• No results found

3.1 Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?

3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen?

3.1.1.4 lager onderwijs: Nederlands

ontbreken van criteria. De school besteedt heel wat uren aan zorg voor de begeleiding van taalzwakke kleuters.

Daarvoor wordt beroep gedaan op een onderwijsleerpakket waarin het semantiseringsproces centraal staat. Op

klasniveau gebruiken de kleuterleraren soortgelijke bronnenboeken. Omdat de zorg grotendeels in handen is van de zorgleraren, die zowel klasintern als klasextern werken, is de systematiek van semantisering weinig gekend door de klasleraren.

Professionalisering Deskundigheidsbevordering

Nascholingen Interne expertise

De kleuterleraren volgen in beperkte mate nascholing over de algemene kleuterwerking. Interne expertise wordt vrij regelmatig gebruikt om activiteiten vorm te geven, zoals bij het klasdoorbrekend werken en bij de gemeenschappelijke thema’s, maar weinig in functie van

deskundigheidsbevordering.

Voor het leergebied Nederlands volgen de leraren meer nascholingen met de bedoeling hun klaspraktijk te verrijken.

De keuzes die de kleuterleraren daarbij maken zijn vooral praktisch van aard en zelden theoretisch. Dat zorgt

enerzijds dat nieuwe taalvormen, bijvoorbeeld een Japans poppenspel, snel in het kleuterteam overgenomen worden, anderzijds is er weinig theoretische kennis aanwezig over taalverwervingsprocessen.

3.1.1.4 lager onderwijs: Nederlands Voldoet

Het lagereschoolteam levert voldoende inspanningen om met zoveel mogelijk leerlingen de eindtermen te bereiken. Vooral door het gebruik van domeinspecifieke strategieën tracht ze transfer naar de functionele communicatievaardigheden te bevorderen. De school besteedt tevens vrij veel aandacht aan de leesbevordering.

Curriculum

Het lagere schoolteam is zich bewust van de taalarmoede bij heel wat leerlingen. Het besteedt daarom heel wat

onderwijstijd aan dit leergebied. Bovendien neemt het

schoolteam initiatieven zowel in andere leergebieden als door bijkomende acties zoals de leesstimulering, om de algemene taalvaardigheid van de leerlingen te verhogen.

In het verslag van de vorige schooldoorlichting is opgemerkt dat de school geen initiatieven onderneemt om de

leeropbrengsten voor dit leergebied in kaart te brengen.

Ondertussen zijn op dit vlak geen vorderingen gemaakt. De gepresenteerde gegevens zijn niet op schoolniveau gebracht,

zodat verder onderzoek naar de kwaliteit van het leergebied, rekening houdend met de leerlingenkenmerken, niet kan plaatsvinden. De school neemt met de laatsteklassers weliswaar deel aan de koepeleigen proeven, maar doet dat slechts officieus zodat de resultaten niet kunnen vergeleken worden met scholen met een gelijkaardige populatie.

Het schoolteam heeft als referentiekader gekozen voor onderwijsleerpakketten. Deze leggen de nadruk op het verwerven van deelinhouden en –vaardigheden. Spelling wordt daarbij geïsoleerd aangeboden. Deze keuze is niet gestoeld op een diepgaande visieontwikkeling over welke soort taalonderwijs best past bij de leerlingenpopulatie en wat haalbaar is voor de klasleraren. Toch wijst het lerarenteam op het belang van structuur om de taallessen beheersbaar te maken. De meeste leraren gebruiken de domeinspecifieke strategieën op een goede manier om transfer naar de praktische taalvaardigheid mogelijk te maken. Het aanbod is vrij evenwichtig en volledig. Het valt wel op dat, vooral in de evaluatie en rapportering, de technische vaardigheden enigszins de boventoon krijgen ten koste van de mondelinge taalvaardigheden. De doelgerichte aanpak van deze

domeinen verschilt sterk van leerkracht tot leerkracht. Het verwerven van functionele en creatieve vaardigheden dreigt daardoor minder aan de orde te komen. Het gebruik van een leerlingvolgsysteem dat enkel de technische vaardigheden meet, versterkt dit. Het schoolteam is niet bekend met genormeerde en gestandaardiseerde toetsen die praktische taalvaardigheden meten. Hierdoor kunnen de leraren zich moeilijk een objectief beeld vormen van de evolutie van deze bij de leerlingen.

De onderwijspakketten bepalen de planning en de verticale samenhang. Er is een grote diversiteit in de kwaliteit van de kortetermijnplanning. De leraren hebben veeleer weinig kennis van de leerplandoelen en eindtermen, waardoor ze geen onderscheid kunnen maken tussen essentiële leerinhouden en aanvullende leerinhouden. Het vrij strikt volgen van de onderwijsleerpakketten leidt soms tot te lange instructie, waardoor kostbare oefentijd verloren gaat. Leraren proberen deze achteraf in te halen, maar ze anticiperen vooraf vrij weinig op de specificiteit van de

leerlingenpopulatie.

De school heeft sinds de vorige doorlichting de gerichte samenhang met het leergebied wereldoriëntatie verlaten.

Soms zijn nog verbanden zichtbaar, ook soms met muzische opvoeding. Tijdens de bijgewoonde lessen legden sommige leraren ook het verband met de leefwereld van de leerlingen.

Anderzijds wordt het efficiënt werken aan

woordenschatverwerving nog bemoeilijkt door het

overaanbod aan ‘nieuwe woorden’ uit de domeinen lezen, spelling en uit het leergebied wereldoriëntatie.

Heel wat leraren wijzen op het belang van de kennis van de instructietaal die bij een aantal leerlingen te wensen overlaat.

De school heeft op dat gebied nog geen beleid ontwikkeld waarbij de instructietaal uit de verschillende leergebieden op elkaar afgestemd wordt en gradueel wordt opgebouwd. De leraren vertrouwen daarvoor op de onderwijsleerpakketten.

Curriculum Onderwijsorganisatie

Klasmanagement

Het technisch leesonderwijs gebeurt organisatorisch gedifferentieerd binnen een leerjaar. De leerlingen oefenen het technisch lezen op basis van hun AVI-niveau. Voor leerlingen die na het vierde leerjaar het hoogste leesniveau nog niet hebben behaald, wordt geen intensieve verdere begeleiding voorzien.

Materieel beheer Uitrusting Leermiddelen

De school beschikt over voldoende leermiddelen om het taalonderwijs gestalte te geven. Een goed initiatief is de oprichting van een eigen schoolbibliotheek met zowel informatieve boeken als kinderliteratuur. Deze laatsten zijn gerangschikt op technisch leesniveau.

De leraren verzamelen vooral met behulp van methodegebonden toetsen evaluatiegegevens voor schrijven, spelling, technisch en begrijpend lezen en taalbeschouwing. De communicatieve taalvaardigheden spreken en luisteren zijn ook voorwerp van evaluatie, maar dit gebeurt minder doelgericht. Screening van deze

vaardigheden is leerkrachtafhankelijk en wisselend van kwaliteit. Het is niet duidelijk welke criteria gehanteerd worden bij het in kaart brengen van vorderingen. Dit maakt dat deze evaluatiegegevens minder valide en betrouwbaar zijn.

Het leesniveau van de leerlingen wordt gemeten met een tempotoets en tot en met het vierde leerjaar met behulp van AVI-toetsen. Daarnaast worden voor de volledige lagere school de vorderingen voor spelling in kaart gebracht met behulp van een genormeerde toets die onderdeel is van het leerlingvolgsysteem. Het lagereschoolteam heeft geen mogelijkheid om voor de andere domeinen van het leergebied de vorderingen van eigen leerlingen te

vergelijken met de resultaten van een referentiegroep. Dit resulteert in een te algemene beeldvorming en maakt acties in het kader van preventie, differentiatie en remediëring onvoldoende doelgericht.

Zowel het leerlingvolgsysteem als de individuele leerlingendossiers bieden een diffuus beeld van de taalontwikkeling en het leerpad van de kinderen. Voor taalzwakke leerlingen is niet na te gaan wanneer, hoe en met welk resultaat de school begeleidings- en

ondersteuningsacties heeft opgezet. De

planningsdocumenten van de leraren verhelderen dit beeld in beperkte mate, maar bieden geen duidelijk zicht op de klasinterne en –externe maatregelen. Met uitzondering van de waardevolle overgangsinformatie worden gegevens worden vaak informeel en mondeling doorgegeven, wat ook een helder beeld van de beginsituatie in de weg staat. De registraties in het digitaal leerlingvolgsysteem bevatten heel wat informatie over de gesprekken met de ouders, maar geven weinig aan welke remediëringsintiatieven waardevol en efficiënt waren. Een handelingsgerichte aanpak staat aan het begin van een ontwikkelingsproces.

Evaluatie Rapporteringspraktijk

Evenwichtig/volledig

Het lagereschoolteam evalueert en rapporteert veeleer de leerinhouden dan het informatie verzamelt over hoe

leerlingen vorderen in hun taalvaardigheid. Samen met het ontbreken van foutenanalyses krijgt de evaluatie- en rapporteringspraktijk veeleer een summatief dan een formatief karakter.

Begeleiding Leerbegeleiding

Beeldvorming Zorg

De leraren trachten vooral in de feedback tijdens de lessen rekening te houden met de verschillen tussen de leerlingen.

Om te differentiëren hanteren ze de in het

onderwijsleerpakket voorziene uitbreidingstaken, die vooral gericht zijn op creatieve taalvaardigheid. Om de grote verschillen tussen de leerlingen op te vangen, gebruiken ze aanvullende materialen uit verscheidene bronnen. In de planningsdocumenten is zelden terug te vinden op welke manier de leraren doelgericht gaan differentiëren.

Hoewel het onderwijsleerpakket voorziet in foutenanalyses en observatieschema’s, zijn er in de school geen afspraken om deze zinvol te gebruiken. Enkele leraren gebruiken deze systemen sporadisch om na te gaan welke leerlingen de vooropgestelde doelen niet halen. Het is de vraag of de remediëring dan ook doelgericht en tijdsefficiënt gebeurt.

Begeleiding Socio-emotionele begeleiding

School- en klasklimaat

De leraren spannen zich in om de lessen actief te maken, de kennis van de wereld op te roepen en in te gaan op de problemen die de leerlingen ondervinden bij het gebruiken van taal. Ze zorgen voor een veilig pedagogisch klimaat, hanteren een gestructureerde basisaanpak en geven duidelijke instructie. Er is vrij continu aandacht voor de ontwikkeling van een positief zelfbeeld en het aanscherpen van de motivatie van de leerlingen. Een aantal leraren zorgt voor een interactieve taalverwerving en functionele

communicatie door de organisatie van actieve werk- en groeperingsvormen die doelgericht het coöperatief (taal)leren bevorderen. Daarbij krijgen zowel de

ontwikkeling van samenwerkingsvaardigheden als sociale vaardigheden ruim aandacht. Deze particuliere waardevolle initiatieven maakt vooralsnog geen deel uit een schoolvisie- en aanpak.

Professionalisering Deskundigheidsbevordering

Nascholingen Interne expertise

Hoewel vaak verwezen wordt naar de taalproblematiek bij de leerlingen, volgen leraren daarover weinig nascholing. Er is in de school vrij weinig interne expertise aanwezig die het gebruik van de onderwijsleerpakketten overstijgt.

3.1.1.5 lager onderwijs: wereldoriëntatie