• No results found

Kwalitatief onderzoek: diepte-interviews

Factoren basisschoolkeuze ouders

5.2 Kwalitatief onderzoek: diepte-interviews

Om antwoord te kunnen geven op de probleemstelling is er kwalitatief onderzoek verricht in de vorm van diepte-interviews met vijf experts.

5.2.1 Verloop dataverzameling en respons

Er zijn vijf verschillende diepte-interviews gehouden en uitgewerkt, met experts van vier verschillende organisaties / instellingen. De diepte-interviews zijn opgenomen met een recorder en vervolgens letterlijk uitgewerkt, zie bijlage 9.3. De telefonische diepte- interviews konden niet opgenomen worden, dus is er direct meegeschreven. Nadat de diepte-interviews zijn uitgewerkt, zijn de resultaten geanalyseerd. De diepte-interviews bestaan uit verschillende onderwerpen die relevant zijn voor het rapport. De analyse van de diepte-interviews is gedaan door middel van vergelijking van de diepte-

interviews. De structuur van de verschillende diepte-interviews is ongeveer gelijk, zodat de resultaten met elkaar vergeleken kunnen worden. Op basis van de analyses van de diepte-interviews kunnen betrouwbaar beargumenteerde conclusies worden getrokken.

Inspectie van Onderwijs

Van de Inspectie van Onderwijs zijn hoofdinspecteur van het primair onderwijs Arnold Jonk en persvoorlichter Jan-Willem Swane geïnterviewd. Wat ik van de hoofdinspecteur wilde weten, is hoe de Inspectie van Onderwijs denkt over het publiceren van

Citoscores, de methode die gebruikt is om tot een gemiddeld cijfer per basisschool te komen, en over mogelijke gevolgen van de cijfer-publicatie.

Algemene Vereniging Schoolleiders

Van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) is Petra van Haren geïnterviewd. Ik wilde informatie van de AVS, omdat zij een ledenonderzoek hebben gedaan naar aanleiding van het nieuws dat RTL Nieuws de cijfers online zou gaan plaatsen. Daaruit bleek dat zestig procent van de schoolleiders overweegt te stoppen met de Cito Eindtoets als dit daadwerkelijk zou gebeuren. Met het interview wilde ik nagaan wat er verder uit dat onderzoek is gekomen en wat de meningen zijn van schooldirecteuren. Daarnaast wilde ik weten hoe de AVS denkt over het publiceren van de Citotoets-scores.

Cito

De derde expert waar ik een diepte-interview mee heb gehouden, is Liesbeth van Litsenburg, woordvoerster van het Cito. Wat ik wilde weten van Litsenburg, is hoe Cito tegenover de publicatie van de scores staat. Is Cito hier blij mee, of juist niet? En waarom dan wel/niet? Wat zijn de gevolgen hiervan (geweest) volgens Cito? Wat ook van belang was voor het onderzoek, is om erachter te komen of na de publicatie veranderingen zijn opgetreden. Bijvoorbeeld of er meer of minder basisscholen gekozen hebben voor de Citotoets als eindtoets.

34 Daarnaast ben ik ingegaan op een uitspraak die woordvoerster Liesbeth van Litsenburg

heeft gedaan over fraude door schooldirecteuren: “Een gummetje is zo gepakt”. Deze uitspraak deed van Litsenburg naar aanleiding van een melding van een leerkracht over zijn directeur die al jaren scores van Cito Eindtoetsen bijwerkte, zodat de leerling en de school beter uit de verf kwamen (Volkskrant, 2013).

Directeur en intern begeleider basisschool De Zeester

De vierde partij die voor het onderzoek is geïnterviewd, bestaat uit directeur Inge de Boer en Lieke van Roermund, lerares en intern begeleidster bij basisschool De Zeester, te Beverwijk. Basisschool De Zeester scoorde afgelopen jaar een 5,9 op de Citotoets in de cijferlijst van RTL Nieuws. In het jaar 2010 kwam De Zeester onder extra toezicht door de Inspectie. ‘De inspectie van het onderwijs beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op obs De Zeester als zwak omdat de eindresultaten van de school onvoldoende zijn’, is terug te lezen in het rapport van bevindingen van 2010. In het interview heb ik gevraagd hoe Inge de Boer en Lieke van Roermund denken over de publicatie van de Cito-score en wat zij vinden van de wijze waarop het cijfer berekend wordt. De school scoort lager dan een 7, wat door onderzoeker Jaap Dronkers als gemiddeld wordt beschouwd. Hoe is dat voor de school en brengt dat onder gemiddelde cijfer volgens de directeur gevolgen met zich mee? Zijn er ouders die de school afschrijven door dat cijfer? Hoe gaat de school om met de publicatie?

5.2.2 Resultaten

De Inspectie van Onderwijs over de publicatie

De hoofdinspecteur van het primair onderwijs, Arnold Jonk, is geïnterviewd over het onderwerp. De eerste reactie van Jonk op de publicatie:

“Dat scores van scholen opgeteld worden en vervolgens openbaar gemaakt worden, vind ik op zich geen probleem. Ik vind dat ouders recht hebben op goede informatie bij schoolkeuze, dat ze zelf kunnen bepalen wat zij belangrijk daarin vinden. Het probleem ontstaat op het moment dat je een ranglijst gaat maken.”

De ranglijst is gemaakt aan de hand van een methode van Jaap Dronkers. Jonk is in het interview niet te spreken over de formule.

“Het maakt nogal uit wie je op de school hebt. Een school in Amsterdam Zuid haalt

makkelijker hoge scores en hier om de hoek is dat een stuk lastiger. Als je iets wilt zeggen over schoolkwaliteit moet je dus rekening houden met de populatie. Dronkers claimt dat te doen, maar volgens mij kan dat niet. De gegevens die je nodig hebt, zijn er gewoon niet. Dit kun je praktisch niet vergelijken.”

35 Teaching to the test

In de eerder uitgevoerde deskresearch kwam de term ‘teaching to the test’ naar voren als gevolg van prestatiedruk in de VS. Jonk ziet dit verschijnsel niet op die manier in Nederland.

“Dat mechanisme zie ik niet zo in Nederland. Wat wij wel zien, is die druk op de ouders. Prestatiedruk. Je moet die twee mechanismes niet verwarren, die druk van de overheid op de scores, en de individuele druk van de ouders; mijn kind moet naar het vwo of de havo, maar in ieder geval niet naar het vmbo. Je hebt ook scholen waar ouders zó achter die middelbare schoolkeuze aan zitten, dat ze die kinderen trainen, bijlessen laten volgen, er zijn speciale apps op de iPad voor. Maar het is niet zoals in de Verenigde Staten, dat de scholen financieel worden afgerekend op scores van een school. Wij hebben een veel relaxter onderwijssysteem.”

Invloed op ouders

Jonk benoemt de druk vanaf ouders als mechanisme dat speelt in grote steden in Nederland. Ouders willen hun kind graag naar de havo of het vwo zien gaan. Jonk denkt ondanks dat, dat de publicatie van de Cito-scores amper invloed heeft op ouders.

“Ik denk niet dat dat veel invloed heeft. Wat bij schoolkeuzeproces zo ingewikkeld is, is dat wij als inspectie het moeilijk vinden om iets over de kwaliteit van de school te zeggen, ondanks de expertise en geschiedenis van 214 jaar. Waar moet je als ouders naar kijken en doen? Dat is ook gewoon ingewikkeld. Er zijn 7000 basisscholen in Nederland, dat zijn er heel veel. Ouders kijken eerder naar nabijheid en wie er nog meer naar die school gaan.”

Fraude

Volgens woordvoerster Liesbeth van Litsenburg van Cito roept de publicatie fraude in de hand. “Een gummetje is zo gepakt” (ND, 2014). De inspectie heeft als rol de kwaliteit van het onderwijs te bewaken. Jonk is het niet eens met de stelling van van Litsenburg.

“Ja, de kortste weg naar hogere scores is niet je onderwijs verbeteren, maar is om te gaan zitten klooien met de toets afname. Maar ik denk het eigenlijk niet, we komen daarvoor op teveel scholen. Ik vind dat zo’n zwak fenomeen, omdat er zoveel meer in het onderwijs belangrijk is. 99% van de mensen in het onderwijs zijn heel intensief

gemotiveerd en die gaan er niet mee lopen klooien. Waarom zouden ze dat doet? Wie helpen ze daarmee? Dat is mijn beeld niet.”

36 Zorgleerlingen

Jonk benoemt zijn zorg over een mogelijk gevolg van de eenzijdige publicatie van de Cito-scores: het weigeren van zorgleerlingen die extra tijd en energie vragen en minder goed scoren op toetsen.

“Wat wel belangrijk is, is de positie van zorgleerlingen, die extra steun nodig hebben. Zij scoren zelf ook minder goed op dat soort toetsen, maar dat zegt helemaal niks. Scholen staan daar voor open. Het gaat erom wat de school bereikt met het kind, niet om de absolute hoogte daarvan. Als je iets niet wilt, is dat scholen denken: weet je wat, ik ga dat soort leerlingen weigeren. Die moeten maar naar een andere school.

Dan verslechter je het echte probleem. Die zorg heb ik. Je wilt juist proberen zorgleerlingen in het gewone onderwijs een goede plek te geven.”

Als mogelijk voordeel van de publicatie noemt Jonk initiatieven zoals de website www.vensterspo.nl.

“Ouders hebben recht op informatie. Vensterspo.nl bijvoorbeeld. Daar is ruimte om uit te leggen en te vertellen. Ik vind alleen dat ze nog te weinig inzicht geven in waar de school voor staat. Wat nog wel een voordeel zou kunnen zijn van deze publicatie is dat het zulke processen versnelt. Dat scholen snappen dat ze zelf echt aan de bak zijn. Ik hoop dat dit een impuls is voor meer en bredere verantwoording.”

Conclusie

Hoofdinspecteur Arnold Jonk van de Inspectie van het Onderwijs is voor het publiceren van scores en cijfers, mits deze niet in een ranglijst komen te staan en onderbouwd kunnen worden. De wijze waarop de ranglijst van RTL Nieuws tot stand is gekomen, vindt Arnold Jonk niet goed, omdat de scores complex zijn en praktisch niet met elkaar vergeleken kunnen worden.

Arnold Jonk verwacht geen toename in fraude door de publicatie.

Wel heeft Jonk zorg om de positie van zorgleerlingen, zij die extra tijd en energie kosten en over het algemeen lager scoren. Het is volgens hem niet de bedoeling dat scholen deze leerlingen gaan weigeren.

Het mechanisme ‘teaching to the test’ speelt in Nederland niet zo, zegt Jonk. Welk verschijnsel wel speelt, vooral in grote steden, is de prestatiedruk vanaf ouders. De basisschoolkeuze van ouders wordt volgens Jonk ondanks de prestatiedruk niet beïnvloed door de publicatie, omdat nabijheid en wie er nog meer naar de school gaan volgens de hoofdinspecteur belangrijkere factoren zijn.

37 De AVS over de publicatie

Petra van Haren, voorzitter van de Algemene Vereniging Schoolleiders, is geïnterviewd. Ledenonderzoek

De AVS besloot naar aanleiding van het nieuws dat de scores openbaar gemaakt zouden worden, de mening van de leden te peilen in maart 2013. 1.692 schoolleiders

reageerden, een derde van de AVS-leden. Schoolleiders zijn niet allemaal per definitie tegen de openbaarmaking van de Citoscores, maar ruim negentig procent vindt publicatie misleidend en is bang dat ouders op het verkeerde been worden gezet. Het ledenonderzoek van de AVS bevatte vijf vragen. Deze staan in de eerder genade deskresearch omschreven in hoofdstuk 4.3.

Uit het onderzoek bleek dat ruim 80% van de leden vindt dat de Cito Eindtoets weinig zegt over de kwaliteit van het onderwijs op de school. Ruim 90% van de ondervraagden is het eens met de stelling dat lijstjes met Cito-uitslagen misleidend zijn en ouders op het verkeerde been zetten. Bijna 60% overweegt bij publicatie dan ook een andere

eindtoets te gaan gebruiken in de toekomst.

Invloed op ouders

Waar ruim 90% van de leden ‘ja’ antwoorden op de stelling: Publicatie van lijstjes met

Cito-uitslagen per school zet ouders op het verkeerde been en is dus misleidend, is

voorzitter van de AVS Petra van Haren van mening dat publicatie daar geen invloed op gaat hebben.

“Wat betreft de ouders die een keuze moeten maken op welke basisschool zij hun kind plaatsen: ik denk niet dat veel ouders zich laten ‘misleiden’ door deze cijfers. Ouders kijken zelf al vaak naar hoe de sfeer op de school is en of de school dichtbij is. Daar heb ik zelf ook de keuze op gebaseerd, terwijl ik allerlei cijfers zou kunnen vergelijken. Mond tot mond reclame, dat wat er over je gezegd wordt, dat speelt een krachtige rol.”

Over de publicatie van de lijst met Citoscores, is de voorzitter niet positief. Net zoals hoofdinspecteur Arnold Jonk, vindt van Haren dat er ruimte moet zijn om een

toevoeging op het cijfer te plaatsen. De ene school heeft een ander soort leerlingen dan de andere school. De ene school heeft meer zwakke leerlingen, dan de andere. Daarom moet een score onderbouwd kunnen worden en zegt de Cito Eindtoets niet alles over de kwaliteit van onderwijs op de school. Resultaten spelen volgens van Haren hierdoor steeds meer een rol, wat ongewenste effecten oplevert.

“Die cijfers zijn ongenuanceerd in een ranking gezet, als een kwaliteitskeurmerk voor scholen. Wanneer je hoog scoort doe je het goed, en als je laag scoort ben je slecht. Maar de Citotoets is geen één op één vertaling van de school. Cito-scores zeggen deels iets over het niveau van het kind, maar niet over het niveau van het onderwijs op die school. Resultaten spelen zo steeds meer een rol. Dat levert ongewenste effecten op.”

38 Fraude

Naar aanleiding van de eerder genoemde fraude-uitspraak van Litsenburg, is aan van Haren gevraagd of de publicatie fraude in de hand werkt. Fraude wordt volgens van Haren al gepleegd. Veel leden van de AVS benoemen meer fraude als gevolg van de publicatie.

“Dat gebeurt al, al komt het niet veel voor. Dit wordt ook geregeld genoemd door schoolbesturen bij het ledenonderzoek van de AVS, dat het fraude in de hand werkt. Maar wat is fraude? Het is een menselijk mechanisme om er alles aan te doen om het beste eruit te halen. Ik begrijp de prikkel, maar ik vind het zeker niet kunnen. Het komt helaas wel gewoon voor.”

Teaching to the test

Wat van Haren als een negatief gevolg opnoemt, is het mechanisme teaching to the test. Om zo goed mogelijk te scoren, wordt er te veel gewerkt naar de opbrengsten.

“De publicatie brengt een negatief gevolg met zich mee: Teaching to the test. Om een zo goed mogelijke score te halen op de toets. Daar is de vereniging erg op tegen. De publicatie van de resultaten geeft een prikkel. Er zijn trainingen voor de toets, hele strategieën om een zo hoog mogelijk resultaat te behalen. Het werken aan opbrengsten krijgt de focus van de cognitieve kant.”

Conclusie

Over de publicatie van de lijst met Citoscores, is de AVS-voorzitter niet positief. Van Haren vindt dat er ruimte moet zijn voor een toevoeging op het cijfer. Resultaten spelen volgens van Haren hierdoor steeds meer een rol, wat ongewenste effecten oplevert, zoals het mechanisme ‘teaching to the test’. Om zo goed mogelijk te scoren, wordt er te veel gewerkt naar de opbrengsten.

Leden van de AVS, de schoolbesturen, reageren fel in het ledenonderzoek naar de publicatie. Waar ruim 90% van de leden ‘ja’ antwoorden op de stelling: Publicatie van

lijstjes met Cito-uitslagen per school zet ouders op het verkeerde been en is dus misleidend, is AVS-voorzitter Petra van Haren van mening dat publicatie daar geen

invloed op gaat hebben, omdat factoren als ‘sfeer’, ‘afstand’ en ‘mond tot mond reclame’ een grotere rol spelen voor ouders bij de basisschoolkeuze.

Fraude wordt volgens van Haren al gepleegd. Veel leden van de AVS benoemen dat meer fraude een gevolg kan gaan zijn van de publicatie.

39 Basisschool de Zeester over de publicatie

Basisschool De Zeester scoorde afgelopen jaar een 5,9 op de Citotoets in de cijferlijst van RTL Nieuws, waar een 7 door Jaap Dronkers in zijn methode als gemiddelde wordt beschouwd. In het jaar 2010 kwam De Zeester onder extra toezicht door de Inspectie. Om deelvraag 5 te kunnen beantwoorden, zijn directeur Inge de Boer en intern begeleider Lieke van Roermund geïnterviewd.

Publicatie

Inge de Boer is voorstander van het delen van resultaten en het informeren van ouders over hoe je als school functioneert, maar niet zoals RTL heeft gedaan, door middel van de publicatie van het ruwe cijfer zonder toelichting. Het cijfer geeft een vertekend beeld, er wordt geen rekening gehouden met afwijkende toetsen die wel mee worden genomen in de eindscore van RTL Nieuws, maar niet in het inspectierapport. Dit zijn Citotoetsen gemaakt door bijvoorbeeld leerlingen met een IQ lager dan 70, die de Nederlandse taal (nog) niet goed beheersen of gehandicapt zijn. Basisscholen kunnen er zelf voor kiezen om deze leerlingen de Cito Eindtoets wel of niet te laten maken.

Inge de Boer: “Ik vind dat het sowieso de plicht is van de school om ouders te informeren

over hoe je als school functioneert en wat de resultaten zijn, alleen denk ik dat het nooit zonder een toelichting kan. RTL gebruikt de ruwe cijfers. Wij weten dat je ook

bijvoorbeeld een aantal kinderen hebt die de toets wél hebben gedaan, maar die niet tellen voor de beoordeling van de inspectie. Die kinderen zitten nu wel bij het cijfer dat RTL plaatst, dat geeft een vertekend beeld.”

Fraude

Een gevolg van de publicatie is ‘teaching to the test’. Dit verschijnsel ontstaat door de opgelegde druk, volgens de intern begeleider van De Zeester. Scholen werken volgens hen naar de Cito Eindtoets toe om het beste resultaat te halen.

Lieke van Roermund: “Dat gebeurt nu ook al, dat horen wij ook van andere scholen.

Maar dat is ook wel wat je in de hand werkt daardoor, want er wordt zo’n druk opgelegd, en je moet proberen je eigen visie aan te houden. We weten van een andere school dat ze daar echt werken naar de doelen van de Citotoets. Dat daar de kaartjes van woordenschat in de klas hangen. Die kinderen zien de kaartjes de hele dag door, dus dat zij met de toets straks de woordenschat-plaatjes herkennen, is logisch.”

Zwakke school

Dat De Zeester een 5,9 scoort, en daarmee onder het gemiddelde van een 7, in de rankinglijst van RTL Nieuws, krijgt het schoolbestuur eigenlijk niet mee. Dat zij in 2010 de naam ‘zwakke school’ kregen van de inspectie n.a.v. het inspectierapport

daarentegen, daar wordt wel nog regelmatig naar geïnformeerd. Veel

ouderbetrokkenheid ziet van Roermund als reden dat ze weinig horen over het RTL- cijfer.

40 De Boer: “Niks. Wij horen er niet veel over terug. Wel toen we de naam ‘zwakke school’

hadden van de inspectie. Er komen altijd wel vragen over de inspectie en over de tijd dat we een zwakke school waren. Nu horen we het nog wel over de stempel zwakke school, maar niet over de 5,9 die we nu gehaald hebben bij RTL.”

Van Roermund: “We steken heel veel tijd in ouderbetrokkenheid, dat doen we op allerlei

manieren en ik denk wel dat dat ook wel een reden is dat ouders vertrouwen hebben en dit niet zozeer hangen aan het cijfer. En in hoeverre dat Cito-cijfer invloed heeft op de keuze… Dat cijfer hoort onze adjunct-directeur dus niet terug, terwijl alle ouders bij ons op informatie-ochtend komen, dus die hebben we echt allemaal gezien en gesproken.”