• No results found

4. Theoretisch kader

4.3 Leefstijlen

In de vorige paragraaf is gesproken over de belevingswaarden van cultureel erfgoed en in paragraaf 4.1 over segmentering van de markt. Bij belevingswaarden gaat het om factoren als cultureel besef, diversiteit, aanwezigheid van specifieke kenmerken en identiteit. Het zijn dit soort factoren die gebruikt worden voor de indeling in leefstijlen waarmee woonconsumenten worden geclusterd. Deze clustering wordt gebruikt bij het ontwikkelen en in mindere mate ook bij de herstructurering van woonwijken. Getracht wordt een woonmilieu te ontwikkelen voor specifieke clusters van woonconsumenten. De veronderstelling hierbij is dat de consument zich tot dit woonmilieu aangetrokken zal voelen en bereid is voor de kwaliteit of kenmerken van de nieuwe wijk een meerprijs te betalen. In deze paragraaf worden ter illustratie enkele leefstijlen beschreven. Deze zijn gebaseerd op de woonvisie van 2005 tot er met 2015 van de gemeente Enschede. In deze woonvisie worden 8 verschillende leefstijlen onderscheiden:

Leestijl Omschrijving

Opbouwer Jonge huishoudens en gezinnen met wens tot huiselijk woonmilieu en buurt geschikt voor kinderen.

Buurtbewoner Huishoudens die zich sterk verbonden voel voelen met de buurt/wijk, waarbij gezelligheid en veel sociale contacten in de omgeving belangrijk zijn

Traditioneel Huishoudens gericht op gezinsleven met stabiel patroon en het opvoeden van kinderen, waarbij contacten in de buurt zich beperken tot een praatje.

Samenlever Carrièregerichte huishoudens met of zonder kinderen met wens tot comfortabel woonmilieu, met veel activiteiten

buitenshuis.

Ongebondene Huishoudens die zich kritisch opstellen ten opzichte van normen en waarden, zij richten hun leven op hun eigen manier in en zij zijn niet gebonden aan woonplaats of woning.

Hypermobiel Huishoudens die weinig binding hebben met de buurt/wijk en zich oriënteren op een carrière en een druk sociaal leven

buitenshuis, waardoor veel tijd onderweg wordt doorgebracht.

Dynamisch

Individualist Huishoudens die sterk carrièregericht zijn en veel waarde hechten aan vrijheid en privacy. De woning en inrichting dient als weerspiegeling van het imago.

Stille luxe Huishoudens die zich zowel op de carrière als het gezinsleven richten. Zij wensen veel vrijheid en ruimte in woning en woonomgeving en zijn binnenshuis sterk op privacy gericht.

De Stec Groep gebruikt in de markttoets Waalfront een lijst van 18 verschillende leefstijlen waaronder bovengenoemde enkele voor dit onderzoek interessante leefstijlen zijn:

Leestijl Omschrijving

Kosmopolieten Kosmopolieten zijn open en kritische wereldburgers die

postmoderne waarden als ontplooien en beleven integreren met moderne waarden als maatschappelijk succes,

materialisme en genieten.

Opwaarts mobielen De carrièregerichte individualisten met een uitgesproken

fascinatie voor sociale status, nieuwe technologie, risico en spanning.

Postmaterialisten Postmaterialisten zijn maatschappelijke idealisten die zichzelf willen ontplooien, stelling nemen tegen sociaal onrecht en opkomen voor het milieu.

Postmoderne

hedonisten De pioniers van de beleveniscultuur, waarin experiment en het breken met morele en sociale conventies doelen op zichzelf zijn geworden.

Tabel 4.2 Leefstijlen

Bron: Woonvisie gemeente Enschede o.b.v. Inbo & I&O research

Tabel 4.3 Leefstijlen Bron: Stec groep B.V. 2006

De bovengenoemde indeling laat zien dat waarschijnlijk niet voor iedere leefstijl cultureel erfgoed als onderdeel van het woonmilieu even belangrijk zal zijn. Zo zal de opbouwer veel meer belang hebben bij een rustige en veilige woonomgeving voor kinderen, is voor de hypermobiel een goede infrastructurele ontsluiting van belang en zal waarschijnlijk voor de postmoderne hedonist cultureel erfgoed wel een duidelijke meerwaarde kunnen opleveren.

Wel is het belangrijk om hierbij te realiseren welke plek omgevingsfactoren, begrippen als identiteit en zelfontplooiing innemen. Dit inzicht maakt duidelijk dat omgevingsfactoren als cultureel erfgoed pas interessant worden wanneer aan een veel andere wensen is voldaan.

De bovenstaande figuur is gebaseerd op de theorie van Maslow. In dit figuur wordt de piramide van Maslow gebruikt om behoeften in wijken in te delen. Leent gebruikt deze indeling in zijn onderzoek naar Wijken van Waarde. De indeling maakt duidelijk dat er eerst aan een aantal basisbehoeften moet worden voldaan alvorens er een volgende stap gezet kan worden. De behoeften in wijken koppelt hij vervolgens aan de theorie over de Experience Economy. In deze theorie gaat het om vijf manieren van marketing van een product of service en het creëren van toegevoegde waarde. Hoe hoger het wijkaanbod in de piramide zit, hoe hoger de toegevoegde waarde en hoe aantrekkelijker de wijk is voor bewoners (Frijns, 2007). Uiteraard zal niet iedereen en niet iedere wijk de hoogste treden van de piramide halen. Interesse in Cultureel erfgoed komt pas bij de trede sociale behoefte maar vooral bij de trede erkenning. Trots en mooi zijn hier de sleutelbegrippen en de beleving wordt vermarketeerd.

In deze paragraaf is een verdieping gegeven van de in de vorige twee paragrafen getrokken conclusie dat cultureel erfgoed niet voor iedereen een directe meerwaarde zal hebben. Inzicht in de verschillende leefstijlen biedt handvaten voor het kunnen herkennen van de groepen die bovenmatig geïnteresseerd zijn in het wonen in een omgeving met cultureel erfgoed. De meerwaarde is er voor bepaalde leefstijlen en voor groepen die zich hoger bevinden in de piramide van Maslow. Zij zullen geïnteresseerd

Figuur 4.4 Piramide van Maslow gekoppeld aan woonbehoeften Bron: Leent, 2006 Wijken van waarde, zoektocht naar duurzame gebiedsexploitatie

zijn in waarden van wijken die voorzien in behoeften als erkenning, status, identiteit en prestige.

Overigens hoeft het niet zo te zijn dat cultureel erfgoed alleen maar meerwaarde oplevert voor bepaalde leefstijlen, er zullen ook groepen zijn die bereid zijn meer te betalen voor en omgeving met cultureel erfgoed zonder zich hier bewust van te zijn. De verbanden zijn hier minder direct en veelal gelegen in de aankleding en inrichting van de woonomgeving.

Bij de uitvoering van de enquête zal de vraag gesteld worden wat kenmerken zijn van woonconsumenten die zich aangetrokken voelen tot het wonen in een omgeving met cultureel erfgoed. Op deze wijze kan zicht gekregen worden op de hiermee corresponderende groepen woonconsumenten.