• No results found

Overheden spelen een belangrijke rol als het gaat om presentaties van het nationale verleden. Volgens de Amerikaanse antropoloog James Wertsch zijn overheden niet alleen in staat verschillende representaties van het verleden in stand te houden, maar kunnen ze ook de toegang tot bepaalde historische representaties controleren.154 Nationale

geschiedverhalen die door overheden gepresenteerd zijn kunnen verschillende functies hebben. Eén van deze functies is het versterken van ‘saamhorigheid’, een gezamenlijke identiteit. In Nederland werd dit doel het eerste decennium van de 21ste eeuw nagestreefd. Betere kennis

van geschiedenis zou de saamhorigheid versterken, een beter beeld geven van waar ‘wij vandaan komen’ en goed zijn voor de integratie van nieuwkomers.155 Geschiedenis moest inburgeraars iets vertellen over de

hedendaagse samenleving en de normen en waarden die daarin belangrijk zijn, stelde onder meer Verhagen, omdat dit kon bijdragen aan ‘burgerschap’.

Met deze gedachte belandde geschiedeniskennis in het inburgeringstraject. Het is daarom interessant om de geschiedenis die er in de eindtermen en een aantal lesmethodes behandeld wordt te analyseren. Het analyseren van deze geschiedenis geeft immers een beeld van hoe deze ideeën over geschiedenis en integratie uitgewerkt zijn in de praktijk. Voor welke geschiedenis is er gekozen? Waarom is er voor deze onderwerpen gekozen? Kortom: welk historische verhaal moet invulling geven aan ‘gemeenschappelijkheid’ en inburgeraars in staat stellen betrokken te zijn bij de Nederlandse samenleving? En waarom juist dit verhaal?

Verhaalniveaus

154 James V. Wertsch, ‘Specific narratives and schematic narrative templates’, in: Peter Seixas, Theorizing historical consciousness, (Toronto 2004), 49-62, 50; Maria Grever, ‘Nationale identiteit en historische besef. De risico’s van een canon in een postmoderne samenleving.’, in: Maria Grever, Kees Ribbens, Ed Jonker en Siep Stuurman, Controverses rond de canon (Assen 2006), 29-58, 35. 155 P. Scheffer, ‘Het multiculturele drama’, NRC Handelsblad, 19 januari 2000; Smeekes, ‘Nationale identiteit, nationale geschiedenis en de acceptatie van nieuwkomers in Nederland’, 166.

Allereerst is het interessant om te kijken naar de opbouw van nationale geschiedverhalen in het algemeen, om vervolgens te kunnen kijken naar de opbouw van het verhaal in de eindtermen en de lesmethodes. Volgens Wertsch kunnen verhalen die als onderdeel van een collectief verleden gezien worden op verschillende niveaus bekeken worden. Op die manier kun je meer te weten komen over het overkoepelde verhaal dat er gepresenteerd wordt. Wertsch, die door historicus Maria Grever aangehaald wordt, stelt, net als Grever, dat er een samenhang bestaat tussen afzonderlijke collectieve herinneringen. Van bovenaf geproduceerde verhalen zijn volgens Wertsch niet zomaar een verzameling verhalen, maar vormen samen een overkoepelend narratief. Collectieve verledens hebben volgens Wertsch, met andere woorden, een narratieve structuur. Bij het analyseren van collectieve geschiedenissen maakt Wertsch daarom onderscheid tussen specifieke geschiedverhalen en zogenaamde ‘schematic narrative templates’ of - aldus Grever - narratieve sjablonen. Narratieve sjablonen zijn volgens Grever ‘abstracte plots’ die samen een referentiekader vormen dat ten grondslag ligt aan elk geschiedverhaal. Een overkoepelend verhaal dat opgebouwd is uit kleinere, losse verhalen dus.156

Zowel Grever als historicus Willem Frijhoff geeft een voorbeeld van een versie van een Nederlandse template. Volgens Frijhoff bestaat er sinds de Opstand in Nederland een overkoepelend verhaal of master narrative van ‘bevochten eendracht’. Deze eendracht is er volgens Frijhoff één van onder meer ‘Oranjegekte’, het ‘poldermodel’, ‘gidslandmythologie’ en ‘gedoogideologie’.157 Grever noemt een

vergelijkbaar template: klein land dat dapper zijn vrijheden bevecht. Deze template is volgens Grever opgebouwd uit verhalen als de Opstand, de strijd tegen het water, het verzet in de Tweede Wereldoorlog en Nederland als progressief gidsland in de jaren zestig.158 Op de manier

waarop Wertsch nationale geschiedverhalen op verschillende niveaus 156 Grever, ‘Nationale identiteit en historische besef’, 35; Wertsch, ‘Specific narratives and schematic narrative templates’, 50-52, 54.

157 Frijhoff, De mist van de geschiedenis, 12.

bekijkt kan ook de geschiedenis in de eindtermen en de inburgeringsmethodes geanalyseerd worden. Welke verhalen komen voorbij in TaalCompleet, Welkom in Nederland en Naar Nederland? Is er een samenhang tussen de verhalen te herkennen? Met andere woorden: is er sprake van een overkoepelend verhaal of template?

Losse verhalen

Zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven, kwamen politici in de aanloop naar de Wet Inburgering Nieuwkomers in 2007 met verschillende suggesties voor historische gebeurtenissen, personen of tijdperken waarvan zij vonden dat nieuwkomers die moesten kennen. Blok noemde de Tachtigjarige Oorlog, de Verlichting en de Tweede Wereldoorlog.159 De GroenLinks-fractie noemde een aantal jaar eerder

onder andere de Jodenvervolging.160 Docenten, nieuwkomers en andere

respondenten die door onderzoeksbureau Regioplan geïnterviewd werden noemden eveneens de Tweede Wereldoorlog, naast geschiedenis over het kolonialisme en migratiegeschiedenis.161 De commissie

Franssen, die de opdracht gekregen had advies uit te brengen over de eindtermen voor het inburgeringsexamen, kwam niet verder dan ‘hoofdlijnen van de Nederlandse geschiedenis’ en ‘culturele hoogtepunten, culturele en historische figuren’.162

In de eindtermen voor het examen werd uiteindelijk een aantal historische onderwerpen vastgelegd. Deze selectie aan gebeurtenissen moest de door Verhagen beschreven gemeenschappelijke basis van geschiedenis vormen. Deze gemeenschappelijke basis was opgebouwd uit de ‘Gouden Eeuw/rijkdom, kolonialisme, scheepvaart, waterwerken en migratiestromen in de 20ste eeuw, het Wilhelmus, de Tweede Wereldoorlog, de rol van Verenigde Staten, Canada en Groot-Brittannië bij de bevrijding van West Europa in de Tweede Wereldoorlog’, en tot 159 Tweede Kamer, Rapport commissie-Blok, 8 april 2004, TK 65 65-4247.

160 Tweede Kamer, vergaderjaar 2002-2003, 28 600 VIII, nr. 126, 5. 161 Regioplan, Evaluatie eindtermen Maatschappijoriëntatie, 57.

162 Commissie Franssen, Normering inburgeringsexamen. Advies over het

slot, ‘denkbeelden die in Nederland geaccepteerd zijn (sinds de jaren ‘70)’.163

De makers van de lesmethodes TaalCompleet en Welkom in Nederland hebben zich voor de onderwerpkeuze op deze eindtermen gebaseerd. Inhoudelijk vertoont TaalCompleet zeer grote overeenkomsten met de eindtermen: de opbouw van het geschiedenishoofdstuk komt nauw overeen met de opbouw van het ‘Geschiedenis en Geografie’-gedeelte in de eindtermen. Ook in Welkom in Nederland komen de eindtermen aan bod. In de inleiding van Welkom in Nederland staat dat de methode is aangesloten op de nieuwste versie van de eindtermen voor het inburgeringsexamen.164 Coutinho, de uitgeverij

van Welkom in Nederland, benadrukt op de website bovendien dat alle KNM-eindtermen aan bod komen en ‘uitgebreid geoefend’ worden.165 De

methodes hebben dus dezelfde basis. Daarnaast behandelen de makers van Welkom in Nederland en TaalCompleet een aantal andere onderwerpen die niet in de eindtermen staan. Zo wordt op het online gedeelte van TaalCompleet ook, onder meer, aandacht besteed aan het dagboek van Anne Frank en De Nachtwacht.166 In het hoofdstuk ‘De

geschiedenis van Nederland’ in Welkom in Nederland komen naast de onderwerpen uit de eindtermen onder meer de Middeleeuwen, de Tachtigjarige Oorlog en de Industriële Revolutie aan bod.167

De film Naar Nederland en de bijbehorende vragen zijn niet op de bovengenoemde eindtermen gebaseerd, maar zijn door de overheid ontwikkeld. Voor het bepalen van de onderwerpen voor deze methode werd advies gevraagd aan ervaringsdeskundigen in het (inburgerings-)onderwijs, historici en werd er gekeken naar de 163 Bureau ICE, Eindtermen Kennis van de Nederlandse Samenleving, 19.

164 Gathier, Welkom in Nederland., 7.

165 Website Uitgeverij Coutinho, ‘Welkom in Nederland. Kennis van de Nederlandse Maatschappij voor het inburgeringsexamen’,

https://shop.coutinho.nl/store_nl/welkom-in-nederland-2070.html (11 juni 2018). 166 Online leeromgeving TaalCompleet, Module TaalCompleet-KNM, Module 5 ‘Geschiedenis en Geografie’, ‘5.1 Tekst 1 ‘De Gouden Eeuw’ en ‘5.2 Tekst ‘Anne Frank’, Kleurrijker B.V. 2012-2018, geraadpleegd via: http://ace.kleurrijker.nl/, (11 juni 2018).

historische canon van De Rooy.168 CINOP, een onderwijsadviesbureau,

schreef samen met een aantal andere partijen het script voor Naar Nederland. Bij het schrijven werd geprobeerd het script ‘toegankelijk en boeiend’ te maken, door de Nederlandse geschiedenis te behandelen aan de hand van historische figuren.169 In de film is te zien hoe een

presentatrice historische plaatsen, monumenten en musea bezoekt en gaandeweg over verschillende historische gebeurtenissen vertelt. In Naar Nederland komen onderwerpen voorbij die ook in TaalCompleet en Naar Nederland aan bod komen, zoals de Tachtigjarige Oorlog, de Eerste en Tweede Wereldoorlog en het ontstaan van de Grondwet.170 In tabel 1.1

is een overzicht gemaakt van de onderwerpen per lesmethode en de onderwerpen in de eindtermen. Opvallend is de overlap tussen de methodes.

Tabel 1.1: Overzicht van onderwerpen die in Naar Nederland, Welkom in Nederland, TaalCompleet en de eindtermen voor het inburgeringsexamen in Nederland aan bod komen.

Naar Nederland Welkom in Nederland TaalCompl eet Eindtermen KNM De Romeinse Tijd

x

De Middeleeuw en

x

De Tachtigjarig e Oorlog

x

x

Het Wilhelmus

x

x

x

x

168 CINOP, Verantwoording Inburgeringsexamen Kennis van de Nederlandse

Samenleving (Den Haag 2005) 4.

169 Ibidem, 4.

170 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Naar Nederland, Amsterdam (Odyssee Producties en CINOP), Herziene editie 2014, aflevering ‘Geschiedenis’, geraadpleegd via: https://www.naarnederland.nl/lesmateriaal- nederlands (11 juni 2018).

De Gouden Eeuw

x

x

x

x

Het ontstaan van de democratie en de Grondwet

x

x

De Industriële Revolutie

x

x

Het ontstaan van de eerste politieke partijen

x

x

De Eerste Wereldoorlo g

x

x

De Tweede Wereldoorlo g

x

x

x

x

De wederopbou w en de stijgende welvaart na de oorlog

x

De jaren zestig, de seksuele revolutie

x

x

x

(alleen de waarden die hieruit voortkwam en)

x

(alleen de waarden die hieruit voortkwamen) Migratiestro men in de twintigste

x

x

x

eeuw en het ontstaan van de multiculture le samenleving Nederland en het water

x

x

x

Internationa le samenwerki ng in de 20ste eeuw (EU en NAVO)

x

x

x

x

Behalve overeenkomsten tussen de methodes zijn er ook een aantal verschillen. Met name in Naar Nederland en Welkom in Nederland komen onderwerpen uitgebreider aan bod dan in het boek van TaalCompleet, waar een beperkter aantal onderwerpen in korte, feitelijk zinnen en alinea’s is behandeld is: ‘Nederland handelde in de Gouden Eeuw veel met verre landen. Nederland werd in die tijd een rijk land’.171

Op het online gedeelte van TaalCompleet komen onderwerpen, zoals de Gouden Eeuw, vervolgens veel uitgebreider aan bod - vergelijkbaar met de manier waarop dit in Welkom in Nederland gebeurt.172

Het start- en eindpunt in de drie methodes verschilt bovendien. In TaalCompleet begint de geschiedenis van Nederland, net als in de eindtermen, met de Gouden Eeuw, en is de meest recente historische gebeurtenis de oprichting van de EU.173 De geschiedenis begint in Naar Nederland met de Opstand en de moord op Willem van Oranje en eindigt 171 Bloks-Jekel en Plattèl, TaalCompleet, 46.

172 Online leeromgeving TaalCompleet, Module TaalCompleet-KNM, Module 5 ‘Geschiedenis en Geografie’, ‘5.1 Tekst 1 ‘De Gouden Eeuw’, Kleurrijker B.V. 2012-2018, geraadpleegd via: http://ace.kleurrijker.nl/ (11 juni 2018).

173 Bloks-Jekel en Plattèl, TaalCompleet, 44-49; Online leeromgeving TaalCompleet, Module TaalCompleet-KNM, Module 5 ‘Geschiedenis en Geografie’, Kleurrijker B.V. 2012-2018, geraadpleegd via:

met de migratiestromen in de twintigste eeuw.174 In Welkom in Nederland

wordt de grootste tijdsperiode beschreven. ‘De geschiedenis van Nederland’ opent met twee korte alinea’s over de Romeinse tijd en de Middeleeuwen en eindigt met de komst van gastarbeiders in de tweede helft van de twintigste eeuw.175 Ondanks deze verschillen zijn er, behalve

de onderwerpkeuze, echter een aantal opvallende overeenkomsten. Deze overeenkomsten komen vooral naar voren wanneer er gezocht wordt naar grotere thema’s in de drie methodes en de eindtermen.

Het overkoepelende verhaal

Nu meer inzicht is verkregen in de losse verhalen die worden verteld, is de volgende vraag: welk template is te herkennen in de eindtermen, TaalCompleet, Welkom in Nederland en Naar Nederland? Om antwoord te kunnen geven op deze vraag is het interessant om te kijken of er in de losse verhalen een aantal overkoepelende thema’s aanwezig zijn.

Wat opvalt, is dat er wat betreft zowel de onderwerpkeuze als de manier waarop deze onderwerpen verteld worden raakvlakken zijn met het door Grever beschreven template van een ‘klein land dat dapper zijn vrijheden bevecht’. Niet alleen de historische gebeurtenissen die Grever als passend bij dit template noemt - de Opstand, de strijd tegen het water, het verzet in de Tweede Wereldoorlog en Nederland als progressief gidsland in de jaren zestig - komen in de methodes en de eindtermen voorbij, maar ook het beeld van een ‘klein land’ dat ‘vrijheden’ ‘dapper bevecht’ is in de methodes aanwezig. Daarnaast komt de door Spijkerboer beschreven ‘autochtone kern’ naar voren. De verhalen in de tabel zijn op verschillende manieren aan één of meerdere van deze vier thema’s te koppelen.

Allereerst de ‘vrijheden’. In het bijzonder in Welkom in Nederland en Naar Nederland dient geschiedenis vaak om uit te leggen waar 174 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Naar Nederland,

Amsterdam (Odyssee Producties en CINOP), Herziene editie 2014, aflevering ‘Geschiedenis’, geraadpleegd via: https://www.naarnederland.nl/lesmateriaal- nederlands (11 juni 2018).

bepaalde vrijheden of rechten en plichten uit de hedendaagse samenleving vandaan komen. Zo komt het ontstaan van de Republiek voorbij, het ontstaan van de democratie en de Grondwet, de komst van vluchtelingen in de Gouden Eeuw vanwege de godsdienstvrijheid die er in Nederland bestond, de scheiding van kerk en staat, de strijd om het vrouwenkiesrecht, de komst van de leerplicht en de verzorgingsstaat en de vrijheden die dat met zich meebracht, de seksuele revolutie en de gevolgen hiervan voor de gelijkheid tussen man en vrouw, die de vrijheid die Nederland herwon na de oorlog, et cetera.176 In zowel de eindtermen

als de methodes, maar vooral in Welkom in Nederland en Naar Nederland, valt op dat veel historische gebeurtenissen over het winnen van bepaalde vrijheden gaat.

Dan het ‘dapper bevechten’: ook dit is - in combinatie met de bovengenoemde vrijheden - een steeds terugkerend thema. Het woord ‘strijd’ is meer dan eens van toepassing wanneer het om het verwerven van deze vrijheden gaat. Zo wordt in de eindtermen, TaalCompleet en Welkom in Nederland bijvoorbeeld aandacht besteed aan de ‘strijd’ tegen het water - in TaalCompleet wordt zelf letterlijk van een ‘strijd’ gesproken.177 Het duidelijkst is dit ‘bevechten’ te herkennen in Welkom in Nederland en Naar Nederland. In Welkom in Nederland bijvoorbeeld, maar ook in Naar Nederland, strijden de Nederlanders tegen de Spanjaarden, strijdt Willem van Oranje voor geloofsvrijheid, vechten de socialisten voor het recht van de arbeiders, kwam Aletta Jacobs op voor het recht van vrouwen om te gaan studeren, werkten Nederlanders hard om het land na de oorlog weer op te bouwen en kwamen burgers in de jaren zestig op voor de gelijkheid tussen man en vrouw.178

176 Gathier, Welkom in Nederland, 193-210; Bloks-Jekel en Plattèl,

TaalCompleet, 44-49.

177 Bureau ICE, Eindtermen Kennis van de Nederlandse Samenleving, 19, Bloks- Jekel en Plattèl, TaalCompleet, 44-49; Online leeromgeving TaalCompleet,

Module TaalCompleet-KNM, Module 5 ‘Geschiedenis en Geografie’, ‘5.1 Tekst 2

‘De strijd tegen het water’, Kleurrijker B.V. 2012-2018, geraadpleegd via:

http://ace.kleurrijker.nl/(11 juni 2018).

178 Gathier, Welkom in Nederland, 193-210; Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Naar Nederland, Amsterdam (Odyssee Producties en CINOP), Herziene editie 2014, aflevering ‘Geschiedenis’, geraadpleegd via:

Nederland wordt, kortom, in met name Naar Nederland en Welkom in Nederland regelmatig als een ‘strijdend’ land neergezet. De geschiedenis van Nederland wordt hiermee in zekere zin als de geschiedenis van de vooruitgang gepresenteerd. Dit idee spreekt af en toe ook uit de teksten die in de methodes staan. Op het online-gedeelte van TaalCompleet staat bijvoorbeeld: ‘Tegenwoordig is het heel gewoon dat vrouwen gaan studeren. Een voorbeeld: van de tien dokters die toen afstudeerden waren er negen man. Maar één was vrouw. Nu zijn van de tien dokters die afstuderen vier man en zes vrouw’.179 Kortom: vroeger

was deze vrijheid er nog niet, nu wel. Er is voor deze vrijheid - in dit geval de gelijkheid tussen mannen en vrouwen - gestreden.

Ook het beeld van het ‘kleine land’ is zo nu en dan in de methodes te herkennen. In combinatie met het ‘dapper bevechtende’ aspect krijgt deze beschrijving van Nederland een wat heroïsch of zelfs nationalistisch karakter. Voornamelijk in Naar Nederland is dit beeld sterk aanwezig. In Naar Nederland zet de presentatrice bijna letterlijk het beeld van een ‘klein land met grote daden’ neer. De presentatrice omschrijft Willem Drees - refererend naar Drees’ werk in het verzet - als ‘zo dapper en slim’.180 Ze eindigt de geschiedenisaflevering bovendien met de

uitspraak: ‘Nederland ontwikkelt zich steeds verder tot een welvarend, klein land in een steeds grotere Europese Unie’.181 Op de achtergrond

klinkt intussen de melodie van het Wilhelmus.182 Deze bedoelde of

onbedoelde uiting van nationale trots is ook op een aantal andere plekken te herkennen, in zowel de onderwerpkeuze als de vertelwijze. 179 Online leeromgeving TaalCompleet, Module TaalCompleet-KNM, Module 5 ‘Geschiedenis en Geografie’, ‘5.4 Tekst 1 ‘Gelijkheid’, Kleurrijker B.V. 2012- 2018, geraadpleegd via: http://ace.kleurrijker.nl/, (11 juni 2018).

180 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Naar Nederland,

Amsterdam (Odyssee Producties en CINOP), Herziene editie 2014, aflevering ‘Geschiedenis’, geraadpleegd via: https://www.naarnederland.nl/lesmateriaal- nederlands (11 juni 2018).

181 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Naar Nederland,

Amsterdam (Odyssee Producties en CINOP), Herziene editie 2014, aflevering ‘Geschiedenis’, geraadpleegd via: https://www.naarnederland.nl/lesmateriaal- nederlands (11 juni 2018).

182 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Naar Nederland, Amsterdam (Odyssee Producties en CINOP), Herziene editie 2014, aflevering ‘Geschiedenis’, geraadpleegd via: https://www.naarnederland.nl/lesmateriaal- nederlands (11 juni 2018).

Een aantal onderwerpen in de methodes gaan over de Nederlandse cultuurhistorie, zoals het volkslied, Rembrandt van Rijn, de schilderkunst in de Gouden Eeuw en de geschiedenis van de grachtenpanden in Amsterdam - onderwerpen die in alle methodes besproken worden.183

Deze onderwerpen lijken te worden ingezet om een zekere mate van trots te willen uitstralen, wanneer in Welkom in Nederland bijvoorbeeld benadrukt wordt dat de schilderijen van Rembrandt over de hele wereld beroemd zijn, Willem van Oranje in Naar Nederland de ‘held van het Nederlandse volk’ wordt genoemd, de presentatrice in de film vertelt hoe bijzonder het licht in De Nachtwacht is, of wanneer de melodie van het Wilhelmus steeds opnieuw als achtergrondmuziek klinkt.184

Tot slot de aanwezigheid van de ‘autochtone kern’. In het eerste hoofdstuk werd Spijkerboer aangehaald, die stelde dat de Nederlandse samenleving in het integratiebeleid steeds minder voorgesteld wordt als pluriforme samenleving en steeds meer als een ‘autochtone kern in verbinding met de rest van de wereld’.185 Deze autochtone kern is ook

aanwezig in de methodes en de eindtermen. Wanneer het over Nederland in relatie tot andere culturen of landen gaat, gaat het bijvoorbeeld hoofdzakelijk over het kolonialisme en de handel tijdens de Gouden Eeuw, de strijd tegen de Spanjaarden, de internationale samenwerkingsverbanden na de Tweede Wereldoorlog of de migratiestromen als gevolg van dekolonisatie of arbeidsmigratie in de twintigste eeuw. Over dat laatste onderwerp wordt in Naar Nederland en Welkom in Nederland bovendien benadrukt dat de multiculturele samenleving Nederland ook spanningen en verharding in de maatschappij opgeleverd heeft. ‘Nu is het contact tussen Nederlanders

183 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Naar Nederland, Amsterdam (Odyssee Producties en CINOP), Herziene editie 2014, aflevering ‘Geschiedenis’, geraadpleegd via: https://www.naarnederland.nl/lesmateriaal- nederlands (11 juni 2018); Bloks-Jekel en Plattèl, TaalCompleet, 44-49; Gathier,

Welkom in Nederland, 193-210.

184 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Naar Nederland, Amsterdam (Odyssee Producties en CINOP), Herziene editie 2014, aflevering ‘Geschiedenis’, geraadpleegd via: https://www.naarnederland.nl/lesmateriaal- nederlands (11 juni 2018); Gathier, Welkom in Nederland, 198.

en allochtonen vaak een probleem’, wordt in Welkom in Nederland gesteld.186

De verbinding met de achtergrond van inburgeraars wordt in de drie methodes relatief weinig opgezocht. In TaalCompleet en Welkom in Nederland wordt, in tegenstelling tot in Naar Nederland, bijvoorbeeld geen aandacht besteed aan de rol van migranten in de Gouden Eeuw.187Aan het begin de geschiedenishoofdstukken van TaalCompleet en Welkom in Nederland staan wel een aantal vragen die ingaan op de