rond 5 mei) is een bezoek aan het Beeldenbos. Tijdens het kinderrechtenproject was dit kunstwerk al ter sprake gekomen. Een kunstenaar heeft als herinneringsmonument aan de Tweede Wereldoorlog een pad gemaakt door het bos met links en rechts grote doorgezaagde keien van graniet met daarin de rechten van het kind gegraveerd. Dat roept vragen op als: hoe heeft deze kunstenaar gebruik gemaakt van symbolen om de kinderrechten onder de aandacht te brengen? Waarom zou hij dat op deze manier gedaan hebben en waarom juist op deze plek? Wat hebben kinderrechten met de Tweede Wereldoorlog en herdenken te maken? En waarom herdenken wij eigenlijk een oorlog? Herdenken is een aspect van cultuur en in die zin een geschikt onderwerp voor cultuuronderwijs.

8. Tijd

• Wanneer vindt cultuuronderwijs plaats?

• Hoeveel (uren) cultuuronderwijs krijgen leerlingen dit jaar?

Hoeveel tijd voor cultuuronderwijs?

Dit project duurde drie weken. Leerkrachten op deze school werken regelmatig thematisch.

Eén keer per jaar wordt het themaproject schoolbreed georganiseerd. Voor deze groep 6, 7, 8 kwam het project Cultuur in de Spiegel in plaats van het jaarlijkse schoolbrede (storyline) project. Uren die op het rooster staan voor taal, wereldoriëntatie en kunstzinnige oriënta-tie, werden ingezet voor het kinderrechtenproject. Maar dit wil natuurlijk niet zeggen dat cultuuronderwijs alleen plaats vindt in dit soort grotere projecten. Al het onderwijs waar-bij aandacht wordt besteed aan cultuur en het cultureel bewustzijn wordt ontwikkeld, telt als cultuuronderwijs.

9. Toetsing en beoordeling

• Hoe evalueert u de inhoud van uw cultuuronderwijs?

• Hoe wordt cultuuronderwijs beoordeeld?

• Hoe volgt u de leerlingen (dit jaar) in hun ontwikkeling?

• Hoe beoordeelt u (gedurende het schooljaar) de resultaten van de leerlingen?

Hoe en wat wordt beoordeeld? Waarom?

De leerkrachten van de school vroegen zich af hoe ze de opbrengsten van het Cultuur in de Spiegel project konden vaststellen. Zijn de opbrengsten wel te bepalen?

De leerkracht: “De groep is heel gemakkelijk en natuurlijk met dit project bezig geweest. Het voelde in die zin niet als les, het was geen school zoals school soms kan zijn. Dat kwam door de vorm. We hebben veel gepraat in de kring, de leerlingen hoefden weinig van papier te werken, op te schrijven, te verzamelen en samen te vatten. Ze hoefden voor hun gevoel niet veel te doen, terwijl ik vind dat ze heel veel hebben gedaan en heel veel hebben geleerd. Ik had bij veel acti-viteiten het idee dat ik die met hen samen moest doen omdat ik anders niet zou bereiken wat ik wilde bereiken en niet met voldoende diepgang. Ik weet niet of een project cultuuronderwijs volgens Cultuur in de Spiegel te toetsen valt, want het ene onderwerp is makkelijker voor een kind om ‘cultureel’ te bekijken dan het andere en het verschilt per kind, per leeftijd. Ik ken de leerlingen goed omdat ik hen drie jaar lang kan volgen. Maar bij cultuuronderwijs zie je lang niet altijd wat er in het hoofd gebeurt. Het is de uitdaging om dat wel scherp te krijgen. Ik denk dat het profiel met de ontwikkelingslijnen voor basisvaardigheden en media en de samenhang daartussen, een bijdrage zou kunnen leveren om leer- en ontwikkelingsprocessen in cultuuron-derwijs meer zichtbaar te maken.”

In document Cultuur in de Spiegel in de praktijk (pagina 169-174)