• No results found

beschermde Habitattypen en Habitatrichtlijnsoorten

10 Leemten in kennis en monitoring

10.1

GECONSTATEERDE LEEMTEN IN KENNIS

Bij leemten in kennis gaat het niet alleen om het ontbreken van kennis, maar ook om ontbrekende gegevens, onzekerheden over ontwikkelingen en onzekerheden of beperkingen in gebruikte methoden en modellen. Het gaat vooral om leemten in kennis met mogelijke consequenties voor de besluitvorming. Leemten op detailniveau die geen consequenties op de besluitvorming hebben komen niet aan de orde.

Leemten in kennis met betrekking tot de bestaande situatie

In het achtergronddocument en de paragrafen “bestaande toestand” in elk hoofdstuk is de beschikbare informatie weergegeven. Hoewel onderzoek naar veel aspecten plaatsvindt, is niet van alle soortgroepen de verspreiding in tijd en ruimte volledig in beeld. In de teksten is steeds aangegeven welke kennis wel en niet beschikbaar is. Onderstaande tabellen vatten dit samen. Met betrekking tot zeezoogdieren zijn de leemten in bestaande kennis

opgenomen uit het Achtergronddocument Zeezoogdieren in de Eems (Wageningen IMARES, 2007).

Soortgroep Leemten in kennis

Macro-algen Verspreiding in de omgeving van de Eemshaven.

Zeegras Kennis met betrekking tot de oorzaken van de huidige (beperkte) verspreiding.

Kennis met betrekking tot de te verwachten trends.

Fytoplankton, zooplankton En microbenthos

Actuele informatie over dichtheden en primaire productie in het studiegebied.

Zoöbenthos Actuele informatie over dichtheden en soorten op de bagger- verspreidingslocaties.

Vissen Er is niet met zekerheid vastgesteld, of de Fint daadwerkelijk in de Eems paait en wat derhalve de herkomst is van jonge Fint die in het gebied wordt aangetroffen.

Vogels Temporele verspreiding van vogelsoorten: (foerageergebieden) is moeilijk voorspelbaar en zeer variabel.

Zeezoogdieren Verspreiding en gebruik van het gebied voor de Gewone Zeehond, Grijze Zeehond en Bruinvis.

Migratiegedrag van deze soorten.

De kennisleemte met betrekking tot de vissen en zeehonden is van belang voor de besluitvorming in het kader van de Natuurbeschermingswetvergunning. Naar deze beide onderwerpen zal aanvullend onderzoek verricht worden.

Tabel 10.23

Relevante leemten in kennis met betrekking tot ecologische informatie

Er zijn geen recente meetgegevens van de primaire productie. De laatste metingen dateren van de jaren ‘70 van de vorige eeuw. Er bestaat wel een model dat een koppeling legt tussen de troebelheid en de primaire productie, echter dit model moet nog gekalibreerd worden en hiervoor ontbreken recente meetgegevens.

Er wordt op dit moment door RIKZ een onderzoeksprogramma opgezet voor metingen van de primaire productie in het studiegebied.

Leemten in kennis met betrekking tot ecologische effecten

In de effectbeschrijvingen is steeds weergegeven, wat er bekend is met betrekking tot de biologische gevolgen van deze effecten. Vaak is slechts een enkele referentie bekend, of wordt een range van waarden weergegeven. In de effectbeschrijving is steeds weergegeven op welke wijze hiermee om wordt gegaan. In onderstaand overzicht zijn kort de leemten in kennis benoemd.

ONZEKERHEDEN IN HET HYDROMORFOLOGISCH ONDERZOEK

In het hydromorfologisch onderzoek zijn onzekerheidsmarges aangegeven bij de berekende effecten. Deze onzekerheidsmarges kunnen zich doorvertalen naar onzekerheden in de in dit MER beschreven ecologische effecten. De onzekerheid in de berekening van de optredende vertroebeling kan een effect hebben op de inschatting van de ecologische effecten. Omdat daarbij is uitgegaan van een worst case benadering is de kans hierop zeer klein. Het verdient wel aanbeveling dit aspect in het evaluatieprogramma te betrekken.

De effecten zijn cijfermatig in kaart gebracht aan de hand van een aantal uitgangspunten en aannames. In het algemeen is aan te raden dat de daadwerkelijke effecten worden

gemonitoord.

Soortgroep Leemten in kennis

Habitats Specifieke kennis over doelstellingen, gevoeligheid voor effecten.

Macro-algen Gevoeligheden voor diverse abiotische effecten.

Zeegras Er wordt veel onderzoek naar zeegras uitgevoerd, maar er blijft nog veel onbekend over de gevoeligheden voor diverse abiotische effecten.

Het gebruik van de anti-fouling irgarol en het effect daarvan voor het estuarium.

Fytoplankton, ooplankton en microbenthos

Gevoeligheden voor diverse abiotische effecten.

Zoöbenthos Gevoeligheden voor vertroebeling, morfologische en ander abiotische effecten.

Vissen Impact van cumulatief effect koelwaterinname op de visstand rondom de Eemshaven.

Gevoeligheid voor specifieke verstoringsbronnen Fint (grenswaarde onderwatergeluid).

Reactie op berekende vermindere voedselbeschikbaarheid.

Vogels Gevoeligheid voor specifieke verstoringsbronnen (gewenning) Mogelijkheden tot uitwijken naar andere locaties zonder negatieve effecten.

Zeezoogdieren Frequentiespecifieke geluidscontouren van de activiteiten met en zonder mitigatie en cumulatie van effecten van verstoringen op migratie zeehond in en uit Eems-Dollard en de effectiviteit van de mitigerende maatregelen.

Tabel 10.24

Leemten in kennis met betrekking tot ecologische effecten

De kennisleemte met betrekking tot de vissen en zeezoogdieren is van belang voor de besluitvorming in het kader van de Natuurbeschermingswetvergunning. Naar deze onderwerpen zal aanvullend onderzoek worden verricht. De overige leemten in kennis leiden door de gehanteerde worst-case benadering niet tot een zodanige onzekerheid dat dit van invloed is op de zorgvuldige besluitvorming.

Het onderzoek naar de leemten in kennis (zowel bestaande situatie als effecten) met betrekking tot zeezoogdieren zal meer inzicht verschaffen over de mogelijke effecten (ingreep-effectrelaties) en de mogelijkheden en effectiviteit van mitigerende maatregelen.

Hierdoor kan ook worden geverifieerd dat de verwachting dat een groot deel van de verstoring door mitigatie kan worden geminimaliseerd, correct is.

Een nadere omschrijving van het onderzoeksprogramma voor zeezoogdieren is te vinden in de volgende paragraaf (aanzet evaluatieprogramma).

De overige leemten in kennis leiden door de gehanteerde worst-case benadering niet tot een zodanige onzekerheid dat dit van invloed is op de zorgvuldige besluitvorming.

10.2

AANZET MONITORINGSPROGRAMMA

In paragraaf 10.1 is beschreven welke leemten in kennis er zijn ten aanzien van de actuele verspreiding van flora en fauna en welke leemten er zijn in de effectvoorspelling.

Aangegeven is dat aanvullend onderzoek wordt uitgevoerd naar de te verwachten effecten op zeezoogdieren en dat er onderzoek wordt gedaan naar de verspreiding van vis

(ondermeer Fint). Ten aanzien van het evaluatieprogramma zijn vanuit deze Passende Beoordeling de onderstaande aandachtspunten te formuleren.

Zeezoogdieren

Voor monitoring van (effecten op) zeezoogdieren wordt op dit moment in opdracht van Groningen Seaports gewerkt aan de uitvoering van een onderzoeksprogramma. In dit onderzoeksprogramma wordt enerzijds een aantal monitoringstechnieken voorgesteld, waarmee zowel leemtes in kennis over aanwezigheid van zeezoogdieren en hun

bewegingen wordt ingevuld als een instrument wordt ontwikkeld waarmee veranderingen als gevolg van de activiteiten kunnen worden gevolgd. Anderzijds wordt specifiek

onderzoek gedaan naar de effecten van de verschillende activiteiten op zeezoogdieren. Er is door TNO al een onderzoek uitgevoerd naar het niveau van het geluid onder en boven water als gevolg van heiwerkzaamheden op land (Blacquière 2008; zie ook tekstbader in paragraaf 5.3).

Primaire productie

Er wordt op dit moment door RIKZ een onderzoeksprogramma opgezet voor het meten van de primaire productie in het studiegebied. Dit onderzoek zal vanaf begin 2008 de primaire productie gaan meten voor een periode van 3 jaar. Er zal dus gemeten worden voor, tijdens en na de baggerwerken. De opzet van het onderzoek gaat er tot nu toe vanuit dat er in periodes van hoge primaire productie ongeveer iedere twee weken metingen verricht zullen worden en in periodes van lage primaire productie ongeveer maandelijks metingen verricht zullen worden. Met behulp van dit programma wordt vastgesteld of de te verwachten vertroebeling en het daarmee samenhangende verlies aan primaire productie optreedt in de voorspelde mate.

Vogels

Om vast te stellen of de voorspelde terugkeerduur en gewenning bij verstoring van vogels ook daadwerkelijk optreedt, zal bij het onderzoek naar de effecten op zeezoogdieren ook aandacht worden besteed aan vogels. Door middel van tellingen van vogels ter plaatse worden de effecten van gewoon en gedempt heien onderzocht. Dit wordt gecombineerd met geluidsmetingen.

HOOFDSTUK