• No results found

Deel II: Onderzoeksresultaten

Hoofdstuk 9: Kwaliteit van de onderzoeksbevindingen

Terugkijkend op dit onderzoek zijn er een aantal sterke kanten van dit onderzoek aan te wijzen. Door middel van dit onderzoek vraag ik aandacht voor een niet algemeen bekende doelgroep, namelijk de jonge mantelzorgers. Dit onderzoek belicht de ondersteuningsbehoefte van jonge mantelzorgers zowel vanuit het oogpunt van de mantelzorger, als vanuit de social worker die hier eventueel ondersteuning bij kan bieden. Deze jonge mantelzorgers hebben allen een leeftijd van minimaal vijftien jaar. Het bewust kiezen voor jonge mantelzorgers met een al wat oudere leeftijd binnen de doelgroep jonge mantelzorgers (4-24 jaar oud), heeft ertoe geleid dat het merendeel van de respondenten al goed terug kon kijken op de situatie en zijn gevoelens goed onder woorden kon brengen. Ook is een sterke kant van dit onderzoek het betrekken en interviewen van social workers die direct bij de doelgroep jonge mantelzorgers betrokken zijn. Door zowel de ervaringen van jonge mantelzorgers en social workers vanuit het verleden, vanuit het heden, maar ook de kansen die zij zien voor in de toekomst in kaart te brengen, zorgt dit onderzoek ervoor dat er beeld geschetst wordt van de huidige situatie én dat van de richting die de jonge mantelzorgers en social workers op willen.

Er zaten niet alleen maar sterke kanten aan dit onderzoek. Ook de minder sterke kanten wordt een blik op geworpen. Hetgeen wat dit onderzoek minder sterk maakt, is het feit dat er maar zes respondenten zijn geïnterviewd. Drie jonge mantelzorgers en drie social workers. Om een completer beeld te krijgen van de ondersteuningsbehoefte van jonge mantelzorgers en hoe social workers ondersteuning bieden aan deze doelgroep, had het beter geweest als er meer respondenten geïnterviewd zouden zijn. Door het aantal geïnterviewde jonge mantelzorgers en social workers in balans te houden, drie om drie, heb ik als onderzoeker er toch mee geprobeerd een gelijk beeld van beide kanten te kunnen schetsen. Ook is er geprobeerd om meer jonge mantelzorgers te interviewen, alleen is dit helaas niet gelukt. Ze gaven aan geen behoefte te hebben om hun verhaal te delen of om überhaupt tijd te maken voor een interview. Daarnaast vind ik een andere zwakke kant van dit onderzoek dat ik niet scherp in kaart heb weten te brengen op welke methodische manier de social workers precies werken met jonge mantelzorgers of hoe ze in de toekomst ermee willen werken.

63

9.2 Ethische aspecten

Dit onderzoek kan leiden tot meer bewustwording voor jonge mantelzorgers. Dit is aan de ene kant goed, maar aan de andere kant zorg je er dan wel voor dat er meer gebruik gemaakt gaat worden van het stempel ‘jonge mantelzorger’ terwijl jongeren deze stempel misschien wel helemaal niet willen. De extra aandacht die jonge mantelzorgers krijgen door dit onderzoek, kan dus wellicht ook negatief werken.

9.3 Validiteit

Volgens Baarda et al. (2013) is de validiteit de mate waarin de manier van werken (het verzamelen van gegevens, het analyseren daarvan en het formuleren van conclusies) je in staat stelt om juiste (waarheidsgetrouwe) uitspraken te doen over het object van onderzoek. Als we deze omschrijving koppelen aan dit onderzoek, kan er gesteld worden dat er aan de validiteit gewerkt is. Zo zijn de afgenomen interviews opgenomen en voor analyse dus herhaalbaar. Het audiomateriaal is duidelijk hoorbaar. Door het opstellen van een vragenlijst, waar wel van afgeweken is, maar waar de onderwerpen die tijdens het interview besproken moesten worden, allemaal benoemd zijn, is er in grote lijnen de gewenste informatie ingewonnen. Deze informatie is door het gebruik maken van twee analysetabellen

overzichtelijk weergegeven. Door twee reductiefases kwam er uiteindelijk een overzicht van labels en kernlabels, die gekoppeld waren aan thema’s en deelvragen van dit onderzoek. Hierdoor konden de conclusies per deelvraag gemakkelijk beschreven worden.

9.4 Betrouwbaarheid

Volgens Baarda et al. (2013) is de betrouwbaarheid de mate waarin de resultaten

onafhankelijk zijn van toeval. Tijdens de interviews heb ik als onderzoeker geprobeerd er alles aan te doen om de betrouwbaarheid van dit onderzoek te waarborgen. Hoe dit op

voorhand geschetst is, staat in het hoofdstuk ‘onderzoeksopzet’. Achteraf is hiervoor gezorgd door de omstandigheden rondom het afnemen van de interviews te optimaliseren. Dit is goed gelukt. Zo is er door goed samenvatten en vragen om bevestiging bijvoorbeeld gezorgd dat er geen ruimte was voor eigen interpretatie van de interviewer en maakte dat de uitspraken van de respondenten completer en hielp het hen bij extra informatie opwekken door de al gegeven informatie voor hen op een rijtje te zetten.

Tijdens een interview is er toch iemand de ruimte binnengekomen. Dit had ik op voorhand niet zien aankomen. Nadat de persoon de ruimte verlaten had, heb ik de vraag nogmaals

64

herhaald en gevraagd of het erg was dat die persoon binnenkwam en of ik nog iets voor diegene kon betekenen.

9.5 Generaliseerbaarheid

Generaliseerbaarheid kan volgens Baarda et al. (2013) gekoppeld worden aan de vraag of de mensen die geïnterviewd zijn en de plekken en momenten waarop je hebt geobserveerd in voldoende mate het te onderzoeken probleem vertegenwoordigen.

Aan de generaliseerbaarheid is gewerkt door jonge mantelzorgers uit de gemeente De Ronde Venen te interviewen en social workers die werken bij STDB. Deze stichting staat in

hetzelfde dorp als waar de jonge mantelzorgers woonachtig zijn. De plek waar de interviews zijn afgenomen, is hetzelfde geweest bij alle interviews. En het moment op de dag wanneer de interviews zijn afgenomen, daar is ook over nagedacht. De keuze om tussen tien uur s

’ochtends en vier uur s ’middags te interviewen, kwam omdat de respondenten dan zeer waarschijnlijk niet net wakker zijn of er al een hele lange dag op hebben zitten. Hierdoor was de verwachting dat er uitgebreidere en completere antwoorden gegeven zouden worden.

65

Deel III: Beroepsproduct terugkoppeling