• No results found

Hoofdstuk 3: Moving People

3.2.2 Kritiek op de strategieën van het nieuwsdiscours

De cohesie van de tekst ‘Stories that need to be told’ valt vervolgens ook te plaatsen binnen de tekst ‘Over Moving People’, waarin de eerste alinea namelijk herhaald wordt.205 Cohesie tussen tekstgedeelten van een specifieke tekst kunnen gecategoriseerd worden in drie onderdelen: uitbreidend (opnieuw verwoorden, specifieker maken), uitwerkend (iets nieuws er aan toevoegen) en verbeterend (kwalificeren door tijds-, plaats-, of voorwaardelijke duiding toe te voegen).206 De intentie hiervan is om deze analyse te gebruiken om de manieren waarop de tekst mensen als subjecten positioneert, identiteiten creëert en de situatie representeert.207 Wat in deze tweede tekst gebeurt, is dat de eerste alinea van de eerste tekst hierin is verdeeld over twee alinea’s. De eerste alinea wordt hierin dus uitgebreider beschreven. Er zijn zinnen toegevoegd die een bepaalde coherente functie hebben.

Zo is de tweede alinea in deze tweede tekst een uitwerking van de laatste zin uit de eerste tekst. Deze laatste zin eindigde ten eerste met ‘(…)sociale cohesie versterken.’ Maar wordt in de tweede tekst aangevuld, na een komma, met: ‘verbindingen te leggen en om mensen op een andere

201

KhosraviNik (2010) 13-14.

202 Malkki (1997: 235) in: Mannik (2012) 264. 203

‘Rhetorical mode, cohesion’, in: Fairclough (1992) 84.

204

Afbeelding 3.7: Korte zoekactie op google met ‘vluchtelingen krant’ levert deze twee beelden op: een overvol bootje (vorige pagina) en het aangespoelde Syrische jongetje.

205

Zie volgende pagina.

206

Fairclough (1992) 127, 175. En: Fairclough (1995) 121. Overgenomen van Halliday, Michael. 1985: 202-227: ‘elaboration, extension and enhancement.’

76

208

77 manier te laten kijken naar vluchtelingen, naar medemensen.’ De cohesiecategorie is bij deze zin uitwerkend: er worden twee elementen aan de originele zin toegevoegd waarin de doelen staan beschreven van het project, te herkennen aan de komma en voegwoord ‘en’. Tegelijkertijd is deze toevoeging ook een uitbreiding: de drie doelstellingen uit de originele zin worden met deze toevoeging ook een uitbreiding: de drie doelstellingen uit de originele zin worden met deze toevoeging namelijk eigenlijk opnieuw en anders verwoord. In de originele zin staat namelijk al: ‘ogen openen’ aangevuld met: ‘op een andere manier te laten kijken’, ‘empathie’ aangevuld met: ‘medemensen’ en ten slotte de derde: ‘sociale cohesie te versterken’ aangevuld met ‘verbindingen te leggen’. De toevoeging aan de originele laatste zin is dus een verdubbeling: dezelfde zin maar nog eens in andere bewoordingen herhaald.

De tweede tekst bevat meerdere verdubbelingen die voor cohesie zorgen: alinea twee met vier en vijf bevatten vergelijkbare informatie en voor alinea drie en zes geldt dit ook. De overgebleven alinea’s, een, zeven en acht, staan in deze tekst relatief alleen in het thema dat ze bevatten. Alinea een is al besproken en aangewezen als een situatie-creërende alinea die wordt ingezet om het project legitimering te bieden. De laatste twee alinea’s bevatten echter unieke informatie in de zin dat deze niet binnen de tekst op de startpagina voorkwam en dat beide alinea’s een thema bevatten die niet binnen deze tekst terugkeren in andere alinea’s. De thema’s zijn: de creatie en aantallenbepaling van de beeldjes (zeven) en de eerste fase van het kiezen van de vluchtelingen en het verbeelden van de verhalen (acht). De focus ligt in deze tekst dus niet op de verklaring van de werkwijze en de inhoudelijke keuzes die hierin zijn gemaakt, maar veel meer op de beoogde doelen binnen de context van de voorgestelde situatie (twee, vier en vijf) en het verplaatsen en delen van de beeldjes (drie en zes).

Alinea’s twee, vier en vijf bevatten dus gelijksoortige informatie. Een terugkerend element hierin is de legitimering van de doelen van het project binnen een zin waarin tegelijkertijd kritiek wordt geuit op het nieuwsmedium. De cohesie categorie waar dit onder valt is het verbeteren van het argument: het wordt gekwalificeerd door er een voorwaardelijke duiding aan te geven: ze doen dit omdat een ander medium iets verkeerd doet wat zij willen oplossen. In alinea twee is het de laatste zin: ‘zonder een wijzend vingertje willen wij laten zien dat er leed schuilgaat achter elke vluchteling’, in alinea vier is het de middelste zin: ‘Kleine, tastbare verhalen van de menselijke stemmen achter de eindeloze vluchtelingencijfers in de krantenkoppen’ en in alinea vijf is het de laatste zin: ‘Zonder wijzend vingertje of politiek statement laat Moving People de menselijke verhalen zien achter de overweldigende nieuwsbeelden en zogenaamde ‘zwermen vluchtelingen’.’

Wat opvalt wanneer deze drie zinnen na elkaar geplaatst worden is ook de herhaling op woordkeuze gebied: zie hiervoor Tabel 3. Hierin wordt overzichtelijk gemaakt welke argumenten ze

78 herhalen als strategie om de projectdoelen te legitimeren (die overigens ook herhaald werden in deze tekst). Wat hier gebeurt is dat ze door middel van intertekstuele representaties van nieuwsberichten over de vluchtelingencrisis als negatieve reden positioneren om hun doelen en de positieve werking ervan te tonen. De mediarepresentaties bestaan volgens de tekst uit eindeloze vluchtelingencijfers, zwermen vluchtelingen en overweldigende nieuwsbeelden ten bate van een politiek statement. Moving People biedt in tegenstelling hiertoe menselijke stemmen en verhalen. Het woordje ‘achter’ speelt hierin een grote rol: dit impliceert namelijk dat de mens achter de vluchteling niet getoond wordt, maar slechts een beeld (nieuwsbeelden versus menselijke verhalen) en dat dit beeld wordt bepaald door de media en niet door de vluchtelingen. Het woord ‘beeld’ wordt hier namelijk ook in contrast geplaatst met ‘verhalen’, oftewel de stemmen van de vluchtelingen. De cohesie die bestaat tussen dit argument en het doel ‘de ogen openen’ is een verband tussen ‘kijken naar beelden, naar vluchtelingen, medemensen’. Een opvallende constructie aangezien ze hiermee dezelfde argumentatiestrategie gebruiken waar ze in alinea’s twee, vier en vijf zoveel kritiek op leveren. Ook hier zien we dus hetzelfde gebeuren als bij The Publisher: er wordt vastgehouden aan het dominante nieuwsdiscours terwijl er tegelijkertijd tegenin wordt gegaan.