• No results found

Succes en faalfactoren ten aanzien van de uitvoering van de regiotaak in de nieuwe organisatievorm

4.6 Kwaliteit van het onderzoek

De kwaliteit van het onderzoek is onderstaand uiteengezet in de betrouwbaarheids- en validiteitstoelichting. In de klassieke zin wordt betrouwbaarheid gedefinieerd als de mate waarin metingen onafhankelijk zijn van toeval. Bij het meten van lengte moeten de resultaten van diverse metingen zo min mogelijk verschillen. Naarmate de verschillen kleiner zijn is de meting betrouwbaarder (Baarda, De Goede & Teunissen, 2005, p. 193). Validiteit daarentegen heeft te maken met de juistheid van de onderzoeksbevindingen. Het gaat hierbij om de vraag in hoeverre de onderzoeksbevindingen een goede weergave vormen van datgene wat zich feitelijk in de praktijk afspeelt (p. 197). Met andere woorden, meet men wat men beoogt te meten?

De documentenanalyse baseert zich op documenten die voor iedere burger inzichtelijk zijn zoals de persberichten en kamerstukken. Ten aanzien van de jaarplannen en de resterende interne organisatorische documenten zou het voor een buitenstaander lastiger zijn om aan dezelfde informatie te komen omdat deze alleen intern beschikbaar is voor medewerkers. Wanneer iemand hetzelfde onderzoek wil verrichten met dezelfde documenten is dat mogelijk wanneer diegene zich beroept op de WOB en de KvK hier toestemming voor heeft gegeven.

Het literatuuronderzoek is verricht middels diverse literatuur en onderzoeken die op het internet beschikbaar zijn. Aan de hand van de gekozen literatuur zijn er zes topics tot stand gekomen voor het onderzoek. Deze topics zijn door de onderzoeker gelabeld als: geografie, economie en financiën, cultuur en identiteit, organisatorisch, kennis en kunde en mens en psychologie. De genoemde topics zijn richtinggevend voor het gehele onderzoek. Het is mogelijk dat wanneer men het onderzoek overdoet, tot een andere labeling van de topics komt of geheel andere topics constateert gegeven de gekozen literatuur. De labels die aan de topics zijn gegeven zijn derhalve relatief.

Er is in het onderzoek gebruik gemaakt van dezelfde topiclijst bij alle geïnterviewde respondenten. Derhalve baseren de onderzoeksuitkomsten zich op data die verkregen is met hetzelfde meetinstrument. Indien er bij herhaling van het onderzoek dezelfde bronnen verkregen kunnen worden zouden de gemeten resultaten tot dezelfde waarneming moeten leiden. Zoals al eerder is vermeld kan dit wat betreft bepaalde gehanteerde documenten een moeilijkheid vormen. Wat betreft de literatuur zou herhaling van het onderzoek mogelijk moeten zijn en zou het dezelfde onderzoeksresultaten opleveren.

Bij herhaling van de interviews is er alleen sprake van dezelfde resultaten als dezelfde respondenten worden bevraagd. Hierbij dient wel de kanttekening te worden gemaakt dat deze gegevens relatief zijn omdat de respondenten hun visie hebben uitgesproken over het gehele reorganisatieproces zoals ze er in de huidige situatie over denken en zoals ze het in de huidige situatie ervaren. Er dient rekening mee te worden gehouden dat de gegeven visie veranderlijk is gaandeweg het reorganisatieproces. Wanneer men dezelfde interviews zou willen herhalen in dezelfde periode dat de onderzoeker de interviews afneemt zullen de interviews leiden tot dezelfde resultaten echter wanneer de interviews bijvoorbeeld na een half jaar worden herhaald door iemand die de betrouwbaarheid van dit onderzoek wil controleren, dan is het goed mogelijk dat de interviews niet meer tot dezelfde resultaten leiden omdat het mogelijk is dat de geïnterviewde respondenten gaandeweg het reorganisatieproces een andere visie ontwikkelen.

Het bevragen van dezelfde respondenten is een cruciaal punt. De gemeten resultaten leiden alleen tot dezelfde resultaten wanneer dezelfde respondenten worden bevraagd. Het interviewen van andere respondenten over dezelfde onderzoeksvraag zal leiden tot andere onderzoeksresultaten omdat iedere respondent uniek is, en een andere beleving en ervaring heeft. Bovendien staat de kennis waar iedere respondent over beschikt niet aan elkaar gelijk. Derhalve zouden de interviews met de keuze voor andere respondenten andere resultaten opleveren. Dit heeft ook invloed op de uiteindelijke conclusies en het antwoord op de onderzoeksvraag. Men kan tot andere bevindingen komen, afhankelijk van welke respondenten er zijn geselecteerd.

Verder is het aantal respondenten dat is toegewezen aan de sectoren binnen de triple helix ook van belang. Deze is namelijk niet aan elkaar gelijk. Aan de sector onderwijs en onderzoek zijn bijvoorbeeld minder respondenten toegewezen dan aan het bedrijfsleven. Ten aanzien van de verkregen data ten opzichte van de sectoren is er sprake van een ongelijke hoeveelheid data in verhouding tot elkaar.

4.6.2 Validiteit

Om de validiteit van het onderzoek te waarborgen is er gebruik gemaakt van twee dataverzamelingsmethoden ten aanzien van de onderzoeksvraag. Allereerst is er middels een documentenanalyse zo goed als mogelijk antwoord gegeven op de onderzoeksvraag door in kaart te brengen hoe de regiotaak in de huidige situatie wordt ingevuld en hoe er in de nieuwe organisatievorm invulling aan zal worden gegeven. Verder dan deze informatie kon de documentenanalyse niet reiken omdat de reorganisatie een proces in gang is. De informatie uit de documentenanalyse heeft als voorzet gediend om antwoord te kunnen geven op de vraag of de nieuwe organisatievorm in staat zal zijn om invulling te geven aan de regiotaak. Omdat de informatie van alleen de documentenanalyse niet voldoende zou zijn om de onderzoeksvraag te beantwoorden zijn er ook respondenten geïnterviewd die hun oordeel hebben uitgesproken over of de nieuwe organisatievorm wel of niet in staat zal zijn om invulling te geven aan de regiotaak onder Ondernemersondersteuning.

Bij evaluatieonderzoek bestaat het risico dat de respondent de onderzoeksuitkomsten en daarmee de evaluatie beïnvloedt door bijvoorbeeld een positievere draai aan zijn antwoord te geven dan in werkelijkheid het geval is. Dit gegeven maakt de data verkregen uit de afgenomen interviews en daarmee de mate van neutraliteit en objectiviteit discutabel. Men zal niet met zekerheid kunnen zeggen of de verkregen data uit interviews werkelijkheid is omdat de geselecteerde respondenten niet alleen hun inbreng hebben gegeven vanuit hun eigen persoon maar ook vanuit de eigen positie in het bestaande politieke speelveld. De documentenanalyse kan hier in die zin alleen een theoretische aanvulling op zijn.

De respondenten die deel hebben genomen aan het onderzoek zijn geselecteerd op basis van de triple helix. Hierbij gaat het om partijen die belangrijk zijn geacht voor het onderzoek vanwege hun nauwe betrokkenheid bij de Kamer. Daarom zijn zij geselecteerd als aangewezen partijen om middels hun inbreng een bijdrage te leveren aan het antwoord op de onderzoeksvraag.

5. Datapresentatie en -analyse

“Wat het riool betreft, er zijn mensen die zeggen dat het riool de belangrijkste waarheden over een samenleving bevat en in plaats van

algemene minachting algemene achting verdient.” Stig Dagerman, Onze nachtelijke badplaats 5.1 Inleiding

In dit hoofdstuk is de data geanalyseerd en gepresenteerd.