1. Druk op de [LOAD] knop vanuit de PATTERN Play of Patch mode om naar de Load pagina te gaan.
2. Gebruik [Knop 2] (FILE TYPE) om het type bestand te selecteren dat u wilt laden.
3. Druk op [F1] (CARD/SCSI) om op te geven of u van een geheugenkaart of disk wilt laden.
4. Druk op [F4] (OK) om naar de load uitvoer pagina te gaan.
5. Gebruik [Knop 1] om het te laden bestand te selecteren.
Gebruik, als het te laden bestand zich in een map bevindt, [F1] ( ) en [F2] (OPEN) om naar de map te gaan waarin het bestand zich bevindt.
6. Gebruik [Knop 4] om de stijl of track te selecteren waarnaar de gegevens geladen moeten worden.
Als het bestandstype ALL in stap 2 geselecteerd was, hoeft deze parameter niet ingesteld te worden en zal leeg op het display verschijnen.
13. Laden van Geheugenkaart of Disk
OPM.
• Zie “Hoofdstuk 12: Opslaan op Geheugenkaart of Disk” voor informatie over de typen geheugenkaarten en disks die door de RS7000 gebruikt kunnen worden. (blz. 114)
• Als de memory protect functie aan is (ON), zal “Memory Protected” op het display verschijnen als de [F1]
knop wordt ingedrukt en het is dan niet mogelijk om gegevens te laden. Ga, in dit geval, naar de UTILITY mode Systeem pagina (blz. 257) en zet MEMORY PROTECT “UIT” (“OFF”).
[1] Load Pagina
2
De Pattern Mode
13. Laden van Geheugenkaart of Disk
7. Druk op [F4] om de load handeling uit te voeren.
Als de bestemmingsstijl of sample voice reeds gegevens bevat zal de “Are You Sure? (“Weet u het zeker? NO[F2]/
YES[F3]” bevestigingsboodschap getoond worden.
De bevestigingsboodschap zal altijd verschijnen als het bestandstype “ALL” geselecteerd wordt.
Druk op [F3] als het OK is om de corresponderende geheugeninhoud te overschrijven.
Druk op [F2] om de load handeling te annuleren en keer terug naar de status van de RS7000 voordat u op de [F1] knop drukte.
8. Druk op [EXIT] om naar de PATTERN Play of Patch mode terug te gaan.
Display Parameters
[PATTERN] → [LOAD]
CARD of DISK = CARD
CARD of DISK = SCSI
1
FILE TYPE
... [Knop 2][Instellingen] PATT, ALL, ALL+SYSTEM, SMPL PATT (Pattern)
... Een enkele stijl wordt geladen in het gespecificeerde stijl nummer in het interne geheugen van een bestand van het type PATT (.R2P) of ALL (.R2A).
ALL ...Een bestand van het type ALL (.R2A) wordt geladen en het hele interne geheugen wordt
overschreven, behalve de systeem setup gegevens.
ALL+SYSTEM
... Een bestand van het type ALL (.R2A) wordt geladen en het hele interne geheugen wordt
overschreven, inclusief de sys-teem setup gegevens.
SMPL ... Een gespecificeerde sample van meerdere sample voices in een bestand van het type PATT (.R2P), SONG (.RS2), of ALL (.R2A) kan naar het gespecificeerde sample voice nummer geladen worden.
Specificeert het type gegevensbestand dat geladen wordt.
Zie, voor details over de verscheidene bestandstypen, “Iets over Bestandstypen” op blz. 116.
2
SCSI/CARD
... [F1][Instellingen] SCSI, CARD
SCSI ... De harddisk, ZIP disk, of andere SCSI disk die aangesloten is op de SCSI aansluiting.
CARD ... Een geheugenkaart die in het kaartslot is gestoken.
Selecteert de disk of kaart waarvan de gegevens geladen moeten worden.
Als CARD geselecteerd is en er bevindt zich een juist geformatteerde geheugenkaart in het kaartslot, dan zal er een geheugenkaart icoon verschijnen samen met het beschikbare geheugen op de kaart.
Als SCSI geselecteerd is en er is een juist geformatteerde disk op de SCSI aansluiting aangesloten, dan zal er een disk icoon verschijnen samen met de disk beschrijving, SCSI ID nummer en de naam van de partitie.
3
OK
... [F4]Schakelt over naar de load uitvoer pagina.
■Load Uitvoer Pagina
[PATTERN] → [LOAD] → [F4]
OPM.
Als het medium waarvan geladen moet worden een SCSI disk is, moeten de juiste SCSI ID en partitie in de SCSI Setup pagina geselecteerd worden.
2 1 3
[Knop 2] [F4]
[F1]
2 1 3
[Knop 2] [F4]
[F1]
Naam Partitie
Type Disk SCSI ID
Icoon
13. Laden van Geheugenkaart of Disk
FILE TYPE = PATT
FILE TYPE = ALL, ALL+SYSTEM
FILE TYPE = SMPL
4
Bestandsselectie
... [Knop 1]Selecteert het te laden bestand.
Alleen bestanden die overeenkomen met het geselecteerde bestandstype worden in de lijst getoond.
Gebruik, als het te laden bestand zich in een map bevindt, [F1] ( ) en [F2] (OPEN) om naar de map te gaan waarin het bestand zich bevindt.
5
PATTERN, TRACK
... [Knop 4][Instellingen]
Stijl Selectie (als FILE TYPE = PATT) 01 ~ 64 Track Selectie (als FILE TYPE = SMPL) 01 ~ 16
Als de geselecteerde FILE TYPE PATT is
Selecteert de stijl waarnaar de gegevens zullen worden geladen.
De naam van de geselecteerde stijl wordt getoond.
Als de geselecteerde FILE TYPE SMPL is
Selecteert de track waarnaar de gegevens zullen worden geladen.
Als een sample voice wordt toegewezen aan de geselecteerde track en het nummer van de toegewezen sample is hetzelfde als dat van de te laden sample, dan zal “REPLACE” verschij-nen om aan te geven dat de bestaande sample vervangen zal worden door de geladen sample.
Als er geen sample voices zijn toegewezen aan de geselecteerde track dan zal er een leeg sample voice nummer getoond worden en “EMPTY” zal verschijnen om aan te geven dat de sample in leeg geheugen zal worden geladen.
6
(UP) (OMHOOG)
... [F1]Verschuift naar de eerstvolgende hoogste map in de map hiërarchie.
7
OPEN
... [F2]Opent de geselecteerde map en verschuift één niveau naar beneden in de map hiërarchie.
Als de FILE TYPE is ingesteld op PATT of SMPL, dan kun-nen bestanden van het type ALL (.R2A) en PATT (.R2P — alleen als FILE TYPE = SMPL) als mappen geopend worden zodat individuele stijlen of sample voices voor lading geselecteerd kunnen worden.
8
LOAD!
... [F4]Voert de load handeling uit.
Als de bestemmingsstijl of sample voice reeds gegevens bevat dan zal de “Are You Sure? (“Weet u het zeker?
NO[F2]/YES[F3]” bevestigingsboodschap getoond worden.
De bevestigingsboodschap zal altijd verschijnen als het bestandstype “ALL” geselecteerd wordt.
Druk op [F3] als het OK is om de corresponderende geheugeninhoud te overschrijven.
Druk op [F2] om de load handeling te annuleren en keer terug naar de status van de RS7000 voordat u op de [F1] knop drukte.
8 5
4
[Knop 4] [F4]
[Knop 1]
Stijlnaam
8 4
[Knop 1] [F4]
4 6 7 5
[Knop 1] [F1] [F2] [Knop 4]
Sample Voice Nummer
OPM.
• Selecteer de bestemmingsstijl via het PLAY display.
• Als de load handeling is uitgevoerd, zullen alle bestaande gegevens in het geselecteerde stijlnummer of sample voice nummer overschreven worden.
2
De Pattern Mode
13. Laden van Geheugenkaart of Disk
Laadt sequence of sample gegevens die door andere apparatuur of een personal computer zijn opgeslagen op een SCSI disk of geheugenkaart.