• No results found

7. Toetsing huidig gebruik

7.5. Resultaten toetsing huidig gebruik Bunder en Elslooërbos

7.5.2. Landbouw

Huidige knelpunten met betrekking tot landbouwkundig gebruik zijn in hoofdstuk 3 beschreven. Daar zijn maatregelen voor getroffen die zijn beschreven in hoofdstuk 5.

Het betreft de volgende knelpunten:

- Stikstofdepositie als gevolg van landbouwkundig gebruik (PAS) met vermesting en verzuring tot gevolg.

- Uitspoeling van meststoffen naar het grondwater. - Afspoeling van meststoffen (runoff).

- Run off vanuit landbouwgebied met afspoeling van slib en erosie tot gevolg.

De vormen van gebruik die tot deze knelpunten leiden, zijn in dit hoofdstuk niet opnieuw getoetst omdat in hoofdstuk 5 maatregelen zijn genoemd die deze knelpunten moeten oplossen.

Niet grondgebonden landbouw en glastuinbouw leiden in de regel niet tot andere effecten dan de emissie van stikstof. Omdat de stikstofdepositie (vermesting en verzuring) die dit veroorzaakt onderdeel uitmaakt van op zichzelf staand stikstofbeleid, zijn deze vormen van landbouw hier verder niet getoetst. Voor het bemesten van landbouwgrond en het weiden van vee: zie het begin van par. 7.5 ad onderdeel b.

In dit hoofdstuk is een aantal overige vormen van regulier landbouwkundig gebruik getoetst. Een aantal vormen daarvan heeft impact op bodem, water en lucht. De landbouw in en in de directe omgeving van het Natura2000-gebied bestaat voornamelijk uit graslanden, akkerlanden, fruitteelt en dennenteelt. Er is geen sprake van glastuinbouw en beperkt is veeteelt aanwezig. Alle bebouwde bedrijfspercelen zijn buiten de begrenzing van het Natura2000-gebied gehouden. Er zijn wel twee percelen binnen de begrenzing gelegen die in agrarisch gebruik zijn, namelijk twee graslandpercelen in het Geullerbos.

Landbouwkundige drainage en grondwateronttrekkingen ten behoeve van beregening open teelt, zijn in deze paragraaf eveneens niet relevant. In en rond het Natura2000-gebied zijn geen bestaande drainages en grondwaterputten ten behoeve van beregening open teelt bekend. Eventueel toch aanwezige drainages en grondwaterputten ten behoeve van beregening open teelt zijn - omdat ze rond het Bunder- en Elslooérbos niet met onderzoek getoetst zijn - niet vrijgesteld van de Wnb- vergunningplicht. Nieuwe drainages en grondwaterputten ten behoeve van beregening open teelt zijn evenmin vrijgesteld van de vergunningplicht.

Binnen het landbouwkundig perceelgebruik kan sprake zijn van al jarenlange wisselingen van teelten; dergelijke wisselingen zijn onderdeel van het huidig gebruik. Binnen de agrarische bedrijfsvoering vinden de volgende overige huidige gebruiksvormen plaats met enige relevantie voor de

instandhoudingsdoelen van het gebied:

- Machinale bewerkingen op agrarische gronden; - Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

Machinale bewerking op agrarische gronden

Beschrijving Onder machinale bewerkingen op agrarische gronden vallen onder meer de activiteiten als grondbewerkingen, uitrijden van mest, maaien, zaaien, poten, gewasbewerkingen en oogsten.

Effect en beoordeling

Van de potentiële verstoringsfactoren zijn bij machinale bewerking op agrarische gronden voornamelijk de geluids- en optische verstoring relevant. Met name de bever is gevoelig voor deze vormen van verstoring.

Deze gebruiksvorm vindt echter niet plaats binnen of in de directe omgeving van leefgebied van de bever en heeft geen relatie met het leefgebied van de Spaanse vlag. Omdat de machinale agrarische bewerkingen over het algemeen overdag

plaatsvinden, is verstoring van de bever uitgesloten. Daarnaast vindt bewerking van agrarische gronden niet dicht in de buurt van het leefgebied van de bever plaats binnen het Natura2000-gebied, significant negatieve effecten zijn uitgesloten.

Ook verstoring door mechanische effecten is mogelijk relevant (rijsporen e.d.) bij deze gebruiksvorm. De machinale bewerkingen vinden echter niet plaats binnen de habitattypen. Daarom is van verstoring door mechanische effecten geen sprake en zijn significant negatieve effecten uitgesloten.

Categorie Categorie 1: Huidig gebruik vrijgesteld van de Wnb-vergunningplicht

Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen

Beschrijving Gewasbescherming betreft het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen. Het vindt plaats op agrarische percelen in de omgeving van het Natura2000-gebied. Daarnaast zijn ook binnen de begrenzing van het gebied nog enkele landbouw- percelen gelegen, waar mogelijk nog gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast.

Effect en beoordeling

Van de potentiële verstoringsfactoren is bij het gebruik van gewasbeschermings- middelen vooral verontreiniging relevant (zie figuur 7.3), met name voor de aan- gewezen habitatrichtlijnsoorten. Kenmerkende plantensoorten van habitattypen kunnen echter ook effect ondervinden. Gewasbescherming kan door verwaaiing of afspoeling een negatief effect hebben op habitattypen of leefgebieden. Omdat de habitattypen niet op de agrarische percelen binnen het Natura2000-gebied voorkomen, is geen sprake van rechtstreekse bespuiting.

Voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen gelden wettelijke kaders. Bij het opstellen van deze kaders is rekening gehouden met effecten van deze middelen op het milieu; er gelden voorwaarden die de emissies van bestrijdings- middelen tijdens toediening beperken. Onoordeelkundig (niet-legaal) gebruik ervan is niet in het kader van deze beoordeling behandeld maar is gehandhaafd via de reguliere handhavingstrajecten.

Desondanks is het optreden van effecten niet uitgesloten op die plaatsen waar het landbouwperceel direct grenst aan het Natura2000-gebied of in het Natura2000- gebied is gelegen. Vanuit het voorzorgsprincipe is overal waar daarvan sprake is, een spuitvrije zone aangehouden vanaf de perceelsgrens. Wanneer de grens tussen het landbouwperceel en het Natura2000-gebied wordt gevormd door een watergang, wordt de spuitvrije zone bepaald vanaf de insteek van de watergang aan de zijde van het landbouwperceel. De spuitvrije zone heeft, gerekend vanaf de perceelsgrens, dan wel de insteek van de sloot een breedte van:

• 5 meter bij hoge gewassen die op- of zijwaarts worden bespoten; • 1,5 meter bij lage gewassen die neerwaarts worden besloten.

De spuitvrije zone is slechts daar van toepassing waar zich binnen een afstand van 5 meter van de perceelsgrens kwalificerende habitats of leefgebieden van kwalificerende soorten bevinden. Bij toepassing van deze spuitvrije zone is geen significant effect van de eventuele drift van bestrijdingsmiddelen naar de habitats en leefgebieden van soorten meer te verwachten. Op basis hiervan kunnen significante negatieve effecten van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op de instandhoudingsdoelenstellingen worden uitgesloten.

Categorie Categorie 2b: Huidig gebruik vrijgesteld onder voorwaarden van de Wnb- vergunningplicht. Overal waar het landbouwperceel grenst aan het Natura2000-

gebied of gelegen is in een Natura2000-gebied wordt een spuitvrije zone aangehouden. De spuitvrije zone heeft een breedte van:

• 5 meter bij laan- en fruitbomen en andere gewassen die horizontaal worden bespoten;

• 1,5 meter bij overige gewassen die van boven worden bespoten.