• No results found

Language Proficiency Endorsement (LPE)

In document Examiner Course Manual (pagina 84-87)

Informatieblad

Beperkte Language Assessment Body

Op 8 april 2014 is EU Verordening 1178/2011 in werking getreden. In deze Verordening zijn de criteria aangaande de ‘Language Proficiency Endorsement’ (LPE) vastgelegd. Met de invoering van deze Verordening is er een wijziging opgetreden met betrekking tot het examineren van de taalvaardigheid zoals deze in Nederland wordt toegepast.

1. Inleiding

In Nederland kunnen taalvaardigheidexamens worden afgenomen door de volgende taalbeoordelings-instanties, ook wel language assessment bodies (LAB’s):

1. Een volwaardige LAB (deze instantie is bevoegd tot het afnemen van initiële evaluaties en re- evaluaties in alle beoordelingsniveaus);

2. Een beperkte LAB (deze instantie is bevoegd tot het afnemen van een re-evaluatie op beoordelingsniveau 4). De voorwaarde is dat deze organisatie ook een Approved Training Organisation (ATO) en/of houder van een Air Operator Certificate (AOC) is.

Dit informatieblad is van toepassing op de beperkte LAB bij een ATO en/of houder van een AOC.

2. Beoordeling taalvaardigheid

De beoordeling voor de verlenging van de taalvaardigheid van houders van een bewijs van bevoegdheid kan worden verricht door een ATO en/of houder van een AOC. Deze organisatie moet dan wel door de Inspectie Leefomgeving en Transport – Luchtvaart (ILT) zijn erkend voor het uitvoeren van taalbeoordelingen (een beperkte LAB) en geïmplementeerd zijn binnen een goedgekeurd kwaliteitssysteem. De organisatie dient hierbij te voldoen aan de criteria gesteld in FCL.055 (zie bijlage FCL.055 Language proficiency) en het bijbehorende AMC materiaal.

De taalbeoordeling mag worden uitgevoerd tijdens één van de verschillende bestaande toetsings- of trainingsactiviteiten, zoals afgifte van een bewijs van bevoegdheid, afgifte-, verlenging- of hernieuwde afgifte van een bevoegdverklaring, lijntraining, lijnchecks van de operator of bekwaamheidsproeven, zie AMC1 FCL.055 (g).

Door een beperkte LAB kan alleen een verlenging worden afgegeven van een level 4.

De beoordeling staat in beginsel los van een volwaardige LAB.

Voor het verkrijgen van een ander niveau dient de kandidaat zich te wenden tot een volwaardige LAB.

3. Taalbeoordelaar beperkte LAB

De taalbeoordeling moet worden afgenomen door een taalbeoordelaar die hiervoor een taalvaardigheidsexamen heeft ondergaan. Een taalbeoordelaar bij een beperkte LAB moet een examinator zijn, tenminste in het bezit van een LPE level 5. De examinator mag een level 4 verlengen.

De beperkte LAB dient zeker te stellen dat een examinator voor aanstelling succesvol de initial training heeft doorlopen, als opgenomen in handboeken van de LAB.

De beperkte LAB dient zeker te stellen dat de examinator jaarlijks succesvol een herhalingstraining doorloopt, als opgenomen in de handboeken van de LAB.

4. Afwijzende beoordeling door beperkte LAB

Indien de desbetreffende examinator constateert dat de kandidaat niet aan het minimum niveau van level 4 voldoet, dan zakt de kandidaat. Dit heeft tevens als consequentie dat de betrokken vlieger de RT bevoegdverklaring niet mag uitoefenen. De betrokken vlieger kan dan alleen nog maar gebruik maken van ongecontroleerd luchtruim.

Wanneer een examinator na het afnemen van een check twijfelt aan het niveau van taalvaardigheid van de kandidaat of wanneer de kandidaat het oneens is met de beoordeling van de examinator, dan moet de examinator de kandidaat doorverwijzen naar een door de ILT erkende volwaardige LAB. Deze LAB’s zijn, anders dan examinatoren bij een beperkte LAB, specifiek ingericht op het beoordelen van taalvaardigheid. Dergelijke gespecialiseerde instituten kunnen de technische accuratesse leveren die in sommige gevallen noodzakelijk kan zijn.

De lijst van erkende LAB’s is te raadplegen op:

http://www.ilent.nl/onderwerpen/transport/luchtvaart/piloten/opleidingen/

5. Administratie

Uit AMC1 FCL.055 volgt dat er door de beperkte

LAB een degelijke administratie en documentatie moet worden bijgehouden met daarin de procedures voor het afnemen en documenteren van taalvaardigheidsexamens.

De procedures, administratie en documentatie

en de kaders waarbinnen de examinator handelt inzake de taalbeoordeling, moeten worden beschreven in de operationele handboeken en trainingsprogramma's.

De wijzigingen op de handboeken en trainingsprogramma's worden ter goedkeuring bij ILT ingediend. In de ingediende trainingsprogramma's dient te worden vermeld dat het taalvaardigheidsexamen is opgenomen.

De procedure voor de aanvraag voor een beperkte LAB, alsmede de wijzigingen op de handboeken en trainingprogramma’s is te raadplegen op www.ilent.nl.

6. Begrippenlijst

AOC Air Operator Certificate

ATO Approved Training Organisation ICAO International Civil Aviation Organisation ILT Inspectie Leefomgeving en Transport – Luchtvaart

LAB Language Assessment Body LPE Language Proficiency Endorsement

Dit informatieblad vervangt de informatie in de brief van 8 januari 2014 met kenmerk VENW/IVW- 2010/286 en de brief van 5 maart 2010 met

kenmerk VENW/IVW-2010/1555.

Dit is een uitgave van:

Inspectie Leefomgeving en Transport Postbus 16191 | 2500 BD Den Haag T 088 489 00 00 www.ilent.nl

@InspectieLenT December 2014 Uitgifte datum: 17-12-20 14 Uitgiftenummer: 1.0

Annex

FCL.055 Language proficiency

2.6 General. Aeroplane, helicopter, powered-lift and airship pilots required to use the radio telephone shall not exercise the privileges of their licenses and ratings unless they have a language proficiency endorsement on their license in either English or the language used for radio communications involved in the flight. The endorsement shall indicate the language, the proficiency level and the validity date.

2.7 The applicant for a language proficiency endorsement shall demonstrate, in accordance with Appendix 2 to this Part, at least an operational level of language proficiency both in the use of phraseologies and plain language. To do so, the applicant shall demonstrate the ability to:

(1) communicate effectively in voice-only and in face-to-face situations;

(2) communicate on common and work-related topics with accuracy and clarity;

(3) use appropriate communicative strategies to exchange messages and to recognise and resolve misunderstandings in a general or work-related context;

(4) handle successfully the linguistic challenges presented by a complication or unexpected turn of events which occurs within the context of a routine work situation or communicative task with which they are otherwise familiar; and

(5) use a dialect or accent which is intelligible to the aeronautical community.

2.8 Except for pilots who have demonstrated language proficiency at an expert level, in accordance with Appendix 2 to this Part, the language proficiency endorsement shall be re-evaluated every:

(1) 4 years, if the level demonstrated is operational level; or (2) 6 years, if the level demonstrated is extended level.

2.9 Specific requirements for holders of an instrument rating (IR). Without prejudice to the paragraphs above, holders of an IR shall have demonstrated the ability to use the English language at a level that allows them to:

(1) understand all the information relevant to the accomplishment of all phases of a flight, including flight preparation;

(2) use radio telephony in all phases of flight, including emergency situations;

(3) communicate with other crew members during all phases of flight, including flight preparation.

2.10 The demonstration of language proficiency and of the use of English for IR holders shall be done through a method of assessment established by the competent authority.

Annex to: Beperkte (Limited) Language Assessment Body (Netherlands) HumanEnvironment and Transport Inspectorate www.ilent.nl / 2014 december, the 17h

In document Examiner Course Manual (pagina 84-87)