• No results found

Landelijk onderzoek Landelijk onderzoek

Landelijk onderzoek Landelijk onderzoek Landelijk onderzoek

- Kosten uitstroom uit het onderwijs zonder startkwalificatie: uit het rapport Redenen van in- en uitstroom bijstand van het CBS (2017) blijkt dat beëindiging van studie (zonder startkwalificatie) na verlies van werk of WW-uitkering en immigratie als belangrijkste reden voor instroom in de bijstand werd gegeven.

- Een taalachterstand verkleint de kansen op werk aanzienlijk. Uit onderzoek van Stichting Lezen en Schrijven (2018) blijkt dat inwoners met een lage taalvaardigheid veel moeilijker een baan kunnen vinden. Het zou landelijk jaarlijks 117 miljoen euro aan extra bijstand kosten.

- Live events: uit onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR, Weten is nog geen Doen, 2017) blijkt dat keuzes die inwoners maken kunnen leiden tot grotere betalingsachterstanden. Dit is niet altijd een bewuste keuze. Door een scheiding, overstap van studie naar werk, verlies van werk, of een andere ingrijpende levensgebeurtenis (‘live event’) kunnen geldproblemen ontstaan. Mensen zijn op een dergelijk moment niet bij machte om het overzicht te bewaren en weten niet waar ze voor ondersteuning terecht moeten.

- Eén op de vijf inwoners heeft geldproblemen. Uit onderzoek van het Nibud (2018) blijkt dat. Inwoners met geldproblemen zoeken gemiddeld pas na vijf jaar hulp wanneer de problematiek hen boven het hoofd dreigt te groeien. Dikwijls zijn enkelvoudige geldproblemen dan al uitgegroeid tot complexe schulden. De ervaring is dat schulden nooit op zichzelf staan. In 80% van de complexe problematiek die bij lokale teams worden behandeld spelen geldproblemen een rol of zijn schulden zelfs de oorzaak.

Met andere woorden: geldproblemen zijn gezinsproblemen.

- In onze regio Zuid Oost Utrecht heeft bijna 8% – meer dan 15.000 inwoners – een laag inkomen (bron: Waarstaatjegemeente.nl).

Strategische Kaders Werk en Inkomen 2020 – 2023

9

3. 3.

3. 3. IIIInkomensondersteuning nkomensondersteuning nkomensondersteuning bieden nkomensondersteuning bieden bieden bieden

2.a We bieden inwoners die niet financieel zelfredzaam zijn (tijdelijke) ondersteuning

Inwoners die niet in staat zijn zelfstandig een inkomen te verwerven bieden we een bijstandsuitkering. De bijstandsverlening is regionaal georganiseerd. We streven naar een snelle, efficiënte dienstverlening omdat een stabiel inkomen een randvoorwaarde is voor deelname aan onze maatschappij. Daarbij past een zekere flexibiliteit en maatwerk om inwoners met brede problematiek – denk aan ex-gedetineerden of inwoners met GGZ achtergrond of een beschermd wonen indicatie – die bestaanszekerheid te bieden die op dat moment nodig is.

Inwoners zijn afhankelijk van inkomen. Inkomensondersteuning moet met de grootste zorgvuldigheid worden verleend. Deze taak moet voor een steeds complexere doelgroep worden uitgevoerd en een betrouwbare, flexibele dienstverlening is van groot belang. De bestaande klachtenprocedure en het formele bezwaar en beroep bieden mogelijkheden van hoor- en wederhoor als deze vorm van ondersteuning (gedeeltelijk) niet wordt toegekend. We onderzoeken of het meerwaarde heeft om een ombudsfunctie voor inkomensondersteuning vorm te geven om naast de formele procedure een bemiddelingsroute te bieden.

2.b Bij complexe problematiek bieden we passende ondersteuning.

Uitgangspunt is dat we daarin bij complexe problematiek werken vanuit onze regionale werkwijze: 1 gezin – 1 plan – 1 (lokale) regisseur. Dat betekent dat we de inwoners in de bijstand in beeld hebben, dat we wanneer het nodig is aan vraagverheldering doen en passende ondersteuning organiseren. Samenwerking met de lokale toegangsteams voor zorg, jeugdhulp en welzijn is daarbij van groot belang. Bij complexe schulddienstverlening (uitvoering Wet Schuldsanering Natuurlijk Personen – WSNP) zetten we regionale dienstverlening in. Dit specialisme organiseren we in samenwerking.

2. Inwoners die niet in staat zijn om zelfstandig voldoende inkomen te verwerven bieden

we ondersteuning.

2a. We bieden inwoners die niet financieel zelfredzaam zijn

(tijdelijke) ondersteuning.

2b. Bij complexe problematiek bieden we passende

ondersteuning.

Strategische Kaders Werk en Inkomen 2020 – 2023

10

4. 4.

4. 4. Participatie en begeleiding naar werk Participatie en begeleiding naar werk Participatie en begeleiding naar werk Participatie en begeleiding naar werk

Voor begeleiding en werk en participatie hanteren we de volgende 3-indeling:

Groep 1 – zelfredzaam: voor inwoners in de bijstand met een korte afstand tot de arbeidsmarkt volstaat dat we hen bijstand bieden. Daarnaast dat we kansen op werk creëren, zodat het beroep op de bijstand zo kort mogelijk is. Deze groep heeft echter geen intensieve begeleiding naar werk nodig. (500 klanten)

Groep 2 – zelfredzaam met ondersteuning: we zien dat de groep inwoners die ondersteuning nodig heeft bij de begeleiding naar werk toeneemt. Dat kan bijvoorbeeld de groep zijn die voorheen instroomde in de WSW of Wajong nu een beroep doet op de Participatiewet. Hiervoor is specifieke expertise en begeleiding nodig. Dit blijft maatwerk. (1000 klanten en niet-uitkeringsgerechtigden)

Groep 3 – niet zelfredzaam: een aantal inwoners in de bijstand heeft een dermate grote afstand tot werk dat het op korte termijn niet zinvol is om hen intensieve begeleiding te bieden met als doel om hen naar werk toe te leiden. Deelname aan de samenleving kan betekenen vrijwilligerswerk doen, meewerken in lokale welzijnstrajecten, etc. (1500 klanten en niet-uitkeringsgerechtigden)

Voor de toelichting en aantallen per gemeente verwijzen we naar bijlage ….. (nummer) 3a We hebben een regionale aanpak voor inwoners die zelfredzaam (jobready) zijn (groep 1)

Ten opzichte van de vorige raadsperiode is de arbeidsmarkt sterk verbeterd. Inwoners die jobready zijn, kunnen zelfstandig, of met minimale ondersteuning, uitstromen naar het werk. Mismatch – onvoldoende geschoold personeel voor het beschikbare werk – is echter een probleem in onze regio. Regionaal blijven we daarom inwoners en ondernemers faciliteren. We brengen voor inwoners in beeld in welke sectoren vraag naar personeel is. In sommige sectoren is voldoende werk, zoals in de zorg of in de horeca. In samenwerking met werkgevers zorgen we voor nieuwe kansen zoals bijvoorbeeld leer-/werkplekken.

De arbeidsmarkt trekt zich niets aan van gemeentegrenzen. De werkgeversdienstverlening is daarom regionaal georganiseerd. De samenwerking met werkgevers is essentieel als we onze doelstellingen om voldoende

3. Deelname aan de samenleving stimuleren door inwoners te activeren en waar mogelijk op basis van talent te

begeleiden naar werk.

3a. We voeren regionaal arbeidsmarktbeleid om inwoners die voldoende zelfredzaam zijn de beste kans

te bieden op werk.

3b. We ondersteunen en begeleiden inwoners die onvoldoende in staat zijn zelfstandig werk te vinden.

3c. We activeren inwoners lokaal die niet zelfredzaam zijn

en bieden wanneer nodig passende ondersteuning.

Strategische Kaders Werk en Inkomen 2020 – 2023

11 inwoners met een beperking naar werk te begeleiden willen realiseren. Werkgevers in onze regio zijn, zo is

onze ervaring, maatschappelijk zeer betrokken is. Dat biedt kansen om sociaal ondernemerschap te bevorderen. We ontwikkelen voorstellen om sociaal ondernemerschap in onze regio te stimuleren. Nog iets vermelden over innovatieve dienstverlening bijv. sectorgerichte aanpak.

3b We hebben een eenduidige, regionale aanpak voor inwoners die niet zelfstandig werk kunnen vinden (groep 2)

We organiseren een eenduidige dienstverlening voor inwoners die met ondersteuning en bemiddeling naar werk kunnen worden begeleid. Dat kunnen inwoners in de bijstand zijn maar dat is niet persé een voorwaarde.

Voor ondernemers is het belangrijk dat zij te maken hebben met een duidelijke, herkenbare en betrouwbare samenwerkingspartner. Dit specialisme kunnen we onmogelijk efficiënt lokaal organiseren. Daarom werken we regionaal, en bovenregionaal met de Arbeidsmarktregio Utrecht Midden, samen. Onze uitvoeringsorganisatie’s RDWI en BIGA spelen een centrale rol in de uitvoering en geven een invulling aan deze dienstverlening.

3c We activeren inwoners lokaal die niet zelfredzaam zijn en bieden wanneer nodig passende ondersteuning (groep 3)

Elke inwoner kan op zinvolle wijze deelnemen aan het gewone leven. Afstand tot de arbeidsmarkt betekent niet dat de samenleving op afstand van de inwoner staat. Daarom investeren we in welzijns- en activeringsprojecten en bieden vanuit de lokale teams integrale begeleiding waarbij de RSD een noodzakelijke en logische partner is. De groep die aanspraak maakt op ondersteuning is gegroeid en complexer geworden.

Lokale initiatieven en lokale samenwerking zijn hier van belang. Als gevolg daarvan is het de opdracht aan ons, als gemeenten, om voor bepaalde groepen meer intensieve begeleiding te organiseren. Uit de evaluatie blijkt dat respondenten 1 gezin – 1 plan – 1 regisseur willen toepassen om inwoners integrale ondersteuning te kunnen bieden. Daarvoor hebben we verschillende partners nodig, met name de lokale toegangs- en uitvoeringsteams. Dit is echter een lokale keuze die per gemeente kan verschillen.

Financieel

Er zijn verschillen tussen gemeenten als het gaat om de omvang van het aantal inwoners dat met begeleiding zelfredzaam is. Ook het aantal inwoners per gemeente voor wie activering het hoogst haalbare is, verschilt sterk. We erkennen hierin het primaat van het lokale bestuur en de gemeenteraden om te bepalen op welke vormen van dienstverlening geïnvesteerd moet worden. Lokaal wordt invulling gegeven aan de zwaarte van re-integratietrajecten en inzet van middelen. De mate waarin gemeenten succesvol zijn in activering en het bemiddelen naar werk van inwoners in de bijstand wordt bepaalt door de omvang van de investeringen die een gemeente wil of kan doen. Hogere uitstroom betekent met andere woorden lagere uitkeringslasten. Die prikkel, die door het Rijk zo voorzien bij de introductie van de Participatiewet, willen we behouden. Dat betekent dat we ervoor kunnen kiezen om de risicodeling op werk en inkomen (voormalige Participatiebudget en de BUIG – het Rijksbudget om inwoners inkomensondersteuning te kunnen bieden) los te laten. Omdat we al tien jaren met deze afspraken werken stellen we voor om dit zorgvuldig uit te werken. 2020 is een overgangsjaar waarin die uitwerking hiervan zal plaatsvinden. We leggen het resultaat daarvan voor aan de raden van de deelnemende gemeenten. Ons voornemen is dat elke gemeente lokaal bepaalt wat er nodig is voor de inwoners in de bijstand. De samenwerkende gemeenten bepalen in overleg hoeveel investering tenminste nodig is om een effectieve en duurzame regionale dienstverlening te garanderen.

Strategische Kaders Werk en Inkomen 2020 – 2023

12

Ontwikkelingen Ontwikkelingen Ontwikkelingen Ontwikkelingen

Wat gaat er veranderen?

Wat gaat er veranderen?

Wat gaat er veranderen?

Wat gaat er veranderen?

Migratie is na verlies van werk of uitkering de belangrijkste reden voor inwoners om een beroep te doen op de bijstand (CBS 2017). Sinds 2016 zijn als gevolg van immigratie 540 extra inwoners ingestroomd in de bijstand. Het Rijk heeft het voornemen om de inburgering anders te organiseren. Uit onderzoek weten we dat nieuwkomers momenteel te lang afhankelijk zijn van een uitkering. Dit hangt samen met de beheersing van de taal. Daarom is het voornemen om een taalniveau te bereiken dat de kansen op werk vergroot. Momenteel is de regionale afspraak dat alle activiteiten die samenhangen met inburgering worden uitgevoerd door de gemeenschappelijke regeling. Nu we aan de vooravond staan van een nieuwe wijziging en enkele taken worden overgedragen aan gemeenten is het goed om deze afspraak opnieuw tegen het licht te houden.

Wat is er veranderd?

Vanaf 2019 maakt het participatiebudget deel uit van de Algemene Uitkering Gemeentefonds. Daardoor is het niet langer te achterhalen hoeveel budget gemeenten krijgen voor het begeleiden van inwoners naar werk. Gemeenten zullen zelf moeten beslissen hoeveel budget ze hiervoor willen reserveren. Omdat een deel van de doelgroep in deze opzet lokale begeleiding krijgt en het uitgangspunt hier voorligt om inwoners die (nog) niet voldoende zelfredzaam zijn lokaal ondersteuning te bieden, afspraak om lokaal begeleiding te bieden aan die inwoners die (nog) onvoldoende zelfredzaam zijn, betekent die keuze dat lokaal budget ingezet moet worden voor het ontwikkeling van lokale instrumenten.

Strategische Kaders Werk en Inkomen 2020 – 2023

1a. We begeleiden jongeren die uitvallen uit het onderwijs naar opleiding of leer-/werktraject.

1b. We bestrijden laaggeletterdheid door inwoners

actief te begeleiden educatie aanbod

1c. We verbeteren de signalering en benaderen inwoners met

2a. We bieden inwoners die niet financieel zelfredzaam zijn

die voldoende zelfredzaam zijn de beste kans te bieden op werk

(groep1).

3b. We hebben een eenduidige, regionale aanpak voor inwoners die niet zelfstandig werk kunnen

vinden (groep 2).

3c. We activeren inwoners lokaal die niet zelfredzaam zijn

en bieden wanneer nodig passende ondersteuning

(groep 3).