• No results found

Kosten en financiering van vrijwillige inzet in dit project De inzet van de casemanagers wordt betaald vanuit de declaraties van besteedde tijd aan

cliënten en de Geheuegenbibliotheek. Dat kan zijn onder het regiem van de zorgverze-keringswet (ZvW) of wet langdurige zorg (Wlz) bij een voortgeschreden ziekteproces. Het regelen van relevante inzet van zorg, ondersteuning en begeleiding behoort tot de kerntaak van de casemanager; er wordt binnen dit kader geen geld voor werving van informele hulp uitgetrokken.

Vanuit de Wmo is de gemeente opdrachtgever aan welzijnsstichting ZIJN. Het subsi-diegeld is niet geoormerkt voor dementie. Voor de organisatie van voorlichting, over

om het zelf op te lossen.” Met een hulpvraag naar buiten komen is tegelijkertijd bevestigen dat de ziekte heeft aangeklopt én erkennen dat het thuis niet meer gaat. Professionele thuiszorg accepteren is al een hele stap. Het busje voor de dagbesteding laten komen stuit soms op bezwaren omdat uit de tekst op het busje iets valt op te maken.

De vertegenwoordiger van Ketenzorg dementie zegt in dit verband: “Er is niets zo moeilijk als een bewustwording bij mensen teweegbrengen dat mensen met dementie ook hun talenten, interesses hebben en aan te sluiten bij hun levensver-haal. Onbekend maakt onbemind en hiervan moeten we af.”

11.13 Cruciale succesfactoren van dit project

• Ketenzorg Dementie heeft voorlichtingsmateriaal en een geheugenbibliotheek gerealiseerd. Er is een signaleringskaartje gemaakt en een vaste column in Eilanden Nieuws. Vragen als – wat is dementie? En hoe is dementie te herkennen? komen op het mooi vormgegeven kaartje aan de orde. De beeld taal sluit aan bij de mantelzorgwereld op Goeree-Overflakkee

• De keten rond mensen met dementie thuis is inmiddels sterk en bestaat uit formele en informele partijen: vrijwilligers van Alzheimer Nederland zijn vanaf het begin betrokken. Ook de gemeente is – als verantwoordelijke voor ondersteuning aan kwetsbare ouderen thuis onderdeel van de Ketenzorg. Er is regelmatig ketenoverleg. En de gemeente is nu in samenwerking met Ketenzorg steeds actieven in het vormgeven van de dementievriendelijke samenleving. De partijen zijn met elkaar in gesprek en er is een gedeelde verantwoordelijkheid voor mensen met dementie die thuis wonen.

• De casemanagers dementie zijn zeer betrokken en zien de potentie van vrijwil-lige inzet en informele hulp aan huis. Bij een aantal van 890 menen met dementie (2015) bereiken zij met hun caseload van 240 mensen tussen een kwart en een derde van de potentiéle huishoudens. De casemanagers merken dat er meer vraag is, maar kunnen die vraag niet aan op dit moment. Dan moet er extra financiering komen. In alle gevallen hebben zij geen tijd voor het op maat zoeken

De welzijnsinstelling ZIJN zou veel meer en structurele contact kunnen

maken met de organisaties die op Goeree-Overflakkee al aan huis komen en potentieel een vijver aan vrijwilligers te bieden hebben. De kerken en de plat-telandsvrouwen zijn organisaties waarvan de leden nu al veel informele hulp aan elkaar en aan kennissen bieden. Investeren in de contacten met de diaco-nieën en je verdiepen in de manier waarop er binnen de diverse buurten met kwetsbare huishoudens wordt omgesprongen lijkt de aangewezen weg. Het is echter wel een weg die veel tijd en geduld kost. Het werken aan de relaties met in de gemeenschap gewortelde organisaties vraagt aandacht en misschien ook wel dat men zelf als case- manager of coördinator vrijwilligerswerk geworteld is in de gemeenschap. Maar contacten en goodwill binnen de diaconale wereld en het buurtwerk kunnen de dementievriendelijke samenleving op Goeree-Overflakkee vele stappen voor- uithelpen.

Kennis over dementie vergroten op gespannen voet met taboe op dementie

Er gebeurt veel om dementie bespreekbaar te maken op allerlei plaatsen, maar Ketenzorg Dementie Zuid-Hollandse Eilanden opereert in een omge-ving waarin dementie niet altijd even makkelijk te bespreken is. Soms alleen in termen van ‘vergeetachtigheid’ en ‘geheugenproblemen’. Dat maakt het ook moeilijker om expliciet hulp bij dementie te vragen en te bieden. Mantelzorgers en hun naasten met dementie melden zich over het algemeen laat bij de huisarts. Ze houden het probleem lang binnenshuis en/of binnen de (directe) familie. Dit zijn problemen die hun invloed hebben op de werving en het toelaten van vrijwilligers en andere informele hulp.

De familie – en dan met name de echtgenotes en dochters van mensen met dementie– lijken in deze context de eerst aangewezenen en soms/vaak ook de enigen die informeel verlichting mogen/moeten/kunnen brengen in de thuis- situatie van mensen met dementie en hun mantelzorgers. Maar zij zijn zelf intrinsiek onderdeel van het mantelzorgsysteem en praten zelf niet altijd even makkelijk over de ziekte die hun vader, moeder, man getroffen heeft “Men zorgt voor elkaar in goede en slechte tijden; er is een sterk plichtsgevoel en een verlangen

van informele hulp bij de individuele cliënt. Dat behoort niet tot hun taken-pakket.

De zorgverzekeraar is tijdens de regionale aanpak bereid gebleken om diverse activiteiten van de keten te financieren. Als het samenwerkingsverband wil beginnen met voorlichting over dementie dan gaf de zorgverzekeraar daar de mogelijkheden voor. Daarmee heeft de zorgverzekeraar een positieve rol gespeeld in het mogelijk maken van een dementievriendelijker Goeree- Overflakkee.

12.2 Project en locatie: Hulp bij dementie in de Westelijke