• No results found

3. Methodologie

3.2 Ethiek

Ik zie het als noodzakelijk om voor ik mijn data presenteer, ethische kwesties rondom mijn onderzoek te benoemen. Antropologen zijn verbonden aan verschillende gemeenschappen, met allen zijn eigen morele verplichtingen en ethische codes. Ze zijn niet alleen verbonden aan hun onderzoeksgroep, maar ook aan de bredere maatschappij en cultuur (AAA 2007: 325-326). Als onderzoeker dient rekening te worden gehouden met de wetenschappelijke wereld waarin er wordt gewerkt. Wanneer een onderzoeker zich goed opstelt, wordt het algemene beeld over onderzoekers verbeterd (AAA 2007: 327).

Het was en is voor mij van groot belang geweest dat ik met mijn onderzoek niemand zou schaden.15 Ik

heb ten alle tijden mijn onderzoeksgroep zo volledig mogelijk geïnformeerd over mij, mijn onderzoek en het doel van mijn onderzoek: het zogeheten informed consent (Bryman 2012: 138). Ik heb hierbij altijd toestemming gevraagd voor het gebruiken van iemand zijn of haar antwoorden. Hiernaast zijn, op twee foto’s na, alle foto’s die in deze scriptie worden gebruikt, gemaakt door mijzelf. Voor het plaatsen van deze foto’s is toestemming gevraagd. De overige twee gebruikte foto’s zijn gemaakt door Mohammed Seini en in overleg toegevoegd aan deze scriptie.

Zowel in Katariga als in Yendi gaf bijna iedereen aan blij te zijn met mijn onderzoek, omdat ik volgens hen zo het gebied meer bekendheid gaf. Mijn onderzoeksgroep geloofde dat meer aandacht, meer (financiële) hulp zou gaan opleveren. Hiernaast wilden beide groepen graag dat er een helder en eerlijk beeld over de Gundo Na en Tindaa Pa Ga zou verschijnen en ze waren blij hieraan bij te dragen.

Omdat ik te maken had met een (politiek) gevoelig onderwerp, nam ik mijn interviewvragen door met mijn vertalers om zeker te weten dat ik geen beledigende of extreem gevoelige onderwerpen aan de kaart stelde. Hierdoor heb ik bepaalde informatie niet kunnen verkrijgen. Door dezelfde gevoeligheid, heb ik bepaalde informatie uiteindelijk niet opgenomen in deze scriptie (cf. AAA 2007: 327). Hierbij moet worden genoemd dat ik door het werken met vertalers wellicht informatie heb verloren door het vertaalproces. Het was soms lastig voor mijn vertalers om mijn vraag zo te formuleren als ik hem bedoelde en antwoorden te vertalen precies zoals ze waren.

Ik ben me bewust van het feit dat deze scriptie in het Nederlands is geschreven en hierdoor niet direct met mijn informanten kan worden gedeeld. Ik benadruk echter dat ik de mensen met wie ik mijn onderzoek heb uitgevoerd, regelmatig op de hoogte heb gehouden van mijn vorderingen en ik van plan ben een samenvatting van mijn resultaten met ze te delen.

Ter afsluiting benoem ik het feit dat ik vooral onderzoek gedaan heb met mannen. Mijn vertalers zijn mannen en de omgeving van de Gundo Na en de Tindaa Pa Ga, die ik heb mogen interviewen, bestaat over het algemeen uit mannen. Ik heb weinig vrouwen kunnen interviewen en ik vind het van belang om dit te benoemen, aangezien mijn onderzoek antwoord geeft op vragen over vrouwen.

15 Dit is ook een van de redenen geweest waarom ik uit Yendi ben vertrokken. Bepaalde zaken, die ik wilde

4. “The men are the real leaders”: Maatschappelijk debat en

terminologie

Om een andere samenleving te begrijpen, proberen antropologen te denken, kijken en zich te voelen als een lid van een voor hen vreemde en nieuwe cultuur. Ik ging bijna dagelijks naar de markt in Tamale om met mensen te praten en ik at regelmatig met Jessica. Tijdens mijn activiteiten omtrent het ‘dagelijks leven’ zijn verschillende thema’s mij opgevallen: het maatschappelijk debat rondom vrouwen en vrouwelijke leiders, de tegenstellingen tussen Noord- en Zuid-Ghana en de verschillen tussen stad en dorp. Ik wil deze thema’s behandelen en analyseren om een vollediger beeld te kunnen creëren van de situatie en maatschappij waarin de Gundo Na en de Tindaa Pa Ga leven.

Tijdens het opzetten van mijn ‘nieuwe’ onderzoek na mijn verhuizing naar Tamale, ben ik een fotoboek tegengekomen van de Ghanese organisatie Norsaac.16 Dit boek, Women Chiefs of Dagbon -

Traditional Area in Northern Region, bestaat uit foto’s en korte beschrijvingen van vrouwelijke chiefs naar aanleiding van onderzoek in 2016, in samenwerking met het ministerie voor Chieftaincy en het Dagbon Traditional Council (bestaande uit paramount chiefs en de Ya Na). Ik heb dit boek gebruikt binnen de foto-elicitatie methode en hiermee discussies over de betekenis van vrouwelijke leiders op gang kunnen zetten. Ik vond het boek en de NGO terwijl ik op internet zocht naar meer informatie over vrouwelijke chiefs. Ik besloot bij het kantoor van Norsaac langs te gaan en te praten met de Gender and Governance programmamanager. Ik kreeg, ondanks amper vijf minuten die er voor mij werden vrijgemaakt, het boek mee. Er staan 22 portretten in het boek.17

Ghana is een samenleving die wordt gedomineerd door mannen (ook binnen de politiek). Uit een rapport van UNECA (Economische Commissie voor Afrika) uit 2005 blijkt dat Ghana behoorde tot de groep Afrikaanse landen die vrijwel geen stappen ondernamen om genderongelijkheid aan te pakken (Skaine 2010: 350). Sinds het opstellen van de Millennium Development Goals in 2008, door de Verenigde Naties, hanteert de Ghanese overheid echter een nieuw beleid. Het implementeren van deze beleidsvormen gaan echter te langzaam om Millennium Goal 3: Promote Gender Equality and Empower Women correct en snel na te streven (Boateng et al. 2014: 138-139). In Tamale zag ik tijdens een taxirit een billboard langs de weg met de de tekst: ‘Depression is a serious matter and can lead to neglect motherhood duties’. Ik vond dit billboard een mooie afspiegeling van de werkelijkheid. In Ghana wordt vrouw zijn namelijk direct gelinkt aan moederschap en wordt moederschap als een

16 Norsaac is een Ghanese NGO die zich inzet voor vrouwen en jongeren. Het hoofdkantoor bevindt zich net

buiten Tamale.

17 Door verschillende personen is me verteld dat niet alle vrouwen in het boek de positie nog bekleden of nog in

van de belangrijkste factor van vrouwen gezien. Ik vond het typerend dat een mentale ziekte werd gelinkt aan het gevaar dat een vrouw niet meer in staat is om haar rol als moeder goed te vervullen. Vrouwen worden over het algemeen gezien als verzorger en moeder en niet als leider (Rothchild 2015: 135).

Participatie van vrouwen binnen een overheid wordt vaak beschouwd als een vorm van goed bestuur (Duerst-Lathi 2010: 20-22). Hiernaast is het vergroten van zeggenschap van vrouwen binnen een bestuur een groot onderdeel binnen ontwikkelingsprojecten over de hele wereld, inclusief Ghana (Bawa & Sanjare 2013: 285). De eerste president van Ghana, Nkrumah, reserveerde plekken voor vrouwen binnen het parlement, maar dit aantal is nooit hoog geweest. Gendergelijkheid stijgt in Ghana, maar vooral op economisch, en niet op politiek, gebied (Skaine 2010: 350). Ondanks het lage aantal vrouwen binnen het parlement, strijden verschillende groeperingen vrouwen voor steun aan vrouwelijke kandidaten binnen de politiek en is vrouwelijk leiderschap aan de orde van de dag. Vooral in het zuiden van Ghana is het onmisbaar. Tijdens mijn korte reis door het zuiden, viel mij op dat in vrijwel elk museum of in elke reclame wordt gesproken over de kracht van de Queen Mother. Queen Mothers kennen een grote adviserende en beslissende rol in het kiezen van nieuwe chiefs, wanneer een stool is vrijgekomen. Queen Mothers worden vaak ingezet door NGO’s en overheden als schakel tussen traditie en moderniteit (Haruna 2015: 141-142). Alhoewel er weinig is geschreven over vrouwelijke leiders in het noorden van Ghana, heb ik tijdens mijn veldwerk gezien hoe verschillende chiefdoms vrouwen inzetten of willen inzetten. Door de toename van vrouwen binnen de traditionele politiek in het noorden van Ghana, worden de Queen Mothers in het zuiden minder uniek. Hiernaast voldoet het noorden zo steeds meer aan het nationale beeld over vrouwen dat de nationale overheid graag wil uitstralen.

Er heerst een uiteenlopende terminologie rondom de vrouwelijke leiders.18 Hiernaast verschilt men

van mening over wanneer een vrouw een vrouwelijke chief is en in hoeverre zij macht heeft. Dit komt tot uiting in de verschillende reacties van mensen, wanneer ik vertelde onderzoek te doen naar vrouwelijke leiders binnen Dagbon. Vrouwen die ik hierover sprak, waren allemaal enthousiast. Volgens hen is vrouwelijk leiderschap belangrijk en wordt er te weinig aan vrouwen overgelaten wanneer het gaat om politiek. Veelal reageerden mannen lacherig en vertelden ze me dat vrouwelijke leiders een titel wordt gegeven om uit te stralen dat vrouwen ‘niet worden vergeten’ binnen het Dagomba koninkrijk. Een groepje jongens vertelde me over vrienden van hun familie die ooit grond wilden kopen in Katariga en tijdens hun bezoek aan de Tindaa Pa Ga schrokken van het feit dat ze een vrouw is: “They were in shock and thought they were in the wrong place.” Dat vrouwelijke chiefs en vrouwelijke tindana’s bestaan, werd meerdere malen tegengesproken door mannen en hiernaast werd

18 De verschillende termen die ik tijdens mijn veldwerk heb gehoord zijn: Female Chief, Female King, Queen Mother, Female Tindana en Magazii.

er vaak gesproken over female kings. Tijdens verschillende gesprekken die ik heb gehad werden mannelijke taalvormen gehanteerd. Zelfs tijdens mijn interviews in Yendi en Katariga gebruikte men vaak het woord he in plaats van she en wanneer ik hierop reageerde, werd me verteld: “We’re not used to use the word she for this.”

Tijdens mijn eerste gesprek in Bamvim met secretaris Abdellah nam ik het boek van Norsaac mee. Abdellah legde me uit dat vele vrouwen in het boek eigenlijk Magazii zijn. Magazii is een term die gebruikt wordt voor een leider van een groep vrouwen. Magazii leiden groepen vrouwen binnen een wijk of dorp. Ze kennen een kiessysteem, waarbij vrouwen uit de desbetreffende gemeenschap stemmen. Magazii is een woord uit het Hausa, een taal die vooral in Noord-Nigeria wordt gesproken. Dat vele vrouwen in het boek Magazii zijn, werd bevestigd door Al Haji Mohammed Haroon. De naam chief wordt aan Magazii, of andere vrouwen, gegeven om ze via deze terminologie meer macht en gezag te laten uitstralen. De Magazii zijn hoogstwaarschijnlijk geïntroduceerd in de tijd van Nkrumah en behoren niet tot de traditionele systemen. Wanneer het woord chief voor deze vrouwen wordt gebruikt, kan hier echter verwarring over ontstaan (De Vries 2017: 42). Al Haji Mohammed Haroon gaf aan te denken dat het noorden door het creëren van vrouwelijke chiefs door middel van het veranderen van titels, meer op een lijn wil staan met het zuiden en ‘hun’ Queen Mothers.

Al Haji Sulemana vertelde me tijdens mijn verblijf in Yendi dat de Gundo Na en de vier chiefdoms die moeten worden doorlopen voor een vrouw Gundo Na kan worden (zie: Opvolging 5.2), de enige echte vrouwelijke chiefdoms binnen Dagbon zijn. Deze posities zijn ook de enigen die ik kan terugvinden in oude literatuur over Dagbon, zoals in Lions of Dagbon waarin de vijf chiefdoms bedoeld voor de dochters van de Ya Na worden genoemd (Staniland 1975: 25-26). Zowel Al Haji Sulemana als Abdellah gaven aan dat alleen deze chiefdoms, die in relatie staan tot de Ya Na (dochters van Ya Na), traditioneel van aard zijn.

Tijdens mijn eerste weken in Ghana ontmoette ik Abu in Tamale. Abu is familie van Gulkpe Na, de chief van Tamale. Abu heeft geen specifieke taak binnen het chiefdom, maar is betrokken bij politieke zaken en wil meer leren over de politieke gang van zaken binnen Tamale. Toen ik voor de eerste keer met Abu praatte over vrouwelijke chiefs, gaf hij aan dat er in Ghana eigenlijk geen echte vrouwelijke leiders bestaan: “The men are the real leaders.” Volgens hem hebben de vrouwelijke leiders binnen Dagbon alleen een symbolische functie en worden hen titels gegeven zodat ze de mogelijkheid hebben om aan andere vrouwen taken te geven. Hij erkende de positie van de Gundo Na, maar gaf aan dat deze bestaat omdat het simpelweg zo is dat een Ya Na vaak niet alleen maar zonen krijgt. Abu vindt dat binnen traditionele politieke systemen, zoals Dagbon, mannen de leidende rol moeten houden. Hij vindt vrouwelijk leiderschap meer passen bij de moderne staatspolitiek.

Dat de terminologie en betekenissen rondom vrouwelijke leiders binnen Dagbon complex zijn, kwam goed tot uiting in mijn gesprek met Al Haji Mohammed Haroon. Zoals eerder genoemd, gaf hij aan dat de vrouwen in het boek van Norsaac vrijwel allemaal titels hebben verkregen vanwege de (politieke) overtuiging dat vrouwelijk leiderschap nodig is om het huidige systeem beter te laten functioneren. Ik was ten tijde van dit gesprek bezig met het opzetten van mijn ‘nieuwe’ onderzoek in of rondom Tamale. Al Haji Mohammed Haroon vertelde me over het bestaan van een, volgens hem, vrouwelijke chief net buiten Tamale, in Katariga. Ik kwam er in Katariga pas achter dat ik te maken had met een vrouwelijke tindana en niet met een vrouwelijke chief. Gedurende mijn veldwerk gebruikten Mohammed Seini en Isaac Ouedraogo, mijn vertalers, ook verschillende termen. Isaac Ouedraogo gebruikte vaak het woord chief om te refereren aan de Tindaa Pa Ga en Mohammed Seini gebruikte vaak ‘het woord uit het zuiden’ Queen Mother.