• No results found

Hoofdstuk 2. Ongekend Bijzonder

2.2.2 Beeldherhaling: een omkering of bevestiging van betekenis?

De betekenis van de titel wordt verdiept door de afbeelding direct eronder, onderdeel van de structuur van de pagina.141 Hierop zijn dezelfde mensen te zien als op de eerste afbeelding van de startpagina. Bordwell & Thompson geven aan dat de herhaling van beelden valt te duiden als een motief binnen het narratief. In films wordt editing ingezet als een manier om de verhaaltijd te manipuleren.142 De cut elimineert verhaaltijd: veranderingen in locatie en karakterpositie hinten dat er tijd verstreken is. Doordat de achtergrond is veranderd moet de kijker zelf de emotionele en conceptuele verbanden tussen deze twee beelden te leggen.143 Door deze twee afbeeldingen in deze volgorde te tonen valt er namelijk een ontwikkeling te zien. Aangezien de afbeeldingen dezelfde personen tonen, verschillen ze ook van elkaar. De omgeving is anders en de rollen lijken omgedraaid. Ditmaal zit namelijk de vrouw achter de camera en de man wordt gefilmd. Éen object heeft echter een blijvende aanwezigheid: de camera.

De camera als prop is binnen deze afbeeldingen dus een motief.144 Een extra opvallend verschil is nog dat de man niet zichtbaar is op het schermpje van de camera, evenals het rode lampje dat aangeeft dat de camera aan het filmen is. Overeenkomsten zijn er echter ook: opnieuw lacht ook weer degene die gefilmd wordt. Het thema van deze afbeeldingen is dus gefilmd worden en dat dit positief is: degene die gefilmd wordt lacht. Daarbij is van degene die gefilmd wordt in beide afbeeldingen het gezicht zichtbaar, zowel voor de camera in het beeld als voor de camera buiten het beeld. Gezichten geven het publiek toegang tot de gedachten en emoties van de karakters. Wanneer een gezicht naar de camera toedraait is dit om de reactie te tonen van het karakter.145 In de tweede afbeelding is ze te zien van de zijkant. De ontwikkeling van het narratief aangeduid door deze twee afbeeldingen is dus dat, ondanks dat de vrouw in de eerste zichtbaar is en gefilmd wordt, het

139

Staszak, Jean-François (2008).

140

Ghorashi, Halleh (2008) 45.

141 Zie de vorige pagina voor de gehele webpagina waar het hier over gaat. 142

Bordwell, David & Thompson, Kristen (2010) 233.

143

Ibidem, 264.

144

Ibidem, 123.

56 resultaat getoond in de tweede afbeelding is dat we haar emoties en gedachten niet kunnen zien omdat haar gezicht is verborgen.

Ondanks dat de rolverdeling is gedraaid, is de foto genomen binnen het 180 graden systeem: dit systeem verzekert de vaste positie van de karakters binnen het kader van het beeld. De man en de vrouw bevinden zich in beide afbeeldingen aan dezelfde kant binnen het kader. De functie van dit systeem is dat de kijker altijd precies weet wat de positie van de karakters is en hoe ze in relatie tot elkaar staan. Ook houdt het een constante oog-lijn in.146 In de afbeeldingen is deze oog-lijn aangetoond met rode lijnen. In de eerste afbeelding loopt de oog-lijn van de vrouw omhoog richting de man, in de tweede loopt deze lijn vanuit de man omlaag naar de vrouw. de relationele verhouding tussen beiden blijft zo gelijk. Wat ook gelijk blijft binnen beide afbeeldingen is de contrastwerking tussen de twee personen en tussen de personen en de achtergrond. Dit is het derde terugkerende element en motief. Opnieuw wordt de gefilmde gecontrasteerd met de achtergrond: de man springt hier duidelijk naar voren door zijn lichte huid voor het zwarte bord achter hem, en door zijn donkere kleding en bril tegen de lichte muur. Viel de vrouw eerst op tegen de donkere achtergrond door haar lichte kleding, valt haar kleding nu buiten beeld en valt ze op tegen de lichte muur met haar donkere huid en haren. Daarbij staat ze voor een plant wat haar hals tegen een groene achtergrond plaatst. Bordwell & Thompson duiden dat wanneer er een relatie bestaat tussen de kleding van de karakters en de achtergrond van de setting, kostumering functioneert om het narratief en de thematische patronen te versterken.147 Hoe de karakters geplaatst zijn tegen de achtergrond maakt dat de kwaliteiten van de achtergrond doorwerken in de karakterisering van de karakters.148 In de eerste wordt de zwartheid van de vrouw dus benadrukt en in de tweede het element van de natuur door de plant. De man krijgt in de tweede afbeelding de karakterisering van het bord mee, die geassocieerd kan worden met een schoolbord, met kennis, geschoolde ontwikkeling. Deze representatie wekt de associatie op uit het koloniale discours van de binariteit tussen de ‘beschaafde blanke’ en de ‘wilde zwarte’ die nog dichter bij de natuur staat door de plaatsing voor het (school)bord en de plant. De achtergrond versterkt dus het thema van de contrastwerking.

In relatie tot de afbeelding op de startpagina, lijkt het dat de rollen van interviewer en geïnterviewde hier zijn omgedraaid. Dit zou de relatie tussen beide tot een gelijke maken: beiden zijn in staat om beide rollen op zich te nemen. Toch blijft er een duidelijke scheiding bestaan tussen de man en de vrouw. de oog-lijn geeft een onveranderde relatie tussen de karakters weer die bestaat uit een tegenstelling: blank-zwart, man-vrouw, zichtbaar-niet zichtbaar. Door deze afbeeldingen te beschouwen als opeenvolgende shots binnen een film-narratief wordt de ontwikkeling geïmpliceerd 146 Ibidem, 236. 147 Ibidem, 128. 148 Ibidem, 145.

57 dat de man meer controle heeft en dat het filmen van de vrouw als resultaat heeft dat ze geplaatst wordt in de natuur, een beeld dat lekt naar de representatie door het Westen van ‘de wilde zwarte’ in het koloniale discours.