• No results found

Kring van gerechtigden 46

In document Leergang Federatie Financieel Planners (pagina 29-32)

Leerdoelen Hoofdstuk 5

5 Algemene Ouderdomswet

5.2 Kring van gerechtigden 46

De AOW is een volksverzekering. Alle ingezetenen van Nederland zijn vanaf de aanvangsleeftijd tot aan de pensioengerechtigde leeftijd via deze wet verzekerd. Met ingang van 2013 is de

aanvangsleeftijd voor AOW-verzekering overeenkomstig de pensioengerechtigde leeftijd aangepast.

In 2018 vangt deze aan op 16 jaar. Iemand van 17 jaar die in Nederland woont en nog naar school gaat, is verzekerd voor de AOW. Ook ingezetenen van een andere nationaliteit dan de Nederlandse, vallen onder de wet. Niet-ingezetenen die in Nederland een dienstbetrekking hebben en op grond daarvan onder de loonbelasting vallen, zijn eveneens verzekerd. Iemand die in Nederland woont en uitsluitend in het buitenland werkt valt niet onder de AOW.

Voorbeeld

Pierre woont in België, net over de grens, maar werkt bij een bedrijf in Nederland. Over zijn loon wordt in Nederland loonheffing ingehouden. Pierre is in Nederland verzekerd voor de AOW.

5.3 Financiering

De AOW wordt gefinancierd met een omslagstelsel. Het omslagstelsel houdt in dat de AOW-premies die nu worden ingehouden door de werkgevers direct worden gebruikt om de AOW-uitkeringen te betalen. Er wordt dus geen buffer gevormd. Daarin schuilt op langere termijn ook het gevaar. Door de stijging van de gemiddelde leeftijd van de Nederlandse bevolking, de ‘vergrijzing’, neemt het aantal AOW-gerechtigden toe en het aantal premiebetalers af. Steeds minder mensen moeten de AOW-uitkeringen voor steeds meer mensen opbrengen. De afgelopen jaren zijn een aantal maatregelen genomen om de AOW betaalbaar te houden:

- De AOW-leeftijd wordt geleidelijk verhoogd naar 67 jaar in 2021 en vanaf 2022 verder verhoogd afhankelijk van de levensverwachting.

- Voorwaarden voor de inkoop van de AOW is aangescherpt.

Daarnaast zou ook de kostendelersnorm in de AOW worden ingevoerd. Na herhaaldelijk uitstel van de invoering van deze maatregel is in juni 2017 aangekondigd dat deze maatregel niet meer wordt ingevoerd.

46 Artikel 6 – 7a AOW

5.4 De uitkering

De AOW-uitkering gaat in op de dag waarop de pensioengerechtigde leeftijd zoals bedoeld in artikel 7a van de AOW is bereikt.47 In de eerste maand wordt de uitkering naar rato berekend, daarna wordt de AOW op de jaarlijks gepubliceerde betaaldata uitgekeerd (rond de 23e van elke maand).

Voorbeeld

Peter is 14 januari 1952 geboren. Zijn AOW gaat in 2017 in 9 maanden na zijn 65e verjaardag:

14 september 2017.

Verhoging AOW-leeftijd per jaar tot 2021 conform artikel 7a AOW

Jaar Verhoging Ingangsdatum AOW

2013 1 maand 65 jaar + 1 maand

Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd verhoogd als de levensverwachtingen zijn gestegen. De wijze van berekening van de verhoging is vastgelegd in artikel 7a lid 2 AOW. De AOW-leeftijd kan telkens met 3 maanden worden verhoogd. Of de AOW-leeftijd moet worden verhoogd wordt 5 jaar van tevoren vastgesteld. In 2017 is bekendgemaakt dat de AOW-leeftijd op 1 januari 2022 verder wordt verhoogd met 3 maanden tot 67 jaar en 3 maanden. Inmiddels is ook bekendgemaakt dat de AOW-leeftijd wordt in 2023 niet wordt verhoogd en 67 jaar en 3 maanden blijft. Op de website van de SVB kan de verwachte ingangsdatum op basis van de geboortedatum worden berekend

http://www.svb.nl/int/nl/aow/wat_is_de_aow/wanneer_aow/)

De AOW-uitkering mag niet worden vervreemd en is ook niet vatbaar voor verpanding of belening.48

De aanpassing van de pensioengerechtigde leeftijd van de AOW kan voor een aantal mensen tot problemen leiden, omdat zij niet voldoende tijd hebben om de verhoging van de ingangsdatum financieel op te vangen, bijvoorbeeld omdat hun VUT-uitkering of verzekeringsuitkering wel op 65-jarige leeftijd stopt.

Hiervoor is in eerste instantie een voorschotregeling49 ingesteld, waarbij mensen die in 2013, 2014 of 2015 de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken, een renteloze lening bij de SVB kunnen aanvragen. Deze lening wordt na ingang van de AOW weer terugbetaald (in 6, 12 of 18 maanden, afhankelijk van het aantal maanden dat moet worden overbrugd).

47 Artikel 16 AOW

48 Artikel 26 AOW

49 Artikel 22 AOW

De voorschotregeling is inmiddels vervangen door de Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW50. Als aan de voorwaarden wordt voldaan, kan een overbruggingsuitkering worden ontvangen.

De uitkering hoeft niet te worden terugbetaald.

Hierbij wordt wel rekening gehouden met overig inkomen en inkomen van de partner. Voorwaarden overbruggingsregeling:

- Op 1 januari 2013 een bepaalde uitkering ontvangen (o.a. VUT/ prepensioen of

overbruggingspensioen, partnerpensioen, bepaalde particuliere inkomensuitkeringen), die eindigt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd.

- Inkomen op de peildatum lager dan 200% (alleenstaand, 2018 € 3.156,00) of 300% (met partner, 2018 € 4.734,00) van het bruto wettelijk minimumloon.

Als peildatum geldt de maand, waarin de leeftijd van 64 jaar en 6 maand jaar wordt bereikt.

- Vermogen op 1 januari van het jaar, waarin 65-jarige leeftijd wordt bereikt, bedraagt minder dan het heffingsvrije vermogen van box 3 (alleenstaanden € 30.000, partners € 60.000). De eigen woning en pensioenvermogen telt niet mee. Voormalig zelfstandig ondernemers krijgen een extra vrijstelling van € 122.717. Een eigen woning en pensioenvermogen telt niet mee.

- Er is minimaal één jaar AOW-recht opgebouwd;

- Een eventuele partner heeft geen recht op een AOW-partnertoeslag

- Er bestaat geen recht op uitkering als de 65-jarige leeftijd na 31 december 2022 wordt bereikt.

Ander inkomen wordt in mindering gebracht op de overbruggingsuitkering. Bij een inkomen van

€ 1.171,48 (alleenstaande) of € 757,70 (met partner) is de overbruggingsuitkering nihil.

De regeling is op 1 oktober 2013 ingevoerd met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013. In verband met de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd vanaf 2016 is de overbruggingsregeling aangepast en uitgebreid voor degenen die na 1 januari 2013 en voor 1 juli 2015 een uitkering ontvangen en die door aanpassing van de AOW-leeftijd minder of geen inkomen hebben vanaf 65 jaar of de oude leeftijd. De voorwaarden zijn vergelijkbaar, maar de peildata zijn gekoppeld aan de oude AOW-leeftijd. Er wordt geen uitkering verstrekt aan degenen, die zijn geboren na 31 maart 1956.

Als iemand vanaf de aanvangsleeftijd van de AOW-verzekering tot aan pensioengerechtigde leeftijd onafgebroken verzekerd is geweest, heeft hij of zij recht op een volledige AOW-uitkering. De opbouw tot een AOW-uitkering van 100% vindt plaats in 50 jaar; 2% voor ieder jaar dat iemand verzekerd is.

Voorbeeld

Willy is op haar 25e in 1960 van Nederland naar Australië geëmigreerd. In 1985 is zij weer terug naar Nederland verhuisd. Vanaf 2000 ontvangt zij een AOW-uitkering. Deze wordt met 50% (25 x 2%) gekort.

Een onderbreking van de verzekering, bijvoorbeeld als gevolg van een verblijf in het buitenland, heeft tot gevolg dat slechts een deel van het pensioen wordt uitgekeerd.51 Mensen, die voor enige tijd naar het buitenland vertrekken, kunnen een dergelijke korting voorkomen door de

premiebetaling vrijwillig voort te zetten zolang ze in het buitenland wonen.52

50 Besluit van 31 mei 2013

51 Artikel 13 en 13a AOW

52 Artikel 35 AOW

Buitenlanders, die in Nederland komen wonen en nooit verzekerd zijn geweest voor de AOW, kunnen via extra premiebetaling de voorafgaande jaren waarin ze niet verzekerd zijn geweest, inkopen.53 De voorwaarden voor de inkoop zijn in 2014 aangescherpt. Als iemand AOW

verzekeringsjaren wil inkopen, moet diegene minimaal 5 jaar verplicht verzekerd zijn geweest voor de AOW en 5 jaar werkzaam in Nederland zijn. Ook mag niet in een ander land een wettelijk verplichte ouderdomsverzekering van toepassing zijn.

Het is overigens de vraag of het niet verstandiger is bovengenoemde premies in een individuele verzekering te investeren.

In document Leergang Federatie Financieel Planners (pagina 29-32)