• No results found

Omdat er binnen Johma veel aandacht is voor lean manufacturing bespreekt deze paragraaf deze

productiefilosofie. Eerst bespreekt paragraaf 3.5.1 de algehele lean gedachte. Vervolgens is er in

paragraaf 3.5.2 aandacht voor één techniek: het zogenaamde kanbansysteem, omdat deze momenteel de

operationele aansturing op de productievloer verzorgt.

3.5.1 De lean gedachte

Lean manufacturing (Womack et al., 1990) is een productiefilosofie die voortkomt uit het

productiesysteem van Toyota. Een productiefilosofie is een manier van denken binnen de gehele

organisatie. De lean gedachte heeft een focus op de reductie van verspilling in al zijn soorten. Tevens

probeert het de flow of het vloeiend verlopen van het werk door het systeem te verbeteren. Er is een

aantal technieken of instrumenten om de verspilling te verminderen en de flow te verbeteren. De door

Johma gebruikte technieken zijn de volgende:

QPS: Quality Process System; dit bestaat uit het zo goed mogelijk beschrijven van de

verschillende werkzaamheden zodat er standaard werkinstructies komen. Deze zorgen er in

principe voor dat iedereen op dezelfde manier werkt en dus ook dezelfde kwaliteit kan leveren.

QCO: Quick Changeover; via deze weg moet het productiesysteem flexibel worden, het moet

snel kunnen schakelen tussen verschillende producten. Dit valt te realiseren door de

ombouwwerkzaamheden te verminderen en een standaardwerkwijze voor de ombouw te

ontwikkelen.

5S: Seiri, Seiton, Seiso, Seiketsu, Shitsuke; dit zijn vijf Japanse woorden voor de activiteiten die

een georganiseerde en schone werkomgeving tot stand brengen. Vrij vertaald naar het

Nederlands zijn dit de volgende begrippen:

- Scheiden: Onderscheid maken tussen noodzakelijke en overbodige voorwerpen

- Schikken: Opbergen van de benodigde voorwerpen op een systematische manier

- Schoonmaken: Het schoonmaken van de gehele fabriek en ook het vastleggen van regels,

normen en verantwoordelijkheden

- Standaardiseren: Het opstellen van standaardmethoden betreffende de vorige 3 S’en, maar

ook betreffende werkmethoden (zie QPS)

- Stimuleren en in stand houden: Het borgen van de nieuwe manier van werken. Men moet

niet afglijden naar de oude manier. Interne audits zijn een hulpmiddel hierbij.

Visual factory: door middel van kleuren en lijnen zijn plekken in de fabriek toegewezen voor

bijvoorbeeld afval of grijpvoorraden.

OEE: Overall Equipment Effectiveness; geeft inzicht in de effectiviteit van machines en de

redenen van een verminderde effectiviteit (zie bijlage 1 voor een verdere uitleg van de OEE)

Kanban: een methode voor productiecontrole. Aangezien dit momenteel voor de operationele

aansturing binnen Johma zorgt beschrijven we kanban verder in paragraaf 3.5.2.

De gehele lean gedachte is er dus op gericht om verspilling te verminderen. De volgende verspillingen

worden veelal genoemd in de literatuur en ook binnen Johma (Dahlgaard & Dahlgaard-Park, 2006;

Lehtinen & Torkko, 2005):

Overproductie

Niet noodzakelijke transporten

Voorraden boven de minimaal nodige voorraad

Wachttijden

De productiemethode (afval en onnodige stappen)

Defecten

Niet waarde toevoegende bewegingen

Geen gebruik maken van het intellect van alle mensen

De eerder genoemde technieken richten zich op één of meerdere van deze verspillingen. Kanban wordt

gezien als de techniek om het proces soepel te laten verlopen. De volgende paragraaf ligt het kanban

systeem verder toe.

3.5.2 Kanban

Kanban is Japans voor kaart of label. Het kanbankaartje werkt als een communicatiemiddel, of misschien

beter gezegd een autorisatiemiddel, binnen een productiesysteem. Door het uitgeven van een kanbankaart

geeft een werkstation aan een voorgaand werkstation de opdracht om een bepaald product te maken. In

principe kan dit systeem werken vanaf het eindproductmagazijn en zo sturen op de marktvraag. Het

systeem werkt dan als volgt: als er een product uit het eindproductmagazijn wordt genomen krijgt het

laatste werkstation een kanbankaart om deze voorraad weer aan te vullen. Dit werkstation neemt dan zijn

benodigde input uit een tussenbuffer en stuurt een autorisatiekaart naar een voorgaand werkstation om

deze tussenbuffer weer aan te vullen met dit product, et cetera. Voorgaande systemen kunnen dus enkel

de tussenbuffer aanvullen als ze hiervoor een kanbankaart hebben ontvangen. Een kanbansysteem vereist

een technisch flexibel productieproces en werkt het best in een relatief stabiele marktomgeving (Hopp &

Spearman, 2000) omdat anders de eindproductvraag kan zorgen voor rennen en stilstaan in de fabriek.

Het kanbansysteem legt een grens aan tussenvoorraden, dit helpt op zijn beurt productieproblemen te

ontdekken en de focus op het oplossen van deze problemen (zoals storingen en lange omsteltijden) te

leggen.

3.6 Conclusie

In dit hoofdstuk is de theorie besproken die kan helpen bij het verbeteren van de planning van de

productieprocessen binnen Johma. Ten eerste kan theorie die zich meer richt op productie-efficiency

helpen het proces te verbeteren. Door middels een (s,Q)-systeem grotere productiebatches te realiseren

valt er efficiënter te produceren door het verminderen van omstelverliezen (in tijd en product). Ten

tweede is er theorie besproken op het vlak van taakverantwoordelijkheden en informatieverwerking.

Deze twee zaken kunnen tot onnodige spanningen en fouten leiden. De daadwerkelijke verbeterpunten

binnen Johma worden besproken in het volgende hoofdstuk. Ten derde is de theorie over lean

manufacturing behandeld. Deze productiefilosofie bestaat uit verschillende aanpakken met elk zijn

voordelen en nadelen. Het kanbansysteem is momenteel het communicatiemiddel tussen de verschillende

productieafdelingen binnen Johma. In het volgende hoofdstuk wordt de theoretische kant van het

kanbansysteem vergeleken met het productiesysteem binnen Johma om zo aan te duiden of het terecht of

onterecht in gebruik is.

4 Verbeterpunten voor tactische/operationele aansturing

In dit hoofdstuk komen de aanbevelingen aan bod die gedaan worden op basis van de beschrijving van

de huidige situatie en de literatuurstudie. Als eerste beschrijft paragraaf 4.1 kort het kanbansysteem en de

reden waarom dit systeem voor Johma niet tot een structurele oplossing kan leiden. Paragraaf 4.2

bespreekt de aanpak van de analyse voor de planningsactiviteiten. De MTS (s,Q)-strategie wordt in

paragraaf 4.3 vergeleken met de daadwerkelijk gerealiseerde batches. Paragraaf 4.4 bespreekt de

simulatie van de (s,Q)-strategie zodat duidelijk is wat de impact van deze strategie is met een variërende

vraag. Paragraaf 4.5 behandelt de mogelijkheden met betrekking tot de MTO producten. Paragraaf 4.6

bespreekt de verbeterpunten voor de online en offline schedulingsactiviteiten. In paragraaf 4.7 komen de

aanbevelingen betreffende taakverantwoordelijkheden en informatieverwerking aan bod. Tenslotte gaat

paragraaf 4.8 kort in op een softwaresysteem dat ondersteuning kan bieden bij de uit te voeren taken

omdat de huidige ondersteuning gering is.

4.1 Kanban

Eén van de belangrijkste condities bij kanban is een flexibel proces met geringe omsteltijden en

storingen. Het kanbansysteem zorgt voor kleinere tussenbuffers. De kleinere tussenbuffers helpen de

knelpunten in het productiesysteem te ontdekken. Het is echter zeer duidelijk dat binnen Johma de

omstel- en opstarttijden van de aardappelafdeling niet aanzienlijk te reduceren zijn, dit is dus een

gegeven waarmee gewerkt dient te worden. Tevens heeft de husa/kasa-afdeling een continue input vanaf

de inflexibele aardappelafdeling en hierdoor is het niet mogelijk om enkel op aanvraag te produceren.

Een kanban besturingssysteem lijkt hier dus niet op zijn plaats. Daarnaast vinden momenteel nog veel

verstoringen van het proces plaats en hoewel de literatuur claimt dat middels kanban de focus op de

juiste problemen komt te liggen, zorgen de verstoringen tot die tijd voor verdere onwerkbare situaties

met het kanbansysteem. Het kanbansysteem is dus niet op zijn plaats in het proces van de

aardappelhoudende salades. Voor de niet-aardappelhoudende salades, die middels een discontinu

systeem worden gemengd, is het systeem beter op zijn plaats. De focus van het verslag ligt echter op de

aardappelhoudende salades en we zullen in de volgende paragrafen dan ook aanbevelingen geven buiten

het gebied van een kanbansysteem.