• No results found

SEKSE INSTROOM

4.3 Leerbelemmeringen in relatie tot motivatie

De gemiddelde score op de schaal Volharding van de NPV-J is 37,62 (Tabel 4.15). Er zijn kleine verschillen in het gemiddelde score tussen jongens en meisjes en iets grotere verschillen tussen VSV-ers en doorstromers, verschillende leeftijden en etniciteit. Deze zijn echter niet significant.

Tabel 4.15 Totaalscore schaal Volharding NPV-J (n=45)

SEKSE Mean SD N Minimum Maximum % Total

vrouwelijk 37,28 8,716 18 17 47 39,6%

mannelijk 37,85 10,723 27 7 49 60,4%

Total 37,62 9,868 45 7 49 100,0%

INSTROOM Mean SD N Minimum Maximum % Total

doorstromer 39,32 9,59 19 17 49 42,2%

VSV-er 36,38 10,068 26 7 47 57,8%

LEEFTIJD Mean SD N Minimum Maximum % Total

16 - 18 35,90 10,300 30 7 47 63,6%

19 - 22 39,67 8,542 12 21 47 28,1%

23 - 25 48,50 ,707 2 48 49 5,7%

> = 26 43,00 . 1 43 43 2,5%

ETNICITEIT Mean SD N Minimum Maximum % Total

Autochtoon 35,84 10,375 25 7 46 52,9%

Allochtoon 39,89 9,336 18 18 49 42,4%

Ook is er geen significant verschil gevonden op schoolprestaties, oftewel tussen deelnemers die wel of geen diploma hebben behaald. Deze laatste cijfers zijn niet opgenomen in Tabel 4.15. Op de schaal Volharding is een hoog aantal voldoende scores, namelijk 77,8 % (Tabel 4.16). Dit betekent dat 22,2% een onvoldoende score heeft en dus een leerbelemmering in de vorm van onvoldoende Volharding. De score op Volharding loopt sterk uiteen: er zijn zowel 23 hoge scores als 10 onvoldoendes. De 23 hoge scores bestaan uit 20 % zeer hoog en 31,1% hoog. Er zijn verschillen te zien in de verhouding VSV – doorstroom: het valt op dat de groep doorstroom relatief meer voldoende scores heeft. Er zijn weinig verschillen in de verhouding jongen – meisje.

Tabel 4.16 Score schaal Volharding NPV-J in de normtabel algemeen (n=45)

Normtabel algemeen Volharding SEKSE INSTROOM totaal %

V M VSV DS zeer hoog 46 - 4 5 4 4 9 20 % hoog 42 - 45 3 11 6 8 14 31,1% bovengemiddeld 39 - 41 3 2 2 3 6,7 % gemiddeld 30 - 38 4 5 6 3 9 20 % voldoende 30-46 14 21 18 17 35 77,8% benedengemiddeld 28 - 29 1 1 2 2 4,4 % laag 21 - 27 2 3 4 1 5 11,1 % zeer laag -20 1 2 1 2 3 6,7 %

Items die hoog en laag scoren (Tabel 4.17). De deelnemers herkennen zich het meest in die items die hoog scoren, namelijk (vraag 56) ‘Ik doe bijna altijd mijn best’; (vraag 61) ‘Ik probeer met iedereen goede vrienden te blijven’; (vraag 69) ‘Op mij kun je altijd rekenen’; (vraag 70) ‘Als ik ergens mee begin, maak ik het ook af’ en (vraag 71) ‘Ik werk het liefst heel precies’. 71,1 % van de deelnemers vindt dat hij of zij bij deze 5 items positief gedrag laat zien. Zij vinden dat zij bijna altijd hun best doen; dat zij proberen met iedereen goede vrienden te blijven; dat je altijd op hem of haar kunt rekenen; dat zij altijd ergens mee bezig zijn; dat ze ook iets afmaken als ze ergens mee bezig zijn en dat zij het liefst heel precies werken.

De deelnemers herkennen zich het minst in die items die laag scoren, namelijk (vraag 50) ‘Ik vind het erg naar als mensen er slordig uitzien’; (vraag 53) ‘Je moet altijd de waarheid spreken’; (vraag 58) ‘Ik ga graag naar school’; (vraag 67) ‘Ik vind een spel alleen maar leuk, als iedereen zich precies aan de spelregels houdt’ en (vraag 68) ‘Ik vind dat je altijd op de afgesproken tijd thuis moet zijn’. Een deel van de groep vertoont geen positief gedrag bij deze items: 28,9 % vindt het niet erg als mensen er slordig uitzien; 17,8 % vindt niet dat je altijd de waarheid moet spreken, 20 % gaan niet graag naar school; 15,6 % vindt niet dat een spel alleen maar leuk is als iedereen zich precies aan de spelregels houdt, en 28,9 % vindt niet dat je altijd op de afgesproken tijd thuis moet zijn.

Tabel 4.17 Hoogste, laagste en significante scores op de schaal Volharding NPV-J (n=45)

Items die hoog scoren

Vraagnr Item M SD

56 Ik doe bijna altijd mijn best 1,64 0,609

61 Ik probeer met iedereen goede vrienden te blijven 1,64 0,603

69 Op mij kun je altijd rekenen 1,69 0,557

70 Als ik ergens mee begin, maak ik het ook af 1,67 0,603

71 Ik werk het liefst heel precies 1,68 0,601

Items die laag scoren

Vraagnr Item M SD

50 Ik vind het erg naar als mensen er slordig uitzien 1,22 0,876

58 Ik ga graag naar school 1,29 0,787

67 Ik vind een spel alleen maar leuk, als iedereen zich precies aan de spelregels houdt .

1,31 0,733

68 Ik vind dat je altijd op de afgesproken tijd thuis moet zijn 1,31 0,900

Items die significant scoren

Vraagnr Item M SD

50 Ik vind het erg naar als mensen er slordig uitzien 1,22 0,876

51 Ik doe wat de mensen van mij verwachten 1,45 0,663

54 Als ik iets verkeerds gedaan heb, vind ik dat heel erg 1,43 0,779

67 Ik vind een spel alleen maar leuk, als iedereen zich precies aan de spelregels houdt .

1,31 0,733

Verschillen tussen VSV-ers en doorstromers (Tabel 4.17).

Vraag 51, ‘Ik doe wat de mensen van mij verwachten’, blijkt significant te verschillen tussen VSV (M=1,20 SD= 0,707) en doorstromers (M=1,80 SD=0,410 t(43)=3,364 p=0,002). De doorstromers doen meer wat de mensen van hen verwachten.

Vraag 54 vertoont ook een significant verschil tussen VSV en doorstroom. De doorstromers (M=1,70 SD= 0,571) vinden het erger als ze iets verkeerds hebben gedaan dan de VSV-ers (M=1,24 SD=0,779 t(43)=2,207 p=0,033). Vraag 67, Ik vind een spel alleen maar leuk, als iedereen zich precies aan de spelregels houdt, heeft een significant verschil tussen VSV en doorstroom. De doorstromers (M=1,60 SD=0,759) vinden het belangrijker dat iedereen zich aan de spelregels houdt dan de VSV-ers (M=1,08 SD=0,598 t(43)= 2,502 p= 0,016)

Verschillen tussen jongens en meisjes (Tabel 4.17).Vraag 50, ‘Ik vind het erg naar als mensen er slordig uitzien’, heeft een significant verschil tussen jongens en meisjes. Meer meisjes (M=1,61 SD=0,778, t(43)= 2,583 p=0,013) dan jongens (M=0,96 SD=0,854) vinden het naar als mensen er slordig uitzien.

Verschillen tussen leeftijdsgroepen (Tabel 4.17). Vraag 54, ‘Als ik iets verkeerds gedaan heb, vind ik dat heel erg’, heeft een significant verschil tussen de verschillende leeftijdsgroepen. Jongeren tussen 16 en 18 jaar blijken het minder erg te vinden als ze iets verkeerds hebben gedaan dan jongeren tussen 19 en 22 jaar. Ook vraag 73, ‘Ik ben meestal ergens mee bezig’, heeft een significant verschil tussen de verschillende leeftijdsgroepen. Jongeren tussen 19 en 22 jaar (M=1,83 SD=0,389) blijken vaker ergens mee bezig te zijn dan jongeren tussen 16 en 18 jaar (M=1,23 SD=0,728 t(40) = -2,692 p=0,10).

5. CONCLUSIE EN DISCUSSIE