• No results found

Kwaliteitsbevordering en -bewaking

In document Ruimte voor Mediation (pagina 48-51)

2.2 Uitvoering project

2.2.7 Kwaliteitsbevordering en -bewaking

Bij de maatregelen die ertoe strekken de kwaliteit te bevorderen en te bewaken, moet onderscheid worden gemaakt naar de doelgroepen, te weten mediators enerzijds en rechters en secretarissen anderzijds.

Mediators

Bij de mediators is de wijze waarop deze worden geselecteerd uiteraard een belangrijk kwaliteitsinstrument. Bij aanvang van het project is veel tijd gestoken in de selectie en werving van projectmediators. In bijeenkomsten van project-mediators (met name ook per deelproject) heeft vervolgens wederzijdse kennis-making plaatsgevonden en zijn tal van praktische punten besproken. Vervolgens is er gedurende de looptijd van het project aandacht geweest voor aanvullende 14 Gedurende het project kon slechts één keer een contract niet worden verlengd.

maatregelen, zoals intervisie en specifieke opleiding. Mediators zijn verplicht intervisiebijeenkomsten bij te wonen. Vanaf het begin bleek dat mediators daaraan ook behoefte hadden, om ervaringen en tips te kunnen uitwisselen. Binnen het project wordt intervisie aangeboden, waarbij het over items gaat die specifiek zijn voor het project. De intervisiegroepen worden begeleid door coaches. Er zijn 12 coaches geworven, één per intervisiegroep. In de loop van 2001 blijkt dat coaching en intervisie in de deelprojecten op uiteenlopende manieren plaatsvindt en in een enkel geval niet of nauwelijks van de grond is gekomen. Vervolgens wordt geëxperimenteerd met andere wijzen van coaching, zoals het telefonisch beschikbaar zijn van een coach. Begin 2002 wordt het systeem geëvalueerd. Er is onder meer bezien of er voldoende reden is voor het blijvend aanbieden van coaching. Niet alle intervisiegroepen blijken gebruik te maken van coaches. Besloten wordt dat alleen nog gebruik zal worden gemaakt van coaches die ervaring hebben op het gebied van coaching en supervisie en dat coaching op een iets bescheidener schaal door zal gaan.

Behalve aan intervisie bleek bij mediators voorts behoefte te bestaan aan scho-ling en verdieping. Daarom zijn diverse cursussen georganiseerd over specifieke onderwerpen, zoals omgaan met moeilijke mensen, of hoe als mediator om te gaan met een vastgelopen conflictsituatie. Ook is er een training geweest over ‘self-assessment’. Bij deze training is mediators geleerd met behulp van een zelftoets kritisch te reflecteren op het eigen optreden.

Rechters en secretarissen

Gezien de noodzaak om rechters bekend te maken met mediation is er bij de start van het project een doorverwijzingscursus voor rechters en secretarissen samengesteld. De cursus omvat:

– kennismaken met de (on)mogelijkheden van mediation;

– verwerven van communicatievaardigheden, waaronder het onderzoek van belangen van partijen in het kader van een bevredigende oplossing van het geschil;

– het verder ontwikkelen van doorverwijzingsindicaties; – het ontwikkelen van een zittingsprotocol.

In de loop van 2001 is de cursus verder ontwikkeld en zijn de doelstellingen bijgesteld. Met de cursus wordt tegenwoordig beoogd dat doorverwijzers: – een goed beeld hebben van de (on)mogelijkheden van mediation;

– doorverwijzingsindicaties en contra-indicaties kennen en kunnen hanteren; – weten welke informatie moet worden verstrekt en wat zij aan ‘commitment’

moeten vragen van partijen, hun advocaten en/of gemachtigden;

– antwoord kunnen geven op de meest gestelde vragen, omgaan met weerstand van partijen en omgaan met hun vertegenwoordigers;

– hebben geoefend met mediationvaardigheden die ook op de zitting van pas kunnen komen.

Ter voorbereiding van de cursus vullen cursisten een intakeformulier in met vragen over hun aanpak bij schikken en hun visie op mediation. De gegevens worden gebruikt bij de cursus zelf, voor het verder ontwikkelen van de doorver-wijzingsindicaties en voor het ontwikkelen van activiteiten ter vergroting van het draagvlak. De cursus (inclusief de syllabus) is in de loop der tijd steeds verder doorontwikkeld. Soms worden aparte cursussen voor bestuursrechters en civiele rechters gehouden, om op specifieke aspecten in te kunnen gaan. Per 1 januari 2003 hebben iets meer dan 500 potentiële doorverwijzers deelgenomen aan in totaal 28 doorverwijzingscursussen.

Als vervolg op de doorverwijzingscursus wordt de mogelijkheid geboden deel te nemen aan terugkomdagen en/of opfriscursussen. In het algemeen blijkt de behoefte aan het uitwisselen van informatie groot. Daarnaast zijn regelmatig andere bijeenkomsten georganiseerd, zoals bijeenkomsten voor rechters en mediators en een discussiemiddag met mediators, rechters en advocaten. Ook bestaat er een intervisietraject voor rechters, begeleid door een coach. Klachtenregeling

Ten tijde van de start van het project was de klacht- en tuchtregeling van het NMI nog niet gereed. Daarom is ten behoeve van het project een eigen regeling ontworpen, waarvan de partijen in de brochures op de hoogte worden gesteld. Wanneer partijen menen dat zij door de mediator ernstig in hun belangen zijn geschaad, bestaat de mogelijkheid om gedrag en werkwijze van de mediator te laten toetsen door een onafhankelijke klachtbehandelaar. Vervolgens trad per 1 januari 2001 de NMI-regeling in werking. De deelprojectleiders gaven er de voorkeur aan de eigen regeling te handhaven, teneinde zicht te houden op de aard en de afwikkeling van de klachten over de projectmediations. Anderzijds diende samenloop te worden vermeden. Daarom is met het NMI afgesproken dat voor de duur van het project de projectregeling als NMI-regeling wordt erkend, zodat klagers desgewenst meteen bij de tuchtcommissie terecht kunnen.15

Tabel 2.3: Doorverwijzingscursus: aantal cursussen en deelnemers tot en met 2002

Jaar Aantal Aantal Waarvan Deelnemende

cursussen deelnemers externe deelnemers externe rechtbanken

2000 8 164 1

2001 6 79 22* 13

2002 14 259 28 20

totaal 28 502 51 23

* Eén cursus was geheel voor externe deelnemers.

In document Ruimte voor Mediation (pagina 48-51)