• No results found

6. Gundo Na & Tindaa Pa Ga: Taken en vaardigheden

6.1 Landproblematiek in Katariga

De belangrijkste taak van een tindana is het bewaken van de aarde, het land. Dit doet een tindana door middel van rituelen, maar in onder andere Katariga ook door het bepalen wie er op welk stuk grond mag wonen en verbouwen. Binnen Dagbon is het voor vrouwen niet mogelijk om te slachten, terwijl dit een groot onderdeel is van vele rituelen. Hieruit is te concluderen dat zelfs wanneer de Tindaa Pa Ga wel in staat zou zijn geweest om haar paleis te verlaten, ze hoogstwaarschijnlijk aan vele rituelen alsnog geen deel had kunnen nemen (cf. Bellwood-Howard & Nchanji 2016: 47). Hiernaast zijn de elders van de Tindaa Pa Ga, zoals blijkt uit deze scriptie, altijd aanwezig bij afspraken. Haar elders zijn allemaal mannen en hiermee wordt tevens de sociale constructie van Ghana als een door mannen gedomineerde samenleving weerspiegeld (cf. Bellwood-Howard & Nchanji 2016: 47).

Tijdens de koloniale overheersing zijn er verschillende onduidelijkheden ontstaan omtrent landbezit. Tegen de tijd dat de Britse antropoloog Rattray tindana’s ‘ontdekte’ en beschreef, hadden de Britten al chiefs aangesteld als bewakers van het land (Lund 2008: 28, 38-39). Rattray zag de aardepriesters niet als gevaar voor de overheersers en zag kansen in een samenwerking tussen hen en de Britten (Lund 2008: 38). De ontdekking van de tindana’s zorgde voor spanningen binnen het koloniale bestuur. De link tussen hen en de chiefs met betrekking tot grondbezit was tot dusver altijd als een zekerheid gezien. Als resultaat werden de aardepriesters genegeerd binnen de opgeschreven regels (Lund 2008: 40). In 1948 bracht de Britse landcommissaris een bezoek aan het noorden van Ghana en hij beschreef de tindana’s als mannen met een sterke mening waarmee samenwerken lastig, maar niet onmogelijk, zou kunnen zijn: “They appear to keep in the background but have a strong influence and are strong minded obstinate men who are so convinced of the immutability of the state of affairs of which they are the living custodians that, to them, it seems infinitely wise to admit, say and agree to, nothing, remaining wise and inscrutable in the assurance of their sacred trust. Up to a point they may be acting wisely” (in Lund 2008: 41). Vele landcommissarissen beschreven het marginaliseren van de tindana’s als een natuurlijk proces en zagen de chiefs nog steeds als belangrijkste beschermers van de gemeenschappen. In tegenstelling tot landcommissaris Pogucki, die in 1955 beschreef dat het claimen van land door de chiefs op de meeste plekken op een ongeldige en onrechtvaardige manier gebeurde (Lund 2008: 42-46).

In Katariga heeft de mannelijke chief, en tevens elder Zoo Naa, geen eindverantwoordelijkheid voor zaken omtrent land. Deze eindverantwoordelijkheid ligt bij de Tindaa Pa Ga. Dit is interessant vanwege het feit dat zaken omtrent land behoren tot het vakgebied van uitsluitend mannen in veel Afrikaanse landen, waaronder Ghana (Bellwood-Howard & Nchanji 2016: 42-43).

Landverdeling

De Tindaa Pa Ga en haar adviseurs zijn verantwoordelijk voor de verdeling van het land in Katariga. Wekelijks komen mensen bij het paleis om aanvragen te doen voor nieuwbouw, verhuizingen of landbouwkwesties. De combinatie van traditionele politiek en nationale staatspolitiek komt hierbij tot zijn uiting. De Tindaa Pa Ga is het eerste aanspreekpunt omtrent landkwesties, maar de (lokale) overheid regelt in vele gevallen de documentatie.

Vanwege de bouw van nieuwe huizen, wegen naar de stad Tamale en de uitbreiding van het vliegveld van de noordelijke regio, groeit de landproblematiek en heb ik tijdens mijn veldwerk enkele problemen in de praktijk kunnen zien. Mohammed Seini heeft me bijvoorbeeld meegenomen naar de bouwconstructie van een winkelopslag, die plaatsvond vlak voor een woning. De bewoners van deze woning hadden door de bouw van de opslag geen zicht meer vanuit hun ramen en dienden bezwaar in. De Wun Lana speelde een grote rol in de rechtszaak van de bewoners tegen de winkelopslag. Hij begeleidde de bewoners in het proces, namens de Tindaa Pa Ga.

Een ander voorbeeld is het handelen binnen landdisputen. Ik ben getuige geweest van een moment waarop een man een andere man beschuldigde van het bouwen op zijn land. Aan de mannen werd gevraagd om, in het paleis, naast elkaar aan de rechterkant plaats te nemen (vanuit het oogpunt van de Tindaa Pa Ga) om achtereenvolgend hun probleem uit te leggen. DeWun Lana besloot wie wanneer kon praten en koos elders die mochten reageren. De Tindaa Pa Ga zelf zei nauwelijks iets. Wanneer ze sprak, gebeurde dit via de Wun Lana. Op het moment dat de Tindaa Pa Ga iets wilde zeggen, stopten alle aanwezigen direct met spreken. Er kon tijdens het gesprek geen conclusie worden getrokken, dus er werd besloten om twee elders mee te sturen naar de locatie om de afmetingen van het land te bekijken. Toen ik, terug in Nederland, aan Mohammed Seini vroeg hoe het was afgelopen, zei hij dat het allemaal goed is gekomen. Uiteindelijk werd duidelijk dat een van de mannen inderdaad op andermans grond aan het bouwen was. Het ging om een heel klein stuk van het land, waardoor er met hulp van de elders is afgesproken er geen probleem van te maken. Mohammed Seini vertelde dat de elders binnenkort langsgaan bij de mannen, ter controle.

Tijdens een van mijn interviews, kwamen tijdens het gesprek twee jonge jongens binnengelopen. Ze mochten plaatsnemen naast mij en mijn interview werd tijdelijk stopgezet. De jongens kwamen naar de Tindaa Pa Ga, omdat hun vader hun ouderlijk huis wilde gaan verkopen. Hun vader is zelf bij familie van hem gaan wonen, maar de twee jongens zijn gebleven en wilden niet vertrekken. Het probleem werd door iedereen als heftig ervaren, de discussies liepen hoog op en ook mijn vertalers bemoeiden zich ermee. Een paar dagen later vroeg ik naar het uiteindelijke resultaat van het probleem en werd me verteld dat de Wun Lana samen met twee andere elders met de vader is gaan praten. De vader heeft uiteindelijk besloten dat zijn zoons nog in het huis kunnen blijven wonen. Alhoewel het in

deze kwestie ging over een probleem op land, zou gezegd kunnen worden dat er ook een sociaal probleem binnen de gemeenschap is opgelost: namelijk een ruzie tussen een vader en zijn kinderen. Hiermee wordt bevestigd dat de Tindaa Pa Ga zich niet alleen met land maar ook met de gemeenschap bezighoudt, evenals chiefs.

In Katariga is de afgelopen jaren steeds meer grond verkocht aan de kapitaalkrachtige inwoners uit de stad Tamale. De reden die de Tindaa Pa Ga en haar adviseurs voor het verkopen gaven, is dat ze hopen dat de nieuwe inwoners zorgen voor een verbetering van het gebied, zowel binnen infrastructuur als in kennis uit de stad voor een betere economie. Een groot deel van de inwoners van Katariga vinden de grote komst van nieuwe inwoners geen fijne ontwikkeling. Huizen van hun grootouders worden afgebroken en er is geen sociaal contact. Tijdens een van mijn bezoeken aan de Katariga Junior High School kwam ik erachter dat er maar één docent in Katariga zelf woont. De rest van de docenten wonen (noodgedwongen) in bijgelegen dorpen. De docenten klaagden over het gebrek aan ruimte voor hen, doordat alle grond al is verkocht aan stedelingen. Hiernaast is de nieuwbouw van de school stilgelegd, vanwege gebrek aan geld. Volgens de directeur van de school is er geld aanwezig, maar wordt het geïnvesteerd in de verkeerde dingen: “The road, to Tamale, is more developing than the people. They put their money into the wrong things.” Wanneer ik deze kwesties voorlegde in het paleis, met toestemming van de school, werd me verteld dat Katariga helemaal niet vol is en ze best grond willen verkopen aan de docenten, maar dat ze willen wachten tot de rust tussen hen en de militaire basis terug is. Deze onrust staat volgens hen voor een slechte band met de nationale staatspolitiek en zo willen ze niet bekend staan.

Afbeelding 12: Directeur Katariga Junior High School

Militaire basis

Een groot probleem in Katariga is het conflict met de militaire basis van de overheid. De militaire basis is verbonden aan het vliegveld van Tamale. Het vliegveld van Tamale werkt met World Africa Airlines en kent per dag drie inkomende en uitgaande vluchten naar de hoofdstad Accra. Grenzend aan het vliegveld ligt een militaire basis, waarop oefeningen worden gedaan en militairen de mogelijkheid

hebben om te wonen. De overheid wil de basis graag uitbreiden en stukken grond van Katariga hiervoor gebruiken. In tegenstelling tot het verkopen van grond aan nieuwkomers uit de stad, wil de Tindaa Pa Ga de militaire basis geen kans geven uit te breiden. De samenwerking, maar tevens het conflict tussen traditionele en nationale staatspolitiek komt in deze casus naar voren.

Afbeelding 13: Katariga ligt ten noorden van Gurugu. De militaire basis ligt net ten zuiden van de luchthaven van Tamale.

Google Maps

De basis, de overheid, weigerde een jaar of vijf geleden te accepteren dat een bepaald gebied tot Katariga behoort. De gemeenschap van Katariga stapte hierdoor naar de rechter. Wanneer ik met de Tindaa Pa Ga en haar elders sprak over deze casus, werd duidelijk hoe betrokken ze zijn. Ze werden emotioneel en vroegen mij wat ik van de zaak vond: “If someone is somewhere first; they should win, right?” Vier jaar geleden won de gemeenschap de rechtszaak, vanwege het gebrek aan documentatie. De aanhangers van de basis claimen dat de voorgangers van de Tindaa Pa Ga en de Zoo Na ze toegang hebben gegeven voor uitbreiding, maar dit staat nergens opgeschreven. De Tindaa Pa Ga is niet bij de rechtszaak aanwezig geweest, maar liet haar elders spreken namens haar. Ze heeft een grote rol gespeeld in de voorbereidingen door bijna dagelijkse vergaderingen.

Het huidige probleem is dat er nog steeds mensen zijn die vinden dat het stuk grond tot de basis behoort en niet tot de gemeenschap. Een paar elders zijn hierom druk bezig met het vinden van documentatie. Een ander probleem is dat de militairen al een stuk grond hebben gebruikt dat niet van hen, maar van Katariga, is. De elders vertelden me dat ze de regent in Yendi en de Gulkpe Na om hulp te willen vragen. Volgens hen werken verschillende (belangrijke) chiefdoms en tindana’s en chiefs vaker samen aan een probleem, wanneer er sprake is van dezelfde ‘vijand’, in dit geval; de overheid (cf. Jansen 1996: 676 & Van Hoven et al. 2005: 139).

Een opvallende oorzaak voor het conflict tussen Katariga en de basis en voor landconflicten in het algemeen werd me verteld door een man bij het paleis. Ik vroeg zijn mening over het gehele conflict en hij vertelde me dat hij denkt dat een grote oorzaak corruptie onder de elders is. Volgens de man verkopen elders stukken grond zonder dit in harmonie te beslissen. Zo komt het volgens de man voor

dat twee mensen hetzelfde stuk grond hebben gekocht, waardoor problemen ontstaan die door onduidelijke documentatie niet snel kunnen worden opgelost. De reden die hij gaf voor de corruptie onder elders was: “Men want to dominate and compete”.

6.2 “She can not leave the palace”: Macht en gezag

Als aanloop naar de conclusie van deze scriptie, analyseer ik opvallende verschillen en overeenkomsten tussen de Gundo Na en de Tindaa Pa Ga. Deze analyseer ik met behulp van de concepten macht en gezag. Het is van belang te vermelden dat ik slechts twee weken onderzoek heb kunnen doen naar de Gundo Na, om vervolgens anderhalve maand onderzoek te doen naar de Tindaa Pa Ga en de vergelijkingen die ik maak hierdoor niet gebaseerd zijn op een soortgelijk onderzoek.

Een grote overeenkomst tussen de twee leiders is dat hun omgeving hen beschrijft als uniek en vooruitstrevend (zie figuur 2). De vrouwelijke chief en vrouwelijke tindana werden door meerdere respondenten beschreven als modern en een voorbeeld voor andere chiefdoms. Ook Abdellah in Bamvim gaf aan bezig te zijn met het vinden van vrouwelijke leiders in het Bamvim chiefdom: “Everyone does it, so we need to do it as well.”26 Tegenstrijdig is dat de vrouwelijke leiders ook

worden beschreven als een onderdeel van een traditie, wat laat zien hoe abstract het traditie versus moderniteit-debat is. In het geval van de Gundo Na is haar bestaan al beschreven in oude literatuur (zoals in het werk van Staniland 1975), maar is er weinig bekend over haar invloed binnen het koninkrijk. In het geval van de Tindaa Pa Ga is lastig te achterhalen hoe lang deze positie al door een vrouw wordt bekleed. Er is weinig documentatie en geen oude literatuur over deze plek. Ik ga er van uit dat er nooit een mannelijke tindana in Katariga heeft bestaan, op basis van de verhalen van mijn onderzoeksgroep en door het benoemen van het bestaan van de Tindaa Pa Ga door MacGaffey (2013: 84).

Figuur 2: Overeenkomsten tussen Gundo Na en Tindaa Pa Ga

Gundo Na & Tindaa Pa Ga

Uniek

Onderdeel van traditie

Oud (post-menopausaal) en wijs

Werkzaam in een mannelijk (politiek) domein Betrouwbaar

Vrede en harmonie tijdens conflicten

26 Abdellah gaf aan dat ze binnen Bamvim meer nadruk willen gaan leggen op de eerste vrouw van de Bamvim

Lana. Zij speelt op de achtergrond al een grote adviserende rol, maar deze wil de Bamvim Lana waarschijnlijk openbaar maken.

Zowel de Gundo Na als de Tindaa Pa Ga worden niet gekozen via een selectieprocedure waarbij een groep vrouwen kan kiezen wie hun leider wordt. De vrouwen zijn beiden werkzaam voor een gehele gemeenschap. Een andere overeenkomst is dat beide vrouwen worden ingezet bij verschillende conflicten. De Tindaa Pa Ga wordt vooral ingezet omtrent conflicten met betrekking tot land, waarbij ze vanwege haar immobiliteit vanuit haar paleis haar opinie over het desbetreffende conflict deelt. Hiernaast komt het voor dat haar elders namens haar over een conflict spreken. De Gundo Na wordt vooral ingezet bij chieftaincy-conflicten. Ze wordt ingezet door zowel de Abudulai-gate nu er een Andani regent is, als door verschillende chiefdoms wanneer er problemen zijn binnen de opvolging. Dit is te vergelijken met een grote taak van de Queen Mothers in het zuiden, die betrokken worden bij het selecteren van geschikte nieuwe kandidaten, wanneer een chief overlijdt (Haruna 2015: 126-127).

In figuur 2 is te zien welke overeenkomsten de vrouwen nog meer kennen. Meerdere malen is me verteld hoe men de vrouwen vertrouwt, omdat ze harmonieus en vredig te werk gaan. In tegenstelling tot mannelijke leiders, die veel bezig zijn met competitie en conflict. Omdat beide vrouwen moeder zijn, weten ze volgens informanten hoe ze zorg moeten dragen voor anderen. De twee vrouwen konden hun positie echter alleen bekleden na hun menopauze, zodat ze hun macht niet meer zouden kunnen doorgeven aan nieuwgeboren kinderen en omdat er een beeld heerst dat vrouwen niet in staat zijn hun taken als chief of tindana uit te voeren als ze ‘worden afgeleid’ door het hebben van een gezin.

Een tindana mengt zich nooit in politieke conflicten zoals opvolgingsproblemen en chieftaincy- conflicten. Antropologisch onderzoek uit buurland Burkina Faso laat zien dat tindana’s zichzelf (spiritueel) te machtig en sterk vinden om zich met politieke problemen te bemoeien. Hiernaast is het voeren van politiek verbonden aan competitie en in het ergste geval, aan dodelijke conflicten. Tindana’s willen hier niet mee geassocieerd worden. De tindana’s binnen hetzelfde onderzoek in Burkina Faso gaven aan bang te zijn voor sociale desorganisatie door de chieftaincy-conflicten (Van Hoven et al. 2005: 132, 134).27

Ik heb tijdens mijn veldwerk gezien dat, over het algemeen, men chiefs beschouwt als leiders die verantwoordelijk zijn voor de mensen in hun gemeenschap en tindana’s als leiders die verantwoordelijk zijn voor het land (zie figuur 3). Onderzoek uit Mali laat soortgelijk resultaat zien, waarbij dorpschiefs worden gezien als mensen met traditioneel recht over de mens, maar waarbij landrechten behoren tot familie van de oprichters van het dorp (Van Hoven et al. 2005: 139). 28 Uit mijn onderzoek is gebleken dat de Tindaa Pa Ga zich ook verantwoordelijk voelt voor de mensen in

27 Het onderzoek in Burkina Faso, door Sabine Luning, is uitgevoerd onder de etnische groep Mossi. De Mossi

en Dagbomba hebben dezelfde voorouders.

28 Het onderzoek in Mali, door Jan Jansen, vond plaats in een Mande-samenleving. In Noord-Ghana zijn veel

Katariga. Het zou zo kunnen zijn dat de lijn tussen tindana en chief in Katariga minder groot is, vanwege de slechte gezondheid van de Katariga Lana (Zoo Na), waardoor de Tindaa Pa Ga een deel van zijn werk overneemt. Uit mijn onderzoek is ook gebleken dat er Dagomba bestaan die vinden dat chiefs verantwoordelijkheid dragen voor het land, in plaats van tindana’s. De reden hiervoor is terug te herleiden naar de koloniale tijd, waarin de Britten van chiefs landbezitters maakten.

Zoals beschreven zijn er vrijwel geen conflicten bekend met betrekking tot opvolging of competitie onder tindana’s. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat tindana’s geen politiek en strijd nodig hebben om macht te verkrijgen. Hun controle met de aarde heeft betrekking op verschillende zaken zoals landverdeling en landbouw (vruchtbaarheid van de aarde) en maakt ze hiermee sociaal en economisch invloedrijk (cf. Van Hoven et al. 2005: 134).

Figuur 3: Verschillen tussen de Gundo Na en de Tindaa Pa Ga

Gundo Na Tindaa Pa Ga

Opvolging via familie Opvolging via spiritualiteit

Mobiel Immobiel

Chieftaincy-conflicten Landconflicten

Opdrachtgever en uitvoerder Opdrachtgever

In figuur 3 zijn de meest opvallende verschillen tussen de Gundo Na en de Tindaa Pa Ga te lezen. Ik analyseer deze verschillen door de concepten macht en gezag te onderscheiden. Macht bestaat uit controle en dominantie en gezag is verbonden aan respect, eerbied en angst (Oyarzun 2011: 225-226). Een groot verschil is de manier van opvolging. Opvolging via verwantschap is een teken van macht, omdat er controle kan worden gehouden op de successie. De Gundo Na is altijd een dochter van de Ya Na, maar het maakt niet uit of ze de oudste of niet is. Zo kunnen er conflicten ontstaan tussen de verschillende dochters en ontstaat er succes door dominantie, een ander kenmerk van macht. Het opvolgingsyssteem van de Tindaa Pa Ga werkt via spiritualiteit, waarbij het gaat om het respecteren van de kracht van voorouders.

Een belangrijk kenmerk van de Tindaa Pa Ga is dat zij nooit haar paleis mag verlaten. Dit maakt haar immobiel. De taboe op het verlaten van het paleis is zo groot dat de Tindaa Pa Ga men hiermee kan beangstigen. Ze kan dreigen het paleis te verlaten en vragen om een gunst, waardoor ze het niet zal doen. Een goed voorbeeld is het dreigen om naar Yendi te gaan, terwijl de Ya Na (of regent) haar niet mag zien. Ik overdrijf niet wanneer ik zeg dat tijdens bijna ieder gesprek met de elders in Katariga de zin “She can not leave the palace” werd genoemd. Mede omdat de Tindaa Pa Ga haar paleis niet mag verlaten, heeft ze een sterke organisatorische rol. Vanuit haar paleis geeft ze orders en via de Wun